35 300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2020

25 295 Infectieziektenbestrijding

AG1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 19 mei 2020

Bij brief van 31 maart 2020 zijn door het lid Nicolaï schriftelijke vragen gesteld aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de (nood)verordeningen die betrekking hebben op de bestrijding van het coronavirus.2In vervolg op deze schriftelijke vragen is een tweetal punten door dit lid aangedragen ter bespreking in de (digitale) commissievergadering van de leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, d.d. 21 april 2020. Het betreft het toezenden van een overzicht van alle voor burgers rechtens geldende noodmaatregelen en de vraag naar een versoepeling van de bezoekregeling met betrekking tot ouderen in verpleeg-/verzorgingshuizen.

Naar aanleiding van de bespreking in voornoemde commissievergadering heeft de commissie de Minister van Justitie en Veiligheid op 23 april 2020 een brief gestuurd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft bij brieven van 11 en 18 mei 2020 gereageerd.

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid3 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Minister van Justitie en Veiligheid

Den Haag, 23 april 2020

Bij brief van 31 maart 2020 zijn door het lid Nicolaï (PvdD) schriftelijke vragen gesteld aan u over de (nood)verordeningen die betrekking hebben op de bestrijding van het coronavirus.4 In vervolg op deze schriftelijke vragen is een tweetal punten door dit lid aangedragen ter bespreking in de (digitale) commissievergadering van de leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, d.d. 21 april 2020. Het betreft het toezenden van een overzicht van alle voor burgers rechtens geldende noodmaatregelen en de vraag naar een versoepeling van de bezoekregeling met betrekking tot ouderen in verpleeg-/verzorgingshuizen. Naar aanleiding van de bespreking in voornoemde commissievergadering, bericht ik u als volgt.

Overzicht van alle voor burgers rechtens geldende noodmaatregelen

Middels vraag 1 van voornoemde brief van 31 maart 2020 is u gevraagd om met onmiddellijke ingang aan beide Kamers der Staten-Generaal een overzicht te verschaffen van alle tot burgers gerichte maatregelen en (nood)verordeningen die betrekking hebben op de bestrijding van de verspreiding van het coronavirus. Tevens is u gevraagd een dergelijk overzicht te actualiseren. Naast de leden van de PvdD-fractie zien ook de leden van de fracties van FVD, GroenLinks, PvdA, SP, ChristenUnie, SGP en OSF het belang van een dergelijk overzicht (en actualisatie daarvan) in. Zij verzoeken u daarom vriendelijk dit overzicht zo spoedig mogelijk de Eerste Kamer te doen toekomen.

Versoepeling bezoekregeling aan ouderen in verpleeg-/verzorgingshuizen

In aanvulling op de schriftelijke vragen gesteld in de voornoemde brief van 31 maart 2020 over het bezoekverbod in zorginstellingen of een woonvorm in de ouderenzorg, heeft het lid Nicolaï een verzoek opgesteld betreffende een versoepeling van de bezoekregeling aan ouderen in verpleeg-/verzorgingshuizen die ervoor kiezen liever bezoek te ontvangen dan gevrijwaard te blijven van het risico op besmetting met het coronavirus. De leden van de fracties van FVD, SGP en OSF steunen dit verzoek van de PvdD-fractieleden en gezamenlijk vragen zij u dan ook, in ogenschouw nemend de aanleiding voor en de achtergrond van dit verzoek – beschreven door het lid Nicolaï – die u terugvindt in de bijlage bij deze brief, of u bereid bent om op zeer korte termijn na te gaan of een regime is in te voeren waarbij bewoners van verpleeg-/verzorgingshuizen die ervoor kiezen liever bezoek te ontvangen dan gevrijwaard te blijven van het risico op besmetting, kunnen worden ontheven van de «isolatie» en «quarantaine» waarin zij feitelijk zijn geplaatst.

De voornoemde fractieleden zien uw reactie zo spoedig mogelijk met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, De Boer

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 mei 2020

De reactie op uw verzoek van 23 april jl. en de bijbehorende vragen van 31 maart jl. inzake Verzoek in het kader van (nood)verordeningen die betrekking hebben op de bestrijding van de verspreiding van het coronavirus, die u heeft gericht aan de Minister van Justitie en Veiligheid, kan tot mijn spijt niet binnen de door u gevraagde termijn worden verstuurd.

De reden van het uitstel is dat er door de drukte als gevolg van de corona-uitbraak helaas nog niet voldoende aandacht aan uw brief kon worden gegeven.

Ik zal u zo spoedig mogelijk mijn reactie doen toekomen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2020

Bij brief van 23 april 2020 heeft u de Minister van Justitie en Veiligheid een verzoek gestuurd voor versoepeling van de bezoekregeling aan ouderen in verpleeg/verzorgingshuizen en tevens een rappel gestuurd op Kamervragen van het lid Nicolaï d.d. 31 maart jl. Het ging om vragen over alle tot burgers gerichte maatregelen en het verbod op het ontvangen van bezoek aan ouderen in verpleeghuizen. Excuses voor de vertraging in de beantwoording van die vragen. Met deze brief reageer ik, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, op uw verzoek van 23 april en in bijlage A expliciet op de vragen van het lid Nicolaï van 31 maart.

Overzicht alle tot burgers gerichte maatregelen

De maatregelen die het kabinet de afgelopen periode heeft genomen zijn omvangrijk en ingrijpend. Veel burgers zijn tijdelijk beperkt in hun rechten in het belang van het beperken van de verspreiding van het coronavirus en de belasting van de zorg en van de bescherming van kwetsbare personen. Het kabinet vindt het zeer belangrijk om de samenleving goed te informeren over alle maatregelen en steekt om die reden veel tijd en energie in eenduidige communicatie. Hierbij wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht op de (informatie)behoeften en gevoelens die er leven in de samenleving. De communicatiemiddelen die daarvoor ingezet worden zijn onder andere rijksoverheid.nl/coronavirus, de campagne «Alleen samen krijgen we corona onder controle», diverse informatiematerialen en social media. Deze middelen worden continu bijgewerkt naar aanleiding van actuele maatregelen en ontwikkelingen, onder andere op basis van continu onderzoek naar sentiment en vertrouwen en met bijzondere aandacht voor specifieke doelgroepen. Op de website houdt de rijksoverheid een overzicht bij van alle maatregelen, dat ook steeds wordt bijgewerkt als er zaken veranderen. U kunt die informatie hier vinden: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/nederlandse-maatregelen-tegen-het-coronavirus.

Een deel van de maatregelen is vertaald in noodverordeningen die door de voorzitters van de veiligheidsregio’s zijn vastgesteld. De voorzitters veiligheidsregio’s hebben dat gedaan op basis van opdrachten van mij, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, die ik hen heb gegeven op basis van artikel 7 van de Wet publieke gezondheid (Wpg). De voorzitters veiligheidsregio’s stellen de noodverordeningen op met behulp van hun bevoegdheden op basis van artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s.

De voorzitters van de veiligheidsregio’s werken met een gezamenlijk model voor de noodverordeningen. Dat model wordt aangepast naar aanleiding van de opdrachten die ik hen verstrek op basis van artikel 7 van de Wpg. Alle voorzitters stellen vervolgens op basis van dit model een noodverordening voor hun regio op. De voorzitters kunnen daarbij op punten afwijken van het model als zij dat voor hun regio noodzakelijk of gewenst vinden. Het laatste model voor de noodverordeningen kunt u vinden op de website van het Veiligheidsberaad: https://www.veiligheidsberaad.nl/covid-19/. Daarnaast publiceren alle veiligheidsregio’s hun noodverordeningen. Dat doen zij onder andere op de website van de veiligheidsregio en/of van de betrokken gemeenten.

Vragen over het verbod op bezoek aan ouderen in verpleeghuizen en verzorgingshuizen en verzoek tot versoepeling van het bezoekverbod

Het lid Nicolaï vraagt of ik bereid ben om op zeer korte termijn na te gaan of een regime is in te voeren waarbij bewoners van verpleeg-/verzorgingshuizen die ervoor kiezen liever bezoek te ontvangen dan gevrijwaard te blijven van het risico op besmetting, kunnen worden ontheven van de «isolatie» en «quarantaine» waarin zij feitelijk zijn geplaatst.

Het bezoekverbod voor verpleeghuizen heeft als doel het beschermen van de kwetsbare bewoners, die behoren tot de risicogroep die door het RIVM is vastgesteld (ouder dan 70, en vaak met onderliggend lijden). Daarnaast is het doel de verspreiding van het coronavirus te voorkomen.

Er is geen sprake van «isolatie» of «quarantaine» van de bewoners zoals geregeld in hoofdstuk V van de Wpg. Het verbod is namelijk gericht op het niet toelaten van personen van buitenaf tot de zorginstelling of woonvorm in de ouderenzorg. Het verbod is dus gericht op bezoek aan de instelling en niet op de bewoners van zorginstellingen en woonvormen in de ouderenzorg.

De heer Nicolaï stelt voor bezoek mogelijk te maken voor fysiek gezonde bewoners die er zelf voor kiezen een risico te lopen en gaat ervan uit dat verpleeghuizen dit mogelijk kunnen maken zonder dat de overige bewoners besmet worden. Ik ben het met de heer Nicolaï eens dat het bezoekverbod een grote impact heeft op het leven van de bewoners en dat het gemis aan contact schrijnend is voor zowel bewoners als naasten. Nu het aantal Covid-19 besmettingen en het aantal nieuwe verpleeghuislocaties met een besmetting afvlakt, zet ik daarom voorzichtige stappen naar een versoepeling van het bezoekverbod. Ik acht het daarbij niet haalbaar om onderscheid te maken tussen bewoners, aangezien de bewoners doorgaans in groepsverband wonen en elkaar onderling kunnen besmetten. Wel kan het risico op besmetting tot een minimum worden beperkt door strenge randvoorwaarden te stellen aan de zorgorganisatie en aan het bezoek.

Met deze nieuwe regeling wordt nu in 26 pilotlocaties ervaring opgedaan, waarna in de volgende fase zal worden opgeschaald naar meer locaties. Het uiteindelijke perspectief is dat het huidige bezoekverbod voor heel Nederland versoepeld wordt.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Bijlage A bij brief 1686878-205054-PG

Vragen van het lid Nicolaï (PvdD) op 31 maart 2020 medegedeeld aan de Minister van Justitie en Veiligheid inzake noodverordeningen.

Algemene vraag

1

Is de Minister bereid om met onmiddellijke ingang aan beide kamers van de Staten-Generaal een overzicht te verschaffen van alle tot burgers gerichte maatregelen en (nood)verordeningen die betrekking hebben op de bestrijding van de verspreiding van Corona/COVID-19 en dat overzicht telkens te actualiseren?

Natuurlijk ben ik bereid om beide Kamers van de Staten-Generaal zo goed en volledig mogelijk te informeren over de maatregelen die het kabinet treft om de verspreiding van het coronavirus te beperken. Ik heb dat de afgelopen weken ook steeds gedaan in uitgebreide en openbare brieven aan de Tweede Kamer en in de plenaire debatten, waarin ik alle maatregelen heb toegelicht. Verder zorgt het kabinet op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/nederlandse-maatregelen-tegen-het-coronavirus voor een actueel en voor iedereen toegankelijk overzicht van de maatregelen.

Vragen over bezoekverbod in zorginstellingen of een woonvorm in de ouderenzorg

2

Is het juist dat in noodverordeningen die betrekking hebben op de Corona-crisis verboden wordt dat familieleden iemand bezoeken in een zorginstelling of een woonvorm in de ouderenzorg?

In de regionale noodverordeningen is opgenomen dat de voorzitter veiligheidsregio kan optreden tegen bezoekers die zich niet houden aan de maatregelen die verpleeghuizen en woonvormen voor ouderenzorg treffen om bezoekers te weren. De verpleeghuizen en woonvormen voor ouderenzorg hebben de opdracht om maatregelen te treffen waarmee zij alleen in specifieke gevallen zorgverleners, structurele vrijwilligers, bezoekers en derden toegang geven tot de zorginstelling om daarmee het risico van het binnenbrengen van het coronavirus te beperken.

3

Impliceert dit verbod dat feitelijk de personen die in de zorginstelling of een woonvorm in de ouderenzorg verblijven, te maken krijgen met een maatregel die in haar uitwerking vergelijkbaar is me de maatregelen «isolatie» en «quarantaine» die geregeld zijn in paragraaf 3 van de Wet publieke gezondheid?

Voor veel bewoners en naasten zal het bezoekverbod inderdaad een soortgelijk gevoel geven als een quarantainemaatregel zou hebben. Veel van hen hebben gedurende langere tijd geen fysiek contact met hun naasten. Het viel mij zwaar om die maatregel uit te vaardigen en om die nu te handhaven en ook de zorgverleners en zorgbestuurders die de maatregelen toepassen valt dit zwaar. Van een quarantainemaatregel is evenwel geen sprake.

Voor isolatie en quarantaine zijn inderdaad bevoegdheden opgenomen in de Wet publieke gezondheid (Wpg, hoofdstuk V). De Wpg biedt de voorzitters veiligheidsregio’s bij uitbraken van A-ziekten de mogelijkheid om mensen gedwongen in isolatie of quarantaine te plaatsen, als de betrokkenen daar zelf niet aan mee willen werken. Deze laatste bepaling, na de komma, is zeer belangrijk in het infectieziektebestrijdingsbeleid. Gedwongen isolaties en quarantaines zijn een ultimum remedium en worden zelden ingezet. Gelukkig werken bijna alle mensen mee aan de maatregelen die het RIVM en de GGD nodig vinden om uitbraken van infectieziekten te bestrijden.

Voor de helderheid licht ik hier graag toe dat er in de wet een onderscheid gemaakt is tussen isolatie en quarantaine. Bij isolatie gaat het om mensen die (vermoedelijk) besmet zijn met een virus van een A-ziekte. Bij quarantaine gaat het om mensen waarvan er alleen een risico is dat ze besmet zijn en waarbij we dat risico willen uitsluiten. Gedwongen quarantaine is alleen mogelijk bij A-ziekten.

4

Kan voor een bewoner die het ontvangen van bezoek belangrijker vindt dan bescherming tegen een eventuele besmetting met het Corona-virus ontheffing van het verbod worden verleend?

Nee, op dit moment zie ik die mogelijkheid niet. Het gaat om een collectieve maatregel waarmee we alle bewoners en werknemers van de zorginstellingen proberen te beschermen. Als een bewoner niet besmet is met het coronavirus en tijdelijk elders wil wonen waar hij of zij wel bezoek kan ontvangen, dan mag dat. De specifieke zorg die veel bewoners nodig hebben, maakt dat echter niet eenvoudig.

5

Geldt het verbod ook indien alle bewoners in de betreffende zorginstelling of woonvorm ervoor kiezen liever bezoek te kunnen blijven ontvangen dan gevrijwaard te worden van het risico op besmetting? Daarbij is vooral ook van belang dat sommige woonvormen in de ouderenzorg geen grote groepen personen hoeven te omvatten.

Veel verpleeghuizen en kleinschalige woonvormen voor ouderen hebben al creatieve manieren uitgewerkt om toch op een veilige manier contacten met naasten mogelijk te maken. Daarnaast ben ik in overleg met de sector gestart met het opdoen van ervaring met een versoepeling van de bezoekregeling op 26 pilotlocaties. We zoeken daarbij uit hoe het op een veilige manier mogelijk is om weer bezoek te ontvangen in verpleeghuizen en kleinschalige woonvormen voor ouderen. Ik hoop dat we aan de hand van de resultaten op de pilotlocaties meer mogelijkheden kunnen bieden voor bezoek van naasten.

6

Blijkens het bepaalde in de artikelen 39 t/m 46 van de Wet publieke gezondheid en de memorie van toelichting daarop, ziet de wetgever de vrijheidsbeneming die het gevolg is van isolatie en quarantaine als een zo ingrijpende maatregel dat voor de toepassing staat:

«Vanwege het ingrijpende karakter van de maatregelen van isolatie, gedwongen onderzoek en quarantaine is in de Infectieziektenwet een van de Algemene wet bestuursrecht afwijkend regime van rechtsbescherming neergelegd. Deze zijn in dit voorstel overgenomen. Zo is bepaald dat de maatregelen van isolatie en quarantaine slechts mogen worden voortgezet (...) nadat, op vordering van de officieer van justitie, daartoe rechterlijke machtiging is verkregen. Verder is voorzien in een procedure volgens welke degene ten aanzien van wie een beschikking tot opneming tot isolatie, tot gedwongen onderzoek of tot onderwerping aan een maatregel van quarantaine is genomen, de rechter kan verzoeken de maatregel op te heffen».

Is het juist dat aan een beslissing om een bewoner te verbieden bezoek te ontvangen, niet de rechtswaarborgen vooraf gaan die bij toepassing van de Wet publieke gezondheid vereist zijn bij het treffen van maatregelen van «isolatie» en «quarantaine»?

Deze passage slaat op de gedwongen isolatie en quarantainemaatregel als iemand niet wil meewerken die in de Wpg is geregeld en die ik in vraag drie heb uitgelegd. Deze zijn met rechtswaarborgen omkleed. De uitvoering van deze maatregel in verpleeghuizen kent echter een andere basis die ik in vraag twee heb ik uitgelegd.

Zorgaanbieders zijn op basis van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) wettelijk verplicht om schriftelijk een regeling te hebben voor een effectieve en laagdrempelige opvang en afhandeling van klachten. Cliënten kunnen eventuele geschillen met de zorgaanbieder vervolgens voorleggen aan een geschilleninstantie.

7

Is het juist dat aan de bewoner over wie beslist wordt dat hij geen bezoek mag ontvangen geen individuele beslissing wordt uitgereikt waartegen voor die bewoner of voor het naaste familielid dat hem wenst te bezoeken, beroep of een andere voorziening openstaat?

Elke bewoner kan een klacht indienen bij de zorgaanbieder op basis van de Wkkgz.

8

Is de Minister bereid om op korte termijn na te gaan of een regime is in te voeren waarbij bewoners die ervoor kiezen liever bezoek te ontvangen dan gevrijwaard te blijven van het risico op besmetting, kunnen worden ontheven van de «isolatie» en «quarantaine» waarin zij feitelijk zijn geplaatst?

Ik ben het met de heer Nicolaï eens dat het bezoekverbod een grote impact heeft op het leven van de bewoners en dat het gemis aan contact schrijnend is voor zowel bewoners als naasten. Nu het aantal Covid-19 besmettingen en het aantal nieuwe verpleeghuislocaties met een besmetting afvlakt, zet ik daarom voorzichtige stappen naar een versoepeling van het bezoekverbod. Ik acht het daarbij niet haalbaar om onderscheid te maken tussen bewoners, aangezien de bewoners doorgaans in groepsverband wonen en elkaar onderling kunnen besmetten. Wel kan het risico op besmetting tot een minimum worden beperkt door strenge randvoorwaarden te stellen aan de zorgorganisatie en aan het bezoek. Met deze nieuwe regeling wordt in 26 pilotlocaties ervaring opgedaan, waarna in de volgende fase zal worden opgeschaald naar meer locaties indien dat mogelijk is. Het uiteindelijke perspectief is dat het huidige bezoekverbod voor heel Nederland versoepeld wordt.

9

Ingevolge artikel 174 Gemeentewet kan een noodverordening worden vastgesteld ter beperking van gevaar. Kan de Minister uiteenzetten in hoeverre het verbieden van bezoek aan een bewoner in een zorginstelling of een woonvorm in de ouderenzorg die daarmee geen moeite heeft, kan worden gerechtvaardigd met een beroep op het beperken van gevaar als bedoeld in artikel 174 Gemeentewet indien niet is vastgesteld dat die bewoner of die bezoeker gevaar oplevert voor het overbrengen van Corona/COVID-19?

Het bezoekverbod voor verpleeghuizen heeft als doel het beschermen van de kwetsbare bewoners, die behoren tot de risicogroep die door het RIVM is vastgesteld (ouder dan 70, en vaak met onderliggend lijden). Daarnaast is het doel de verspreiding van het Covid 19-virus te voorkomen. We kunnen op dit moment niet met zekerheid vaststellen welke bezoekers wel en welke bezoekers niet besmettelijk zijn. Om die reden heb ik besloten om het risico van introductie van het coronavirus in verpleeghuizen en kleinschalige woonvormen tegen te gaan door het aantal bezoekers te laten beperken.


X Noot
1

De letters AG hebben alleen betrekking op wetsvoorstel 35 300 VI.

X Noot
2

Kenmerk: 219200004.

X Noot
3

Samenstelling: Backer (D66), De Boer (GL), (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Rombouts (CDA), Bikker (CU), Baay-Timmerman (50PLUS), Adriaansens (VVD), Arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Cliteur (FVD), Dittrich (D66), Doornhof (D66), Gerbrandy (OSF), Janssen (SP), Karimi (GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten), (ondervoorzitter), Van Pareren (FVD), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL) en Van Wely (FVD).

X Noot
4

Kenmerk: 219200004.

Naar boven