35 282 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid)

Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID WIERSMA EN VAN DER MOLEN

Ontvangen 10 december 2019

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel E, komt het voorgestelde artikel 5.6a, negende lid, te luiden:

  • 9. Onze Minister kan, in bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen, opleidingen of groepen van opleidingen aanwijzen waarvoor geen instemming is vereist. De voordracht voor een krachtens de eerste volzin vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Dit amendement voorziet in een grondslag op basis waarvan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur specifieke situaties worden vastgesteld waaronder opleidingen of groepen van opleidingen aangewezen kunnen worden waarvoor geen meerwaardetoets geldt. Naast gevallen waarin specifieke regionale of economische omstandigheden of tekorten op de arbeidsmarkt tot vrijstelling van de meerwaardetoets zouden kunnen nopen, valt voorts te denken aan gevallen waarin de meerwaarde van een anderstalige opleiding zo evident is, dat de moeite van een meerwaardetoets voor de opleiding kan worden bespaard. Dit om overbodige bureaucratie bij de onderwijsinstellingen en de NVAO te voorkomen.

Wiersma Van der Molen

Naar boven