35 213 Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele andere wetten in verband met verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong

Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID JASPER VAN DIJK

Ontvangen 30 oktober 2019

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Na artikel 1:4 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 1:4a. Medisch urenbeperkt

  • 1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder medisch urenbeperkt verstaan: als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebreken, zwangerschap of bevalling voor een geringer aantal uren belastbaar zijn dan de normale arbeidsduur, bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

  • 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze waarop wordt vastgesteld of een jonggehandicapte medisch urenbeperkt is.

II

In artikel I, onderdeel S, wordt het voorgestelde artikel 2:40 als volgt gewijzigd:

1. Na het tweede lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 2a. Voor zover dit leidt tot een hoger bedrag aan inkomensondersteuning per dag, bedraagt de inkomensondersteuning per dag, voor de jonggehandicapte die medisch urenbeperkt is, in afwijking van het eerste lid: deeltijdfactor * G.

  • 2b. De deeltijdfactor bedraagt: het aantal gewerkte uren / het aantal werkbare uren conform de vastgestelde medische urenbeperking.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop de deeltijdfactor, bedoeld in het vierde lid, wordt vastgesteld.

III

In artikel I, onderdeel Z, wordt het voorgestelde artikel 3:8 als volgt gewijzigd:

1. Na het tweede lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 2a. Voor zover dit leidt tot een hoger bedrag aan arbeidsongeschiktheidsuitkering per dag, bedraagt de arbeidsongeschiktheidsuitkering per dag, voor de jonggehandicapte die medisch urenbeperkt is, in afwijking van het eerste lid: deeltijdfactor * G.

  • 2b. De deeltijdfactor bedraagt: het aantal gewerkte uren / het aantal werkbare uren conform de vastgestelde medische urenbeperking.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop de deeltijdfactor, bedoeld in het vierde lid, wordt vastgesteld.

Toelichting

Dit amendement regelt een hogere Wajonguitkering voor mensen met een urenbeperking.

Jonggehandicapten met een medische urenbeperking kunnen vanwege hun aandoening niet meer dan een bepaald aantal uren per week werken. De indiener is van mening dat mensen die werken naar vermogen volwaardig behandeld moeten worden. Als iemand maar 24 uur kan werken, dan is 24 uur voor die persoon een voltijdse baan en even zwaar als 38 uur voor een persoon zonder beperking. Jonggehandicapten met een urenbeperking zetten zich juist vaak voor meer dan 100% in. Daarom vindt de indiener het rechtvaardig dat jonggehandicapten met een urenbeperking voor full-time beloond worden indien zij het voor hen maximaal aantal uren werken. Daarom stelt de indiener voor om een deeltijd factor toe te voegen aan de berekening van de hoogte van de Wajong uitkering. De deeltijdfactor is het aantal uren dat je werkt / het aantal uren dat je volgens je medische urenbeperking kan werken. Iemand die bijvoorbeeld maar 24 uur kan werken en ook 24 uur werkt heeft dan een deeltijdfactor van 24/24 = 1 en wordt aangevuld tot 100% WML. Iemand die 24 uur kan werken en 12 uur werkt heeft een deeltijdfactor van 12/24 = 0,5 en wordt aangevuld tot 70 + 0,5 x 30 = 85%.

De dekking wordt gevonden in het grotendeels afschaffen van het lage-inkomensvoordeel (LIV). Deze bedraagt momenteel 0,8 miljard en zal 0,6 miljard bedragen vanaf 2021. Het LIV is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die werknemers in dienst hebben die tussen de 100% en 120% van het wettelijk minimumloon verdienen. De indiener wil deze regeling afschaffen (met uitzondering van de SW-sector) omdat het LIV werkgevers stimuleert om de lonen laag te houden en er bovendien geen bewijs is dat de regeling effectief is.

Jasper van Dijk

Naar boven