Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 juli 2020
In de regio Utrecht is een grote vraag naar nieuwe woon- en werklocaties en is er
een sterke toename in mobiliteit in, van, naar en door de regio. In het Gebiedsprogramma
U Ned werken rijk, provincie en gemeenten samen aan de opgave voor de regio Utrecht
ten aanzien van wonen, werken, bereikbaarheid en leefbaarheid. Hierbij stuur ik u
mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Startbeslissing
voor de MIRT-verkenning OV en Wonen in de regio Utrecht1.
Tijdens het BO MIRT van 2019 is afgesproken om een MIRT-verkenning te starten naar
de opgave – zoals in het Regeerakkoord beschreven (Kamerstuk 34 700, nr. 34) – om de bereikbaarheid van Utrecht Science Park te verbeteren, en om het verwacht
NMCA-knelpunt Utrecht Centraal te ontlasten door daarvoor een alternatief te bieden.
Daarnaast richt de verkenning zich op het ontsluiten van nieuwe woon- en werklocaties
en de bouw van circa 9.000 extra woningen in het gebied. In de Verkenning worden diverse
oplossingsrichtingen verkend, waaronder: een versterkt station Lunetten-Koningsweg,
een oost-west HOV-verbinding, een (HOV-)ontsluiting en grootschalige gebiedsontwikkelingen
met circa 22 duizend woningen in Nieuwegein en Utrecht Zuid-West.
Voor het uitvoeren van de verkenning hebben Rijk en Regio tijdens het BO MIRT najaar
2019 gezamenlijk € 380 miljoen gereserveerd. De verdeling hiervan is: IenW € 150 miljoen,
BZK € 60 miljoen en de regio € 170 miljoen. Hiermee is voldoende zicht op financiering
om tot een kansrijk oplossingenpakket van circa € 500 miljoen te komen. IenW heeft
de middelen, inclusief € 2 miljoen aan studiekosten, reeds gereserveerd. BZK zal de
middelen reserveren en toekennen binnen het proces en de voorwaarden van de Woningbouwimpuls.
De MIRT-verkenning heeft een verwachte doorlooptijd van 2 jaar.
Het besluit om een verkenning te starten voor OV en Wonen in de regio Utrecht past
in de contouren van het Toekomstbeeld OV zoals dat in februari 2019 is vastgesteld
(Kamerstuk 23 645, nr. 685). In stedelijk gebied is het openbaar vervoer, samen met fiets en lopen, de logische
keuze. Hiervoor worden mogelijke maatregelen zowel in deze verkenning als in het Toekomstbeeld
OV nader uitgewerkt. De ontwikkeling van knooppunten zijn daarbij een essentiële schakel
in de deur-tot-deurreis. Op die plekken komen verschillende vervoersmodaliteiten samen
en deze plekken zijn tevens een motor voor verdere stedelijke gebiedsontwikkeling.
De Minister van BZK beoogt met deelname in deze verkenning zeker te stellen dat door
deze gebiedsontwikkeling ook de voorgenomen aantallen woningen worden gerealiseerd
en zo een bijdrage geleverd wordt aan het terugdringen van de tekorten op de woningmarkt.
Dit betekent dat we in deze verkenning wonen, werken en bereikbaarheid gezamenlijk
en vanuit meerdere disciplines benaderen.
We zijn blij om deze stap gezamenlijk met de regio Utrecht te kunnen nemen.
Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer