35 374 Wijziging van de Participatiewet in verband met het uitsluiten van fraudevorderingen bij de vermogenstoets en het beperken van het verbod tot medewerking aan een schuldregeling bij een fraudevordering tot gevallen van opzet of grove schuld

F BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 januari 2021

Op maandag 18 en/of dinsdag 19 januari 2021 staat in uw Kamer de behandeling geagendeerd van het wetsvoorstel wijziging van de Participatiewet in verband met het uitsluiten van fraudevorderingen bij de vermogenstoets en het beperken van het verbod tot medewerking aan een schuldregeling bij een fraudevordering tot gevallen van opzet of grove schuld (Kamerstuk 35 374).

De huidige ontwikkelingen en signalen rondom de fraudeaanpak in de sociale zekerheid hebben mijn volle aandacht. Per brief van 12 november 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat ik het belangrijk vind dat er meer ruimte komt voor maatwerk bij de handhaving binnen de sociale zekerheid.1 Ook heb ik in deze brief aangekondigd onderzoek te doen naar de definitie van het fraudebegrip. Het doel hiervan is om expliciet te erkennen dat er verschil bestaat tussen bewuste regelovertreding en vergissingen of fouten. Er is behoefte aan een betere balans.

De recente berichten en zorgen in het publieke debat over de hardheid in de Participatiewet neem ik dan ook erg serieus. In reactie op deze berichten heb ik aangegeven hierover op korte termijn met verschillende relevante partners in gesprek te treden, waaronder de Nationale ombudsman, VNG en individuele gemeenten. Ik vind het belangrijk om deze gesprekken zorgvuldig te voeren en af te ronden. Daarbij wil ik de stappen zetten die nodig zijn, waarbij ik op voorhand niet kan uitsluiten dat dit leidt tot voorstellen voor aanpassing van wet- en regelgeving. Om die reden verzoek ik u de plenaire behandeling van het wetsvoorstel aan te houden. Ik streef ernaar u op korte termijn te informeren over de voortgang.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, B. van 't Wout


X Noot
1

Kamerstukken I, 2020–2021, 35 374, E.

Naar boven