De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt in het voorgestelde artikel 8, derde lid, onderdeel b, na «Nederlandse»
ingevoegd «en Europese».
II
In artikel II wordt in het voorgestelde artikel 11, vierde lid, onderdeel b, na «Nederlandse»
ingevoegd «en Europese».
III
In artikel III, onderdeel A, wordt in het voorgestelde artikel 17, eerste lid, onderdeel
b, na «Nederlandse» ingevoegd «en Europese».
IV
In artikel V wordt in het voorgestelde artikel 10, derde lid, onderdeel b, na «Nederlandse»
ingevoegd «en Europese».
V
In artikel VI, onderdeel A, wordt in het voorgestelde artikel 42, eerste lid, onderdeel
b, na «Nederlandse» ingevoegd «en Europese».
VI
In artikel VIII, onderdeel a, onder A, wordt in het met artikel III, onderdeel A,
voorgestelde artikel 2.2, eerste lid, onderdeel b, na «Nederlandse» ingevoegd «en
Europese».
VII
In artikel VIII, onderdeel b, onder A, wordt in het voorgestelde artikel 2.2, eerste
lid, onderdeel b, na «Nederlandse» ingevoegd «en Europese».
Toelichting
In Nederland maak je zowel deel uit van de Nederlandse samenleving als de Europese
Unie. Het Europees burgerschap is een aanvulling op het nationale burgerschap met
eigen rechten en plichten, zoals het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen
voor het Europees parlement. Bovendien heeft Nederland bevoegdheden afgestaan aan
Europese Unie waardoor de Europese Unie exclusieve bevoegdheden heeft met directe
gevolgen voor Nederlandse burgers. Hiermee is de Europese Unie meer dan een verzameling
internationale verdragen en is het van belang dat jongeren leren welke besluiten de
Europese Unie kan nemen. Het is van belang dat jongeren ook wat betreft het Europees
burgerschap kennis hebben van de democratische rechtsstaat, een (kritische) houding
kunnen aannemen ten aanzien van de uitgangspunten en in de mogelijkheid worden gesteld
om te participeren. De indiener wil met dit amendement het Europees burgerschap onderdeel
maken van de gemeenschappelijke kern in de burgerschapsopdracht aan scholen.
Van Meenen