AH1
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 19 mei 2020
De vaste commissie voor Justitie & Veiligheid2 heeft in haar vergadering van 12 mei jl. de brief van de Minister van Justitie en
Veiligheid van 1 mei 2020 besproken, waarin hij aankondigt via nieuwe, aanvullende
wetgeving maatregelen te willen vormgeven om COVID-19 te bestrijden.
Naar aanleiding hiervan heeft zij de Minister op 15 mei 2020 een brief gestuurd.
De Minister heeft op 18 mei 2020 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Van Dooren
BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Minister van Justitie en Veiligheid
Den Haag, 15 mei 2020
De commissie voor Justitie & Veiligheid heeft in haar vergadering van 12 mei jl. uw
brief van 1 mei 2020 besproken, waarin u aankondigt via nieuwe, aanvullende wetgeving
maatregelen te willen vormgeven om COVID-19 te bestrijden.
Via het wetgevingsproces wordt een zorgvuldige behandeling geborgd bij het vinden
van een gebalanceerd evenwicht bij de bevoegdheidsverdeling, beperking van de vrijheden
en grondrechten van burgers, toezicht en handhaving, rechtsbescherming en procedurele
waarborgen. De leden van de commissie willen echter vooral ook het belang onderstrepen
van het spoedig voorzien in voldoende delegatiegrondslag voor verdere maatregelen.
Zij bepleiten dan ook dat deze aanvullende wetgeving ten spoedigste wordt ingediend
bij de Tweede Kamer.
Een gevoel van urgentie bij de regering voor het creëren van een voldoende rechtsgrondslag
lijkt onvoldoende, gegeven de tijd die wordt genomen om schriftelijke vragen van het
lid Nicolaï van 31 maart jl. over gebreken in de rechtsgrondslag van huidig geldende
maatregelen en de onvoldoende bekendheid van getroffen maatregelen en noodverordeningen
te beantwoorden, alsmede een brief van de commissie van 23 april 2020. De leden van
de commissie zouden dan ook graag per ommegaande antwoorden op deze vragen willen
ontvangen. Voorts wensen zij spoedig het beoogde tijdpad te vernemen voor de indiening
en behandeling van de aangekondigde wetgeving.
Een gelijkluidende brief is heden gezonden aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport
Voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid M.M. de Boer
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 mei 2020
Bij brief van 15 mei 2020 berichtte de voorzitter van de vaste commissie voor Justitie
en Veiligheid dat deze commissie op 12 mei jl. de brief van 1 mei jl. heeft besproken
waarin nieuwe, aanvullende wetgeving is aangekondigd voor maatregelen om COVID-19
te bestrijden. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ontving dezelfde
brief.
Mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties zeg ik u dank voor de aandachtspunten die de commissie
in haar brief heeft meegegeven.
In de brief vraagt de commissie om spoedig het beoogde tijdpad te vernemen voor de
indiening en behandeling van de aangekondigde wetgeving. Wij zijn voornemens om het
wetsvoorstel op 29 mei a.s. voor spoedadvies aan de Afdeling advisering van de Raad
van State voor te leggen. Daaraan voorafgaand zullen, zoals in de brief van 1 mei
ook is verwoord, consultaties plaatsvinden bij betrokken instanties. Na ommekomst
van het advies van de Afdeling advisering zal het wetsvoorstel met de grootst mogelijke
spoed bij de Tweede Kamer worden ingediend. Het streven is erop gericht om, indien
het wetsvoorstel voor die datum door beide Kamers wordt aanvaard, de wet uiterlijk
1 juli 2020 in werking te kunnen laten treden.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
X Noot
1De letters AH hebben alleen betrekking op wetsvoorstel 35 300 VI.
X Noot
2Samenstelling:
Backer (D66), De Boer (GL) (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Rombouts (CDA), Bikker (CU), Baay-Timmerman
(50PLUS), Adriaansens (VVD), arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD),
Cliteur (FVD), Dittrich (D66), Doornhof (D66), Gerbrandy (OSF), Janssen (SP), Karimi
(GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten) (ondervoorzitter), Van Pareren (FVD), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL), Van Wely (FVD)