Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 5 juni 2019 en het nader rapport d.d. 18 juli 2019, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Justitie en Veiligheid. Het advies van de Afdeling advisering
van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 28 mei 2019, no. 2019001039, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Justitie en Veiligheid, mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken en de Minister van Defensie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State
ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet ter uitvoering van de op 14 december
2017 te New York aanvaarde wijziging van artikel 8 van het Statuut van Rome inzake
het Internationaal Strafhof, met memorie van toelichting.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 28 mei 2019, nr. 2019001039,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 5 juni 2019, nr. W16.19.0125/II, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van inhoudelijke opmerkingen.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus