35 344 Samenvoeging van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 7 februari 2020

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

Blz.

     

1.

Inleiding

1

2.

Toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling

2

3.

Financiële aspecten

3

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum. Zij constateren dat de samenvoeging op initiatief van de betrokken gemeenten tot stand is gekomen om zo een gemeente, Eemsdelta, te vormen die goed is toegerust om de gemeentelijke taken te vervullen. Het wetsvoorstel geeft de leden van de VVD-fractie geen aanleiding tot het maken van opmerkingen en het stellen van vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum. Deze leden hebben enkele vragen over deze fusie en de vorming van de gemeente Eemsdelta.

Het verbaast de leden van de CDA-fractie dat het herindelingsadvies en de zienswijze van de provincie «vanwege de omvang» niet als bijlagen bij de memorie van toelichting zijn opgenomen. Welke omvang hanteert de regering als maximum in de afweging om een stuk al dan niet aan de Kamer toe te sturen? Deze leden hebben het herindelingsadvies en de zienswijze van de provincie op de website www.rijksoverheid.nl (geraadpleegd op 6 februari 2020) niet kunnen vinden. Overigens vinden deze leden een algemene verwijzing naar een website als www.rijksoverheid.nl geen adequate wijze van informeren van de Kamer. Deelt de regering deze mening? Zo nee, waarom niet?

De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat het herindelingsadvies en de zienswijze van de provincie deel behoren te zijn van een wetgevingsdossier over een voorgestelde gemeentelijke herindeling. Is de regering dat met deze leden eens? Zo nee, waarom niet? Is de regering bereid in het vervolg het herindelingsadvies en de zienswijze van de provincie bij wetsvoorstellen voor gemeentelijke herindeling als bijlage bij de memorie van toelichting aan de Kamer toe te sturen, zodat het ook terug te vinden is in www.officiele-bekendmakingen.nl? Zo nee, waarom niet?

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel dat beoogt de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum samen te voegen. De voornoemde leden zijn in principe voorstander van een proces van herindeling voor gemeenten waar de financiële stabiliteit en bestuurskracht gebrekkig is, of die langjarig en in hoge mate afhankelijk zijn van gemeenschappelijke regelingen. Vanzelfsprekend is daarbij draagvlak onder de bevolking van belang. De leden van de D66-fractie hebben naar aanleiding van de stukken nog verschillende vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorstel tot samenvoeging van de gemeente Appingedam, Delfzijl en Loppersum tot de nieuwe gemeente Eemsdelta.

De leden van de ChristenUnie-fractie hopen dat deze samenvoeging de inwoners van Appingedam, Delfzijn en Loppersum ten goede zal komen.

2. Toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling

In het in 2013 gepresenteerde rapport van de Visitatiecommissie Bestuurlijke Toekomst Groningen werd geadviseerd, zo lezen de leden van de CDA-fractie, om in het noordelijke deel van de provincie Groningen twee gemeenten te vormen waarbij de haven van Delfzijl en het haven- en industriegebied van Eemsmond binnen de grenzen van één gemeente zouden vallen. Omdat er onvoldoende draagvlak bleek te zijn voor zowel de vorming van deze twee gemeenten als de «G7-variant», zijn de gemeenten Bedum, De Marne, Winsum en Eemsmond tot elkaar gekomen in de inmiddels gevormde gemeente Het Hogeland. Voor Appingedam, Delfzijl en Loppersum bleef onderlinge samenwerking als enige mogelijkheid over. De gevolgen van de problematiek veroorzaakt door de gaswinning vergen veel van de bestuurskracht van het openbaar bestuur in dit gebied. De leden van de CDA-fractie vinden het daarom bewonderenswaardig dat de gemeenten en hun inwoners hebben gekozen voor een fusie waarmee daadkrachtig optreden door de nieuwe gemeente mogelijk wordt. In het kader van deze bereidwillige houding vragen deze leden op welke wijze het Rijk en de provincie Groningen de te vormen gemeente Eemsdelta gaan ondersteunen om het hoofd bieden aan de uitdagingen, met name de unieke opgaven in de regio?

De leden van de D66-fractie vinden het van groot belang dat het bestuur in de gemeente Eemsdelta toekomstbestendig is. Hoe beoordeelt de regering de bestuurskracht van Eemsdelta en hoe gaat de fusie van gemeenten ervoor zorgen dat de bestuurskracht wordt verbeterd cq geoptimaliseerd?

Op nummer één van de maatschappelijke uitdagingen van de nieuwe gemeente Eemsdelta staat «Aardbevingen de baas»: in welke zin draagt de fusie bij aan het behalen van deze maatschappelijke uitdaging? Welke bestuurlijke afspraken zijn nu gemaakt met de bestuurlijke overheden, waaronder, en worden deze onverkort bestendigd in de heringedeelde gemeente? Kunnen inwoners erop rekenen dat zij de weg naar de overheid goed weten te vinden als het gaat om de afhandeling van klachten en bezwaren over de gevolgen van de aardbevingen?

Welke grote infrastructurele plannen zijn er momenteel? Hoe gaan de oude en straks de nieuwe gemeente om met de mogelijke komst van een veerhaven voor een pontverbinding naar Schotland cq het Verenigd Koninkrijk?

De leden van de D66-fractie vragen hoeveel gemeenten overblijven in de provincie Groningen? Zijn er nog meer herindelingen voorzien? Welke gevolgen heeft de nieuwe schaalgrootte en het relatief lage aantal gemeenten voor de bestuurlijke relatie met de Provincie Groningen?

3. Financiële aspecten

De leden van de CDA-fractie begrijpen dat op basis van een evaluatie van Berenschot de conclusie is getrokken dat bestuurlijke fusies noodzakelijk waren om de kwaliteit van het openbaar bestuur in de provincie Groningen te waarborgen. Hiervoor worden de complexiteit van de maatschappelijke opgaven, het lage aantal inwoners en financiële tekorten bij de betrokken gemeenten genoemd als oorzaken. De regering stelt dat uit onderzoek van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) blijkt dat de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum alle drie financieel stabiele gemeenten zijn. De herindeling leidt niet tot een aanzienlijke verandering van de financiële uitgangssituatie, die vervolgens als «relatief kwetsbaar» wordt gekwalificeerd. De leden van de CDA-fractie vragen hoe de nieuwe gemeente Eemsdelta er naar verwachting financieel voor komt te staan.

De leden van de CDA-fractie lezen, dat «de gemeente Eemsdelta met de provincie Groningen het gesprek aangaat over financiële ondersteuning om te voorkomen dat de relatief kwetsbare startpositie een langjarige achterstandspositie gaat worden». Kan de regering de inhoud en de mogelijke uitkomst van dit gesprek nader toelichten.

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen met instemming dat de beoogde samenvoeging kan rekenen op breed bestuurlijk, maatschappelijk en regionaal draagvlak.

Voornaamste punt van zorg van de leden van de ChristenUnie-fractie is de financiële positie van de nieuwe gemeente Eemsdelta. De gemeente kampt met grote uitdagingen. De financiële problemen bij gemeenten op het gebied van Jeugdzorg en de WMO zijn bekend. Maar voor deze drie gemeenten trekken ook de aardbevingsproblematiek, bevolkingskrimp, en industriegerelateerde stikstofproblematiek een grote wissel op de financiën van de gemeente. Zij zien ook dat de regering spreekt van een financieel relatief kwetsbare startpositie. Kan de regering aangeven hoe de gesprekken met de provincie Groningen over de financiële positie verlopen? Ziet de regering aanleiding zelf ook een actieve rol in te nemen om te voorkomen dat een langjarige achterstandspositie zal ontstaan, juist ook vanwege de bijzondere problematiek die deze gemeente treft? Voorts vragen de leden van de ChristenUnie-fractie op welke wijze verder een afname van de kosten zal ontstaan. Wat voor een gevolg heeft dit voor de bestuurskracht van de gemeente?

De voorzitter van de commissie, Ziengs

De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx

Naar boven