C
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 31 maart 2020
De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft op 28 januari 2020 een
brief gestuurd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
inzake toezeggingen die door de bewindspersonen aan de Eerste Kamer zijn gedaan.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft op 27 maart
2020 gereageerd.
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking1 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, Van Luijk
BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL
Aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Den Haag, 28 januari 2020
De Eerste Kamer maakt halfjaarlijks de stand van zaken op ten aanzien van de toezeggingen
die door de bewindspersonen aan deze Kamer zijn gedaan.
Door middel van deze brief attendeer ik u op het gebruikelijke halfjaarlijkse overzicht
van openstaande en deels voldane toezeggingen. Vandaag ontvangt u digitaal een overzicht
van de toezeggingen waarvan de termijn volgens onze informatie op 1 januari 2020 is
verstreken. De lijst is terug te vinden via de volgende link:
Rappel: https://www.eerstekamer.nl/rappel?rappel=vl5ndjd1cwi6&ministerie=vj5dlmpi42en
Teneinde een geactualiseerd overzicht aan de verantwoordelijke commissie(s) voor te
kunnen leggen, verneemt de Kamer graag vóór vrijdag 6 maart 2020 eventuele correcties
en een prognose van de termijnen waarop de toezeggingen zullen worden nagekomen.
De Eerste Kamer tracht de toezeggingenregistratie zo actueel mogelijk te houden. De
Kamer en de regering zijn er derhalve bij gebaat als brieven, nota’s en dergelijke,
die samenhangen met toezeggingen aan de Eerste Kamer, rechtstreeks aan deze Kamer
worden gezonden, onder vermelding van het toezeggingenregistratienummer.
De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, J.A. Bruijn
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 maart 2020
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op uw verzoek van 28 januari met kenmerk 166207.11u,
inzake het halfjaarlijkse rappel toezeggingen.
Toezegging AMvB's Wet zorgplicht kinderarbeid (34.506) (T02720)
De initiatiefnemer van de Wet Zorgplicht Kinderarbeid heeft in de Eerste Kamer aangegeven
dat het pas zin heeft om de algemene maatregel van bestuur (AMvB) in te vullen als
de evaluatie van de IMVO-convenanten beschikbaar is, zodat informatie daaruit meegenomen
kan worden in het ontwerpen van de AMvB. Het kabinet heeft per Kamerbrief inzake de
implementatie van het IMVO beleid (26485, nr. 308) de Tweede Kamer laten weten dat het deze suggestie overneemt. De evaluatie van de
IMVO-convenanten wordt eind juni 2020 verwacht. Zoals met de Eerste Kamer afgesproken,
zal de uitwerking van de AMvB in het najaar 2020 van start gaan, wanneer de evaluatie
van de IMVO-convenanten is afgerond. De input uit de evaluatie en andere reeds lopende
onderzoeken en consultaties zal worden meegenomen.
Na het opstellen van de concept-AMvB en het doorlopen van de vereiste stappen in de
totstandkomingsprocedure (zoals de internetconsultatie en wetgevingstoets), kan de
voorhangprocedure bij beide Kamers worden gestart. Naar verwachting zal dit in de
tweede helft van 2021 plaatsvinden.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
X Noot
1Samenstelling:
Faber-van de Klashorst (PVV), Ganzevoort (GL), Van Apeldoorn (SP) (voorzitter), Van Dijk (SGP), Jorritsma-Lebbink (VVD), Knapen (CDA), Oomen-Ruijten (CDA), Koole
(PvdA), Teunissen (PvdD), Van Rooijen (50PLUS), arbouw (VVD), Van Ballekom (VVD) (1e ondervoorzitter), Beukering (FvD), Bezaan (PVV), Dittrich (D66), Gerbrandy (OSF), Huizinga-Heringa (CU)
(2e ondervoorzitter), Karimi (GL), Kluit (GL), Moonen (D66), Otten (Fractie-Otten), Van Pareren (FVD), Vos
(PvdA), Van Wely (FVD)