Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 300 IIB Vaststelling van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2020

Nr. 2 Memorie van toelichting

Vergaderjaar 2019‒2020

INHOUDSOPGAVE

Blz.

A.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

2

B.

BEGROTINGSTOELICHTING

3

1.

LEESWIJZER

3

2.

BELEIDSARTIKELEN

5

Artikel 1. Raad van State

5

Artikel 2. Algemene Rekenkamer

8

Artikel 3. De Nationale ombudsman

11

Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

15

Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

17

Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

20

Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

23

Artikel 9. Kiesraad

26

3.

NIET-BELEIDSARTIKEL

28

Artikel 10. Nog onverdeeld

28

4.

BIJLAGEN

29

Bijlage 1: Zelfstandige bestuursorganen en rechtspersonen

29

Bijlage 2: Verdiepingsbijlage

30

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsartikel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.H. Ollongren

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

Algemeen

Voor u ligt de begroting 2020 van de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB).

Groeiparagraaf

Bij de Nationale Ombudsman heeft een naamswijziging van de artikelonderdelen plaatsgevonden. Artikelonderdeel 3.1 wordt gewijzigd in «Taakuitoefening Nationale Ombudsman» (was «Reguliere Klachten») en artikel 3.2 wordt «Taakuitoefening medeoverheden» (was «klachten van lagere overheden»).

Beleidsagenda

Een college dient, conform de Comptabiliteitswet 2016, artikel 2.1 lid 7 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat deze niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsagenda.

Beleidsartikelen

Deze begroting is opgebouwd uit de volgende beleidsartikelen:

  • artikel 1 Raad van State;

  • artikel 2 Algemene Rekenkamer;

  • artikel 3 De Nationale ombudsman;

  • artikel 4 Kanselarij der Nederlandse Orden;

  • artikel 6 Kabinet van de Gouverneur van Aruba;

  • artikel 7 Kabinet van de Gouverneur van Curaçao;

  • artikel 8 Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten; en

  • artikel 9 Kiesraad.

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

A Algemene doelstelling;

B Rol en verantwoordelijkheid;

C Beleidswijzigingen;

D Tabel budgettaire gevolgen van beleid; en

E Toelichting op de instrumenten.

Budgetflexibiliteit

In de tabellen budgettaire gevolgen van beleid is geen informatie opgenomen over de budgetflexibiliteit, omdat het grotendeels apparaatsuitgaven betreft.

Niet-beleidsartikel

De begroting bevat het volgende niet-beleidsartikel:

  • artikel 10 Nog onverdeeld.

De begroting IIB valt onder de niet-departementale begrotingen. Vanwege een afwijkend regime kent deze begroting geen centraal apparaatsartikel.

Bijlagen

Bijlage 1 betreft de bijlage Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen.

Bijlage 2 bevat de verdiepingsbijlage voor de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. Het uitgangspunt is om daar de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2019 (RBV 2019) is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

Tabel 1 Ondergrens (staffel) op basis van de RBV 2019

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € mln.)

Technische mutaties (ondergrens in € mln.)

1. Raad van State

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

2. Algemene Rekenkamer

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

3. De Nationale ombudsman

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

4. Kanselarij der Nederlandse Orden

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

6. Kabinet Gouverneur Aruba

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

7. Kabinet Gouverneur Curaçao

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

8. Kabinet Gouverneur Sint Maarten

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

9. Kiesraad

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

10. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

2. BELEIDSARTIKELEN

Artikel 1. Raad van State

A. Algemene doelstelling

Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.

De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.

De Afdeling Advisering van de Raad van State is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1

C. Beleidswijzigingen

In haar brief van 17 april 2018 heeft de Minister van BZK de Tweede Kamer geïnformeerd over de afronding van de tijdens het Verantwoordingsdebat 2016 door de Minister van Financiën toegezegde taken- en middelenanalyse (Kamerstukken II, 2017/18, 34775 IIB, nr. 5). Daarbij is vastgesteld dat met een aantal budgettaire aanpassingen de middelen van de Hoge Colleges van Staat voor deze kabinetsperiode aansluiten bij de wettelijke noodzakelijke taakuitvoering. De wijzigingen met betrekking tot de Raad van State zijn deels reeds meegenomen in de begroting van het jaar 2019 en worden deels meegenomen in deze begroting. In de toelichting bij de artikelonderdelen worden de wijzigingen voor het begrotingsjaar 2020 genoemd.

Het wetgevingsproces van het initiatiefvoorstel voor een Klimaatwet (Kamerstukken I, 2018/19, 34534) is in mei 2019 afgrond. Het voorstel voorziet in een nieuwe wettelijke taak van de Afdeling advisering van de Raad van State. Zij zal adviseren over de jaarlijkse Klimaatnota en het vijfjaarlijks Klimaatplan.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid art. 1 Raad van State (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

63.633

65.362

67.034

63.056

60.881

60.426

60.426

Uitgaven

60.428

65.362

67.034

63.056

60.881

60.426

60.426

1.1

Advisering

5.193

6.271

6.545

6.282

6.282

6.282

6.282

1.2

Bestuursrechtspraak

28.598

34.167

37.286

34.207

32.023

31.559

31.559

1.4

Raad van State gemeenschappelijke diensten

26.637

24.924

23.203

22.567

22.576

22.585

22.585

Ontvangsten

1.704

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

E. Toelichting op de instrumenten

1.1 Advisering

De Afdeling advisering van de Raad van State is adviseur van regering en parlement voor wetgeving en bestuur. Zij adviseert over onder meer (initiatief) wetsvoorstellen, algemene maatregelen van bestuur, goedkeuringswetten voor internationale verdragen en de miljoenennota. Verder brengt zij gevraagde voorlichtingen en ongevraagde adviezen uit. Daarnaast heeft zij een taak als onafhankelijke begrotingsautoriteit en schrijft de Klimaatwet voor dat de Afdeling wordt gehoord over het Klimaatplan, de Klimaatnota en de Voortgangsrapportage. Het doel van deze laatste taak is het regeringsbeleid normatief te toetsen en bestuurlijk te wegen in het licht van het realiseren van de klimaatdoelstellingen.

De Afdeling heeft voor zichzelf een ambitie geformuleerd om eerder, breder en scherper te adviseren en daarbij haar externe profiel te versterken. Dit betekent dat zij regelmatiger eerder in het proces van wetgeving betrokken zal zijn en vaker thematisch, los van concrete wetsvoorstellen, zal adviseren. Daartoe behoort ook dat de Afdeling advisering vaker en in een vroeger beleidsstadium door de regering of door één der Kamers kan worden gevraagd om voorlichting te verstrekken. Daarnaast zal zij meer aandacht schenken aan communicatie en toegankelijker taalgebruik.

In onderstaande tabel zijn de realisatie, de verwachte instroom en de planning van afhandeling van adviesaanvragen door de Afdeling advisering weergegeven.

Tabel 3 Instroom en afhandeling adviesaanvragen (in aantallen)1

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Instroom

410

400

400

400

400

400

400

Uitstroom

392

400

400

400

400

400

400

X Noot
1

Bron: Meerjarenraming Afdeling advisering

Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).

1.2 Bestuursrechtspraak

Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten.

De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Algemene kamer, de Vreemdelingenkamer en de Ruimtelijke-Ordeningskamer. Met het oog op de komst van de Omgevingswet (vooralsnog voorzien in 2021) bereidt de Afdeling zich voor door begin 2020 de Ruimtelijke ordeningskamer en een deel van de Algemene kamer tezamen in te richten als Omgevingskamer.

Instroom van zaken

In de uitgavenraming Bestuursrechtspraak zijn als gevolg van de verhoogde prognose van de instroom van beroepszaken in het jaar 2020 en 2021 extra begrotingsmiddelen toegevoegd ter bekostiging van het Hoger Beroep Vreemdelingen.

In onderstaande tabel zijn de in het begrotingsjaar 2018 gerealiseerde uitstroom van zaken en de instroomverwachting voor de jaren 2019 ‒ 2024 weergegeven. In de instroomverwachting is vooralsnog verondersteld dat de nieuwe Omgevingswet niet leidt tot wijziging van de instroom van zaken.

Tabel 4 Uitstroom en instroom van zaken Afdeling bestuursrechtspraak (in aantallen)1

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Ruimtelijke-Ordeningskamer

1.107

1.300

0

0

0

0

0

Omgevingskamer

0

0

2.700

2.700

2.700

2.700

2.700

Algemene kamer

3.816

3.600

2.200

2.200

2.200

2.200

2.200

Vreemdelingenkamer

8.558

10.270

10.400

10.400

10.260

10.260

10.260

Totaal bestuursrechtspraak

13.481

15.170

15.300

15.300

15.160

15.160

15.160

X Noot
1

Bron: Meerjarenraming Afdeling bestuursrechtspraak

1.4 Raad van State gemeenschappelijke diensten

Voor een optimale efficiëntie en doelmatigheid worden de Raad en zijn afdelingen advisering en bestuursrechtspraak ondersteund door één gemeenschappelijke ambtelijke organisatie. Dit wordt tot uitdrukking gebracht in de onderverdeling van het uitgavenartikel. Deze onderverdeling vergroot de inzichtelijkheid van de uitgaven en draagt op die manier bij aan de transparantie van de overheidsfinanciën.

De gemeenschappelijke diensten omvatten functies die werken ten behoeve van de inhoudelijke en logistieke ondersteuning van de Raad als geheel en beide afdelingen en zijn ondergebracht in verschillende directies.

Ontvangsten

De ontvangsten van de Raad van State bestaan in hoofdzaak uit griffierechten.

Artikel 2. Algemene Rekenkamer

A. Algemene doelstelling

De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Zij heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te helpen verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.

De wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat is vastgelegd in de Grondwet (artikel 76 en artikel 105.3) en in de Comptabiliteitswet 2016.

Hierin ligt enerzijds de basis van de klassieke wettelijke opdracht om jaarlijks de rechtmatigheid te onderzoeken van het financieel beheer van het Rijk en een goedkeurende verklaring te geven bij de Rijksrekening. Het wettelijk kader bevat naast controle op rechtmatigheid anderzijds ook de opdracht om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid te onderzoeken. De taken van de Algemene Rekenkamer vereisen een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Het vereist niet alleen een degelijke wettelijke basis, maar ook een bestendige financiële basis, die de ruimte om in onafhankelijkheid keuzes te kunnen maken ondersteunt.

De Algemeen Rekenkamer dient geen ander belang dan het goed en integer functioneren en presteren van het openbaar bestuur. De Algemene Rekenkamer laat op onpartijdige wijze zien hoe de rijksoverheid, inclusief de daaraan verbonden organen, in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk zijn, ongeacht de samenstelling van het parlement en het kabinet. Daarmee wil zij ook een bijdrage leveren aan het vertrouwen van burgers dat de overheid zorgvuldig, zuinig en zinnig omgaat met publiek geld.

De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare en relevante informatie, aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het beleid van een minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel voor het publiek toegankelijk. De Algemene Rekenkamer bepaalt zelf welke onderzoeken zij openbaar maakt. Twee keer per jaar actualiseert en publiceert de Algemene Rekenkamer haar lopende onderzoeksagenda.

Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland. Hoofdstuk 7 van de Comptabiliteitswet 2016 verschaft een wettelijke basis voor het uitvoeren van internationale werkzaamheden die aansluiten bij de wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie (Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4).

C. Beleidswijzigingen

Op grond van de strategie ‘Inzicht als basis voor vertrouwen’ kiest de Algemene Rekenkamer er nadrukkelijk voor publiek geld scherp te volgen.2 Daarbij ligt de focus op terreinen waar de functie van de Rekenkamer de meeste toegevoegde waarde heeft. Dit heeft de laatste jaren geresulteerd in een aantal Rekenkamerbrede onderzoeksprogramma’s. Besloten is dat deze programma’s voorlopig doorlopen. Voor 2020 worden voorstellen voor nieuwe thematische onderzoeksprogramma’s geformuleerd. 2020 is tevens het laatste jaar van de huidige strategische periode.

De meerjarenbegroting is met ingang van 2019 trapsgewijs structureel aangepast, zodat de middelen aansluiten bij de wettelijke noodzakelijke taakuitvoering. Dit is in deze begroting verwerkt. Hierdoor kan de organisatie zich in 2020 versterken en waar nodig aanpassen aan de huidige behoeften qua bemensing in het licht van de strategie van de Algemene Rekenkamer.

In de voorbereiding voor 2020 zal een besluit genomen worden over de toekomstige huisvesting van de Algemene Rekenkamer. De precieze financiële effecten hiervan (incidentele en structurele kosten) laten zich op dit moment nog niet inschatten. De Algemene Rekenkamer is hierover in gesprek met het Ministerie van BZK en het Rijksvastgoedbedrijf.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr

Verplichtingen

31.088

32.104

33.140

32.720

33.236

33.242

33.243

Uitgaven

30.574

32.104

33.140

32.720

33.236

33.242

33.243

2.1

Recht- en doelmatigheidsbevordering

30.574

32.104

33.140

32.720

33.236

33.242

33.243

Ontvangsten

1.592

1.217

1.217

1.217

1.217

1.217

1.217

E. Toelichting op de instrumenten

2.1 Recht- en doelmatigheidsbevordering

De Algemene Rekenkamer heeft voor 2020 vier hoofddoelen voor ogen:

Doorontwikkeling van het verantwoordingsonderzoek

Het jaarlijkse onderzoek ten behoeve van de goedkeurende verklaring bij de Rijksrekening blijft op het niveau van de internationale kwaliteitseisen en zal in 2020 inhoudelijk worden doorontwikkeld. Waar nodig wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van dit werk.

Intensivering doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek

Het doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek als bedoeld in artikel 7.16 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt versterkt. In 2019 zijn voorstellen voor nieuwe onderzoeksprogramma’s geformuleerd, die in 2020 en verder zullen worden uitgevoerd. Nieuwe technologische mogelijkheden en data-analyse zullen verder worden toegepast. De Algemene Rekenkamer investeert in kwaliteit, innovatie en in de samenwerking met externe partners.

Versterking van de personele organisatie

Op basis van het strategische personeelsbeleid (SPP) wordt de onderzoekcapaciteit en de organisatie verder versterkt, onder meer met personele expertise op ICT-gebied en data-analysten.

Versterking interne bedrijfsvoering

In 2020 wordt ingezet op verdere verbetering van de interne bedrijfsvoering, waaronder het verplichtingenproces, het inkoopbeleid en het contractenregister.

Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).

Ontvangsten

De ontvangsten van de Algemene Rekenkamer bestaan voornamelijk uit vergoedingen voor detacheringen en vergoedingen voor de ondersteuning van zusterorganisaties in het buitenland in het kader van institutionele versterkingsprojecten.

Artikel 3. De Nationale ombudsman

A. Algemene doelstelling

De burger heeft recht op behoorlijke behandeling door de overheid. Meestal gebeurt dat ook, maar het lukt niet altijd. Dan kan de burger terecht bij de Nationale ombudsman. De missie van de Nationale ombudsman is: Wij geloven dat het perspectief van burgers geborgd moet worden in alles wat de overheid doet.

Door burgers (op weg) te helpen als het misgaat tussen hen en de overheid.

Door burgers de weg te wijzen naar het juiste loket. Door ze op weg te helpen met adviezen en tools. En door op een effectieve manier onderzoek te doen (reactief).

Door overheden uit te dagen anders te kijken naar diensten, processen en innovaties.

Door met een team van specialisten te kijken naar alles wat de overheid doet. Door na te denken over manieren waarop het anders en beter kan. Met meer oog voor het perspectief van de burger. Om overheden hier vervolgens op aan te spreken. En ze uit te dagen om zaken te verbeteren (proactief).

De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman hebben tot doel te bevorderen dat de rechten van respectievelijk jeugdigen en veteranen worden geëerbiedigd door bestuursorganen en door privaatrechtelijke organisaties. De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman zijn onderdeel van de Nationale ombudsman.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.3

C. Beleidswijzigingen

Versterken klachtbehandeling en dienstverlening door de overheid

In de Voorjaarsnota 2019 is besloten dat de Nationale ombudsman extra middelen tot zijn beschikking krijgt om de komende jaren de klachtbehandeling en de dienstverlening door de overheid te versterken. Dit doet de Nationale ombudsman omdat de maatschappij in een rap tempo verandert. Mensen uiten hun onvrede en stellen hun vragen over en aan de overheid via meer kanalen en er komen steeds nieuwe kanalen bij. De digitalisering van de samenleving, en ook die van de overheid, gaat snel en voor veel burgers is de voortschrijdende digitalisering niet (meer) bij te benen. Dit is ook van invloed op de mogelijkheid om direct contact met de overheid te krijgen. Mensen kijken ook anders naar instituties als de Nationale ombudsman. Dit vraagt van de ombudsman een andere werkwijze die gebaseerd is op drie pijlers.

Iedereen telt mee

De ombudsman heeft, net als andere instanties, moeite bepaalde groepen te identificeren en te bereiken. Dit zijn vooral burgers die minder zelfredzaam en vaak meer afhankelijk van de overheid zijn (zoals mensen met schulden). Dit vraagt extra tijd en aandacht van de ombudsman. Daarom richten we onze communicatie en dienstverlening anders in, zodat we hen beter (op weg) helpen. We werken aan fysieke aanwezigheid in de regio’s, omdat de doelgroepen die wij nog niet bereiken vaak lokaal georiënteerd zijn. Ook de online aanwezigheid en bereikbaarheid van de organisatie passen we hierop aan (denk onder meer aan een chatfunctie en een online platform). Meer zelfredzame burgers helpen we met vragen en antwoorden verder via onze website.

Dit draagt bij aan één van de beleidsprioriteiten van het kabinet. Dat alle mensen het gevoel hebben dat de overheid er voor hen is. We helpen zo de afstand tussen burger en overheid te verkleinen.

Burgerperspectief in een veranderende samenleving

Aan de hand van wat de ombudsman ophaalt uit contacten met burgers, de overheid- en andere organisaties en het monitoren van media, waaronder social media, wordt de keuze gemaakt om een aantal thema's speciale aandacht te geven door het uitvoeren van omgevingsanalyses, het uitvoeren van onderzoek uit eigen beweging, waar mogelijk in coproductie met derden, het organiseren van kennissessies, het bijwonen van gerelateerde bijeenkomsten etc. Dit vraagt ook om het (doen) managen van belangrijke stakeholders om het (externe) netwerk te onderhouden en het bijhouden en delen van relevante literatuur. Op deze manier wil de ombudsman de gesignaleerde problemen proactief aankaarten.

Door op een effectieve manier te focussen op relevante maatschappelijke problemen draagt de ombudsman bij aan het bevorderen van een goede dienstverlening door overheidsinstanties, waarbij het perspectief van de burger centraal staat.

Duurzaam versterken klachtbehandeling overheidsinstanties

Wij willen onze kennis op het gebied van klachtbehandeling in de relatie burger- overheid delen. Hiermee draagt de ombudsman bij aan een goed functionerend openbaar bestuur. We willen op dit vlak ook meer proactief en structureel werken. Zo kunnen we de eerstelijns klachtbehandeling bij de overheidsinstanties duurzaam versterken. We zien bij overheden een ontwikkeling naar verdere professionalisering op dit terrein en willen daar met onze kennis aan bijdragen. Door overheden uit te dagen op een andere manier naar klachtbehandeling te kijken en de eerstelijns klachtbehandeling te professionaliseren, dragen wij direct bij aan het verbeteren van de relatie tussen burger en overheid.

Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

17.949

18.936

19.800

19.441

19.540

19.560

19.560

Uitgaven

18.339

18.936

19.800

19.441

19.540

19.560

19.560

3.1

Taakuitoefening Nationale ombudsman

16.089

16.763

17.627

17.268

17.367

17.387

17.387

3.2

Taakuitoefening medeoverheden

2.250

2.173

2.173

2.173

2.173

2.173

2.173

Ontvangsten

2.357

2.189

2.189

2.189

2.189

2.189

2.189

E. Toelichting op de instrumenten

3.1 Taakuitoefening Nationale ombudsman

De Nationale ombudsman behandelt op verzoek klachten over het optreden van de overheid. De organisatie doet dit onder andere door het plegen van interventies, het schrijven van rapporten, het doen van aanbevelingen en het uitvoeren van bemiddelingen. Daarnaast werkt de Nationale ombudsman steeds meer op een proactieve wijze door het adviseren en informeren van burgers en instanties, maar ook het schrijven van artikelen en het geven van lezingen en aandacht in de media zijn belangrijke instrumenten om de doelen te behalen.

Een voor de Nationale ombudsman belangrijke manier van proactief werken, is het uitvoeren van onderzoek uit eigen beweging naar de relatie burger - overheid. De aanleiding hiervoor kan zijn dat hij over een bepaald onderwerp veel klachten ontvangt. Of er kan maatschappelijke onrust zijn over een onderwerp. Vaak is het een combinatie van beiden. De conclusies en aanbevelingen op basis van een dergelijk onderzoek gaan niet over een enkel geval, maar richten zich op uitvoering in algemene zin. De onderzoeken uit eigen beweging worden gedeeltelijk bepaald door de onderzoeksagenda die is gebaseerd op onze thema’s.

De Kinderombudsman bevordert dat de rechten van jeugdigen worden geëerbiedigd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties, door middel van het voorlichten en geven van informatie over de rechten van jeugdigen, het gevraagd en ongevraagd advies geven aan de regering en de Tweede Kamer over wetgeving en beleid dat rechten van jeugdigen raakt, het doen van onderzoek naar eerbiediging van de rechten van jeugdigen naar aanleiding van klachten of uit eigen beweging. Ook houdt de Kinderombudsman toezicht op de wijze waarop klachten van jeugdigen of hun wettelijke vertegenwoordigers door de daartoe bevoegde instanties worden behandeld.

De Veteranenombudsman bevordert dat de rechten van veteranen worden geëerbiedigd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties. Naast de behandeling van klachten van veteranen, voert de Veteranenombudsman ook onderzoeken uit eigen beweging uit bij structurele aandachtpunten. Daarnaast heeft de Veteranenombudsman ook de taak om regering en Tweede Kamer te informeren over zijn bevindingen. De Veteranenombudsman adviseert gevraagd én ongevraagd de regering en Tweede Kamer over de uitvoering van de Veteranenwet en over beleid dat een behoorlijke behandeling van veteranen raakt.

De Nationale ombudsman ontvangt zowel klachten over de rijksoverheid als klachten over de mede overheden zowel in Nederland als in Caribisch Nederland. Door het behandelen van klachten en het uitvoeren van onderzoek op eigen initiatief in Caribisch Nederland draagt de Nationale ombudsman bij aan goed bestuur op deze eilanden. Het instituut toetst onafhankelijk de gedragingen van het bestuur.

Tabel 7 Aantal klachten rijksoverheid

2016

2017

2018

Nationale ombudsman

28.080

23.240

23.230

Kinderombudsman

3.290

2.450

2.000

Veteranenombudsman

120

150

200

Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).

3.2 Taakuitoefening medeoverheden

Naast de provincies, de waterschappen en bijna alle gemeenschappelijke regelingen zijn 73% van de 355 (stand per 1 januari 2019) gemeenten aangesloten bij de Nationale ombudsman voor hun klachtbehandeling. Mede door deze hoge dekkingsgraad fungeert de Nationale ombudsman als kenniscentrum voor klachtbehandeling door medeoverheden.

Tabel 8 Aangesloten gemeenten bij de Nationale ombudsman

2016

2017

2018

percentage aangesloten gemeenten

70%

71%

73%

Ontvangsten

De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de activiteiten van de Nationale ombudsman in opdracht van provincies, waterschappen en gemeenten en voor de uitvoering van internationale projecten.

Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

A. Algemene doelstelling

De Kanselarij der Nederlandse Orden (KNO) is bij Koninklijk Besluit (KB) van 3 juni 1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:

  • het Kapittel der Militaire Willems-Orde en het Kapittel voor de Civiele Orden huisvest en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;

  • zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken ministeries; en

  • zorgt dat registers worden aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen.

Kapittel der Militaire Willems-orde

De taken van het Kapittel der Militaire Willems-Orde behelzen:

  • het adviseren van het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur over de voordrachten voor benoeming of bevordering in en ontslag uit de Orde dan wel over aanvragen om in de Orde te worden opgenomen of bevorderd;

  • het verstrekken van inlichtingen aan het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur alsmede het geven van inzage in alle zakelijke gegevens en bescheiden aan deze departementen;

  • het aanhouden van registers voor elk der vier klassen van ridders; en

  • het houden van aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.

Kapittel voor de Civiele Orden

Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft als adviescollege op landelijk niveau tot taak Onze Minister wie het aangaat te adviseren over het verlenen van onderscheidingen in één van de Civiele Orden.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.4

C. Beleidswijzigingen

Voor 2020 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

5.291

5.825

4.434

4.380

4.380

4.381

4.381

Uitgaven

5.392

5.825

4.434

4.380

4.380

4.381

4.381

4.1

Apparaat

4.364

4.064

2.673

2.619

2.619

2.620

2.620

4.2

Decoraties

1.027

1.756

1.756

1.756

1.756

1.756

1.756

4.3

Riddertoelagen

1

5

5

5

5

5

5

Ontvangsten

335

199

199

199

199

199

199

E. Toelichting op de instrumenten

4.1 Apparaat

De afdeling Decoratie & Advies (D&A) van de Kanselarij der Nederlandse Orden is belast met de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden ontleend aan de taken van het Kapittel voor de Civiele Orden. In concreto worden alle voorstellen voor decoratie met betrekking tot de Civiele Orden voorzien van een inhoudelijk pré-advies.

De afdeling Bedrijfsvoering (BV) is belast met de aanschaf, beheer en verstrekking van de versierselen en met de reguliere PIOFACH-taken van de Kanselarij der Nederlandse Orden inclusief de facilitaire ondersteuning van het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde.

Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).

4.2 Decoraties

Dit budget betreft de middelen voor de aanschaf, beheer en de verstrekking van de versierselen en oorkondes behorende bij de Orde van Oranje-Nassau, de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Militaire Willems-Orde. Daarnaast worden Erepenningen Menslievend Hulpbetoon, medailles en oorkondes van de Nationale Politie, Vrijwilligersmedailles, Trouwe dienstmedailles van de Landmacht, Luchtmacht en Marine, Officiersdienstkruizen, medailles ten behoeve van Buitenlandse staatsbezoeken en een aantal dapperheidonderscheidingen van het Ministerie van Defensie door de Kanselarij der Nederlandse Orden aangeschaft, beheerd en uitgegeven.

4.3 Riddertoelagen

Aan de weduwen van de Ridders Militaire Willems-Orde-4e klasse wordt van rechtswege een jaarlijkse riddertoelage uitgekeerd.

Ontvangsten

De ontvangsten van de Kanselarij bestaan voornamelijk uit borgsommen gestort door gedecoreerden of nabestaanden van gedecoreerden. Als na overlijden van een gedecoreerde de nabestaanden besluiten het versiersel niet terug te sturen, maar in bruikleen te houden staat daar een borgsomvergoeding tegenover.

Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

A. Algemene doelstelling

Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba heeft tot taak het ondersteunen van de Gouverneur van Aruba in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van Aruba en in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk. Gezien deze ondersteunende rol zijn de taken van het Kabinet een afgeleide van de taken en bevoegdheden van de Gouverneur, die voornamelijk zijn geregeld in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Aruba en het Reglement voor de Gouverneur van Aruba. Het kabinet heeft ook tot taak het behandelen van consulaire aangelegenheden aangezien de gouverneur tevens bevoegdheden heeft in het kader van de verkrijging van het Nederlanderschap en de verstrekking van paspoorten en visa aan personen die woonachtig zijn in Aruba.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie (Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4).

Voor het handelen van de gouverneur als landsorgaan leggen de ministers van Aruba verantwoording af aan de Staten van Aruba. De gouverneur is als Koninkrijksorgaan verantwoordelijk aan de regering van het Koninkrijk.

De gouverneur onderhoudt contacten met de minister-president en overige ministers van Aruba, de Staten, maatschappelijke organisaties en met ministers en andere bestuurders van de andere landen van het Koninkrijk. De gouverneur onderhoudt ook contacten met ambassadeurs van het Koninkrijk en van andere staten in de regio. De relaties met de Gouverneurs van Sint Maarten en Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.

Het kabinet onderhoudt contacten met andere organen van de overheid, zowel binnen als buiten het Koninkrijk. Bij de uitvoering van rijksregelgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten van Nederland.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2020 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid art. 6 Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

1.876

1.922

1.908

1.902

1.902

1.902

1.902

Uitgaven

1.876

1.922

1.908

1.902

1.902

1.902

1.902

6.1

Apparaat

1.876

1.922

1.908

1.902

1.902

1.902

1.902

Ontvangsten

89

60

60

60

60

60

60

E. Toelichting op de instrumenten

6.1 Apparaat Kabinet Gouverneur Aruba

Ondersteunen van de gouverneur

Het kabinet informeert de gouverneur inzake politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen, doch vormt geen beleid. Het draagt tevens zorg voor de doorgeleiding van aan de gouverneur gerichte correspondentie en handelt deze af. Voorts bereidt het kabinet de binnen- en buitenlandse bezoeken van de gouverneur voor en begeleidt hem hierin. Het kabinet ondersteunt de gouverneur tijdens de formatie van een nieuwe regering.

Landsbesluiten en landsverordeningen

De gouverneur stelt de landsverordeningen en landsbesluiten vast. Het kabinet staat de gouverneur bij in de uitoefening van deze taak met het oog op de kwaliteit van de besluitvorming en de toetsing aan het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, een verdrag, een rijkswet of een algemene maatregel van rijksbestuur, dan wel aan belangen, waarvan de verzorging of waarborging aangelegenheid van het Koninkrijk zijn.

Uitvoeringstaken

Het kabinet zorgt, namens de gouverneur, voor afkondigingen van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur. Het kabinet draagt tevens, namens de gouverneur, zorg voor de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en voor de registratie, beoordeling en doorgeleiding van naturalisatieverzoeken. Het kabinet behandelt aanvragen voor toestemming aan vreemde (militaire) schepen en vliegtuigen, die Aruba willen aandoen of de Arubaanse wateren respectievelijk het Arubaanse luchtruim wensen te doorkruisen. Het kabinet behandelt tevens aanvragen voor militaire bijstand.

Paspoortafgifte aan ingezetenen van Aruba

De gouverneur heeft de afgifte van paspoorten aan ingezetenen van Aruba gemandateerd aan de Directie Bevolking (Censo) van Aruba. Het kabinet heeft namens de gouverneur de eindverantwoordelijkheid voor de afgifte van reisdocumenten.

Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).

Ontvangsten

De ontvangsten van het kabinet bestaan uit leges in verband met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en uit ingediende verzoeken om optie en naturalisatie.

Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

A. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao is het optimaal ondersteunen van de gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het hoofd van de regering van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Curaçao zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Curaçao, verschillende (organieke) Curaçaose landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur van Curaçao.

Aan het feit dat de gouverneur het bevoegde orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur dienstverlenende, uitvoerende consulaire werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.5

C. Beleidswijzigingen

Voor 2020 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 Kabinet van de Gouverneur van Curaçao (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

3.008

2.916

2.896

2.888

2.888

2.888

2.888

Uitgaven

3.008

2.916

2.896

2.888

2.888

2.888

2.888

7.1

Kabinet Gouverneur Curaçao

3.008

2.916

2.896

2.888

2.888

2.888

2.888

Ontvangsten

186

200

200

200

200

200

200

E. Toelichting op de instrumenten

7.1 Apparaat Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

Ondersteunen van de gouverneur

Het kabinet analyseert maatschappelijke, politieke, juridische, bestuurlijke, economische, sociale en financiële ontwikkelingen en adviseert de gouverneur hierover. Het kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter advisering aan de gouverneur. De ambtelijke ondersteuning van de gouverneur is erop gericht dat de gouverneur zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan op adequate wijze kan vervullen. Gegeven de brede bestuurlijke rol die de gouverneur vervult, zowel als landsorgaan als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan, onderhoudt het kabinet contact met – onder andere – de Staten van Curaçao, met ministeries en andere instituties binnen het Koninkrijk, Curaçao en Nederland. Verder zijn de relaties met de collega Gouverneurs van Aruba en Sint-Maarten geïnstitutionaliseerd.

Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten

De gouverneur is belast met het toezicht op de naleving van rijkswetten, algemene maatregelen van rijksbestuur en verdragen. In verband hiermee bereidt het kabinet de toetsing voor van de aan de gouverneur voorgelegde Curaçaose (concept-) regelgeving aan het hoger wettelijk kader, Koninkrijksbelangen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Uitvoeringstaken

Uit enkele verdragen en rijkswetten vloeit voort, dat de gouverneur de uitvoering van onderdelen daarvan verzorgt. Hierbij gaat het met name om de Rijkswet op het Nederlanderschap, de Paspoortwet en de vigerende visumregelgeving. In verband hiermee werkt het kabinet samen met verschillende ministeries. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Directie Consulaire Zaken en Visumbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Het kabinet bereidt de afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur voor, behandelt de aanvragen voor overvliegvergunningen en havenbezoeken alsook verzoekschriften en voorstellen voor Koninklijke onderscheidingen. Ook behandelt het kabinet aanvragen voor naturalisatie en optie, paspoorten en visa. Op de aan de landsdienst Burgerzaken (Kranshi) gemandateerde bevoegdheid voor de uitgifte van paspoorten wordt door het kabinet actief toezicht gehouden.

Bedrijfsvoering

Toezicht op doelmatigheid en rechtmatigheid van de ontvangsten en uitgaven vormen een belangrijk onderdeel van het bedrijfsvoeringsproces. Daarnaast wordt het personeelsbeleid nageleefd, de huisvesting (inclusief het paleis) beheerd en de organisatie en formatie op een dusdanige wijze ingevuld dat het kabinet zijn inhoudelijke taken naar behoren kan uitoefenen.

Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).

Ontvangsten

De ontvangsten van het kabinet bestaan uit leges in verband met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en uit optie- en naturalisatiegelden.

Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

A. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten is het ondersteunen van de gouverneur in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van het land Sint Maarten en als vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.

De taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Sint Maarten zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Sint Maarten, verschillende (organieke) Sint Maartense landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten.

Aan het feit dat de gouverneur bevoegd orgaan is tot uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie (Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4).

De bestuurlijke rol van de gouverneur zowel binnen Sint Maarten als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden met de Staten van Sint Maarten, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Sint Maarten en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Aruba en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.

Met name bij de uitvoering van (rijks-)wetgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Sint Maarten heeft het kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Sint Maarten heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Sint Maarten deels gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Census Office).

C. Beleidswijzigingen

Voor 2020 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid art. 8 Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

2.472

2.119

2.105

2.099

2.099

2.099

2.099

Uitgaven

2.472

2.119

2.105

2.099

2.099

2.099

2.099

8.1

Kabinet Gouverneur Sint Maarten

2.472

2.119

2.105

2.099

2.099

2.099

2.099

Ontvangsten

135

75

75

75

75

75

75

E. Toelichting op de instrumenten

8.1 Apparaat Kabinet Gouverneur Sint Maarten

De activiteiten van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten bestaan uit:

Ondersteunen van de gouverneur

Het kabinet verzamelt informatie aangaande politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen en informeert de gouverneur daarover. Het kabinet is geen beleidsvormend orgaan. Het kabinet voert de correspondentie namens de gouverneur en begeleidt deze bij binnenlandse en buitenlandse bezoeken. Voorts behandelt en geleidt het kabinet de aan de gouverneur verrichte verzoekschriften door.

Bekrachtigen landsverordeningen en Landsbesluiten

De gouverneur stelt alle landsregelgeving en landsbesluiten vast. Het kabinet staat de gouverneur bij in de uitoefening van deze taak met het oog op de kwaliteit van de besluitvorming.

Uitvoeringstaken

Het kabinet draagt zorgt voor afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur. In diverse verdragen en rijkswetten is bepaald dat de gouverneur belast is met de uitvoering daarvan. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de Paspoortwet, het Verdrag van Schengen en de Rijkswet op het Nederlanderschap. Zo geeft het kabinet paspoorten, laissez-passers en visa uit, beoordeelt en besluit op optieverklaringen, registreert en geleidt naturalisatieverzoeken door en organiseert de naturalisatieceremonies. Ook behandelt het kabinet aanvragen voor militaire bijstand van de landsregering en aanvragen voor toestemming van vreemde militaire schepen en militaire luchtvaartuigen die de Sint-Maartense wateren respectievelijk het luchtruim willen bezoeken dan wel willen doorkruisen.

Paspoortuitgifte aan ingezetenen Sint Maarten

De Voortgangscommissie Sint Maarten heeft zich in haar rapporten opeenvolgend positief uitgelaten over de bereikte resultaten bij de Burgeradministratie. Dit heeft ertoe geleid dat de gouverneur de uitgifte van paspoorten aan ingezeten van Sint Maarten met ingang van 10 oktober 2011 heeft gemandateerd aan het Hoofd van de Burgeradministratie. Tegelijkertijd blijft het op 10-10-'10 gesloten convenant, en het daarin opgenomen toezichtsinstrument, onverkort van kracht. Op basis daarvan vindt, aan de hand van maandrapportages, maandelijks overleg plaats tussen het hoofd Burgeradministratie en de directeur van het kabinet van de gouverneur.

Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).

Ontvangsten

Het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten heeft behalve de ontvangsten uit consulaire producten, geen eigen inkomsten. De consulaire producten die een opbrengst genereren zijn naturalisaties en opties, nationale paspoorten, nooddocumenten en visa.

Artikel 9. Kiesraad

A. Algemene doelstelling

De Kiesraad fungeert als centraal stembureau voor de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europese parlement. De Kiesraad registreert partijaanduidingen, nummert kandidatenlijsten en stelt de officiële verkiezingsuitslagen voor deze verkiezingen vast. Daarnaast is de Kiesraad het adviesorgaan voor het kabinet en parlement op het terrein van het kiesrecht en de organisatie en uitvoering van verkiezingen. Verder verschaft de Kiesraad informatie aan gemeenten, provincies, politieke partijen, burgers en media over kiesrecht en verkiezingen.

De Kiesraad treedt het gehele jaar door op als kennis- en informatiepunt over kiesrecht en verkiezingen voor gemeenten, provinciale griffies, politieke partijen, kiezers en media. Voorts adviseert de Kiesraad de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over kiesrechtelijke geschillen waarbij de Kiesraad niet zelf partij is.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie (Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4).

C. Beleidswijzigingen

Voor 2020 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid art. 9 Kiesraad (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

2.526

2.549

2.465

2.401

2.401

2.401

2.401

Uitgaven

2.393

2.549

2.465

2.401

2.401

2.401

2.401

9.1

Kiesraad

2.393

2.549

2.465

2.401

2.401

2.401

2.401

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

E. Toelichting op de instrumenten

9.1 Kiesraad

De Kiesraad is belast met uitgaven die betrekking hebben op vaste – verplichte – zaken zoals de personele exploitatie, externe inhuur, materieel en loonkosten voor het secretariaat van de Kiesraad. Doelmatigheid, juistheid, tijdigheid en rechtmatigheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.

De Kiesraad is belast met uitgaven in directe relatie tot de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer, het Europese parlement en het kennis- en informatiepunt zoals de beheerkosten van automatiseringssoftware, aanschaf hardware, communicatieadvies en communicatiemiddelen.

Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).

3. NIET-BELEIDSARTIKEL

Artikel 10. Nog onverdeeld

D. Budgettaire gevolgen
Tabel 14 Budgettaire gevolgen, niet-beleidsartikel 10 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Art.nr.

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

10.1

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

10.2

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

10.3

Onvoorzien

0

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

E. Toelichting op de instrumenten

Vanuit dit artikel wordt de loon- en prijsbijstelling naar de artikelen geboekt. Ook worden er taakstellingen op dit artikel geplaatst die nog niet aan de artikelen zijn toegedeeld.

4. BIJLAGEN

Bijlage 1: Zelfstandige bestuursorganen en rechtspersonen

Tabel 15 Overzicht Rechtspersonen met een Wettelijke Taak en Zelfstandige Bestuursorganen (vallend onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)

Naam organisatie

RWT

ZBO

Functie

Begrotingsartikel

Begrotingsramingen (x € 1.000)

Verwijzing (URL-link) naar website RWT/ZBO

Hyperlink uitgevoerde evaluatie ZBO onder Kaderwet

Kiesraad

x

Adviseren van de regering en de beide Kamers der Staten-Generaal in uitvoeringstechnische aangelegenheden die het kiesrecht of de verkiezingen betreffen (artikel A 3, tweede lid Kieswet)Optreden als centraal stembureau (artikel A 3, eerste lid Kieswet) voor de verkiezingen van de leden van: a. de Tweede Kamer (artikel E 11, tweede lid Kieswet); b. de Eerste Kamer (artikel S 1, eerste lid, Kieswet); c. het Europees Parlement (artikel Y 2 juncto E 11, tweede lid, Kieswet).

Artikel 9«Kiesraad»

2.465

http://www.kiesraad.nl/

Valt onder de Kaderwet sinds 2013. Evaluatie voorzien in 2019.

Bijlage 2: Verdiepingsbijlage

Beleidsartikel 1. Raad van State

Uitgaven

Tabel 16 Uitgaven beleidsartikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

59.844

59.116

59.126

59.151

58.709

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

3.766

3.917

2.200

0

0

Extrapolatie

58.709

Nieuwe mutaties

1.752

4.001

1.730

1.730

1.717

1.717

Waarvan:

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

1.752

1.729

1.730

1.730

1.717

1.717

2. Individueel Keuzebudget (IKB)

0

2.272

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

65.362

67.034

63.056

60.881

60.426

60.426

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

Dit betreft de verdeling van de loon- en de prijsbijstelling 2019.

2. Individueel Keuzebudget (IKB)

In de cao Rijk 2018-2020 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB). De overgang naar het IKB leidt tot een incidenteel budgettair probleem in 2020, omdat onder het IKB het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering eerder worden uitbetaald. Dit betreft de bijbehorende compensatie.

Ontvangsten

Tabel 17 Ontvangsten beleidsartikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

0

0

0

0

0

Extrapolatie

1.950

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

Beleidsarartikel 2. Algemene Rekenkamer

Uitgaven

Tabel 18 Uitgaven beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

30.223

31.268

31.829

32.331

32.337

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

1.035

0

0

0

0

Extrapolatie

32.337

Nieuwe mutaties

846

1.872

891

905

905

906

Waarvan:

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

847

876

892

906

906

906

2. Individueel Keuzebudget (IKB)

0

997

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

32.104

33.140

32.720

33.236

33.242

33.243

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

Dit betreft de verdeling van de loon- en de prijsbijstelling 2019.

2. Individueel Keuzebudget (IKB)

In de cao Rijk 2018-2020 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB). De overgang naar het IKB leidt tot een incidenteel budgettair probleem in 2020, omdat onder het IKB het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering eerder worden uitbetaald. Dit betreft de bijbehorende compensatie.

Ontvangsten

Tabel 19 Ontvangsten beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

1.217

1.217

1.217

1.217

1.217

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

0

0

0

0

0

Extrapolatie

1.217

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

1.217

1.217

1.217

1.217

1.217

1.217

Beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman

Uitgaven

Tabel 20 Uitgaven beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

17.961

17.970

17.978

17.977

17.997

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

543

830

1.030

1.130

1.130

Extrapolatie

19.127

Nieuwe mutaties

432

1.000

433

433

433

433

Waarvan:

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

432

432

433

433

433

433

2. Individueel Keuzebudget (IKB)

0

568

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

18.936

19.800

19.441

19.540

19.560

19.560

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

Dit betreft de verdeling van de loon- en de prijsbijstelling 2019.

2. Individueel Keuzebudget (IKB)

In de cao Rijk 2018-2020 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB). De overgang naar het IKB leidt tot een incidenteel budgettair probleem in 2020, omdat onder het IKB het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering eerder worden uitbetaald. Dit betreft de bijbehorende compensatie.

Ontvangsten

Tabel 21 Ontvangsten beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

2.189

2.189

2.189

2.189

2.189

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

0

0

0

0

0

Extrapolatie

2.189

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

2.189

2.189

2.189

2.189

2.189

2.189

Beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

Uitgaven

Tabel 22 Uitgaven beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

4.282

4.283

4.284

4.284

4.285

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

1.447

0

0

0

0

Extrapolatie

4.285

Nieuwe mutaties

96

151

96

96

96

96

Stand ontwerpbegroting 2020

5.825

4.434

4.380

4.380

4.381

4.381

Ontvangsten

Tabel 23 Ontvangsten beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

199

199

199

199

199

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

0

0

0

0

0

Extrapolatie

199

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

199

199

199

199

199

199

Beleidsartikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

Uitgaven

Tabel 24 Uitgaven beleidsartikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

1.855

1.854

1.854

1.854

1.854

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

19

0

0

0

0

Extrapolatie

1.854

Nieuwe mutaties

48

54

48

48

48

48

Stand ontwerpbegroting 2020

1.922

1.908

1.902

1.902

1.902

1.902

Ontvangsten

Tabel 25 Ontvangsten beleidsartikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

60

60

60

60

60

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

0

0

0

0

0

Extrapolatie

60

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

60

60

60

60

60

60

Beleidsartikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curacao

Uitgaven

Tabel 26 Uitgaven beleidsartikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curacao (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

2.819

2.819

2.819

2.819

2.819

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

28

0

0

0

0

Extrapolatie

2.819

Nieuwe mutaties

69

77

69

69

69

69

Stand ontwerpbegroting 2020

2.916

2.896

2.888

2.888

2.888

2.888

Ontvangsten

Tabel 27 Ontvangsten beleidsartikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curacao (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

200

200

200

200

200

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

0

0

0

0

0

Extrapolatie

200

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

200

200

200

200

200

200

Beleidsartikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

Uitgaven

Tabel 28 Uitgaven beleidsartikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

2.024

2.024

2.024

2.024

2.024

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

45

25

25

25

25

Extrapolatie

2.049

Nieuwe mutaties

50

56

50

50

50

50

Stand ontwerpbegroting 2020

2.119

2.105

2.099

2.099

2.099

2.099

Ontvangsten

Tabel 29 Ontvangsten beleidsartikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

50

50

50

50

50

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

25

25

25

25

25

Extrapolatie

75

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

75

75

75

75

75

75

Beleidsartikel 9. Kiesraad

Uitgaven

Tabel 30 Uitgaven beleidsartikel 9. Kiesraad (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

2.345

2.345

2.345

2.345

2.345

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

148

0

0

0

0

Extrapolatie

2.345

Nieuwe mutaties

56

120

56

56

56

56

Stand ontwerpbegroting 2020

2.549

2.465

2.401

2.401

2.401

2.401

Ontvangsten

Tabel 31 Ontvangsten beleidsartikel 9. Kiesraad (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

0

0

0

0

0

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

0

0

0

0

0

0

Niet-beleidsartikel 10. Nog onverdeeld

Uitgaven

Tabel 32 Uitgaven niet-beleidsartikel 10. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

0

0

0

0

0

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

3.350

3.356

3.374

3.388

3.375

Extrapolatie

3.375

Nieuwe mutaties

‒ 3.350

‒ 3.356

‒ 3.374

‒ 3.388

‒ 3.375

‒ 3.375

Waarvan:

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

‒ 3.350

‒ 3.356

374

‒ 3.388

‒ 3.375

‒ 3.375

Stand ontwerpbegroting 2020

0

0

0

0

0

0

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling 2019

Dit betreft de verdeling van de loon- en de prijsbijstelling 2019.

Ontvangsten

Tabel 33 Ontvangsten niet-beleidsartikel 10. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Stand ontwerpbegroting 2019

0

0

0

0

0

Mutatie Nota van Wijziging 2019

Mutatie amendement 2019

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2020

0

0

0

0

0

0


X Noot
1

Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4

X Noot
2

https://www.rekenkamer.nl/over-de-algemene-rekenkamer/publicaties/publicaties/2016/03/24/inzicht_strategie

X Noot
3

Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4

X Noot
4

Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4

X Noot
5

Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4

Naar boven