35 352 Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met verduidelijking van de burgerschapsopdracht aan scholen in het funderend onderwijs

Nr. 11 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DEN HUL

Ontvangen 1 oktober 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder het vervallen van «; en» aan het slot van het voorgestelde derde lid, onderdeel a, wordt toegevoegd «, en het handelen naar deze basiswaarden;».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het voorgestelde derde lid, onderdeel b, door «; en» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. het bijbrengen van kennis over en acceptatie van in ieder geval verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, waaronder mede begrepen geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat.

3. In het voorgestelde lid 3a wordt na «de omgang met» ingevoegd «en het handelen naar», wordt «en creëert» vervangen door «, creëert» en wordt voor de punt aan het slot ingevoegd «en spant zich voorts in voor een omgeving waarin een ieder zich veilig en geaccepteerd weet, ongeacht de in het derde lid, onder c, genoemde verschillen».

II

Artikel II wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. Onder het vervallen van «; en» aan het slot van het voorgestelde vierde lid, onderdeel a, wordt toegevoegd «, en het handelen naar deze basiswaarden;».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het voorgestelde vierde lid, onderdeel b, door «; en», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. het bijbrengen van kennis over en acceptatie van in ieder geval verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, waaronder mede begrepen geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat.

3. In het voorgestelde lid 4a wordt na «de omgang met» ingevoegd «en het handelen naar», wordt «en creëert» vervangen door «, creëert» en wordt voor de punt aan het slot ingevoegd «en spant zich voorts in voor een omgeving waarin een ieder zich veilig en geaccepteerd weet, ongeacht de in het vierde lid, onder c, genoemde verschillen».

III

In artikel III, onderdeel A, wordt het voorgestelde artikel 17 als volgt gewijzigd:

1. Onder het vervallen van «; en» aan het slot van het eerste lid, onderdeel a, wordt toegevoegd «, en het handelen naar deze basiswaarden;».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel b, door «; en», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. het bijbrengen van kennis over en acceptatie van in ieder geval verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, waaronder mede begrepen geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat.

3. In het tweede lid wordt na «de omgang met» ingevoegd «en het handelen naar», wordt «en creëert» vervangen door «, creëert» en wordt voor de punt aan het slot ingevoegd «en spant zich voorts in voor een omgeving waarin een ieder zich veilig en geaccepteerd weet, ongeacht de in het eerste lid, onder c, genoemde verschillen».

IV

Artikel V wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder het vervallen van «; en» aan het slot van het voorgestelde derde lid, onderdeel a, wordt toegevoegd «, en het handelen naar deze basiswaarden;».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het voorgestelde derde lid, onderdeel b, door «; en», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. het bijbrengen van kennis over en acceptatie van in ieder geval verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, waaronder mede begrepen geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat.

3. In het voorgestelde lid 3a wordt na «de omgang met» ingevoegd «en het handelen naar», wordt «en creëert» vervangen door «, creëert» en wordt voor de punt aan het slot ingevoegd «en spant zich voorts in voor een omgeving waarin een ieder zich veilig en geaccepteerd weet, ongeacht de in het derde lid, onder c, genoemde verschillen».

V

In artikel VI, onderdeel A, wordt het voorgestelde artikel 42 als volgt gewijzigd:

1. Onder het vervallen van «; en» aan het slot van het eerste lid, onderdeel a, wordt toegevoegd «, en het handelen naar deze basiswaarden;».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel b, door «; en», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. het bijbrengen van kennis over en acceptatie van in ieder geval verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, waaronder mede begrepen geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat.

3. In het tweede lid wordt na «de omgang met» ingevoegd «en het handelen naar», wordt «en creëert» vervangen door «, creëert» en wordt voor de punt aan het slot ingevoegd «en spant zich voorts in voor een omgeving waarin een ieder zich veilig en geaccepteerd weet, ongeacht de in het eerste lid, onder c, genoemde verschillen».

VI

In artikel VIII, onder a, onderdeel A, wordt het met artikel III, onderdeel A, voorgestelde artikel 2.2 als volgt gewijzigd:

1. Onder het vervallen van «; en» aan het slot van het eerste lid, onderdeel a, wordt toegevoegd «, en het handelen naar deze basiswaarden;».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel b, door «; en», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. het bijbrengen van kennis over en acceptatie van in ieder geval verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, waaronder mede begrepen geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat.

3. In het tweede lid wordt na «de omgang met» ingevoegd «en het handelen naar», wordt «en creëert» vervangen door «, creëert» en wordt voor de punt aan het slot ingevoegd «en spant zich voorts in voor een omgeving waarin een ieder zich veilig en geaccepteerd weet, ongeacht de in het eerste lid, onder c, genoemde verschillen».

VII

In artikel VIII, onder b, onderdeel A, wordt het voorgestelde artikel 2.2 als volgt gewijzigd:

1. Onder het vervallen van «; en» aan het slot van het eerste lid, onderdeel a, wordt toegevoegd «, en het handelen naar deze basiswaarden;».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel b, door «; en», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. het bijbrengen van kennis over en acceptatie van in ieder geval verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, waaronder mede begrepen geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat.

3. In het tweede lid wordt na «de omgang met» ingevoegd «en het handelen naar», wordt «en creëert» vervangen door «, creëert» en wordt voor de punt aan het slot ingevoegd «en spant zich voorts in voor een omgeving waarin een ieder zich veilig en geaccepteerd weet, ongeacht de in het eerste lid, onder c, genoemde verschillen».

Toelichting

De indiener wil in de wetsbepalingen een norm tot handelen opnemen. In de voorgestelde wetsbepalingen ligt de nadruk op «respect voor», «kennis van» en «omgang met» de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. Dat is zijn beschouwende begrippen, het is geen norm tot handelen. Iemand kan kennis hebben van LHBT+-personen, maar hen nog steeds uitschelden en pesten, terwijl de indiener vindt dat we dat nu juist moeten willen voorkómen. Het regeerakkoord bepaalt over aanscherping van de burgerschapsopdracht dat die tot doel heeft dat men «handelt in lijn met de democratische rechtstaat». Dit amendement beoogt het wetsvoorstel zo aan te passen dat er een duidelijke norm tot handelen in wordt vervat.

Van den Hul

Naar boven