35 300 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2020

CXIX Verslag van een werkbezoek naar het Caribisch deel van het Koninkrijk, april 2016

N1 HERDRUK2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2020

Inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba moeten, net als inwoners van Europees Nederland, kunnen rekenen op bestaanszekerheid. Niet alleen in normale tijden, maar ook in deze uitzonderlijke tijd die een grote weerslag heeft op Caribisch Nederland. Door het wegvallen van inkomsten uit bijvoorbeeld toerisme wordt Caribisch Nederland hard geraakt. Deze uitzonderlijke tijd benadrukt des te meer het belang van de inzet van het kabinet om bestaanszekerheid van inwoners in Caribisch Nederland over de volle breedte te verbeteren. Om de inzet op het verbeteren van bestaanszekerheid te onderstrepen heeft het kabinet vorig jaar een ijkpunt voor het sociaal minimum vastgesteld.

In de kabinetsreactie voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum van 27 juni 20193 heb ik toegezegd om de ontwikkelingen nauwgezet te volgen en uw Kamer de komende vijf jaar jaarlijks te informeren over de voortgang. Met deze brief geef ik hier, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat invulling aan.

Met het vaststellen van het ijkpunt voor het sociaal minimum heeft het kabinet een betekenisvolle stap gezet om het leven op Bonaire, Saba en Sint Eustatius merkbaar beter te maken. Het doel is dat de kosten worden teruggebracht tot een redelijk niveau en de inkomens worden verhoogd, zodat alle inwoners van Caribisch Nederland in de minimale kosten van levensonderhoud kunnen voorzien. Overkoepelend is het van belang om te werken aan de economie en de arbeidsmarkt. In deze brief blik ik terug op de stappen die het afgelopen jaar zijn gezet om ervoor te zorgen dat inwoners van Caribisch Nederland het beter krijgen. Ook kijk ik vooruit naar de opgave die er nog ligt en de wijze waarop het kabinet voornemens is om hier invulling aan te geven. Daarbij vind ik het van belang om vooraf op te merken dat het terugbrengen van de kosten tot een redelijk niveau gepaard gaat met structurele wijzigingen, zoals bijvoorbeeld het inrichten van een nieuw stelsel, wetswijzigingen of nieuwbouw. Dit kost tijd en betekent dat de kostenverlagingen niet van vandaag op morgen gerealiseerd zullen zijn. Daar is bijgekomen dat het kabinet en de openbare lichamen de afgelopen tijd prioriteit hebben gegeven aan het verzachten van de effecten van COVID-19.

De inkomens en de kosten van levensonderhoud in balans brengen

Om tot een sociaal minimum te kunnen komen moeten de kosten van levensonderhoud en de inkomens van inwoners in Caribisch Nederland met elkaar in balans worden gebracht. Om daar concreet naar toe te werken heeft het kabinet vorig jaar voor vier verschillende huishoudtypen een ijkpunt voor het sociaal minimum vastgesteld.

In het ijkpunt voor het sociaal minimum is voor een aantal kostenposten het effect van (ingezet) beleid meegenomen in de bedragen. Door het meenemen van het effect van (ingezet) beleid in de bedragen in het ijkpunt voor het sociaal minimum committeert het kabinet zich aan het terugdringen van de noodzakelijke kosten van levensonderhoud. De bedragen uit het rapport van Regioplan als uitgangspunt nemen voor het ijkpunt voor het sociaal minimum zou namelijk betekenen dat het wettelijk minimumloon en de uitkeringen substantieel verhoogd moet worden. Alvorens deze keuze te maken, die al naar gelang de hoogte van het bedrag risico’s voor de economie en arbeidsmarkt met zich meebrengt, wordt ingezet op het verlagen van de kosten van levensonderhoud. Het doel is dat de kosten worden teruggebracht tot een redelijk niveau zodat een situatie waarin alle inwoners van Caribisch Nederland in de minimale kosten van levensonderhoud kunnen voorzien. Daarvoor moeten de inkomens van inwoners van Caribisch Nederland omhoog en de kosten van levensonderhoud omlaag.

Het afgelopen jaar is al een aantal betekenisvolle stappen gezet om de inkomenspositie van inwoners van Caribisch Nederland merkbaar te verbeteren en om de hoge kosten van levensonderhoud te verlagen. Hierna zal ik achtereenvolgens op deze aspecten ingaan. Ook zal ik ingaan op de overkoepelende inzet op het verbeteren van de economie en arbeidsmarkt. Het gaat per aspect om zowel een terugblik als vooruitblik. Voor een uitgebreidere toelichting verwijs ik naar de bijlage. In de bijlage is, net als in bijlage bij de kabinetsreactie voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum van 27 juni 20194, de voortgang op de drie genoemde aspecten beschreven.

Om te beoordelen of de inkomens en de kosten van levensonderhoud meer in balans zijn en worden gebracht, is inzicht in de onderlinge verhouding tussen de inkomens en de kosten van levensonderhoud van belang. Met het CBS heb ik gesprekken gevoerd over de wijze waarop dit het beste kan worden vormgegeven op basis van beschikbare data. In het najaar zullen de eerste tabellen die hier inzicht in geven aan uw Kamer beschikbaar worden gesteld. Het is niet mogelijk om de informatie op dit moment beschikbaar te stellen omdat de benodigde statistieken nog niet voorhanden zijn. In paragraaf II in de bijlage is meer informatie over de monitoring van het ijkpunt opgenomen.

Verbeteren inkomenspositie inwoners van Caribisch Nederland

Om de inkomenspositie van werkenden verder te verbeteren is per 1 januari 2020 het wettelijk minimumloon op Bonaire, Sint Eustatius en Saba verhoogd met respectievelijk 5 procent, 2 procent en 5 procent bovenop de reguliere inflatiecorrectie. In absolute termen gaat het op Bonaire bijvoorbeeld om een verhoging van het wettelijk minimumloon van $ 894 per maand naar $ 950 per maand bij voltijds werk. Mensen met kinderen profiteren daarnaast vanaf 1 januari 2020 van een verhoging van de kinderbijslag met circa $ 20 per maand. Door de beleidsmatige verhogingen in 2019 en 2020 is de kinderbijslag daarmee ten opzichte van 2018 verdubbeld.

Met de verhoging van het wettelijk minimumloon zijn de AOV-, AWW- en onderstandsuitkeringen evenredig verhoogd, waardoor ook de inkomenspositie van niet-werkenden en mensen die niet kunnen werken is verbeterd. Voor mensen die niet kunnen werken is daarnaast een aantal specifieke maatregelen getroffen. Voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten in de onderstand is de toeslag die zij ontvangen per 1 januari 2020 dusdanig verhoogd dat volledig duurzaam arbeidsongeschikten die zelfstandig wonen op maandbasis uitkomen op het wettelijk minimumloon. Om de inkomenspositie van AOV-gerechtigden te verbeteren is een toeslag via de onderstand geïntroduceerd voor alleenstaande AOV-gerechtigden en voor gehuwden met AOV en een gezamenlijk inkomen onder het wettelijk minimumloon.

Door de genoemde maatregelen is het wettelijk minimumloon op Bonaire, Sint Eustatius en Saba vanaf 1 januari 2020 nagenoeg op of boven het ijkpunt voor het sociaal minimum voor een alleenstaande komen te liggen, uitgaande van een redelijk niveau van de kosten voor basale uitgaven. Ook voor werkende paren is het inkomen hoger dan het ijkpunt voor het sociaal minimum voor paren.

Nu het wettelijk minimumloon nagenoeg op het niveau van het ijkpunt voor het wettelijk minimumloon ligt, is de volgende stap dat de onderstand op termijn kan toegroeien naar het ijkpunt voor het sociaal minimum. Dit om ervoor te zorgen dat ook mensen met een uitkering kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten van levensonderhoud. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met de mogelijkheid van bijverdienen tot aan het wettelijk minimumloon en met de prikkel om te werken zonder dat daarbij een aanvulling vanuit de onderstand gebruikt wordt. Parallel daaraan moet het wettelijk minimumloon ruim boven het ijkpunt voor het sociaal minimum komen te liggen, zodat werken en (gaan) werken loont5.

Vanwege de mogelijke negatieve gevolgen voor de economie en de arbeidsmarkt moet het tempo en de mate van verdere verhogingen van de onderstand en het wettelijk minimumloon zorgvuldig afgewogen worden. Ook partijen in de Centraal Dialoog Bonaire hebben het belang van een gedegen afweging over de hoogte van het wettelijk minimumloon op basis van onderzoek onderschreven. Daarom laat ik momenteel onafhankelijk onderzoek doen naar de ruimte om het wettelijk minimumloon in de toekomst verder te verhogen. Bureau Ecorys voert het onderzoek uit dat naar verwachting in oktober van dit jaar gereed is. Vervolgens zal mijn ambtsopvolger hierover in gesprek gaan met de Centraal Dialogen, waarin de openbare lichamen en de sociale partners samenwerken6. In het najaar wordt uw Kamer geïnformeerd over de uitkomst van het onderzoek en de gesprekken met de Centraal Dialogen. Bij de gesprekken over het onderzoek zal ook worden bezien of het mogelijk is om een termijn te verbinden aan het verhogen van de onderstand tot het ijkpunt voor het sociaal minimum en het verhogen van het wettelijk minimumloon tot verder boven het ijkpunt voor het sociaal minimum.

Terugbrengen van de kosten van levensonderhoud tot een redelijk niveau

In het ijkpunt voor het sociaal minimum is voor iedere uitgavenpost een bedrag opgenomen. Voor een aantal kostenposten wijkt dit bedrag af van de werkelijke kosten omdat van ingezet beleid een kostenverlaging wordt verwacht en ook noodzakelijk is. Dit geldt voor kinderopvang en voor wonen. Hierna worden de resultaten die het afgelopen jaar zijn geboekt om de kosten van wonen en kinderopvang te verlagen toegelicht. Ook wordt ingegaan op de inspanningen van het kabinet om de kosten van energie, telecom en drinkwater te verlagen.

Daarbij vind ik het van belang om op te merken dat het terugbrengen van de kosten tot een redelijk niveau gepaard gaat met structurele wijzigingen. Dit kost tijd en betekent dat de kostenverlagingen niet van vandaag op morgen gerealiseerd zullen zijn. Daar is bijgekomen dat het kabinet en de openbare lichamen de afgelopen tijd prioriteit hebben gegeven aan het verzachten van de effecten van COVID-19. Met als doel om werkgevers overeind te houden, banen te behouden en inkomen te garanderen voor de inwoners. Dit betekent dat het voorbereiden van structurele wijzigingen deels vertraging heeft opgelopen. In de bijlage is per kostenpost opgenomen welke stappen het afgelopen jaar zijn gezet. Ook is per een tijdpad per kostenpost opgenomen om de beoogde kostenverlaging te realiseren.

Kinderopvang

Het is belangrijk dat ouders gebruik kunnen maken van een voldoende kwalitatief goede kinderopvang en dat de kinderopvang voor ouders ook betaalbaar is. Het Rijk en de openbare lichamen hebben in het programma BES(t) 4 kids dit jaar een belangrijke stap gezet in de richting van de bedragen die voor kinderopvang zijn opgenomen in het ijkpunt voor het sociaal minimum. Vooruitlopend op de wettelijke verankering van het stelsel voor kinderopvang in Caribisch Nederland is voor de periode 2020–2021 de tijdelijke subsidieregeling kinderopvang Caribisch Nederland ingesteld7.

Met de tijdelijke subsidieregeling kunnen kinderopvangorganisaties en buitenschoolse voorzieningen op Bonaire en Sint Eustatius vanaf 1 juli 2020 in aanmerking komen voor een kostprijsverlagende subsidie8. Een organisatie kan met de subsidie de ouderbijdrage voor ouders verlagen én maatregelen nemen ter verbetering van de kwaliteit van de opvang. Om ervoor te zorgen dat de ouderbijdrage daadwerkelijk omlaag gaat, zijn in de tijdelijke subsidieregeling maximale ouderbijdrages opgenomen. Kinderopvangorganisaties op Bonaire die de subsidie krijgen, mogen bijvoorbeeld voor dagopvang en buitenschoolse opvang een maximale ouderbijdrage vragen van $ 200 per maand voor vijf dagen opvang. Daarbij is rekening gehouden met de hoogte van de ouderbijdragen die kinderopvangorganisaties nu al voor ouders vragen. Voor een groot aantal organisaties zal een aanzienlijk deel van de subsidie nodig zijn om de ouderbijdrage te verlagen en zo binnen de in de regeling vastgestelde grensbedragen te komen. Het resterende deel moet benut worden om de kwaliteit te verbeteren. Kinderopvangorganisatie die al een tarief ter hoogte van de vaste ouderbijdrage hanteren, mogen de gehele subsidie benutten voor investeringen bedoeld om de kwaliteit van de kinderopvang te verbeteren. De openbare lichamen kunnen daarnaast, in aanvulling op de tijdelijke subsidieregeling, voor kinderen in armoede kindplaatssubsidies verstrekken9. Dit om voor ouders met lage inkomens de kinderopvang financieel toegankelijk te maken. De inzet van kindplaatssubsidies is in lijn met de motie Özütok die de regering verzoek om Bonaire, Sint Eustatius en Saba in staat te stellen de kosten voor dag- en buitenschoolse kinderopvang in voorkomende gevallen te compenseren10.

De tijdelijke subsidieregeling is een belangrijke volgende stap van het programma BES(t) 4 kids om de kinderopvang voor ouders meer toegankelijk te maken. De tijdelijke subsidieregeling is gericht op 2020 en 2021. Het streven is om de financiering in de loop van 2022 structureel in wetgeving te verankeren en daarmee ook de in het ijkpunt voor het sociaal minimum beoogde kostenverlaging te realiseren.

Op 27 juni 2019 is bekend gemaakt dat het kabinet vanaf 2020 structureel 9,8 miljoen euro beschikbaar stelt voor het verbeteren van de kwaliteit en financiële toegankelijkheid van de kinderopvang in Caribisch Nederland. Dit bedrag neemt in 2021 verder toe tot ruim 14 miljoen euro. In 2021 zal het wetsvoorstel kinderopvang Caribisch Nederland worden ingediend. De middelen worden ingezet om de tijdelijke subsidieregeling kinderopvang Caribisch Nederland vanaf volgend jaar uit te breiden in opmaat naar de structurele financiering die in 2022 zijn beslag moet krijgen. Daarnaast zal worden gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van de opvang. Opleidingen worden gestart en arbeidsvoorwaarden van de medewerkers worden verbeterd. Ook zal extra worden ingezet op het verbeteren van de huisvesting. Dit bovenop de middelen die voor huisvesting incidenteel beschikbaar worden gesteld via de Regio-envelop11. De besteding zal binnen het programma BES(t) 4 kids verder worden uitgewerkt.

Wonen

Het is van belang dat inwoners van Caribisch Nederland toegang hebben tot voldoende betaalbare woningen. De kosten van wonen in Caribisch Nederland zijn hoog. Het Rijk en de openbare lichamen hebben dit jaar daarom voortvarend gewerkt aan wettelijke, juridische, financiële en praktische kaders om de gewenste verlaging van de gemiddelde huurlasten in de periode 2020–2025 mogelijk te maken. Deze kaders vormen belangrijke stappen op weg naar de bedragen die voor wonen zijn opgenomen in het ijkpunt voor het sociaal minimum.

Het gaat om de inwerkingtreding van de Wet Maatregelen Huurwoningmarkt Caribisch Nederland, opstellen en aannemen van eilandsverordeningen waarmee die wet wordt uitgewerkt, de instelling van huurcommissies, de vormgeving van woningwaarderingstelsels en de vormgeving van een pilot om huurcompensatie uit te breiden naar de particuliere huursector. In het afgelopen jaar zijn de contouren van een pilot om huurcompensatie uit te breiden naar de particuliere sector bepaald. Dit is gebeurd in samenwerking met de openbare lichamen en de RCN-unit SZW als beoogde uitvoerder van de pilot. Het streven is dat de pilot in 2021 kan starten. Daarnaast hebben het Rijk en de openbare lichamen de bouw van sociale huurwoningen in het afgelopen jaar gestimuleerd. Een vergroting van het aanbod van sociale huurwoningen zal een verlagend effect hebben op de kosten van wonen en zal daarmee bijdragen aan het realiseren van de bedragen voor wonen in het ijkpunt voor het sociaal minimum. Het realiseren van voldoende sociale huurwoningen, het actualiseren van het wettelijk kader (waarmee huurprijzen kunnen worden gereguleerd) en een structurele maatregel voor huurcompensatie in de particuliere huursector moeten ervoor zorgen dat de bedragen uit het ijkpunt voor wonen naar verwachting in 2022 grotendeels gerealiseerd kunnen zijn.

Energie, telecom en drinkwater

Voor de kostenposten energie, telecom en drinkwater is in het ijkpunt voor het sociaal minimum uitgegaan van de werkelijke kosten. Dit omdat het, zoals toegelicht in de kabinetsreactie voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum van 27 juni 201912, niet mogelijk was om de inspanningen van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om de betaalbaarheid van energie, telecom en drinkwater te verbeteren, te vertalen in lagere bedragen waarin het effect van ingezet beleid is meegenomen. Hierbij is toegezegd om de ontwikkeling te monitoren en te bezien in welke mate beleid heeft bijgedragen aan een verlaging van de kosten en of de bedragen in het ijkpunt voor het sociaal minimum voor de betreffende kostenposten naar beneden bijgesteld moet worden.

Gelet op de grote sociaaleconomische effecten in verband met COVID-19 heeft het kabinet een aantal tijdelijke maatregelen genomen in de vorm van subsidies om de kosten van energie, telecom en drinkwater te verlagen13. Deze tijdelijke maatregelen sluiten aan bij de ambitie van het kabinet om de noodzakelijke kosten van levensonderhoud te verlagen. Ook door uw Kamer is hier veelvuldig aandacht voor gevraagd. De vaste kosten van energie en water zijn geheel, en de abonnementskosten voor vast internet gedeeltelijk gesubsidieerd als maatregel voor huishoudens en bedrijven om de effecten van COVID-19 te verzachten14. Voor huishoudens is het effect relatief het grootst. De genoemde maatregelen gelden vanaf 1 mei tot het eind van dit jaar. De maatregelen verbeteren de betaalbaarheid van energie, telecom en drinkwater en verlagen de kosten van levensonderhoud voor inwoners van Caribisch Nederland. De maatregelen kunnen niet vertaald worden in structureel lagere bedragen voor energie, telecom en drinkwater in het ijkpunt voor het sociaal minimum omdat het gaat om tijdelijke maatregelen.

Overkoepelend beziet het kabinet de mogelijkheden om structureel tot een verlaging van de kosten van energie, telecom en drinkwater te komen, als onderdeel van een te ontwikkelen strategie voor een duurzame economische ontwikkeling van de eilanden. Dit onderwerp zal het kabinet betrekken bij de brede besluitvorming over vervolgstappen om de effecten van de crisis als gevolg van COVID-19 te verzachten. Het kabinet komt hier na de zomer op terug. Het kabinet onderzoekt ook de mogelijkheden om de kosten van drinkwater voor inwoners van Caribisch Nederland verder structureel te verlagen.

Werken aan de economie en arbeidsmarkt

Overkoepelend aan het verlagen van de kosten van levensonderhoud en het verhogen van de inkomens van inwoners van Caribisch Nederland, zijn ook de economie en arbeidsmarkt van belang voor het verbeteren van de situatie. Dit vergt stimulering van economie en ondernemerschap en het optimaliseren van de werking van de arbeidsmarkt.

Een belangrijk onderdeel voor het verbeteren van de werking van de arbeidsmarkt is arbeidsbemiddeling. De afgelopen jaren is de dienstverlening van de openbare lichamen aan werkzoekenden en werkgevers geprofessionaliseerd en gemoderniseerd. Deze activiteiten worden op Bonaire verder ontwikkeld en bestendigd in het jobcentrum (Plenchi di Trabou). Binnen het jobcentrum komen diensten voor werkzoekenden en werkgevers samen. Het openbaar lichaam Bonaire en de RCN-unit SZW werken hierin op één locatie samen. Doel is om de klant (of de burger) beter van dienst te kunnen zijn. De verwachting is dat het jobcentrum in of net na de zomer operationeel zal zijn. De verdere inzet van het kabinet op het gebied van economie en arbeidsmarkt wordt toegelicht in de bijlage.

Gezamenlijke inzet Rijk en openbare lichamen

Een structurele verbetering van de situatie van inwoners in Caribisch Nederland vergt een integrale aanpak en gezamenlijke inzet van het Rijk, de openbare lichamen en de Centraal Dialogen waarin de openbare lichamen en sociale partners samenwerken. Met de eilandbesturen heb ik recent constructieve gesprekken gevoerd over de voortgang.

De eilandbesturen hebben zich in deze gesprekken positief uitgelaten over de stappen die zijn gezet. Tegelijkertijd hebben de eilandbesturen ook een aantal punten onder de aandacht gebracht. De eilandbesturen hebben het belang benadrukt van het structureel verlagen van de kosten van levensonderhoud. Niet alleen als het gaat om energie, telecom en drinkwater, maar ook andere kostenposten. Verder hebben de eilandbesturen aandacht gevraagd voor het monitoren van het bereik van beleidsmaatregelen om de inkomenspositie van inwoners van Caribisch Nederland te verbeteren en het blijvend ondersteunen van de openbare lichamen voor het uitvoeren van armoedebeleid. Het kabinet blijft over de genoemde thema’s in gesprek met de openbare lichamen. Daarnaast krijgen de eilandbesturen de gelegenheid om nog formeel op de voortgangsrapportage te reageren.

Voor het uitvoeren van de maatregelen om de kosten van levensonderhoud te verlagen, ligt een deel van de verantwoordelijkheid bij de eilandbesturen. Zo is voor het starten van de tijdelijke subsidieregeling kinderopvang Caribisch Nederland van belang dat zij de nieuwe verordening voor kinderopvang vaststellen. Datzelfde geldt voor de voorziene maatregelen op het terrein van wonen. De basis daarvoor ligt in vastgestelde of geactualiseerde eilandsverordeningen, waarop door de openbare lichamen momenteel versterkt wordt ingezet. Daarnaast zijn er verschillende autonome eilandelijke taken, waarmee de eilanden merkbaar kunnen bijdragen aan verbeteringen voor hun inwoners. Denk hierbij aan de ontwikkeling van landbouw, prijsbeleid en eilandelijk armoedebeleid.

Afsluiting

De afgelopen jaren zijn de eerste stappen gezet om het verschil tussen de inkomens van inwoners in Caribisch Nederland en de kosten van levensonderhoud te verkleinen. Tegelijkertijd realiseer ik mij dat er nog een substantiële opgave voor ons ligt. Om stappen in de goede richting te blijven zetten, is continue inzet van het Rijk en de openbare lichamen nodig. Alleen samen is het mogelijk om de grote uitdagingen het hoofd te bieden. Ik heb er vertrouwen in dat het haalbaar is om de kloof te dichten zolang we daar gezamenlijk de schouders onder zetten. Het gemeenschappelijk doel is tenslotte om de situatie voor inwoners van Caribisch Nederland merkbaar te verbeteren.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

BIJLAGE – VOORTGANGSRAPPORTAGE IJKPUNT BESTAANSZEKERHEID CARIBISCH NEDERLAND 2020

In de kabinetsreactie voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum van 27 juni 201915 is toegezegd om beide Kamers jaarlijks te informeren over de voortgang van de gezamenlijke inzet van het kabinet en de openbare lichamen om de situatie van inwoners van Caribisch Nederland te verbeteren.

Net als in de bijlage bij de voortgangsrapportage 2019 is in paragraaf I van deze bijlage de voortgang op drie sporen beschreven: het verhogen van inkomens en uitkeringen, het verlagen van de kosten van levensonderhoud en werken aan de economie en arbeidsmarkt. Hierbij is gebruik gemaakt van bestaande informatiebronnen. In paragraaf II is de indexering van het ijkpunt voor het sociaal minimum opgenomen en wordt uw Kamer geïnformeerd over de monitoring van het ijkpunt voor het sociaal minimum. Vervolgens is in paragraaf III een illustratie van de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon, de uitkeringen en de kinderbijslag voor een aantal huishoudtypen weergeven. Tot slot, zijn in paragraaf IV de tabellen opgenomen waarin de bedragen uit het rapport van Regioplan (2018) zijn geïndexeerd met de consumentenprijsindex per bestedingscategorie per eiland.

Paragraaf I – Voortgang driesporenaanpak

A. Inkomenskant

Wettelijk minimumloon en uitkeringen

Om de inkomenspositie van inwoners van Caribisch Nederland verder te verbeteren heeft het kabinet per 1 januari 2020 het wettelijk minimumloon op Bonaire, Sint Eustatius en Saba met respectievelijk 5 procent, 2 procent en 5 procent verhoogd bovenop de reguliere inflatiecorrectie. Met de verhoging van het WML zijn de AOV-, AWW- en onderstandsuitkeringen evenredig verhoogd. Voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten in de onderstand is de toeslag die zij ontvangen dusdanig verhoogd dat volledig duurzaam arbeidsongeschikten die zelfstandig wonen op maandbasis uitkomen op het wettelijk minimumloon. Om de inkomenspositie van ouderen te verbeteren is daarnaast een toeslag via de onderstand geïntroduceerd voor alleenstaande AOV-gerechtigden en gehuwden met AOV en een gezamenlijk inkomen onder het wettelijk minimumloon. Voor zowel werkenden als niet-werkenden met kinderen geldt dat zij vanaf 1 januari 2020 een hogere kinderbijslag ontvangen. De kinderbijslag is op Bonaire, Sint Eustatius en Saba met 20 dollar verhoogd bovenop de reguliere inflatiecorrectie. In Tabel 1 is ter illustratie weergeven wat de gevolgen van de genoemde maatregelen zijn geweest voor de ontwikkeling van het WML en de uitkeringen op Bonaire.

Tabel 1: Wettelijk minimumloon en uitkeringen op Bonaire in 2020 (bedragen USD per maand)
 

2019

2019 + inflatie1

2020 (incl. beleidsmatige verhoging

Wettelijk minimumloon

894

905

950

Volledige AOV

644

652

684

Kinderbijslag

62

63

83

Basisbedrag onderstand

358

362

379

Toeslag zelfstandig wonen onderstand

134

136

143

Toeslag gezamenlijke huishouding onderstand

128

130

135

Kindertoeslag eerste kind onderstand

63

64

66

Kindertoeslag tweede en derde kind onderstand

33

33

35

Toeslag arbeidsongeschiktheid onderstand

236

239

427

Toeslag AOV onderstand

427

X Noot
1

Per 1 januari 20290 zijn de bedragen geïndexeerd op basis van het consumentenprijsindexcijfer voor het derde kwartaal van 2019 zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. De door het CBS gemeten ontwikkeling is respectievelijk 1,2% voor Bonaire, 0,7% voor Sint Eustatius en 0,3% voor Saba.

Om ervoor te zorgen dat onderstandsuitkeringen netto kunnen worden uitbetaald en te voorkomen dat mensen in de onderstand een naheffing in de inkomstenbelasting krijgen, is per 1 januari 2020 het Uitvoeringsbesluit Belastingwet BES gewijzigd. De wijziging van het Uitvoeringsbesluit Belastingwet BES bewerkstelligt dat de basisbedragen van de algemene onderstand en de toeslagen daarop in Caribisch Nederland ook onder de heffing worden gebracht van de loonbelasting. Dit is ter vergemakkelijking van de heffing van de belasting en premies volksverzekeringen. Het gevolg is dat de instantie die de uitkering verstrekt de belasting en premies moet inhouden, zodat de burger een nettobedrag krijgt uitbetaald.

In de brieven aan de Eerste Kamer van 7 december 201816 en 12 januari 202017 istoegezegd om in de voortgangsrapportage cijfermatig de ontwikkeling van het inkomen van een aantal huishoudtypen te laten zien. In paragraaf IV is de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon, de uitkeringen en de kinderbijslag voor een aantal huishoudtypen weergeven. Het gaat om een illustratie van de inkomens voor zowel werkenden als niet-werkenden op basis van de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon en de uitkeringen. De grafieken laten zien dat het inkomen voor een aantal huishoudtypen de afgelopen jaren is gestegen. Dit geldt voor zowel werkenden als niet-werkenden.

Onderzoek ruimte om het wettelijk minimumloon verder te verhogen

Om ervoor te zorgen dat ook mensen met een uitkering kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten van levensonderhoud, moet de onderstand op termijn verder naar het ijkpunt voor het sociaal minimum toegroeien, waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijkheid van bijverdienen tot aan het wettelijk minimumloon en de prikkel om te werken zonder dat daarbij een aanvulling vanuit de onderstand gebruikt wordt. Het wettelijk minimumloon moet ruim boven het ijkpunt voor het sociaal minimum komen te liggen, zodat werkenden rond kunnen komen en (gaan) werken loont18.

Een verhoging van het wettelijk minimumloon kan een negatief effect hebben op de arbeidsvraag, de regionale concurrentiepositie van de eilanden en de draagkracht van de economie. In de voortgangsrapportage 2019 is daarom aangekondigd om onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de ruimte bij werkgevers voor een hoger wettelijk minimumloon. Dit om de ruimte om het wettelijk minimumloon in de toekomst verder te verhogen, te kunnen bepalen. Partijen in de Centraal Dialoog Bonaire hebben het belang van een gedegen afweging over de hoogte van het wettelijk minimumloon op basis van onderzoek onderschreven. Met het oog hierop is afgesproken om met de Centraal Dialogen, waarin de openbare lichamen en de sociale partners samenwerken, in gesprek te gaan over de uitkomsten van het onderzoek. Het onderzoek naar de ruimte om het wettelijk minimumloon verder te verhogen wordt uitgevoerd door Bureau Ecorys en zal in oktober 2020 worden opgeleverd. In het najaar zal de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uw Kamer informeren over de uitkomst van het onderzoek en de gesprekken met de Centraal Dialogen.

Verder verhogen onderstand

Om ervoor te zorgen dat ook mensen met een uitkering kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten van levensonderhoud, zou de onderstand op termijn verder naar het ijkpunt voor het sociaal minimum kunnen toegroeien, waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijkheid van bijverdienen tot aan het wettelijk minimumloon en de prikkel om te werken. Het verhogen van de onderstand tot het ijkpunt voor het sociaal minimum is afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek naar de verdere ruimte om het wettelijk minimumloon te verhogen en de voortgang op de inzet op handhaving en versterking van arbeidsbemiddeling. In het schriftelijk verslag over de voortgangsrapportage 201919 is toegezegd om te bezien of het mogelijk is om een termijn te verbinden aan het verhogen van de onderstand tot het ijkpunt voor het sociaal minimum. Uw Kamer wordt hierover geïnformeerd in de brief over de uitkomsten van het onderzoek naar het aanvaardbaar niveau van het wettelijk minimumloon.

Onderzoek dubbele kinderbijslag

In Caribisch Nederland is, in tegenstelling tot in Europees Nederland, géén regeling voor dubbele kinderbijslag intensieve zorg. Tijdens de begrotingsbehandeling van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds op 9 oktober 2019 heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij brief namens mij toegezegd om de mogelijkheden om te komen tot een dergelijke regeling in Caribisch Nederland te onderzoeken en uw Kamer hierover in deze voortgangsrapportage nader te informeren20. Sindsdien is op ambtelijk niveau een aantal gesprekken gevoerd met relevante stakeholders in Caribisch Nederland om meer inzicht te krijgen in de problematiek van de doelgroep. Bovendien is ambtelijk gesproken met het CIZ, dat in Europees Nederland een rol heeft in de indicatie voor kinderbijslag intensieve zorg op grond van de Algemene Kinderbijslagwet. De juridische implicaties en de uitvoerbaarheid zijn nog niet in beeld gebracht. De verkenning is gestagneerd als gevolg van de noodzakelijke inzet van capaciteit in verband met COVID-19 en wordt vanaf de zomer herstart.

Toeslag AOV-gerechtigden via de onderstand

Het verbeteren van de inkomenspositie van ouderen in Caribisch Nederland is een belangrijk onderdeel van de aanpak van het kabinet in het kader van het ijkpunt voor het sociaal minimum. In de kabinetsreactie onderzoek ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland21 is daarom een toeslag aangekondigd voor AOV-gerechtigden. Vanwege het systeem in de onderstand waarbij rekening wordt gehouden met de leefsituatie en het inkomen en vermogen van de betrokkene is, conform de eerdergenoemde kabinetsreactie, gekozen voor een toeslag in de algemene onderstand.

Het doel van de toeslag is om de inkomenspositie van alleenstaande AOV-gerechtigden en gehuwden met AOV en een gezamenlijk inkomen onder het wettelijk minimumloon te verbeteren.

Vanwege het belang van het verbeteren van de inkomenspositie van ouderen in Caribisch Nederland is op basis van signalen van de eilandbesturen in december 2019 een verruiming aangekondigd van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de toeslag22. Het gaat om een verruiming van de vermogensvrijlating voor AOV-gerechtigden, de introductie van een pensioenvrijlating en het verschuiven van de toeslag zelfstandig wonen naar de toeslag AOV voor AOV-gerechtigden. De aanpassing in de voorwaarden is uitgewerkt in lagere regelgeving die op 28 mei 2020 aan uw Kamer is aangeboden voor de voorhangprocedure. Na afloop van de voorhangprocedure is de lagere regelgeving op 30 juni 2020 aanhangig gemaakt bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Anticiperend op de inwerkingtreding van de benodigde regelgeving, werkt de RCN-unit SZW vanaf 1 januari 2020 volgens de aangepaste voorwaarden.

Om bekendheid te geven aan de beschikbaarheid van de toeslag heeft de RCN-unit ouderen via verschillende kanalen geïnformeerd. Zo is er een folder verspreid en zijn er verschillende voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. Bijvoorbeeld wijkbijeenkomsten in buurtcentra op Bonaire en voorlichting in verzorgingstehuizen op de bovenwinden. Ook ketenpartners die werken met ouderen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn geïnformeerd over wijzigingen. Daarnaast was de RCN-unit SZW vertegenwoordigd op de dag van de ouderen.

In het eerste tertaal van 2020 zijn 85 aanvragen voor een aanvulling vanuit de onderstand toegekend. Dit aantal was lager dan verwacht. De reden is dat meer AOV-gerechtigden dan verwacht gehuwd zijn en het gezamenlijke inkomen boven de bovengrens uitkomt. Ook kwamen meer AOV-gerechtigden dan verwacht niet in aanmerking vanwege de inkomens- en vermogenstoets, voornamelijk vanwege aanvullende pensioenen uit andere landen binnen het Koninkrijk.

Maatregelen werknemersregelingen

In oktober 2019 is een herziene beleidsnotitie ten aanzien van de wetgeving voor de arbeidsongeschikte werknemer voor consultatie voorgelegd aan de openbare lichamen en aan de Centraal Dialoog. Hierbij is ook het verlofstelsel betrokken. Over de ontvangen reacties moet nog definitieve besluitvorming plaatsvinden, waarna de materie wordt omgevormd tot een wetsvoorstel. Conform de gebruikelijke consultatieprocedure wordt ook het wetsvoorstel vooraf geconsulteerd. Doelstelling van het beleid ten aanzien van de arbeidsongeschikte werknemer is met name het verbeteren van de prikkels en het bevorderen van re-integratie.

Flankerend beleid: Schuldhulpverlening

In de voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum 2019 is opgenomen dat het kabinet, conform de motie Diertens23, in gesprek is over nadere praktische stappen die op korte termijn gezet kunnen worden op het gebied van schuldhulpverlening. Het voorkomen van schulden en het helpen van mensen met financiële problemen is cruciaal om armoede en andere maatschappelijke problemen tegen te gaan. Schuldhulpverlening is een eilandelijke taak. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ondersteunt actief de expertise- en beleidsontwikkeling rond schuldhulpverlening in Caribisch Nederland. Al speelt de schuldenproblematiek op alle eilanden, de openbare lichamen maken bij de aanpak hiervan wel verschillende keuzes. Bij de ondersteuning door SZW zijn de verzoeken van de eilanden leidend.

Het Ministerie van SZW organiseerde in 2019 een breed werkbezoek aan Nederland voor schuldhulpprofessionals van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Tijdens dit werkbezoek maakten de schuldhulpprofessionals kennis met de verschillende facetten van schuldhulpverlening en met verschillende organisaties en kennisinstellingen. Als gevolg van dit bezoek konden de schuldhulpprofessionals hun behoeften aan verdere expertise-ontwikkeling en de ontwikkeling van het eilandelijke schuldenbeleid beter articuleren en zullen zij in de tweede helft van 2020 een verdiepende training door het NIBUD volgen (op afstand), met onder meer aandacht voor gesprekstechnieken en laaggeletterdheid.

Het ministerie is daarnaast in gesprek met Sint Eustatius en Saba over verdere ondersteuning op dit vlak. Daarbij wordt op beide eilanden gedacht aan intensievere voorlichting en extern beleidsadvies met betrekking tot de ontwikkeling van het eilandelijke schuldenbeleid. De verwachting is dat deze ondersteuning in de tweede helft van 2020 zijn beslag zal krijgen.

Samenvattend inkomenskant

De afgelopen jaren zijn forse stappen gezet om de inkomens te verhogen. Het wettelijk minimumloon is daardoor nagenoeg op het niveau van het ijkpunt voor het sociaal minimum komen te liggen. Op termijn moet het wettelijk minimumloon ruim boven het niveau van het ijkpunt voor het sociaal minimum komen te liggen en de onderstand verhoogd worden. De ambitie van het kabinet is om de komende jaren stappen op dit vlak te zetten in combinatie met extra aandacht voor schulpverlening. Voor het in kaart brengen van de verdere ruimte om het wettelijk minimumloon te verhogen, is eerst onderzoek nodig. Dat wordt nu uitgevoerd.

B. Kostenkant

Wonen

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zet in op het verlagen van de kosten van wonen door het vergroten van het aanbod van woningen (door geld beschikbaar te stellen voor nieuwbouw, renovatie/onderhoud en infrastructuur), het inwerking laten treden van eilandelijke verordeningen om huurprijzen te reguleren en een pilot met een vorm van huurcompensatie waarvan huishoudens, die nu via een particuliere verhuurder een woning huren, gebruik kunnen maken. Het afgelopen jaar zijn op dit vlak de volgende stappen gezet.

Op Bonaire zijn eind 2019 76 van de afgesproken 500 nieuwe sociale huurwoningen opgeleverd. De volgende bouwfase van 124 woningen is inmiddels begonnen. Op Sint Eustatius is conform afspraak 1 sociale huurwoning gerenoveerd. Na evaluatie van die pilot zullen de overige 94 sociale huurwoningen worden gerenoveerd. Begin juli zal worden gestart met de bouw van de eerste twee van 50 nieuwe sociale huurwoningen. Op Saba wordt gewerkt aan 18 nieuwe sociale huurwoningen. Door COVID-19 is de bouw hiervan vertraagd.

Voor Bonaire heeft BZK een bijdrage ter beschikking gesteld vanuit de Regio Envelop ter waarde van € 2,5 miljoen voor de realisatie van de benodigde infrastructuur door het OLB voor de nieuwbouw van 500 sociale huurwoningen door FCB. Deze bijdrage wordt conform afspraak in het Bestuursakkoord Bonaire gefaseerd ter beschikking gesteld. In 2019 is € 731.000,– overgemaakt; in 2020 zal dat € 700.000,– zijn. Voor Saba zijn EU-middelen ter beschikking gesteld voor de aanleg van de ontsluitingsweg voor de 18 nieuwe sociale huurwoningen.

Om huurprijzen te kunnen reguleren, dient er een wettelijk kader te zijn. Dat kader wordt gevormd door de in 2017 in het Staatsblad24 gepubliceerde Wet Maatregelen Huurwoningmarkt CN. Bepaalde onderdelen van die wet dienen te worden omgezet en uitgewerkt in eilandsverordeningen. Het gaat, grosso modo, om de introductie van woningwaarderingstelsels en om de instelling van huurcommissies voor de drie eilanden. BZK en de openbare lichamen hebben het afgelopen jaar versterkt ingezet op de totstandkoming daarvan. Dat heeft ertoe geleid dat er in november jl. op Bonaire twee verordeningen zijn aangenomen (te weten de Verhuursubsidieverordening en de Huurcommissie- en huurprijzenverordening) en dat het proces om te komen tot een huurcommissie binnenkort kan worden afgerond. Voor Sint Eustatius zijn de contouren voor een woningwaarderingstelsel verkend. Zodra besloten is welke variant van een woningwaarderingstelsel het meest geschikt is voor de situatie op Sint Eustatius, zal dat stelsel worden omgezet in eilandsverordeningen. Saba heeft verkend wat er nodig is om de vigerende eilandsverordeningen aan te vullen en te actualiseren. Zodra de drie eilanden een in verordeningen vastgelegd woningwaarderingstelsel en een huurcommissie hebben, kan de Wet Maatregelen Huurwoningmarkt CN in werking treden, naar verwachting voor 1 januari a.s.

Zoals overeengekomen in de Saba Package, onderzoeken OLS en BZK met een pilot de mogelijkheid om een vorm van huurcompensatie in te voeren voor een deel van de particuliere huursectoren van CN, dit in aanvulling op een verhuursubsidie in de sociale huursector die BZK vanaf 2019 van de openbare lichamen heeft overgenomen. In het afgelopen jaar zijn de contouren van die pilot bepaald. Dit is gebeurd in samenwerking met de openbare lichamen en de RCN-unit SZW als beoogde uitvoerder van de pilot. Het streven is dat de pilot in 2021 kan starten. De pilot is daarmee een eerstvolgende stap in het tijdpad om te komen tot de bedragen voor wonen die zijn opgenomen in het ijkpunt voor het sociaal minimum. Op basis van de resultaten van de pilot kan vervolgens besluitvorming plaatsvinden over het structureel uitbreiden van huurcompensatie naar de particuliere huursectoren van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit is de na de pilot een volgende stap in de richting van de beoogde kostenverlaging. Het streven is om, afhankelijk van de resultaten van de pilot, daarna de maatregelen structureel te verankeren.

Als er tevens voldoende sociale huurwoningen kunnen worden gebouwd (waardoor het aanbod van woningen wordt vergroot en de kosten van wonen kunnen worden verlaagd) en het wettelijk kader geactualiseerd is (waarmee huurprijzen kunnen worden gereguleerd), betekent een structurele maatregel voor huurcompensatie in de particuliere huursector dat de bedragen uit het ijkpunt voor wonen naar verwachting in 2022 grotendeels gerealiseerd kunnen zijn.

Elektriciteit

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) zet zich in voor een betrouwbare, duurzame en betaalbare energievoorziening voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. In de voortgangsrapportage 2019 is aangekondigd dat EZK hiertoe samen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de mogelijkheden in kaart brengt voor leningen voor investeringen in duurzame energie. Met als doel om de kosten voor elektriciteit voor inwoners van Caribisch Nederland op termijn te verlagen. Er lopen momenteel gesprekken met financieringsinstellingen, onder andere Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank) over de eventuele betrokkenheid op de eilanden.

Gelet op de grote sociaaleconomische effecten in verband met COVID-19, heeft het Kabinet besloten een subsidie te verstrekken aan de elektriciteitsdistributeurs in Caribisch Nederland, zodat het vaste aansluittarief voor elektriciteit van 1 mei tot en met 31 december 2.020 USD 0,– bedraagt voor alle afnemers van elektriciteit in Caribisch Nederland. Het gaat hier dus om een tijdelijke subsidie die als separate post op de elektriciteitsrekening zal worden vermeld. Hiermee wordt de betaalbaarheid van energie tijdelijk verbeterd. Het is op dit moment niet mogelijk om de inspanning te vertalen in een lager bedrag voor energie in het ijkpunt voor het sociaal minimum omdat het gaat om een tijdelijke maatregel.

Het kabinet beziet de mogelijkheden om structureel tot een verlaging van de kosten van energie te komen, als onderdeel van een te ontwikkelen strategie voor een duurzame economische ontwikkeling van de eilanden. Dit onderwerp zal het kabinet betrekken bij de brede besluitvorming over vervolgstappen om de effecten van de crisis als gevolg van COVID-19 te verzachten. Het kabinet komt hier na de zomer op terug.

Telecom

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zet daarnaast in op lagere tarieven voor telecomdiensten. In de voortgangsrapportage 2019 is een aanpassing van het Besluit Opgedragen Telecomdiensten aangekondigd zodat gestuurd kan worden op de tarieven die gelden voor data (internet). Daarnaast is aangekondigd dat de Autoriteit Consument en Markt zou worden gevraagd onderzoek te doen naar kostenopbouw en te bezien welke regels kunnen worden gesteld om tarieven op termijn structureel te verlagen. Tot slot zou in gesprek met aanbieders en eilanden samen worden bezien hoe de dienstverlening doelmatiger kan worden uitgevoerd en of Nederlandse aanbieders kunnen bijdragen aan verdere professionalisering. Het afgelopen jaar zijn op dit vlak de volgende stappen gezet.

Begin dit jaar is de Kamer geïnformeerd over de aanpassing van het Besluit opgedragen telecommunicatiediensten waarmee de ACM nu ook kan toezien op de tarifering voor data. Op basis van dit besluit heeft de ACM onderzoek gedaan naar de kostengeoriënteerdheid van de tarieven van vast internet op Saba en Sint Eustatius. Dit voorjaar hebben er ook gesprekken plaatsgevonden met de telecomaanbieders en openbare lichamen. Rond de zomer zal de Kamer worden geïnformeerd over deze onderzoeksresultaten en de te nemen vervolgstappen.

Gelet op de grote sociaaleconomische effecten in verband met COVID-19, heeft het kabinet voor telecom tot eind 2020 door middel van een subsidie een aftrekpost geïntroduceerd op de rekening voor het gebruik van vast internet met $ 25 per aansluiting per maand. Op deze manier wordt ook een bijdrage geleverd aan de armoedeproblematiek en het feit dat een internetverbinding essentieel is voor het thuiswerken en thuisonderwijs. Het is op dit moment niet mogelijk om de inspanning te vertalen in een structureel lager bedrag voor telecom in het ijkpunt voor het sociaal minimum omdat het gaat om een tijdelijke maatregel. Het kabinet beziet de mogelijkheden om ook structureel tot een verlaging van de kosten van telecom te komen, als onderdeel van een te ontwikkelen strategie voor een duurzame economische ontwikkeling van de eilanden. Dit onderwerp zal het kabinet betrekken bij de brede besluitvorming over vervolgstappen om de effecten van de crisis als gevolg van COVID-19 te verzachten. Het kabinet komt hier na de zomer op terug.

Drinkwater

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) zet zich om de toegankelijkheid van de drinkwatervoorziening te borgen. Om deze verantwoordelijkheid gestand te doen zijn het afgelopen jaar de volgende stappen gezet. IenW verleent structureel subsidie op de transportkosten aan de eilanden om de vaste kosten te verlagen. Daarnaast heeft IenW de afgelopen jaren investeringen gedaan om de Openbaar Lichamen te ondersteunen met de drinkwatervoorzieningen, waaronder op Saba een drinkwaterproductie- en bottelfabriek (gereed derde kwartaal 2020) en op Sint Eustatius de reparatie van de drinkwatertransportleiding (gereed vierde kwartaal 2020).

Gelet op de grote sociaaleconomische effecten in verband met COVID-19, heeft het kabinet besloten om voor alle gebruikers in Caribisch Nederland van vaste aansluittarief voor water door middel van een subsidie op 0 te zetten. Deze maatregel geldt vanaf 1 mei jl. tot het eind van dit jaar. Voor Saba is er geen vastrecht en gaat het om vergroting van de opslagcapaciteit van water (cisterne en bijbehorende pomp en leidingen) om op die wijze in kostenreductie te voorzien. Hiermee wordt de betaalbaarheid van drinkwater verbeterd. Het is niet mogelijk om de inspanning te vertalen in een lager bedrag voor drinkwater in het ijkpunt voor het sociaal minimum omdat het gaat om een tijdelijke maatregel. Het kabinet beziet de mogelijkheden om ook structureel tot een verlaging van de kosten van drinkwater te komen, als onderdeel van een te ontwikkelen strategie voor een duurzame economische ontwikkeling van de eilanden. Dit onderwerp zal het kabinet betrekken bij de brede besluitvorming over vervolgstappen om de effecten van de crisis als gevolg van COVID-19 te verzachten. Het kabinet komt hier na de zomer op terug. Het kabinet onderzoekt ook de mogelijkheden om de kosten van drinkwater voor inwoners van Caribisch Nederland verder structureel te verlagen.

Openbaar vervoer en connectiviteit

Op Bonaire, Sint Eustatius en Saba is momenteel geen sprake van openbaar vervoer. In de voortgangsrapportage 2019 is aangekondigd dat het Ministerie van IenW het Openbaar Lichaam Bonaire zou helpen met een pilot om te kijken of er vraag is naar openbaar vervoer. Dit door bijvoorbeeld door de bussen die al op het eiland beschikbaar zijn en veelal stil staan in te zetten om vervolgens te kijken of hier gebruik van wordt gemaakt. Bonaire was nadien van plan dit zelf op te pakken en zonder het Ministerie van IenW en bussen te kopen. Op dit onderdeel is als gevolg van de coronacrisis geen voortgang te melden.

Om de verbinding tussen Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten te verbeteren is een investering in de ferryverbinding aangekondigd. Het gaat om een reductie van de tarieven en een verhoging van de vaarfrequentie voor de duur van twee jaar. De bovenwindse eilanden, en vooral Saba en Sint Eustatius, worden door de crisis zwaar geraakt. De eilanden zijn voor een groot deel afhankelijk van toerisme. Met een goede en betaalbare ferry wordt verwacht dat na de lockdown toeristen uit de regio de eilanden vaker zullen aandoen. Ook kunnen de bewoners zich vaker en goedkoper verplaatsen. Saba en Sint Eustatius kunnen zodoende straks sneller economisch herstellen. De openbare lichamen Saba en Sint Eustatius zijn momenteel bezig met de planvorming voor de ferryverbinding tussen de bovenwindse eilanden. Hierin wordt samengewerkt met de Ministeries van IenW en EZK en BZK en ook Sint Maarten zal bij de planvorming worden betrokken.

Kinderopvang en buitenschoolse opvang

Uit de nulmeting kinderopvang Caribisch Nederland is gebleken dat de kosten van kinderopvang voor ouders van kinderen tussen de 0 en 12 jaar op de eilanden, gerelateerd aan het besteedbare inkomen, hoog zijn. De gemiddelde kosten voor de dagopvang bedragen zo'n $ 400 per maand (bij vijf dagen per week) en voor de buitenschoolse opvang zo'n $ 250 per maand (bij vijf dagen per week). De daadwerkelijke prijs die ouders betalen varieert. Dit omdat (sommige) openbare lichamen voor kinderen in armoede kindplaatssubsidies verstrekken. Met het ijkpunt voor het sociaal minimum heeft het kabinet zich gecommitteerd om de kosten van kinderopvang voor ouders die op of onder het ijkpunt voor het sociaal minimum leven te verlagen tot $ 40 per maand voor 0–4 jarigen en van $ 25 per maand voor 4–12 jarigen.

Om dit jaar een betekenisvolle stap te zetten in de richting van de bedragen die zijn opgenomen in het ijkpunt voor het sociaal minimum, hebben het Rijk en de openbare lichamen een tijdelijke subsidieregeling voor de periode 2020–2021 ingesteld25. Organisaties voor kinder- en buitenschoolse opvang op Bonaire en Sint Eustatius kunnen vanaf 1 juli 2020 in aanmerking komen voor een kostprijs verlagende subsidie. Deze subsidie is een volgende stap van het programma BES(t) 4 kids om de kinderopvang voor ouders meer toegankelijk te maken. Een kinderopvangorganisatie kan met de subsidie de ouderbijdrage voor ouders verlagen én maatregelen nemen ter verbetering van de kwaliteit van de opvang. Om ervoor te zorgen dat de ouderbijdrage daadwerkelijk omlaag gaat zijn in de tijdelijke subsidieregeling maximale ouderbijdrages opgenomen. Kinderopvangorganisaties op Bonaire die de subsidie krijgen, mogen voor dagopvang en buitenschoolse opvang bijvoorbeeld een ouderbijdrage vragen van maximaal 200 dollar per maand. De kostprijs verlagende subsidie is in 2020 niet van toepassing voor kinderopvangorganisaties gevestigd op Saba. Op Saba bestaat reeds een subsidiestelsel en zijn de kosten voor kinderopvang voor ouders in verhouding tot Bonaire en Sint Eustatius lager en zou een verlaging van de ouderbijdrage in relatie tot de hoogte van de minimale ouderbijdrage zeer beperkt zijn. Om die reden heeft Saba besloten om in 2020 niet aan de tijdelijke subsidieregeling deel te nemen.

De tijdelijke subsidieregeling is een belangrijke stap om de bedragen die voor kinderopvang zijn opgenomen in het ijkpunt voor het sociaal minimum te realiseren. De tijdelijke subsidieregeling is voor de periode 2020 en 2021. Het is de verwachting dat in 2021 een volgende stap zal worden gezet. Het streven is om de financiering structureel in wetgeving te verankeren en daarmee ook de in het ijkpunt voor het sociaal minimum beoogde kostenverlaging te realiseren. De beoogde datum van inwerkingtreding van de wetgeving is 2022. Hiermee wordt invulling gegeven aan de toezegging om uw Kamer te informeren over het tijdpad per kostenpost als daar meer zicht op is. De contouren van het stelsel van financiering in de structurele situatie zijn opgenomen in de brief aan uw Kamer van 3 april 202026.

Op 27 juni 2019 is bekend gemaakt dat het kabinet vanaf 2020 structureel 9,8 miljoen euro beschikbaar stelt voor het verbeteren van de kwaliteit en financiële toegankelijkheid van de kinderopvang in Caribisch Nederland. Dit bedrag neemt in 2021 verder toe tot ruim 14 miljoen euro. In 2021 zal het wetsvoorstel kinderopvang Caribisch Nederland worden ingediend. De middelen worden ingezet om de tijdelijke subsidieregeling kinderopvang Caribisch Nederland vanaf volgend jaar uit te breiden in opmaat naar de structurele financiering die in 2022 zijn beslag moet krijgen. Daarnaast zal worden gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van de opvang. Opleidingen worden gestart en arbeidsvoorwaarden van de medewerkers worden verbeterd. Ook zal extra worden ingezet op het verbeteren van de huisvesting. Dit bovenop de middelen die voor huisvesting incidenteel beschikbaar worden gesteld via de Regio-envelop27. De besteding zal binnen het programma BES(t) 4 kids verder worden uitgewerkt.

In het kader van kinderopvang is ook een toezegging aan de Eerste Kamer relevant, gedaan tijdens het debat van 26 mei jl. over de reductiedoelstelling voor kinderen in armoede. Hierbij heeft het lid Moonen (D66) gevraagd of het kabinet het signaal herkent dat er een tekort is aan begeleiders in de kinderopvang in Caribisch Nederland en zo ja, wat hieraan wordt gedaan. Hierover kan het volgende worden opgemerkt. Er is inderdaad een tekort aan gekwalificeerd personeel in de kinderopvang in Caribisch Nederland. Veel van de huidige medewerkers voldoen nu nog niet aan deze opleidingseisen. Daarnaast is de verwachting dat het aantal kinderen dat moet worden opgevangen zal groeien. Ook daarvoor zijn extra gekwalificeerde krachten nodig. In het programma BES(t) 4 kids wordt langs twee lijnen gewerkt om het tekort aan te pakken. Op alle drie de eilanden zijn in samenwerking met het middelbaar beroepsonderwijs opleidingen opgezet om het zittende personeel te scholen en jongeren op te leiden voor een baan in de kinderopvang en worden er vanuit het openbaar lichaam trainingen verzorgd. Ook zal werken in de kinderopvang aantrekkelijker worden gemaakt bijvoorbeeld door het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden.

C. Werken aan economie en arbeidsmarkt

Versterken ondernemerschap en toeristische sector

In verband met COVID-19 heeft het kabinet op de eilanden vergelijkbare ruimhartige pakketten met maatregelen als in Europees Nederland opengesteld, met specifieke uitwerkingen voor de eilanden. Zo is een nieuwe subsidieregeling Tegemoetkoming Vaste Lasten opengesteld (maximum van 50.000 euro) en wordt de regeling Klein Krediet Corona geopend waarbij het Rijk voor 95% garant staat voor overbruggingskredieten tussen de 10.000 en 50.000 euro van middelgrote en kleine bedrijven. Daarnaast is het bestaande Qredits instrumentarium (micro-kredieten) uitgebreid met de mogelijkheid van uitstel van betaling van bestaande kredieten, en er is extra budget gekomen voor het verlenen van overbruggingskredieten. Tenslotte beziet het kabinet in overleg met de eilanden of meer fundamentele, duurzame hervormingen van de economieën van de eilanden mogelijk zijn, met minder afhankelijkheid van het toerisme. In dit kader wordt ook gewerkt aan een structurele oplossing voor de hoge kosten van nutsvoorzieningen.

De toerismesector op alle drie de eilanden wordt door EZK gesteund met het maken van nieuwe strategische plannen. Hierin worden de eilanden meer als «duurzaam toerisme» bestemming gepositioneerd. De beleving van de unieke (onderwater) natuur staat hierbij centraal alsmede het actief betrekken van de lokale bevolking bij toerismeontwikkeling, geschoeid op lokale tradities en specialiteiten zodat deze economisch (meer) kunnen profiteren van de toerismeontwikkeling en groei. Op basis van de strategische plannen kan een gerichter marketingbeleid worden gevoerd om zo de toeristische sector zich verder te laten ontwikkelen. Door COVID-19 is de steun van EZK geïntensiveerd en is de nadruk nog meer komen te liggen op duurzaam toerisme met speciale aandacht voor veiligheid en gezondheid (o.a. «virus aware seal») om het onderscheidend vermogen van de eilanden nog sterker te benadrukken ten opzichte van andere eilanden in de regio.

Arbeidsbemiddeling en aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt

Het kabinet ondersteunt de openbare lichamen bij de uitvoering van de eilandelijke taak arbeidsbemiddeling. In de afgelopen jaren was een twinning met de gemeente Leiden hiervoor het belangrijkste vehikel. Met dit traject is de dienstverlening van de openbare lichamen, zowel gericht op werkzoekenden als op werkgevers, geprofessionaliseerd en gemoderniseerd.

De twinning met het openbaar lichaam Bonaire is eind september 2019 afgerond. De activiteiten die tijdens de twinning met Leiden zijn opgestart worden verder ontwikkeld en bestendigd in het jobcentrum (Plenchi di Trabou). Binnen het jobcentrum komen diensten voor werkzoekenden en werkgevers samen. Het openbaar lichaam Bonaire en de RCN-unit SZW werken hierin op één locatie samen. Doel is om de klant (of de burger) beter van dienst te kunnen zijn. De samenwerking kan desgewenst op termijn worden uitgebreid naar andere partners. In februari 2020 is de teamleider van het jobcentrum aangesteld. De werving voor medewerkers voor het jobcentrum is ondertussen gestart. De verwachting is dat het jobcentrum in of net na de zomer volledig operationeel zal zijn. Het Ministerie van SZW is nauw betrokken bij dit initiatief en maakt onderdeel uit van de stuurgroep voor het jobcentrum. Het ministerie stelt voor dit initiatief middelen en expertise beschikbaar.

Met het openbaar lichaam Bonaire wordt verder gewerkt aan de inzet van het instrument loonkostensubsidie voor werkgevers die aan mbo-studenten een bbl-plek bieden. Bbl is de beroepsbegeleidende leerweg in het mbo waarin studenten gemiddeld 4 dagen per week in dienst zijn bij een werkgever en 1 dag naar school gaan. Met de loonkostensubsidie ontvangt de werkgever een compensatie voor het feit dat hij een werknemer in dienst neemt die nog in opleiding is. Met het instrument loonkostensubsidie wordt een verhoging van het beschikbare aantal bbl-plekken beoogd, met name bij werkgevers in de zogenoemde tekortsectoren waarvoor nu nog veel werknemers uit het buitenland worden gerekruteerd. Het instrument wordt als een pilot ingezet om uit te proberen of op deze manier werkgevers over een drempel getrokken kunnen worden. Met het beschikbaar komen van meer bbl-plekken kunnen ook potentiele studenten over een drempel worden getrokken voor wie de meer op de school gesitueerde bol-leerweg een minder aantrekkelijke optie is. Met de tweede tranche voor de regio-envelop voor de BES komen daarnaast extra middelen beschikbaar voor de versterking van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Op dit moment wordt uitgewerkt hoe deze middelen op een goede manier kunnen worden ingezet.

De twinning met het openbaar lichaam Sint Eustatius is in maart 2020 formeel afgesloten, waarbij een inventarisatie is gedaan naar de behoefte aan vervolgondersteuning om de geleerde lessen duurzaam te borgen. Hiertoe zullen in de tweede helft van 2020 de eerste activiteiten worden ondernomen. Op Sint Eustatius wordt, net als op Bonaire, gewerkt aan steeds nauwere samenwerking tussen het openbaar lichaam en de RCN-unit SZW, die naar verwachting eveneens zal uitmonden in een één loket voor werkzoekenden en werkgevers.

De twinning met het openbaar lichaam Saba is in juli 2018 voortijdig beëindigd. Gesprekken tussen het ministerie en het openbaar lichaam hebben eind 2019 geleid tot de financiële ondersteuning in 2019 en 2020 van het project «Three steps to work». Dit initiatief van het openbaar lichaam Saba brengt meerdere arbeidsmarkttrajecten, die gericht zijn op de activering van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, samen. Het traject zal in de tweede helft van 2020 geëvalueerd worden.

Verbeteren arbeidsomstandigheden

Op het terrein van arbeidsomstandigheden wordt modernisering van wet- en regelgeving beoogd. Een conceptwetsvoorstel Arbeidsomstandighedenwet Caribisch Nederland is voor consultatie voorgelegd aan de bestuurscolleges en Centraal Dialoog. Ook is de RCN-unit SZW gevraagd een zogeheten «uitvoerings- en handhavingstoets» uit te brengen. Uit de ontvangen reacties blijkt steun op hoofdlijnen. Mede door COVID-19 is het proces vertraagd. De geplande datum voor inwerkingtreding van de nieuwe wet wordt doorgeschoven naar 1 januari 2022.

Paragraaf II – monitoring ijkpunt sociaal minimum

Indexering ijkpunt sociaal minimum

In de voortgangsrapportage 2019 is het ijkpunt voor het sociaal minimum voor vier verschillende huishoudsamenstellingen opgenomen. In Tabel 2 zijn de bedragen voor 2020 opgenomen.

Tabel 2: IJkpunt naar samenstelling huishouden 2020 (USD per maand)
 

Bonaire

Sint Eustatius

Saba

Alleenstaande

951

1.056

1.072

Alleenstaande met kind

1.245

1.365

1.424

Paar

1.340

1.455

1.517

Paar met kind

1.615

1.766

1.870

Het ijkpunt dat is vastgesteld voor 2020 per huishouden volgt uit het ijkpunt 2019 geïndexeerd aan de hand van het consumentenprijsindexcijfers voor 2019 zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit door de kostenposten waaruit het ijkpunt voor het sociaal minimum is opgebouwd te indexeren met de consumentenprijsindex per bestedingscategorie per eiland. De kostenposten waarvoor in het ijkpunt voor het sociaal minimum het beoogde effect van beleid al is meegenomen, zijn niet geïndexeerd. In dat geval zou een bedrag voor een kostenpost waarin het beoogde effect van beleid al is meegenomen verder dalen als gevolg van een negatieve ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer voor de betreffende bestedingscategorie.

Onderlinge verhouding tussen de inkomens en de kosten van levensonderhoud

Om tot een sociaal minimum te komen moeten de kosten van levensonderhoud en de inkomens van inwoners in Caribisch Nederland met elkaar in balans worden gebracht. Het verschil moet verkleind worden, om uiteindelijk te verdwijnen. Net als u hecht het kabinet er belang aan dat objectief wordt vastgesteld of het beoogde doel wordt bereikt. Om te beoordelen of het verschil tussen de inkomens en de kosten van levensonderhoud daadwerkelijk kleiner wordt, is inzicht in de onderlinge verhouding tussen de inkomens en de kosten van levensonderhoud van belang. Met het CBS zijn gesprekken gevoerd over de wijze waarop dit het beste kan worden vormgegeven op basis van beschikbare data.

In de brief aan de Eerste Kamer van 12 januari 202028 is toegezegd om in deze voortgangsrapportage de uitkomst van de gesprekken op te nemen. Voor het in kaart brengen van het aantal huishoudens met een besteedbaar inkomen ten opzichte van het voor het betreffende huishouden vastgestelde ijkpunt voor het sociaal minimum als aandeel van het totale aantal huishoudens, zijn inkomensgegevens van belang. Inkomensgegevens op basis van de CBS-inkomensstatistiek29 lopen achter op de huidige situatie omdat belastingen met een vertraging van twee jaar definitief vastgesteld worden. Dit betekent dat dit jaar de inkomensgegevens voor 2018 beschikbaar komen. Vanwege het gebrek aan recentere inkomensgegevens, kies ik ervoor om op basis van de inkomensgegevens uit 2018 te komen tot een nulmeting. Dit door voor 2018 te bezien hoe het besteedbaar inkomen per huishouden zich verhoudt tot het vastgestelde ijkpunt voor het sociaal minimum per huishouden. Hiertoe zal het in 2019 vastgestelde ijkpunt voor het sociaal minimum worden teruggerekend naar 2018 en worden weergegeven in een tabel. Het gaat om een soortgelijke tabel als tabel 5.2 uit het rapport van Regioplan.

In de brief waarmee uw Kamer in het najaar geïnformeerd wordt over de uitkomsten van het onderzoek naar de ruimte om het wettelijk minimumloon te verhogen, wordt deze tabel opgenomen30. Het is niet mogelijk om deze tabel eerder beschikbaar te stellen omdat de benodigde statistieken nog niet beschikbaar zijn. Om te komen tot een representatieve statistiek voor huishoudens in Caribisch Nederland, zal het aantal huishoudens zich niet beperken tot een alleenstaande, alleenstaande met kind, paar en paar met kind. Huishoudens met meerdere kinderen worden toegevoegd, zodat ook inzicht verkregen kan worden in het aantal kinderen dat opgroeit in armoede. Dit inzicht ontbreekt momenteel, zoals ook is benoemd in de brief van 9 april 2020 aan de Eerste Kamer over de nadere uitwerking van de ambities op het gebied van kinderarmoede31.

Paragraaf III – Ontwikkeling inkomen diverse huishoudsituaties32

Werkenden

Figuur 1: Ontwikkeling inkomen alleenstaande werkend (USD per maand)

Figuur 1: Ontwikkeling inkomen alleenstaande werkend (USD per maand)

In de periode 2019–2020 is het inkomen van eenverdieners op Bonaire, Sint Eustatius en Saba toegenomen met respectievelijk 6 procent, 3 procent en 5 procent.

Figuur 2: Ontwikkeling inkomen alleenstaande werkend met een kind (USD per maand)

Figuur 2: Ontwikkeling inkomen alleenstaande werkend met een kind (USD per maand)

In de periode 2019–2020 is het inkomen van eenverdieners met een kind op Bonaire, Sint Eustatius en Saba toegenomen met respectievelijk 8 procent, 4 procent en 7 procent.

Figuur 3: Ontwikkeling inkomen tweeverdieners (USD per maand)

Figuur 3: Ontwikkeling inkomen tweeverdieners (USD per maand)

In de periode 2019–2020 is het inkomen van tweeverdieners op Bonaire, Sint Eustatius en Saba toegenomen met respectievelijk 6 procent, 3 procent en 5 procent.

Figuur 4: Ontwikkeling inkomen tweeverdieners met een kind (USD per maand)

Figuur 4: Ontwikkeling inkomen tweeverdieners met een kind (USD per maand)

In de periode 2019–2020 is het inkomen van tweeverdieners met een kind op Bonaire, Sint Eustatius en Saba toegenomen met respectievelijk 7 procent, 3 procent en 6 procent.

Niet-werkenden

Figuur 5: Alleenstaande onderstand zelfstandig wonend (USD per maand)

Figuur 5: Alleenstaande onderstand zelfstandig wonend (USD per maand)

In de periode 2019–2020 is het inkomen van een alleenstaande zelfstandig wonende in de onderstand op Bonaire, Sint Eustatius en Saba toegenomen met respectievelijk 6 procent, 3 procent en 5 procent.

Figuur 6: Alleenstaande onderstand zelfstandig wonend met een kind (USD per maand)

Figuur 6: Alleenstaande onderstand zelfstandig wonend met een kind (USD per maand)

In de periode 2019–2020 is het inkomen van een alleenstaande zelfstandig wonende in de onderstand met een kind op Bonaire, Sint Eustatius en Saba toegenomen met respectievelijk 9 procent, 5 procent en 7 procent.

Figuur 7: Alleenstaande onderstand zelfstandig wonend arbeidsongeschikt (USD per maand)

Figuur 7: Alleenstaande onderstand zelfstandig wonend arbeidsongeschikt (USD per maand)

In de periode 2019–2020 is het inkomen van een alleenstaande zelfstandig wonende in de onderstand, die arbeidsongeschikt is, op Bonaire, Sint Eustatius en Saba toegenomen met respectievelijk 30 procent, 26 procent en 29 procent.

Figuur 8: Gehuwd onderstand zelfstandig wonend (USD per maand)

Figuur 8: Gehuwd onderstand zelfstandig wonend (USD per maand)

In de periode 2019–2020 is het inkomen van gehuwden in de onderstand, die zelfstandig wonen, op Bonaire, Sint Eustatius en Saba toegenomen met respectievelijk 6 procent, 3 procent en 5 procent.

Figuur 9: Gehuwd onderstand zelfstandig wonend een kind (USD per maand)

Figuur 9: Gehuwd onderstand zelfstandig wonend een kind (USD per maand)

In de periode 2019–2020 is het inkomen van gehuwden in de onderstand, die zelfstandig wonen met een kind, op Bonaire, Sint Eustatius en Saba toegenomen met respectievelijk 9 procent, 5 procent en 7 procent.

Figuur 10: Paar met volledige AOV (beiden AOV-gerechtigde leeftijd, USD per maand)

Figuur 10: Paar met volledige AOV (beiden AOV-gerechtigde leeftijd, USD per maand)

In de periode 2019–2020 is het inkomen van een paar AOV-gerechtigden met beiden een volledige AOV op Bonaire, Sint Eustatius en Saba toegenomen met respectievelijk 6 procent, 3 procent en 5 procent.

Figuur 11: AOV-gerechtigde (USD per maand, ervan uitgaande dat de betrokkene voldoet aan de voorwaarden voor de toeslag AOV)

Figuur 11: AOV-gerechtigde (USD per maand, ervan uitgaande dat de betrokkene voldoet aan de voorwaarden voor de toeslag AOV)

Vanwege de introductie van de toeslag AOV via de onderstand per 1 januari 2020 is de verwachting dat het inkomen van een AOV-gerechtigde in de periode 2019–2020 zal toenemen. De hoogte van de aanvulling vanuit de onderstand is afhankelijk van de woon- en leefsituatie van de betrokkene en het inkomen en vermogen.

Paragraaf IV – Bedragen Regioplan geïndexeerd per bestedingscategorie

In de brief aan de Eerste Kamer van 7 december 201833 is toegezegd om de cijfers uit het onderzoek van Regioplan jaarlijks te indexeren met de consumentenprijsindexcijfers. In de volgende drie tabellen zijn de uitgaven per maand op Bonaire, Sint Eustatius en Saba in 2020 weergeven. De bedragen uit het rapport van Regioplan (2018) zijn net als in 2019 geïndexeerd met de consumentenprijsindex per bestedingscategorie per eiland. Als door (ingezet) beleid een kostenverlaging wordt gerealiseerd, zal dit op termijn ook zichtbaar worden in de consumentenprijsindexcijfers per bestedingscategorie. Het is van belang om hierbij op te merken dat de beoogde kostenverlagingen niet van vandaag op morgen gerealiseerd zullen zijn. Reden is dat het terugbrengen van de kosten tot een redelijk niveau gepaard gaat met structurele wijzigingen. Bijvoorbeeld als het gaat om het verbeteren van de financiële toegankelijkheid van de kinderopvang en het terugbrengen van de kosten van wonen.

Tabel 3: Uitgaven per maand op Bonaire, USD
 

Alleenstaanden

Paar

Extra volwassenen

Extra kind (0–4)

Extra kind (4–12)

Extra kind (>12)

Woonuitgaven

           

Woonkosten (huur/hypotheek)

607

662

110

55

55

55

Water (en vastrecht)

33

55

11

17

11

11

Drinkwater uit de supermarkt

0

0

0

0

0

0

Aanvulling cisterns

0

0

0

0

0

0

Elektriciteit

0

0

0

0

0

0

Regulier elektriciteitsverbruik

47

75

21

28

21

21

Koeling huis

89

109

7

7

7

7

Verzekeringen

20

39

20

0

0

0

Bankrekening

0

0

0

0

0

0

Abonnementen

0

0

0

0

0

0

Telefoon, tv en internet

99

109

10

0

0

0

Vervoerskosten

148

178

21

0

0

0

Totale vaste uitgaven

1.044

1.228

200

106

94

94

Kleding

           

Reguliere kleding

27

54

27

27

16

16

Schooluniform

0

0

0

0

16

16

Onderhoud huis en tuin

           

Kleinschalig onderhoud en afschrijving inventaris

38

45

11

6

6

6

Legen/onderhoud beerput/septic tank (E)

3

3

3

0

3

3

Tuinafval/puin ophalen

3

3

0

0

0

0

Niet vergoede/extra ziektekosten

           

Tandarts

10

19

10

0

0

0

Persoonlijk onvermijdbare kosten (o.a. bril)

16

33

16

4

4

4

School- en studiekosten

           

Schriften, pennen, computer

0

0

0

0

6

20

Diverse reserveringsuitgaven (o.a. paspoort, speelgoed)

2

4

2

17

17

17

Totale reserveringsuitgaven

100

161

70

54

68

82

Eten en drinken

210

398

189

126

105

126

Huishoudelijke uitgaven

           

Was- en schoonmaakartikelen

8

14

8

6

4

4

Toilet- en keukenpapier

5

10

5

0

3

3

Gas (voedselbereiding)

7

8

1

1

1

1

Persoonlijke verzorging

0

0

0

0

0

0

Diversen (zeep, tandpasta, maandverband etc.)

8

16

8

4

2

2

Kapper

8

16

8

4

8

8

Niet vergoede medicijnen/drogisterijartikelen

8

16

8

3

3

3

Luiers

0

0

0

59

0

0

Kinderopvang

0

0

0

197

79

0

Totaal huishoudelijke uitgaven

253

478

227

400

205

147

Sociale participatie

           

Giften voor verjaardagen, feestjes

10

15

5

0

0

0

Recreatie, uitgaan, hobby's (inclusief sport)

5

8

5

0

0

0

Jaarlijkse reis van het eiland (bezoek familie)

31

63

31

16

31

31

Totale uitgaven aan sociale participatie

46

85

41

16

31

31

Totale kosten voor levensonderhoud

1.443

1.952

537

575

398

354

Tabel 4: Uitgaven per maand op Sint Eustatius, USD
 

Alleenstaanden

Paar

Extra volwassenen

Extra kind (0–4)

Extra kind (4–12)

Extra kind (>12)

Woonuitgaven

           

Woonkosten (huur/hypotheek)

606

657

101

51

51

51

Water (en vastrecht)

43

72

14

25

15

15

Drinkwater uit de supermarkt

0

0

0

0

0

0

Aanvulling cisterns

0

0

0

0

0

0

Elektriciteit

58

86

28

30

20

20

Regulier elektriciteitsverbruik

0

0

0

0

0

0

Koeling huis

0

0

0

0

0

0

Verzekeringen

20

40

20

0

0

0

Bankrekening

0

0

0

0

0

0

Abonnementen

0

0

0

0

0

0

Telefoon, tv en internet

124

134

10

0

0

0

Vervoerskosten

179

179

16

0

0

0

Totale vaste uitgaven

1.030

1.167

189

106

86

86

Kleding

           

Reguliere kleding

27

54

27

27

16

16

Schooluniform

0

0

0

0

16

16

Onderhoud huis en tuin

           

Kleinschalig onderhoud en afschrijving inventaris

43

51

12

7

7

7

Legen/onderhoud beerput/septic tank (E)

4

4

4

0

4

4

Tuinafval/puin ophalen

3

3

0

0

0

0

Niet vergoede/extra ziektekosten

           

Tandarts

10

19

10

0

0

0

Persoonlijk onvermijdbare kosten (o.a. bril)

16

32

16

4

4

4

School- en studiekosten

           

Schriften, pennen, computer

0

0

0

0

6

21

Diverse reserveringsuitgaven (o.a. paspoort, speelgoed)

2

4

2

17

17

17

Totale reserveringsuitgaven

106

167

71

55

71

86

Eten en drinken

214

407

193

127

107

127

Huishoudelijke uitgaven

           

Was- en schoonmaakartikelen

8

14

8

6

4

4

Toilet- en keukenpapier

5

10

5

0

3

3

Gas (voedselbereiding)

9

10

9

2

2

2

Persoonlijke verzorging

0

0

0

0

0

0

Diversen (zeep, tandpasta, maandverband etc.)

8

16

8

4

2

2

Kapper

8

16

8

4

7

7

Niet vergoede medicijnen/drogisterijartikelen

7

14

7

3

3

3

Luiers

0

0

0

61

0

0

Kinderopvang

0

0

0

182

61

0

Totaal huishoudelijke uitgaven

260

488

238

389

189

149

Sociale participatie

           

Giften voor verjaardagen, feestjes

10

16

5

0

0

0

Recreatie, uitgaan, hobby's (inclusief sport)

6

9

6

0

0

0

Jaarlijkse reis van het eiland (bezoek familie)

42

84

42

21

42

42

Totale uitgaven aan sociale participatie

59

109

53

21

42

42

Totale kosten voor levensonderhoud

1.454

1.930

552

571

388

362

Tabel 5: Uitgaven per maand op Saba, USD
 

Alleenstaanden

Paar

Extra volwassenen

Extra kind (0–4)

Extra kind (4–12)

Extra kind (>12)

Woonuitgaven

           

Woonkosten (huur/hypotheek)

700

754

108

54

54

54

Water (en vastrecht)

0

0

0

0

0

0

Drinkwater uit de supermarkt

27

54

27

32

22

27

Aanvulling cisterns

19

40

19

10

19

19

Elektriciteit

90

136

27

32

20

20

Regulier elektriciteitsverbruik

0

0

0

0

0

0

Koeling huis

0

0

0

0

0

0

Verzekeringen

20

41

20

0

0

0

Bankrekening

10

10

10

0

0

0

Abonnementen

0

0

0

0

0

0

Telefoon, tv en internet

103

111

9

0

0

0

Vervoerskosten

187

208

21

0

0

0

Totale vaste uitgaven

1.157

1.354

241

128

115

121

Kleding

           

Reguliere kleding

30

60

30

30

19

19

Schooluniform

0

0

0

0

16

16

Onderhoud huis en tuin

           

Kleinschalig onderhoud en afschrijving inventaris

48

55

14

7

7

7

Legen/onderhoud beerput/septic tank (E)

5

5

5

0

5

5

Tuinafval/puin ophalen

3

3

0

0

0

0

Niet vergoede/extra ziektekosten

           

Tandarts

10

18

10

0

0

0

Persoonlijk onvermijdbare kosten (o.a. bril)

15

31

15

4

4

4

School- en studiekosten

           

Schriften, pennen, computer

0

0

0

0

5

19

Diverse reserveringsuitgaven (o.a. paspoort, speelgoed)

2

4

2

17

17

17

Totale reserveringsuitgaven

113

177

76

59

74

88

Eten en drinken

227

431

204

134

113

134

Huishoudelijke uitgaven

           

Was- en schoonmaakartikelen

8

15

8

6

4

4

Toilet- en keukenpapier

5

11

5

0

3

3

Gas (voedselbereiding)

13

15

2

2

2

2

Persoonlijke verzorging

0

0

0

0

0

0

Diversen (zeep, tandpasta, maandverband etc.)

8

16

8

4

2

2

Kapper

8

16

8

4

8

8

Niet vergoede medicijnen/drogisterijartikelen

8

15

8

3

3

3

Luiers

0

0

0

61

0

0

Kinderopvang

0

0

0

154

87

0

Totaal huishoudelijke uitgaven

277

519

244

368

223

157

Sociale participatie

           

Giften voor verjaardagen, feestjes

10

15

5

0

0

0

Recreatie, uitgaan, hobby's (inclusief sport)

5

8

5

0

0

0

Jaarlijkse reis van het eiland (bezoek familie)

37

74

37

19

37

37

Totale uitgaven aan sociale participatie

52

96

47

19

37

37

Totale kosten voor levensonderhoud

1.600

2.147

608

574

449

402


X Noot
1

Letter N heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 35 300 IV.

X Noot
2

Dit Kamerstuk was eerder abusievelijk met de letter M gepubliceerd.

X Noot
3

Kamerstukken II, 2018/2019, 35 000 IV, nr. 61.

X Noot
4

Kamerstukken II, 2018/2019, 35 000 IV, nr. 61.

X Noot
5

Conform de situatie in Europees Nederland ligt het voor de hand dat de onderstand voor een alleenstaande op den duur uitkomt op het ijkpunt voor het sociaal minimum en dat het wettelijk minimumloon hier ruim boven ligt. De verhouding tussen de onderstand en het wettelijk minimumloon komt daarmee voor een alleenstaande op den duur ten hoogste uit op 70% van het minimumloon. Voor gehuwden of samenwonenden gaat het per persoon om een uitkering op 50% van het minimumloon.

X Noot
6

Op Saba is geen Centraal Dialoog en zal de consultatie op andere wijze plaatsvinden.

X Noot
8

De kostprijs verlagende subsidie is in 2020 niet van toepassing voor kinderopvangorganisaties gevestigd op Saba. Op Saba bestaat reeds een subsidiestelsel en zijn de kosten voor kinderopvang voor ouders in verhouding tot Bonaire en Sint Eustatius lager en zou een verlaging van de ouderbijdrage in relatie tot de hoogte van de minimale ouderbijdrage zeer beperkt zijn. Om die reden heeft Saba besloten om in 2020 niet aan de tijdelijke subsidieregeling deel te nemen.

X Noot
9

De openbare lichamen kunnen hiervoor de financiële middelen die vrijvallen binnen de begroting van de openbare lichamen als gevolg van het programma BES(t) 4 kids inzetten.

X Noot
10

Kamerstukken II, 2019/2020, 35 300 IV, nr. 61.

X Noot
11

Kamerstukken II, 2019/2020, 29 697, nr. 82.

X Noot
12

Kamerstukken II, 2018/2019, 35 000 IV, nr. 61.

X Noot
13

Kamerstukken II, 2019/2020, 35 420, nr. 25.

X Noot
14

Voor wat betreft de kosten van drinkwater gaat het om het aansluittarief op Saba en Sint Eustatius, vergroting van wateropslagcapaciteit op Saba.

X Noot
15

Kamerstukken II, 2018/2019, 35 000 IV, nr. 61.

X Noot
16

Kamerstukken I 2018/19, 35 000 IV, nr. C.

X Noot
17

Kamerstukken I 2019/20, 35 300 IV, nr. J.

X Noot
18

Conform de situatie in Europees Nederland ligt het voor de hand dat de onderstand voor een alleenstaande op den duur uitkomt op het ijkpunt voor het sociaal minimum en dat het wettelijk minimumloon hier ruim boven ligt. De verhouding tussen de onderstand en het wettelijk minimumloon komt daarmee voor een alleenstaande op den duur ten hoogste uit op 70% van het minimumloon. Voor gehuwden of samenwonenden gaat het per persoon om een uitkering op 50% van het minimumloon.

X Noot
19

Kamerstukken II 2019/20, 35 000 IV, nr. 69.

X Noot
20

Kamerstukken II, 2019/2020, bijlage bij nr. 12, item 8.

X Noot
21

Kamerstukken II 2017/18, 34 775-IV, nr. 45.

X Noot
22

Kamerstukken II 2019/20, 35 300 IV, nr. 42.

X Noot
23

Kamerstukken II 2018/19, 35 000 IV, nr. 9.

X Noot
24

Stb. 2017, 189.

X Noot
26

Kamerstukken II 2019/20, 31 322, nr. 411.

X Noot
27

Kamerstukken II, 2019/2020, 29 697, nr. 82.

X Noot
28

Kamerstukken I, 2019/20, 35 300 IV, nr. J.

X Noot
29

Hierbij moet worden aangemerkt dat informele inkomsten door het CBS niet worden meegenomen, maar in praktijk wel vaak voorkomen.

X Noot
30

Aangezien informele inkomsten door het CBS niet worden meegenomen in de statistieken, zal het werkelijke aandeel huishoudens met een inkomen onder het vastgestelde ijkpunt voor het sociaal minimum in de praktijk naar verwachting lager liggen.

X Noot
31

Kamerstukken I, 2019/20, 35 300 XV, nr. G.

X Noot
32

Het gaat om inkomen waarbij geen rekening is gehouden met belastingen. Vanwege de hoogte van de belastingvrije som en het bruteren van de uitkeringen zal dit vaak niet aan de orde zijn.

X Noot
33

Kamerstukken I 2018/19, 35 000 IV, nr. C.

Naar boven