35 255 Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies (PbEU 2018, L 139) (Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies)

Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID SNELS

Ontvangen 12 november 2019

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel B, wordt het voorgestelde artikel 2d als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Voor de toepassing van de main benefit test, bedoeld in bijlage IV, deel I, van Richtlijn 2011/16/EU, is het niet noodzakelijk dat een grensoverschrijdende constructie deels kunstmatig is of een kunstmatig element bevat.

Toelichting

Aan de zogenoemde main benefit test is voldaan indien kan worden aangetoond dat het belangrijkste voordeel dat of een van de belangrijkste voordelen die, gelet op alle relevante feiten en omstandigheden, redelijkerwijs te verwachten valt van een constructie het verkrijgen van een belastingvoordeel is. De regering heeft aangegeven een zuivere implementatie van de richtlijn voor te staan. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is echter aangegeven dat aan de main benefit test is voldaan als sprake is van het bestaan van een (reeks) constructie(s) met een – in elk geval deels – kunstmatig karakter die – in elk geval deels – is gericht op het verkrijgen van een belastingvoordeel. Daarbij is tevens aangegeven dat indien er daarentegen geldige zakelijke redenen zijn voor een constructie, zonder dat daarnaast kunstmatige elementen zijn toegevoegd, kan worden aangenomen dat de constructie niet strekt tot het behalen van een belastingvoordeel in de zin van de main benefit test.1

Met dit amendement wordt buiten twijfel gesteld dat – gehele of gedeeltelijke – kunstmatigheid van een constructie niet kan worden aangemerkt als een aanvullende eis bij de main benefit test. Daarmee wordt een zuivere implementatie van de richtlijn, en in het bijzonder de main benefit test, zeker gesteld. Een belangrijk gevolg van het amendement is dat een intermediair of een belastingplichtige zich niet op het standpunt kan stellen dat de melding van een overigens meldingplichtige constructie achterwege kan blijven omdat de constructie geen kunstmatig element bevat. Zonder dit amendement kan de intermediair of belastingplichtige dit standpunt innemen en boetevrij de melding achterwege laten.

Snels


X Noot
1

Kamerstukken II 2018/19, 35 255, nr. 3, p. 24.

Naar boven