35 379 Voorstel tot wijziging van de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer 2014

Nr. 2 VOORSTEL

De regeling financiële ondersteuning fractie Tweede Kamer 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, eerste lid komt te luiden:

1. Elke fractie of groep is jaarlijks gerechtigd tot een bijdrage. Deze bijdrage bestaat uit een bedrag per zetel (zetelbedrag) vermenigvuldigd met het aantal zetels (zeteltal) van de bijbehorende fractie of groep. Het zetelbedrag wordt voor fracties gesteld op eenmaal loonschaal 10 (cao Rijk) en anderhalf loonschaal 13 (cao Rijk) exclusief overhead overeenkomstig de tarieven opgenomen in de Handleiding Overheidstarieven die jaarlijks wordt vastgesteld. Het zetelbedrag wordt voor groepen gesteld op eenmaal loonschaal 10 (cao Rijk) en een half loonschaal 13 (cao Rijk) exclusief overhead overeenkomst de tarieven opgenomen in de Handleiding Overheidstarieven die jaarlijks wordt vastgesteld.

Toelichting

In het amendement dat door het lid Sneller is ingediend bij de begrotingsbehandeling Staten-Generaal (Handelingen II 2019/20, nr. 27, item 4) worden er extra middelen beschikbaar gesteld voor de ondersteuning van de Kamerleden (Kamerstuk 35 300 IIA, nr. 5). Hierbij is een verdeling gemaakt tussen de ambtelijke organisatie en de fracties. Tevens is er een bedrag toebedeeld aan de Eerste Kamer.

In het amendement van het lid Sneller wordt ook al een voorstel gedaan voor de verdeling van de extra middelen die bij fracties komen.

In het amendement wordt voorgesteld om de regeling uit te breiden met een half loonschaal 13 per Kamerzetel.

In de wijziging is dit voorstel opgenomen in de tekst.

In november 2017 is de berekening van het zetelbedrag aan te passen aangezien sinds 2018 de grondslag uit de Handleiding Overheidstarieven gewijzigd is. Bij integrale toepassing van die grondslag uit de Handleiding Overheidstarieven ontstond een forse verlaging van het zetelbedrag. Dit was niet gewenst vanwege het negatieve effect op de budgetten van de fracties. In 2018 zijn de overheadkosten meer uitgesplitst en voorzien van een nieuwe grondslag.

Om dit negatieve effect tegen te gaan is er besloten om de volgende systematiek aan te houden. Een combinatie van schaal 10 en schaal 13 in plaats van een schaal 6 en schaal 10 per Kamerzetel.

In combinatie met de uitwerking van het amendement Sneller komt het definitieve zetelbedrag uit op eenmaal schaal 10 en anderhalf keer schaal 13 per Kamerzetel.

Tot slot is de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren op 1 januari 2020 ingevoerd waardoor de referentie naar het Bezoldigingsbesluit Rijksambtenaren vervangen moet worden naar cao Rijk.