Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
van het Koninkrijk d.d. 30 oktober 2019 en het nader rapport d.d. 1 november 2019,
aangeboden aan de Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de
Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 17 oktober 2019, no. 2019002204,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
haar advies inzake het bovenvermelde protocol, rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 30 oktober 2019, nr. W16.19.0321/II/K, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies is tevens hieronder opgenomen.
Bij Kabinetsmissive van 17 oktober 2019, no. 2019002204, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid,
bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging
aanhangig gemaakt het protocol tot wijziging van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag
inzake de overbrenging van gevonniste personen; Straatsburg, 22 november 2017 (Trb. 2019, nr. 144), met toelichtende nota.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen
over het verdrag.
De Afdeling adviseert het verdrag aan de beide Kamers der Staten-Generaal, de Staten
van Aruba, die van Curaçao en die van Sint Maarten te overleggen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,
Th.C. de Graaf
Het protocol geeft de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Ik moge U, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, verzoeken mij te machtigen
gevolg te geven aan mijn voornemen het protocol vergezeld van de toelichtende nota
ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan de Staten van Aruba, de Staten van
Curaçao en de Staten van Sint Maarten.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok