35 235 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda)

Nr. 5 MOTIE VAN HET LID VAN RAAN

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 27 november 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland de CO2-uitstoot in 2020 minimaal met 25% moet verminderen ten opzichte van 1990;

constaterende dat het kabinet bij het nemen van maatregelen ten dienste van dit doel vier criteria hanteert;

constaterende dat deze criteria in strijd zijn met de uitspraak van het gerechtshof in de klimaatzaak van Urgenda;

constaterende dat deze door het kabinet gehanteerde vier criteria het leveren van een uiterste inspanning om het 2020-doel te halen, zoals de Kamer verzoekt middels de aangenomen motie-Thieme (35 300, nr. 28), in de weg staan;

verzoekt de regering, deze criteria flexibeler te hanteren, zeker waar ze het realiseren van het vonnis in de weg staan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Raan

Naar boven