Inleiding
De leden van de fractie van de PVV hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord
en hebben nog enkele vragen.
Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de vragen van de leden van de fractie
van de PVV over het bovengenoemde wetsvoorstel in het nader voorlopig verslag. Graag
ga ik op deze vragen in.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV
De regering geeft in de memorie van antwoord aan dat in de Warmtewet bepalingen zijn
opgenomen ten aanzien van tariefregulering en de rendementstoets, maar dat deze bepalingen
niet van toepassing zijn op levering van warmte door verhuurders aan hun huurders
en door VvE’s aan hun leden.1 De leden van de PVV-fractie menen dat daaruit geconcludeerd kan worden dat deze individuele
huurders en VvE-leden niet direct vallen onder de ACM. Deelt de regering deze stelling?
Dat zou volgens de fractieleden van de PVV tot gevolg hebben dat het «niet meer dan
anders»-principe inzake warmtelevering niet opgaat voor deze individuele huurders.
Deelt de regering deze stelling?
Het klopt dat de individuele huurders en leden van een Vereniging van Eigenaren (VvE)
voor wat betreft de tariefregulering niet direct onder het toezicht van de Autoriteit
Consument en Markt (ACM) vallen. De VvE-leden en de huurders worden in de situatie
dat de VvE respectievelijk de verhuurder de aan hen geleverde warmte van een externe
warmteleverancier afneemt wel indirect beschermd door de in de Warmtewet opgenomen
bepalingen omtrent tariefregulering. Ik zal dit nader toelichten. Sinds de wijziging
van de Warmtewet in 2017 zijn de artikelen van de Warmtewet ten aanzien van tariefregulering
en de rendementstoets niet meer van toepassing op levering van warmte door verhuurders
aan hun huurders en door VvE’s aan hun leden. Echter, de verhuurder of VvE die warmte
afneemt van een externe warmteleverancier en deze vervolgens doorlevert aan zijn huurders
dan wel leden, geniet wel de bescherming van de Warmtewet en daarmee bescherming van
de maximumprijs. Dit is zo geregeld omdat de warmtelevering door verhuurders aan huurders
een directe bescherming hebben door het huurrecht. Voor VvE-leden geldt dat zij als
mede eigenaar zelf inspraak hebben op de kosten van de warmtelevering. Beslissingen
over de wijze waarop het gebouw verwarmd wordt en de voorwaarden waaronder dat gebeurt,
waaronder de kosten die daarvoor in rekening worden gebracht, worden vastgesteld door
de VvE. Voor een nadere toelichting voor de indirecte bescherming van de VvE-leden
en de huurders verwijs ik naar paragraaf 4.1 van de memorie van toelichting bij de
wijziging van de Warmtewet (Kamerstuk 34 723, nr. 3).
De regering geeft verder aan dat in deze richtlijn geen nadere eisen gesteld worden
aan de kostenspecificatie van de factuur, waaronder doorleveringskosten.2 Waarom worden de doorleveringskosten niet verplicht vermeld op de factuur, zo vragen
de leden van de PVV-fractie.
De richtlijn 2018/2002/EU houdende wijziging van de richtlijn 2012/27/EU betreffende
energie-efficiëntie (hierna: de richtlijn) bepaalt dat facturerings- en verbruiksinformatie
betrouwbaar en nauwkeurig moet zijn en dat deze gebaseerd is op de huidige actuele
prijzen en het werkelijke verbruik of de meetgegevens van warmtekostenverdelers. Daarnaast
bepaalt de richtlijn dat de kostenverdeling kosteloos moet worden uitgevoerd, tenzij
dit wordt uitbesteed aan een derde partij. Alleen in dat geval mogen redelijke kosten
voor de uitvoering van kostenverdeelsystematiek worden doorberekend aan eindgebruikers.
Het Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie bevat in artikel
4, eerste lid, reeds een opsomming van de vereiste specificatie van de factuur, waaronder
de verbruiksonafhankelijke kosten. De verbruiksonafhankelijke kosten bestaan uit bijvoorbeeld
de vaste leveringskosten en de netbeheerkosten. Bovendien kan een afnemer op grond
van artikel 3, tweede lid, van het Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht
energie nadere uitleg krijgen over de factuur. Ik zie geen reden om nadere eisen te
stellen aan de kostenspecificatie van de factuur, waaronder doorleveringskosten.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes