Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 35210-XVII nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 35210-XVII nr. 2 |
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:
de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Wetsartikel 3
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2019 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.
In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen met de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ten slotte volgt per artikel een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1.000 |
5 |
10 |
=> 1.000 |
10 |
20 |
De belangrijkste uitgavenmutaties bij eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en daarna toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 3.
Artikelnummer |
Uitgaven (Mutaties in EUR x 1.000) |
|
---|---|---|
Stand vastgestelde begroting |
3.096.124 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties |
||
1) Versterking van de Nederlandse handels- en investeringspositie |
1.2 |
9.123 |
2) Versterking van de arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden |
1.3 |
12.933 |
3) Onderwijs |
3.4 |
11.500 |
4) Multilaterale samenwerking |
5.1 |
27.000 |
5) Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen |
5.4 |
– 165.218 |
6) Overige mutaties |
11.386 |
|
Stand eerste suppletoire begroting |
3.002.848 |
• Een verhoging van het budget voor «versterking van de Nederlandse handels- en investeringspositie» (artikel 1.2) vooral vanwege de organisatie van de Global Entrepreneurship Summit (GES) in 2019.
• Een verhoging van het budget voor versterking van de private sector en de arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden (artikel 1.3) vooral vanwege extra uitgaven voor de landenprogramma’s op het gebied van ondernemingsklimaat.
• Een verhoging van het budget voor onderwijs (artikel 3.4) omdat extra middelen zijn toegevoegd zoals aangekondigd in de beleidsnota «Investeren in Perspectief» en vanwege extra budget voor het NUFFIC-programma Orange Knowledge Programme (OKP).
• Een verhoging van het budget voor multilaterale samenwerking (artikel 5.1) vanwege een verhoging van de jaarlijkse bijdragen aan UNICEF, UNDP en voor speciale multilaterale activiteiten zoals steun aan de hervormingen binnen de Verenigde Naties.
• Op artikel 5.4 (verdeelartikel) vindt een verlaging van het budget plaats in de komende jaren. Dit is met name het gevolg van een neerwaartse BNI-bijstelling. De ontwikkeling van het ODA-budget is gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI en wordt hiervoor regelmatig bijgesteld. Daarnaast neemt de asieltoerekening aan ODA per saldo toe als gevolg van een hogere instroomraming van asielzoekers. Hiervoor worden ODA-middelen van de BHOS-begroting overgeheveld naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Beleidsartikel 1
Beleidsartikel 1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen |
Stand ontwerp begroting 2019 |
Mutaties via amendement 2019 |
Vastgestelde begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2019 |
Stand 1e suppletoire begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2020 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2021 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2022 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in EUR 1.000 |
(1) |
(2) |
(3)=(1+2) |
(4) |
(5)=(3+4) |
||||||
Verplichtingen |
402.767 |
8.000 |
410.767 |
164.410 |
575.177 |
113.508 |
– 68.841 |
– 65.492 |
– 62.892 |
||
waarvan garantieverplichtingen |
129.000 |
129.000 |
129.000 |
||||||||
Uitgaven: |
|||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
524.289 |
8.000 |
532.289 |
24.437 |
556.726 |
14.786 |
14.686 |
11.536 |
11.536 |
||
waarvan juridisch verplicht |
77% |
91% |
|||||||||
1.1 |
Duurzaam handels- en investeringssysteem, incl. MVO |
30.553 |
2.000 |
32.553 |
2.381 |
34.934 |
-475 |
-475 |
2.475 |
2.475 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Beleidsondersteuning, evaluaties en onderzoek |
3.623 |
3.623 |
923 |
4.546 |
|||||||
Maatschappelijk verantwoord ondernemen |
18.075 |
2.000 |
20.075 |
1.875 |
21.950 |
2.950 |
2.950 |
||||
Opdrachten |
|||||||||||
Beleidsondersteuning internationaal economisch beleid (non-ODA) |
2.185 |
2.185 |
58 |
2.243 |
|||||||
Bijdrage aan agentschappen |
|||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
1.000 |
1.000 |
0 |
1.000 |
|||||||
Bijdrage (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA) |
5.670 |
5.670 |
– 475 |
5.195 |
– 475 |
– 475 |
– 475 |
– 475 |
|||
1.2 |
Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie |
107.919 |
0 |
107.919 |
9.123 |
117.042 |
6.700 |
6.600 |
500 |
500 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Starters International Business (SIB)/ Programma Strategische Beurzen (non-ODA) |
5.200 |
5.200 |
0 |
5.200 |
– 200 |
– 200 |
|||||
Partners for International Business (PIB) (non-ODA) |
5.105 |
5.105 |
0 |
5.105 |
|||||||
Demontratieprojecten, haalbaarheidsstudies en investeringsstudies (DHI) (non-ODA) |
5.433 |
5.433 |
0 |
5.433 |
|||||||
Dutch Trade and Investment Fund (non-ODA) |
18.229 |
18.229 |
– 1.435 |
16.794 |
– 1.700 |
– 1.600 |
|||||
Versterking concurrentiepositie Nederland |
9.200 |
9.200 |
– 2.700 |
6.500 |
– 2.700 |
– 2.700 |
– 2.700 |
– 2.700 |
|||
Versterking economische functie |
527 |
527 |
43 |
570 |
43 |
43 |
|||||
Aanvullende opdrachten |
3.400 |
3.400 |
0 |
3.400 |
|||||||
Overig (non-ODA) |
9.225 |
9.225 |
– 6.539 |
2.686 |
4.400 |
4.400 |
|||||
Invest NL |
9.000 |
9.000 |
0 |
9.000 |
|||||||
Opdrachten |
|||||||||||
Wereldtentoonstelling Dubaï |
4.300 |
4.300 |
0 |
4.300 |
1.509 |
1.409 |
|||||
Chinastrategie |
700 |
700 |
600 |
500 |
500 |
500 |
|||||
GES |
14.500 |
14.500 |
|||||||||
Bijdragen aan agentschappen |
|||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (non-ODA) |
32.900 |
32.900 |
4.554 |
37.454 |
4.548 |
4.548 |
2.900 |
2.900 |
|||
Versterking economische functie (NBSO's via RVO) (non-ODA) |
5.400 |
5.400 |
0 |
5.400 |
|||||||
1.3 |
Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden |
385.817 |
6.000 |
391.817 |
12.933 |
404.750 |
8.561 |
8.561 |
8.561 |
8.561 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Marktontwikkeling in het kader van private sector development |
37.117 |
37.117 |
533 |
37.650 |
|||||||
Wet en regelgeving |
3.100 |
3.100 |
0 |
3.100 |
|||||||
Financiele sectorontwikkeling |
6.000 |
6.000 |
4.000 |
10.000 |
|||||||
Versterking privaat ondernemerschap |
49.600 |
6.000 |
55.600 |
0 |
55.600 |
||||||
Infrastructuurontwikkeling |
80.900 |
80.900 |
0 |
80.900 |
|||||||
Werkgelegenheid |
22.000 |
22.000 |
– 10.500 |
11.500 |
|||||||
Samenwerking bedrijfsleven en PPP's |
8.500 |
8.500 |
0 |
8.500 |
|||||||
Versterking privaat ondernemerschap (non-ODA) |
1.500 |
1.500 |
– 1.500 |
0 |
|||||||
Technische assistentie DGGF |
5.700 |
5.700 |
0 |
5.700 |
|||||||
programma's Dutch Good Growth Fund |
20.000 |
20.000 |
0 |
20.000 |
|||||||
Leningen |
|||||||||||
programma's Dutch Good Growth Fund |
35.000 |
35.000 |
– 10.000 |
25.000 |
– 10.000 |
– 10.000 |
– 10.000 |
– 10.000 |
|||
Garanties |
|||||||||||
programma's Dutch Good Growth Fund |
13.000 |
13.000 |
– 8.000 |
5.000 |
– 8.000 |
– 8.000 |
– 8.000 |
– 8.000 |
|||
Opdrachten |
|||||||||||
Werkgelegenheid |
3.000 |
3.000 |
7.000 |
10.000 |
|||||||
Innovatie |
5.000 |
5.000 |
0 |
5.000 |
|||||||
Bijdragen aan agentschappen |
|||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
36.000 |
36.000 |
0 |
36.000 |
|||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
International Labour Organization |
5.700 |
5.700 |
0 |
5.700 |
|||||||
Partnershipprogramma ILO |
5.500 |
5.500 |
0 |
5.500 |
|||||||
Landenprogramma's ondernemingsklimaat |
7.400 |
7.400 |
17.800 |
25.200 |
16.561 |
16.561 |
16.561 |
16.561 |
|||
Infrastructuurontwikkeling |
20.000 |
20.000 |
0 |
20.000 |
|||||||
Bedrijfsmatige technische bijstand |
1.500 |
1.500 |
0 |
1.500 |
|||||||
Werkgelegenheid |
5.000 |
5.000 |
0 |
5.000 |
|||||||
Marktontwikkeling in het kader van private sector development |
6.400 |
6.400 |
3.600 |
10.000 |
|||||||
Wet en regelgeving |
1.900 |
1.900 |
4.000 |
5.900 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
|||
Financiele sectorontwikkeling |
6.000 |
6.000 |
6.000 |
12.000 |
6.000 |
6.000 |
6.000 |
6.000 |
|||
Ontvangsten |
6.491 |
0 |
6.491 |
0 |
6.491 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
1.10 |
Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen |
3.491 |
3.491 |
0 |
3.491 |
||||||
1.30 |
Ontvangsten DGGF |
3.000 |
3.000 |
0 |
3.000 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget stijgt in 2019 en 2020. Voor een belangrijk deel hangt dit samen met de extra middelen voor (jeugd)werkgelegenheid en ondernemingsklimaat decentraal. Ook stijgt het verplichtingenbudget voor «financiële sector ontwikkeling», «versterking private sector», «publiek-private partnerschappen», onder andere voor het Sustainable Development Goals Partnership waarvoor in 2018 het subsidieplafond is gepubliceerd. Het verplichtingenbudget voor «infrastructuur» is teruggebracht in verband met meerjarig aangegane verplichtingen in 2018.
Uitgaven
Artikel 1.1
Het uitgavenbudget voor «Duurzaam handels- en investeringssysteem» stijgt in 2019. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door een hoger dan voorziene uitgave voor «Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen» (IMVO). Dit is budget van 2018 dat in verband met vertraagde implementatie is doorgeschoven naar 2019.
Motie Diks/Van den Hul
Over de motie Diks/Van den Hul (35 000-VXII, nr. 34) zal de Kamer separaat worden geïnformeerd vóór het geplande AO IMVO op 20 juni 2019.
Artikel 1.2
Het budget voor «Versterkte Nederlandse handels- en investeringspositie», laat een meerjarige stijging zien. Dit is een saldo van mutaties.
Voor 2019 wordt deze stijging vooral veroorzaakt door de kosten die gemoeid zijn met de organisatie van de Global Entrepreneurship Summit (GES). Nederland organiseert de eerste Europese editie van deze internationale top van hoog niveau, waarbij prominente vertegenwoordigers van het internationale bedrijfsleven en grote investeerders aanwezig zullen zijn. De afspraak hierover is gemaakt bij gelegenheid van het bilaterale bezoek aan president Trump in de zomer van 2018.
De meerjarige stijging op dit artikel wordt vooral veroorzaakt door verhoging van kosten voor inschakeling van het Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Dit houdt verband met gestegen uitvoeringskosten, deels veroorzaakt door kostenverhoging en deels door nieuwe activiteiten zoals bijvoorbeeld het Brexit-loket.
Artikel 1.3
Het budget voor «Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden» wordt meerjarig verhoogd. Deze verhoging bestaat uit een saldo van mutaties.
Een belangrijk deel van de verhoging voor «landenprogramma’s ondernemingsklimaat» is bestemd voor nieuwe activiteiten in de focusregio’s. Een belangrijk deel van de verhoging voor «landenprogramma’s ondernemingsklimaat» is bestemd voor nieuwe PSD-activiteiten in de focusregio’s. Ook wordt budget voor marktonwikkeling private sector, wet en regelgeving, financiële sector verhoogd.
Aan de andere kant worden de jaarlijkse uitgavenverwachtingen voor het Dutch Good Growth Fund (DGGF) meerjarig verlaagd op grond van actuele ramingen. Het DGGF bereikt daarmee later de volle investeringsomvang (EUR 700 miljoen).
Beleidsartikel 2
Beleidsartikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat |
Stand ontwerp begroting 2019 |
Mutaties via amendement 2019 |
Vastgestelde begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2019 |
Stand 1e suppletoire begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2020 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2021 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2022 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(1) |
(2) |
(3)=(1+2) |
(4) |
(5)=(3+4) |
|||||||
Verplichtingen |
454.310 |
7.000 |
461.310 |
481.666 |
942.976 |
66.656 |
145.560 |
145.502 |
322.230 |
||
Uitgaven: |
|||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
723.477 |
7.000 |
730.477 |
0 |
730.477 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
waarvan juridisch verplicht |
93% |
95% |
|||||||||
2.1 |
Voedselzekerheid |
339.295 |
0 |
339.295 |
0 |
339.295 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Bevorderen inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector |
27.600 |
27.600 |
– 1.042 |
26.558 |
– 3.888 |
– 93 |
– 926 |
– 926 |
|||
Kennis en capaciteitsopbrouw ten behoeve van voedselzekerheid |
32.000 |
32.000 |
– 593 |
31.407 |
– 1.185 |
– 1.185 |
0 |
593 |
|||
Landenprogramma's voedselzekerheid |
41.000 |
41.000 |
650 |
41.650 |
2.211 |
– 1.595 |
– 3.116 |
– 5.410 |
|||
Bijdrage aan agentschappen |
|||||||||||
Realiseren ecologisch houdbare voedselsystemen |
10.000 |
10.000 |
476 |
10.476 |
1.280 |
3.185 |
4.376 |
6.563 |
|||
Kennis en capaciteitsopbouw t.b.v. voedselzekerheid |
4.000 |
4.000 |
– 74 |
3.926 |
– 148 |
– 148 |
0 |
74 |
|||
Landenprogramma's voedselzekerheid |
5.000 |
5.000 |
79 |
5.079 |
269 |
– 195 |
– 380 |
– 660 |
|||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
|||||||||||
Kennis en capaciteitsopbouw t.b.v. voedselzekerheid |
18.000 |
18.000 |
– 333 |
17.667 |
– 667 |
– 667 |
0 |
333 |
|||
realiseren ecologische houdbare voedselsystemen |
23.595 |
23.595 |
1.125 |
24.720 |
3.020 |
7.515 |
10.324 |
15.487 |
|||
Bevorderen inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector |
32.000 |
32.000 |
– 1.208 |
30.792 |
– 4.507 |
– 107 |
– 1.074 |
– 1.074 |
|||
Landenprogramma's voedselzekerheid |
121.100 |
121.100 |
1.920 |
123.020 |
6.530 |
– 4.710 |
– 9.204 |
– 15.980 |
|||
Uitbannen huidige honger en voeding |
25.000 |
25.000 |
– 1.000 |
24.000 |
– 2.915 |
– 2.000 |
0 |
1.000 |
|||
2.2 |
Water |
193.714 |
0 |
193.714 |
0 |
193.714 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Integraal waterbeheer |
27.944 |
27.944 |
1.131 |
29.075 |
– 6.001 |
– 4.226 |
– 3.111 |
– 313 |
|||
Drinkwater en sanitatie |
25.357 |
25.357 |
– 1.262 |
24.095 |
– 994 |
612 |
1.071 |
1.071 |
|||
(Landenprogramma's) integraal waterbeheer |
8.000 |
8.000 |
40 |
8.040 |
970 |
902 |
1.272 |
869 |
|||
(Landenprogramma's) drinkwater en sanitatie |
12.000 |
12.000 |
36 |
12.036 |
1.524 |
– 194 |
– 1.903 |
– 2.461 |
|||
Opdrachten |
|||||||||||
Integraal waterbeheer |
6.000 |
6.000 |
243 |
6.243 |
– 1.288 |
– 907 |
– 668 |
– 67 |
|||
(Landenprogramma's) integraal waterbeheer |
18.000 |
18.000 |
91 |
18.091 |
2.181 |
2.031 |
2.860 |
1.955 |
|||
(Landenprogramma's) drinkwater en sanitatie |
3.000 |
3.000 |
9 |
3.009 |
381 |
– 48 |
– 476 |
– 615 |
|||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
|||||||||||
Integraal waterbeheer |
14.000 |
14.000 |
566 |
14.566 |
– 3.006 |
– 2.117 |
– 1.558 |
– 157 |
|||
Drinkwater en sanitatie |
22.000 |
22.000 |
– 1.095 |
20.905 |
– 863 |
531 |
929 |
929 |
|||
Landenprogramma's integraal waterbeheer |
33.668 |
33.668 |
169 |
33.837 |
4.081 |
3.799 |
5.350 |
3.658 |
|||
Landenprogramma's drinkwater en sanitatie |
23.745 |
23.745 |
72 |
23.817 |
3.015 |
– 383 |
– 3.766 |
– 4.869 |
|||
2.3 |
Klimaat |
190.468 |
7.000 |
197.468 |
0 |
197.468 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Hernieuwbare energie |
15.000 |
3.500 |
18.500 |
0 |
18.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen en klimaat algemeen |
57.729 |
57.729 |
– 2.235 |
55.494 |
– 2.939 |
– 2.608 |
– 2.608 |
– 2.608 |
|||
Nationaal Klimaatfonds |
40.000 |
40.000 |
0 |
40.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
|||||||||||
Hernieuwbare energie |
21.000 |
3.500 |
24.500 |
0 |
24.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen en klimaat algemeen |
12.000 |
12.000 |
– 465 |
11.535 |
– 611 |
– 542 |
– 542 |
– 542 |
|||
Klimaat: algemene vrijwillige en verplichte bijdragen |
14.840 |
14.840 |
0 |
14.840 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
GEF |
20.750 |
20.750 |
150 |
20.900 |
150 |
150 |
150 |
150 |
|||
UNEP |
7.142 |
7.142 |
0 |
7.142 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Landenprogramma's klimaatbeleid |
500 |
500 |
2.000 |
2.500 |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
|||
Centrale klimaat programma's (non-ODA) |
1.150 |
1.150 |
550 |
1.700 |
400 |
0 |
0 |
0 |
|||
Contributie IZA/IZT |
357 |
357 |
0 |
357 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget stijgt meerjarig onder andere vanwege extra verplichtingenbudget voor ambassades voor activiteiten op het gebied van «Voedselzekerheid» (Ethiopië, Mali, Benin, Zuid Soedan) en «Water» (Palestijnse gebieden, Zuid Soedan).
Ook is het centrale verplichtingenbudget van «Water» verhoogd voor het aangaan van nieuwe committeringen voor het Fonds Duurzaam Water, Water Global Practice, het FAO-programma Jemen en het CIWA (Waterprogramma in Afrika met de Wereldbank).
Tot slot is ook het budget voor klimaat verhoogd voor het Dutch Fund for Climate and Development en programma’s als Climate Investor Two, Palmolieprogramma IDH, MoMo-initiatief, de volgende fase van het Sustain-programma en enkele kleinere initiatieven. Ook is er in het kader van hernieuwbare energie extra verplichtingenbudget ter beschikking gesteld voor onder andere Energising Development Partnership (EnDev) programma phase III, Afrika Biogas (HIVOS) en het programma Clean Cookstoves.
Uitgaven
Geen toelichting – conform ondergrenzen Rijksbegrotingsvoorschriften.
Beleidsartikel 3
Beleidsartikel 3 Sociale vooruitgang |
Stand ontwerp begroting 2019 |
Mutaties via amendement 2019 |
Vastgestelde begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2019 |
Stand 1e suppletoire begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2020 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2021 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2022 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(1) |
(2) |
(3)=(1+2) |
(4) |
(5)=(3+4) |
|||||||
Verplichtingen |
347.113 |
24.000 |
371.113 |
371.974 |
743.087 |
1.069.848 |
370.595 |
485.691 |
152.895 |
||
Uitgaven: |
|||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
767.093 |
24.000 |
791.093 |
7.705 |
798.798 |
– 10.050 |
– 9.725 |
– 4.750 |
– 4.750 |
||
waarvan juridisch verplicht |
89% |
92% |
|||||||||
3.1 |
Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids |
430.084 |
24.000 |
454.084 |
– 5.000 |
449.084 |
– 5.000 |
– 5.000 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Landenprogramma's SRGR & hiv/aids |
13.000 |
13.000 |
0 |
13.000 |
|||||||
Centrale programma's SRGR & hiv/aids |
141.381 |
3.000 |
144.381 |
– 9.900 |
134.481 |
– 15.000 |
– 15.000 |
– 10.000 |
– 9.400 |
||
Opdrachten |
|||||||||||
Landenprogramma's SRGR & hiv/aids |
7.000 |
7.000 |
0 |
7.000 |
|||||||
Centrale programma's SRGR & hiv/aids |
500 |
500 |
0 |
500 |
|||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
Unicef |
10.000 |
5.000 |
15.000 |
– 3.000 |
12.000 |
– 3.000 |
– 3.000 |
2.000 |
2.000 |
||
UNAIDS |
20.000 |
20.000 |
0 |
20.000 |
|||||||
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis |
55.300 |
55.300 |
0 |
55.300 |
|||||||
UNFPA |
60.000 |
10.000 |
70.000 |
– 2.000 |
68.000 |
||||||
WHO-PAHO |
6.713 |
6.713 |
0 |
6.713 |
|||||||
Partnershipprogramma WHO |
10.216 |
5.000 |
15.216 |
1.797 |
17.013 |
1.797 |
1.797 |
1.797 |
1.797 |
||
Landenprogramma's SRGR & hiv/aids |
76.974 |
1.000 |
77.974 |
18.126 |
96.100 |
19.126 |
20.126 |
15.626 |
14.626 |
||
Vrouwenrechten en keuzevrijheid. |
10.000 |
10.000 |
0 |
10.000 |
6.000 |
6.000 |
|||||
Centrale programma's SRGR & hiv/aids |
19.000 |
19.000 |
– 10.023 |
8.977 |
– 13.923 |
– 14.923 |
– 9.423 |
– 9.023 |
|||
3.2 |
Vrouwenrechten en gendergelijkheid |
52.439 |
0 |
52.439 |
0 |
52.439 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Vrouwenrechten en gendergelijkheid |
37.639 |
37.639 |
– 9.099 |
28.540 |
– 4.673 |
– 4.315 |
– 4.000 |
– 4.000 |
|||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
UNWOMEN |
6.000 |
6.000 |
0 |
6.000 |
|||||||
Landenprogramma's vrouwenrechten en gendergelijkheid |
4.300 |
4.300 |
9.099 |
13.399 |
4.673 |
4.315 |
4.000 |
4.000 |
|||
Vrouwenrechten en gendergelijkheid |
4.500 |
4.500 |
0 |
4.500 |
|||||||
3.3 |
Maatschappelijk middenveld |
220.270 |
0 |
220.270 |
1.205 |
221.475 |
– 300 |
25 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
|||||||||||
0 |
Strategische partnerschappen |
203.270 |
203.270 |
0 |
203.270 |
||||||
Twinningsfaciliteit Suriname |
2.000 |
2.000 |
1.205 |
3.205 |
– 300 |
25 |
|||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
Strategische partnerschappen |
15.000 |
15.000 |
0 |
15.000 |
|||||||
3.4 |
Onderwijs |
64.300 |
0 |
64.300 |
11.500 |
75.800 |
– 4.750 |
– 4.750 |
– 4.750 |
– 4.750 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Internationale hoger onderwijsprogramma's |
37.300 |
37.300 |
5.000 |
42.300 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
|||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
Onderwijs met perspectief |
27.000 |
27.000 |
6.500 |
33.500 |
– 9.750 |
– 9.750 |
– 9.750 |
– 9.750 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt meerjarig verhoogd om uitdrukking te kunnen geven aan de intensiveringen op het gebied van «Seksuele, reproductieve- en gezondheidsrechten» (SRGR) en «Vrouwenrechten» uit de beleidsnota «Investeren in Perspectief». In 2019 zullen op het gebied van SRGR nieuwe activiteiten worden aangegaan onder andere in Ethiopië, Niger, Burkina Faso, Egypte en Oeganda.
Daarnaast worden vanaf 2019 nieuwe verplichtingen aangegaan onder andere met UNFPA, UNAIDS en WHO. Deze verplichtingen worden voor drie jaar aangegaan in plaats van voor twee jaar zoals eerder gepland. Op deze manier is de looptijd van de verplichtingen gelijk aan de strategische plannen van de desbetreffende organisaties.
Op het gebied van vrouwenrechten wordt voor 2019 extra budget toegekend voor een bijdrage aan UNWOMEN.
Verder wordt het verplichtingenbudget voor onderwijs in 2019 verhoogd voor voortzetting van het INCLUDE-programma.
De stijging in 2020 wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door verplichtingen voor de nieuwe fase van «Samenspraak en Tegenspraak», die in 2021 van start gaat.
In 2021 stijgt het verplichtingenbudget voornamelijk vanwege Funding Leadership Opportunities for Women (FLOW), het nieuwe programma SRGR en hiv/aids in Mozambique en een verhoging van het verplichtingenbudget voor artikel 3.1.
De stijging in 2022 komt voort uit verhoogde verplichtingenbudgetten voor het Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis (GFATM), Leading from the South (LfS), UNFPA UNAIDS en het nieuwe programma met NUFFIC.
Voor 2023 is de verhoging van de verplichtingen nodig voor SRGR-programma’s in onder andere Mali en Ethiopië. Ook worden voor de Global Financing Facility in Support of Every Woman, Every Child (GFF) verplichtingen uit eerdere jaren doorgeschoven naar 2023.
Uitgaven
Artikel 3.1
Eerst werd een gedeelte van de middelen voor de Algemene vrijwillige bijdrage aan UNICEF uit artikel 3.1 gefinancierd. Om onnodige beheerslast tegen te gaan is besloten om de totale bijdrage voor de AVB aan UNICEF uit artikel 5.1 «Multilaterale samenwerking» te financieren. Daarom wordt EUR 5 miljoen in 2019 tot 2021 vanuit artikel 3.1 overgeheveld naar artikel 5.1. Deze overheveling tussen artikel 3.1 en 5.1 betekent per saldo geen verlaging van het budget voor SRGR programma’s. Daarnaast worden middelen binnen dit artikel over de instrumenten herverdeeld.
Artikel 3.4
Het budget wordt per saldo verhoogd in 2019 (EUR 11,5 miljoen) en verlaagd in 2020 tot en met 2024 (EUR 4,75 miljoen). In 2019 wordt EUR 10 miljoen extra vrijgemaakt voor onderwijs wat een prioriteit is uit de beleidsnota «Investeren in Perspectief». Hiervan wordt in 2019 weer EUR 3,5 miljoen overgeheveld naar artikel 1.3 «Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden», voor het programma «Onderwijs en Werk voor Jongeren».
Het budget voor het Orange Knowledge Programme (OKP), uitgevoerd door NUFFIC, wordt structureel verhoogd met EUR 5 miljoen. Een eerdere abusievelijke verlaging is hiermee gecorrigeerd.
De verlagingen voor de jaren na 2019 betreffen een saldo veroorzaakt door enerzijds de eerdergenoemde verhoging vanwege de correctie voor het OKP (EUR 5 miljoen per jaar) en anderzijds een verlaging vanwege jaarlijkse overhevelingen van EUR 9,75 miljoen van dit artikel (Onderwijs) naar artikel 1.3 voor «Onderwijs en werk voor jongeren».
Beleidsartikel 4
Beleidsartikel 4 Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling |
Stand ontwerp begroting 2019 |
Mutaties via amendement 2019 |
Vastgestelde begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2019 |
Stand 1e suppletoire begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2020 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2021 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2022 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(1) |
(2) |
(3)=(1+2) |
(4) |
(5)=(3+4) |
|||||||
Verplichtingen |
621.118 |
10.000 |
631.118 |
479.924 |
1.111.042 |
– 322.376 |
46.124 |
301.124 |
– 158.676 |
||
Uitgaven: |
|||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
777.260 |
10.000 |
787.260 |
3.000 |
790.260 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
waarvan juridisch verplicht |
34% |
62% |
|||||||||
4.1 |
Humanitaire hulp |
370.017 |
10.000 |
380.017 |
0 |
380.017 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Noodhulpprogramma's |
25.000 |
25.000 |
0 |
25.000 |
|||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
UNHCR |
33.000 |
33.000 |
0 |
33.000 |
|||||||
Wereldvoedselprogramma |
36.000 |
36.000 |
0 |
36.000 |
|||||||
UNRWA |
13.000 |
13.000 |
0 |
13.000 |
|||||||
Noodhulpprogramma's |
259.000 |
10.000 |
269.000 |
0 |
269.000 |
||||||
Noodhulpprogramma's non-ODA |
1.017 |
1.017 |
0 |
1.017 |
|||||||
onderwijs |
3.000 |
3.000 |
0 |
3.000 |
|||||||
4.2 |
Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking |
172.000 |
0 |
172.000 |
0 |
172.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Opvang in de regio |
42.000 |
42.000 |
0 |
42.000 |
|||||||
Migratie en ontwikkeling |
12.750 |
12.750 |
0 |
12.750 |
|||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
Opvang in de regio |
96.000 |
96.000 |
0 |
96.000 |
|||||||
Migratie en ontwikkeling |
21.250 |
21.250 |
0 |
21.250 |
|||||||
4.3 |
Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling |
235.243 |
0 |
235.243 |
0 |
235.243 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Legitieme en capabele overheid |
15.000 |
15.000 |
874 |
15.874 |
874 |
874 |
874 |
874 |
|||
Inclusieve politieke processen: vredesdialoog en conflictpreventie |
11.000 |
11.000 |
1.106 |
12.106 |
1.106 |
1.106 |
1.106 |
1.106 |
|||
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen |
30.000 |
30.000 |
– 2.679 |
27.321 |
– 2.679 |
– 2.679 |
– 2.679 |
– 2.679 |
|||
Functionerende rechtsorde |
18.000 |
18.000 |
– 14.049 |
3.951 |
– 12.609 |
– 14.355 |
– 12.717 |
– 12.789 |
|||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
Legitieme en capabele overheid |
10.755 |
10.755 |
626 |
11.381 |
626 |
626 |
626 |
626 |
|||
landenprogramma's legitieme en capabele overheid |
1.500 |
1.500 |
– 1.500 |
0 |
– 1.500 |
– 1.500 |
– 1.500 |
– 1.500 |
|||
Landenprogramma's functionerende rechtsorde |
74.626 |
74.626 |
39.024 |
113.650 |
35.024 |
39.874 |
35.324 |
35.524 |
|||
Landenprogramma's inclusieve en politieke processen; vredesdialoog en confilictpreventie |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
5.000 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
|||
Inclusieve politieke processen: vredesdialoog en conflictpreventie |
13.862 |
13.862 |
1.394 |
15.256 |
1.394 |
1.394 |
1.394 |
1.394 |
|||
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen |
26.000 |
26.000 |
– 2.321 |
23.679 |
– 2.321 |
– 2.321 |
– 2.321 |
– 2.321 |
|||
functionerende rechtsorde |
32.000 |
32.000 |
– 24.975 |
7.025 |
– 22.415 |
– 25.519 |
– 22.607 |
– 22.735 |
|||
4.4 |
Noodhulpfonds |
0 |
0 |
0 |
3.000 |
3.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
Noodhulpfonds |
0 |
0 |
3.000 |
3.000 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget is meerjarig bijgesteld voor verplichtingen op het gebied van humanitaire hulp. Dit is het gevolg van het wijzigen van het verplichtingenritme bij de overgang van een tweejarig naar een driejarig looptijd van de verplichting met aan aantal partners (ICRC, CERF, NRK, OCHA, UNHCR, UNWRA, WFP).
Uitgaven
Het budget voor het Noodhulpfonds wordt in 2019 met EUR 3 miljoen verhoogd in verband met de afwikkeling van in het verleden aangegane verplichtingen op het aflopende Noodhulpfonds.
Beleidsartikel 5
Beleidsartikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet |
Stand ontwerp begroting 2019 |
Mutaties via amendement 2019 |
Vastgestelde begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2019 |
Stand 1e suppletoire begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2020 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2021 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2022 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(1) |
(2) |
(3)=(1+2) |
(4) |
(5)=(3+4) |
|||||||
Verplichtingen |
95.957 |
– 49.000 |
46.957 |
289.700 |
336.657 |
– 8.100 |
13.000 |
86.000 |
10.000 |
||
waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||||
Uitgaven: |
|||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
304.005 |
– 49.000 |
255.005 |
– 128.418 |
126.587 |
– 185.244 |
– 215.907 |
– 273.930 |
– 287.907 |
||
waarvan juridisch verplicht |
73% |
94% |
|||||||||
5.1 |
Multilaterale samenwerking |
131.057 |
2.000 |
133.057 |
27.000 |
160.057 |
25.000 |
25.000 |
13.000 |
13.000 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
UNDP |
28.000 |
28.000 |
2.000 |
30.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
|||
UNICEF |
18.000 |
18.000 |
15.000 |
33.000 |
13.000 |
13.000 |
8.000 |
8.000 |
|||
UNIDO |
1.950 |
1.950 |
0 |
1.950 |
|||||||
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen |
58.230 |
58.230 |
0 |
58.230 |
|||||||
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken |
6.476 |
6.476 |
0 |
6.476 |
|||||||
Speciale multilaterale activiteiten |
9.401 |
9.401 |
10.000 |
19.401 |
10.000 |
10.000 |
3.000 |
3.000 |
|||
Assistent-deskundigen programma |
9.000 |
2.000 |
11.000 |
0 |
11.000 |
||||||
5.2 |
Overig armoedebeleid |
71.700 |
0 |
71.700 |
9.800 |
81.500 |
12.648 |
8.089 |
6.189 |
6.189 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling |
6.500 |
6.500 |
0 |
6.500 |
|||||||
Voorlichting op het terrein van ontwikkelingssamenwerking |
250 |
250 |
0 |
250 |
|||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling |
6.029 |
6.029 |
5.500 |
11.529 |
5.650 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
|||
Schuldverlichting |
52.521 |
52.521 |
783 |
53.304 |
4.409 |
||||||
Unesco |
4.400 |
4.400 |
0 |
4.400 |
|||||||
Overige |
|||||||||||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling |
2.000 |
2.000 |
– 70 |
1.930 |
– 70 |
– 70 |
– 70 |
– 70 |
|||
Overig |
3.587 |
3.587 |
2.659 |
3.159 |
1.259 |
1.259 |
|||||
5.4 |
Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen |
101.248 |
– 51.000 |
50.248 |
– 165.218 |
– 114.970 |
– 222.892 |
– 248.996 |
– 293.119 |
– 307.096 |
|
Ontvangsten |
73.201 |
0 |
73.201 |
0 |
73.201 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
5.20 |
Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen |
42.025 |
42.025 |
0 |
42.025 |
||||||
5.21 |
Ontvangsten OS |
31.176 |
31.176 |
0 |
31.176 |
||||||
5.22 |
Koersverschillen OS |
pm |
pm |
pm |
|||||||
5.23 |
Diverse ontvangsten non-ODA |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
De toename van het verplichtingenbudget in 2019 is onder andere veroorzaakt door hogere bijdragen aan UNICEF en UNDP. Daarnaast wordt het verplichtingenbudget meerjarig bijgesteld omdat verplichtingen met VN-organisaties voortaan meerjarig in plaats van voor twee jaar worden aangegaan. Tenslotte wordt het verplichtingenbudget voor het assistent-deskundigen programma in 2019 verhoogd voor het aangaan van een vijfjarige verplichting.
Uitgaven
Artikel 5.1
Het budget van artikel 5.1 wordt in 2019 verhoogd met EUR 27 miljoen. Dit betreft een verhoging van de jaarlijkse bijdrages aan UNICEF (EUR 15 miljoen), UNDP (EUR 2 miljoen) en EUR 10 miljoen voor speciale multilaterale activiteiten, onder andere voor ondersteuning van hervormingen binnen de Verenigde Naties.
Artikel 5.2
Het budget van artikel 5.2 wordt in 2019 verhoogd met EUR 9,8 miljoen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door meer uitgaven voor algemene (ondersteunende) ODA-activiteiten. Daarnaast wordt het budget voor schuldverlichting verhoogd in 2019 en in 2020. Ook wordt het budget voor «Kleine activiteiten posten» en «Cultuur en ontwikkeling» verhoogd voor culturele activiteiten in Egypte en Marokko in 2019 en 2020.
Artikel 5.4
Om de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting verder te verbeteren is er met ingang van begrotingsjaar 2017 artikelonderdeel 5.4 gecreëerd. Zie ook Kamerbrief 34 300 XVII, nr. 62 over de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting. De ontwikkeling van het ODA-budget is gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI en wordt hiervoor bijgesteld. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct door vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de BNI-raming wordt bijgesteld. Daarnaast kan er sprake zijn van nog te verdelen toerekeningen aan het ODA-budget.
Per saldo neemt het budget van dit subartikel in 2019 af met EUR 165 miljoen. Het betreft drie mutaties. Allereerst betreft het een afname van het ODA-budget als gevolg van een daling van het BNI. De neerwaartse BNI-bijstelling is EUR 87 miljoen in 2019 en loopt op tot EUR 254 miljoen vanaf 2024.
Daarnaast is de toerekening voor eerstejaars asielopvang bijgesteld. De mutaties in de asieltoerekening worden gekenmerkt door een tweetal ontwikkelingen. Enerzijds is er ten opzichte van de ramingen uit de ontwerpbegroting sprake van een hogere instroomraming, waardoor de toerekening meerjarig hoger uitvalt. Anderzijds is er sprake van een aanpassing in de systematiek van de toerekening van de kosten van eerstejaarsopvang van asielzoekers aan ODA. Deze aanpassing vloeit voort uit een verduidelijking van de richtlijnen van de OESO-DAC voor de toerekening in 2017. De OESO-DAC heeft de richtlijnen verduidelijkt om internationaal tot meer vergelijkbaarheid te komen van de uitgaven voor eerstejaarsopvang asielzoekers uit DAC-landen. Door toepassing van de verduidelijkte richtlijnen wordt de ODA-toerekening van asielkosten verhoudingsgewijs lager.
De wijzigingen van de asieltoerekening leiden in 2019 per saldo tot een lagere asieltoerekening aan ODA van EUR 23 miljoen, en een hogere asieltoerekening aan ODA van EUR 57 miljoen in 2020, aflopend naar EUR 15 miljoen in 2022. De benodigde middelen worden overgeboekt naar de begrotingen van de Ministeries Justitie en Veiligheid en OCW en leiden tot een verlaging van dit begrotingsartikel. Vanaf 2023 wordt de asieltoerekening neerwaarts bijgesteld, de vrijvallende middelen worden in die jaren teruggeboekt naar de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Tenslotte is per saldo EUR 21 miljoen overgeheveld naar de beleidsartikelen op de BHOS-begroting.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35210-XVII-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.