35 223 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd, de Wet versnelling stapsgewijze verhoging AOW-leeftijd en de Wet tegemoetkomingen loondomein in verband met temporisering van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd (Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd)

Nr. 10 MOTIE VAN HET LID VAN BRENK

Voorgesteld 19 juni 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de memorie van toelichting van de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd expliciet meldt dat het kan voorkomen dat «doorwerken na de AOW-leeftijd op grond van de cao alleen nog maar in specifieke gevallen mogelijk is»;

overwegende dat in een tijd van vergrijzing en arbeidsmarktkrapte het eenzijdige streven naar «verjonging» structureel op de helling moet;

verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze verplicht leeftijdsontslag bij het bereiken van de AOW-leeftijd generiek kan worden vervangen door maatwerk,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Brenk

Naar boven