35 373 Rusland

Nr. 28 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2021

Middels deze brief kom ik tegemoet aan de wens omtrent een reactie op het bericht dat journalist Tom Vennink door Rusland is uitgezet, die de Vaste Kamercommissie Buitenlandse zaken mij op 4 november j.l. per brief deed toekomen.

Correspondent van de Volkskrant in de Russische Federatie Vennink kreeg op maandag 1 november te horen dat zijn verblijfsvergunning voor Rusland werd ingekort tot 3 november 2021 en dat hem tot 1 januari 2025 toegang tot dat land ontzegd wordt. Als gevolg hiervan was hij genoodzaakt het land op woensdag 3 november te verlaten.

Dit bericht kwam als een onverwachte tegenslag voor alle betrokkenen, in de eerste plaats de heer Vennink. Het is niet acceptabel wanneer een journalist een land tegen zijn wil moet verlaten. Persvrijheid is een groot goed.

Onze ambassadeur in Moskou heeft direct bij het Russische BZ om opheldering gevraagd. Ook in Den Haag werd de Russische ambassadeur om opheldering gevraagd, waarbij sterk is aangedrongen het besluit te herzien en is aangegeven dat Nederland een dergelijke aantasting van de persvrijheid volstrekt onacceptabel vindt. Onderwijl is er nauw contact onderhouden met de Volkskrant.

Rusland noemt administratieve veroordelingen uit 2019 en 2020 als reden voor het inkorten van het visum en het inreisverbod. Daar de overtredingen in het verleden plaatshadden is deze uitleg onbevredigend.

Nederland zal daarom in contact met Rusland blijven aandringen op het herzien van dit verregaande besluit. De inzet van Nederland is voorts dat de Volkskrant zijn werkzaamheden in Moskou kan voortzetten. Het is tegelijkertijd belangrijk om hierbij realistisch te zijn. De autoriteiten van de Russische federatie gaan over de toegang tot hun land.

Het is zorgelijk dat het werk van onafhankelijke media en journalisten in Rusland steeds verder wordt ingeperkt. Uw Kamer is bekend met de hoge prioriteit die Nederland in zijn mensenrechtenbeleid geeft aan het bevorderen van de vrijheid van meningsuiting wereldwijd, met bijzondere aandacht voor persvrijheid en de veiligheid van journalisten. Die lijn zullen wij consequent blijven uitdragen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen

Naar boven