35 381 (R2143) Goedkeuring van het op 22 oktober 2015 te Riga tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (Trb. 2016, 180)

Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 30 oktober 2019 en het nader rapport d.d. 16 januari 2020, aangeboden aan de Koning door de Minister van Justitie en Veiligheid, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 8 oktober 2019, nr. 2019002090, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van rijkswet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 30 oktober 2019, nr. W16.19.0310/II/K, bied ik U hierbij aan.

Bij Kabinetsmissive van 8 oktober 2019, no. 201 9002090, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Justitie en Veiligheid, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van rijkswet tot goedkeuring van het op 22 oktober 2015 te Riga tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme ( Trb. 2016, 180 ), met memorie van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen over het voorstel van rijkswet en adviseert het voorstel in te dienen bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van Aruba, die van Curacao en die van Sint Maarten.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,

Th.C. de Graaff

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Van de gelegenheid is gebruikt gemaakt om de memorie van toelichting te actualiseren wat betreft de ondertekening en inwerkingtreding van het Verdrag en het Aanvullend Protocol door andere staten. De betreffende passages zijn bijgewerkt naar de stand van zaken per begin december 2019. Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de memorie van toelichting enkele redactionele verbeteringen door te voeren.

Ik moge u hierbij, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van rijkswet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van Aruba, de Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten te zenden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven