35 241 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de dividendbelasting 1965 in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/952 van de Raad van 29 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/1164 wat betreft hybridemismatches met derde landen (PbEU 2016, L 144/1) (Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking)

Nr. 9 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN LEIJTEN EN BECKERMAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 5

Ontvangen 12 november 2019

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel D een onderdeel ingevoegd, luidende:

Da

Aan artikel 15b wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Het eerste lid is niet van toepassing op verenigingen en stichtingen die op de voet van de Woningwet bij koninklijk besluit zijn toegelaten als instellingen die in het belang van de volkshuisvesting werkzaam zijn.

II

In artikel IV, eerste lid, wordt «onderdelen C en E» vervangen door «onderdelen C, Da en E».

Toelichting

Dit amendement verlaagt de lastendruk voor woningcorporaties. Zij moeten jaarlijks 144 miljoen betalen door regelgeving die bedoeld is voor multinationals. Woningcorporaties hebben een maatschappelijke taak zonder winstoogmerk en moeten daarom uitgezonderd worden van deze regelgeving. Hierdoor krijgen woningcorporaties meer ruimte om te investeren in de woningvoorraad, verduurzaming of huurverlaging.

De implementatie in 2019 van de EU-Richtlijn antibelastingontwijking, de Anti Taks Avoidance Directive (hierna: ATAD) heeft tot doel multinationaal opererende bedrijven meer belasting te laten betalen en zorgt ervoor dat de rente over leningen gemaximeerd afgetrokken kan worden van de winst. Deze earningsstrippingmaatregel leidt tot een bredere grondslag waarop multinationale bedrijven belasting betalen. Dit amendement regelt dat toegelaten instellingen (woningcorporaties) worden uitgezonderd van de earningsstrippingmaatregel, binnen de ruimte van de uitzonderingsmogelijkheid die ATAD biedt.

Sinds 2013 zijn verhuurders met meer dan 50 sociale huurwoningen verplicht om extra belasting te betalen aan de overheid in de vorm van de verhuurderheffing. Los van de waardering van deze maatregel leidt die ertoe, dat de richtlijn nu ook ziet op woningcorporaties als ware zij commerciële multinationale bedrijven, terwijl zij winsten niet via renteaftrek kunstmatig verlagen. Omdat de taak van de woningcorporaties van algemeen nut is en zij cruciaal zijn voor het zorgen voor betaalbare en kwalitatief goede volkshuisvesting in heel Nederland, regelen de indieners dat de woningcorporaties niet worden aangeslagen via de ATAD.

Daarnaast zijn de gevolgen voor woningcorporaties van de earningsstrippingmaatregel groter dan voorzien. De vennootschapsbelasting (vpb) stijgt als gevolg van ATAD en de niet-aftrekbare rente met ongeveer 320 miljoen euro. Dat is ruim drie keer zoveel dan was berekend door het kabinet bij de invoering. Ook de overige vpb stijgt sneller, waardoor in totaal ongeveer 700 miljoen euro aan vpb inclusief ATAD moet worden betaald. Met dit amendement wordt ook voorkomen dat de lastendruk door de vpb verder oploopt.

Uitzondering van woningcorporaties bij ATAD is gangbaar in de Europese Unie. Bovendien heeft de regering zelf al een uitzondering gemaakt voor bestaande Publiek-Private Samenwerking (PPS)-projecten die verband houden met openbare infrastructurele projecten.

Leijten Beckerman

Naar boven