35 210 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van het Ministerie Economische Zaken en Klimaat;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

Opbouw 1e suppletoire begroting 2019

Deze 1e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2019. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:

  • 1) Leeswijzer.

  • 2) Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.

  • 3) De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.

  • 4) De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.

  • 5) De agentschappen. In deze 1e suppletoire begroting zijn de aanpassingen in de agentschapsparagraaf van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) opgenomen.

Ondergrenzen toelichtingen

Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze eerste suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

Omvang begrotingsartikel

(stand ontwerpbegroting)

in € mln

Beleidsmatige mutaties

(ondergrens in € mln)

Technische mutaties

(ondergrens in € mln)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1.000

5

10

=> 1.000

10

20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

2. OVERZICHT BELANGRIJKSTE SUPPLETOIRE UITGAVEN- EN ONTVANGSTENMUTATIES

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2019

(Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art. nr.

Uitgaven 2019

Vastgestelde begroting 2019

 

4.609.162

     

Belangrijkste suppletoire mutaties:

   
     

Agentschap Telecom

1

4.111

Uitvoeringskosten RVO.nl

2

13.537

Bijdrage aan TNO

2

7.036

Topsectoren overig

2

18.305

Eindejaarsmarge Toekomstfonds

3

93.551

DEI-Tenders aardgasloze woningen, wijken en gebouwen

4

10.459

Kasschuif ETS

4

– 14.100

Eindejaarsmarge Groningen

5

28.197

Nationaal Programma Groningen

5

44.400

Uitvoeringskosten schadeafhandeling

5

53.006

Informatiebeveiliging

40

3.900

Loon- en prijsbijstelling

41

46.951

     

Overige mutaties

Div.

– 8.486

Totaal

 

300.867

     

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

4.910.029

Toelichting

Agentschap Telecom

Het budget voor Agentschap Telecom wordt met € 4,1 mln verhoogd. € 2,7 mln hiervan betreft de verhoging van de jaarlijkse opdrachten aan het agentschap. De resterende € 1,4 mln is het gevolg van centralisatie op artikel 1 binnen de EZK-begroting van de budgetten voor de toezichts- en inspectietaken van Agentschap Telecom.

Uitvoeringskosten RVO.nl

De hogere bijdrage aan RVO.nl wordt veroorzaakt door de hogere uitvoeringskosten samenhangend met het opdrachtenpakket voor 2019. Deze verhoging betreft onder meer de opdrachten in het kader van Green Deals, Maatschappelijk verantwoord Inkopen (MVI), Programma verduurzaming industrie, MKB!dee, Startup Delta en Ruimte in regels.

Bijdrage aan TNO

Het budget voor TNO wordt met € 7 mln verhoogd door een bijdrage van € 4,2 mln van het Ministerie van SZW voor kennisontwikkeling van de Inspectie SZW door TNO en het Maatschappelijk Programma Arbeidsomstandigheden, een bijdrage van € 1,8 mln van het Ministerie van J&V voor werkzaamheden op het beleidsterrein van J&V en € 1 mln voor de uitvoering van het amendement Amhaouch/Wörsdörfer (Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 13).

Topsectoren overig

Voor de compensatie van de TO2-instituten wordt € 14 mln structureel aan de EZK-begroting toegevoegd. Daarnaast wordt in 2019 € 5 mln aan de begroting toegevoegd oplopend naar € 10 mln structureel vanaf 2021 om een impuls te geven aan investeren in sleuteltechnologieën en ruimtevaart.

Eindejaarsmarge Toekomstfonds

De niet benutte middelen van het Toekomstfonds in 2018 worden conform de fondsconstructie toegevoegd aan het budget voor 2019. Het betreft begrotingsgeld voor onder meer het Co-investeringsvehicle met het Europees Investeringsfonds (EIF), het Innovatiekrediet, de Seed Capital regeling, Vroegefasefinanciering en Fundamenteel en toegepast onderzoek.

DEI-Tenders aardgasloze woningen, wijken en gebouwen

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken draagt € 10,5 mln bij aan twee tenders binnen de Demonstratieregeling Energie-Innovatie (DEI) voor «Aardgasloze woningen, wijken en gebouwen».

Kasschuif ETS

Het voor dit jaar voorziene beroep op de regeling is lager dan budgettair beschikbaar. Die budgettaire ruimte wordt doorgeschoven naar 2021.

Eindejaarsmarge Groningen

De niet benutte middelen van het meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen worden toegevoegd aan de begroting 2019. Het betreft de regelingen Verduurzaming (€ 16,3 mln) en Fonds achterstallig onderhoud (€ 3,8 mln) en het onderzoeksbudget (€ 4,9 mln) en het werkbudget van de NCG (€ 3,2 mln).

Nationaal Programma Groningen

Dit betreft een toevoeging van € 44,4 mln vanuit de Aanvullende Post voor het Nationaal Programma Groningen, bestemd voor de projecten die uit de ronde 2019 komen.

Uitvoeringskosten schadeafhandeling

De toename van de uitvoeringskosten van de schadeafhandelingen door RVO.nl houdt verband met het grote aantal schadeafhandelingen dat voor 2019 staat gepland. In de uitvoeringskosten zitten zowel uurgebonden kosten RVO als de kosten voor de taxateurs. Deze kosten worden door EZK weer verhaald op de NAM.

Informatiebeveiliging

Het op orde brengen en houden van informatiebeveiliging is rijksbreed een belangrijk aandachtspunt. In haar verantwoordingsonderzoek over 2017 kwalificeerde de Algemene Rekenkamer het onderwerp informatiebeveiliging nog als een onvolkomenheid voor EZ (nu EZK en LNV). Vanwege de extra gezamenlijke inspanningen van EZK en LNV op dit terrein is deze onvolkomenheid over 2018 komen te vervallen. Inspanningen op dit gebied blijven echter noodzakelijk. Er is daarom een gezamenlijk departementsbreed traject van EZK en LNV om de informatiebeveiliging op orde te houden. Deze mutatie bevat de bijdrage van LNV hieraan.

Loon- en prijsbijstelling

Bij Voorjaarsnota 2019 is loon- en prijsbijstellingstranche 2019 voor EZK uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten en pensioenpremies voor de overheidswerkgevers. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen.

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2019

(Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art. nr.

Ontvangsten 2019

Vastgestelde begroting 2019

 

4.179.847

     

Belangrijkste suppletoire mutaties:

   

Octrooiontvangsten

2

4.000

ETS-ontvangsten

4

80.000

Bijdrage NAM

5

71.306

Aardgasbaten

5

– 100.000

     

Overige mutaties

 

16.079

Totaal

 

71.385

     

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

4.251.232

Toelichting

Octrooiontvangsten

De octrooiontvangsten zijn met € 4 mln verhoogd, omdat op basis van de realisaties van de afgelopen jaren de verwachting is dat ook in 2019 de octrooiontvangsten hoger zullen uitvallen als gevolg van meer verleende octrooien en langere instandhouding van octrooien.

ETS-ontvangsten

De meevaller bij de ETS-ontvangsten is ontstaan doordat de verwachte gemiddelde prijs van ETS-rechten in 2019 sterk is gestegen.

Bijdrage NAM

De hogere uitvoeringskosten (€ 53 mln) van de schadeafhandelingen worden doorberekend aan de NAM. Daarnaast worden de kosten (€ 18,3 mln) over het 4e kwartaal 2018 gedeclareerd bij de NAM.

Aardgasbaten

In de raming van de gasbaten zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: bijstelling op basis van de meest recente prijsverwachting en de versnelling van de afbouw van de gaswinning in Groningen conform Kamerbrief van 8 februari 2019 (Kamerstuk 33 529, nr. 580). Bovendien worden voortaan de gasbaten op € 10 mln afgerond.

3. DE BELEIDSARTIKELEN

Budgettaire gevolgen van beleid,

1. Goed functionerende economie en markten

(Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2019

(1)

Mutaties via NvW, moties en amende

menten

(2)

Vastgestelde begroting 2019

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting

(4)

Stand 1e suppletoire begroting

(5)=(3+4)

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

VERPLICHTINGEN

197.060

 

197.060

12.649

209.709

1.347

1.351

1.468

1.652

Waarvan garantieverplichtingen

                 

Waarvan overige verplichtingen

197.060

 

197.060

12.649

209.709

1.347

1.351

1.468

1.652

                   

UITGAVEN

196.389

 

196.389

4.271

200.660

3.039

3.043

3.078

3.344

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

96%

 

96%

 

97%

       
                   

Subsidies

400

 

400

143

543

       

Digitalisering regionale radio

                 

Cybersecurity

400

 

400

143

543

       
                   

Opdrachten

11.545

 

11.545

72

11.617

139

143

178

444

Onderzoek en Opdrachten

2.543

 

2.543

74

2.617

– 97

– 117

– 82

 

PIANOo/TenderNed

                 

Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid

6.347

 

6.347

141

6.488

236

260

260

444

Digital trust centre

1.122

 

1.122

– 143

979

       

Cybersecurity

1.533

 

1.533

 

1.533

       
                   

Bijdragen aan agentschappen

26.846

 

26.846

4.056

30.902

2.900

2.900

2.900

2.900

Agentschap Telecom

18.090

 

18.090

4.111

22.201

2.900

2.900

2.900

2.900

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

8.756

 

8.756

– 55

8.701

       

DICTU

                 
                   

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

153.794

 

153.794

30

153.824

30

30

30

30

Metrologie

9.338

 

9.338

– 36

9.302

– 36

– 36

– 36

– 36

Raad voor Accreditatie

195

 

195

66

261

66

66

66

66

ACM

714

 

714

 

714

       

CBS

143.547

 

143.547

 

143.547

       
                   

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

3.804

 

3.804

– 30

3.774

– 30

– 30

– 30

– 30

Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)

1.130

 

1.130

 

1.130

       

Internationale organisaties

2.674

 

2.674

– 30

2.644

– 30

– 30

– 30

– 30

                   

ONTVANGSTEN

31.062

 

31.062

872

31.934

872

872

872

872

Ontvangsten ACM

162

 

162

 

162

       

High Trust

30.200

 

30.200

 

30.200

       

Diverse ontvangsten

700

 

700

872

1.572

872

872

872

872

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging van het verplichtingbudget met € 12,7 mln wordt met name veroorzaakt door de gunning van de bemiddelingsdienst voor doven en slechthorenden. De gunning betreft 6 jaar en om deze verplichting (€ 10,6 mln) in 2019 vast te kunnen leggen wordt het benodigde verplichtingbudget uit de jaren 2020 t/m 2024 naar voren gehaald op instrument Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid.

Toelichting op de uitgaven

De verhoging van het kasbudget in 2019 met € 4,3 mln wordt met name veroorzaakt door de bijdrage aan Agentschap Telecom. Dit budget wordt verhoogd met € 2,7 mln voor de jaarlijkse opdrachten aan het agentschap (€ 1,5 mln structureel vanaf 2020). Verder wordt er vanwege de centralisatie van de budgetten voor de toezichts- en inspectietaken van het agentschap € 1,4 mln structureel overgeboekt van artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen naar artikel 1 Goed functionerende economie en markten.

Budgettaire gevolgen van beleid,

2. Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

(Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2019

(1)

Mutaties via NvW, moties en amendementen

(2)

Vastgestelde begroting 2019

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting

(4)

Stand 1e suppletoire begroting

(5)=(3+4)

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

VERPLICHTINGEN

2.087.514

47.900

2.135.414

62.550

2.197.964

19.723

29.460

20.932

19.758

Waarvan garantieverplichtingen

1.300.000

0

1.300.000

0

1.300.000

0

0

0

0

Waarvan overige verplichtingen

787.514

47.900

835.414

62.550

897.964

19.723

29.460

20.932

19.758

                   

UITGAVEN

889.968

47.700

937.668

37.338

975.006

34.482

30.897

21.982

20.808

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

88%

 

84%

 

82%

       
                   

Garanties

57.092

– 200

56.892

 

56.892

       

BMKB

36.375

 

36.375

 

36.375

       

Storting reserve BMKB

                 

Groeifaciliteit

8.972

– 200

8.772

 

8.772

       

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

11.745

 

11.745

 

11.745

       

Garanties MKB Financiering

                 
                   

Subsidies

102.419

43.900

146.319

– 1.964

144.355

10.052

3.192

– 2.048

– 2.617

MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

34.747

 

34.747

– 5.556

29.191

240

– 500

– 1.500

– 895

Eurostars

17.958

 

17.958

– 839

17.119

       

Bevorderen Ondernemerschap

14.301

 

14.301

4.764

19.065

3.412

3.692

– 548

– 1.722

Groene Groei en Biobased Economy

     

152

152

       

Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG

27.464

 

27.464

– 120

27.344

       

Bijdrage aan ROM's

5.507

 

5.507

 

5.507

       

Verduurzaming industrie

 

43.900

43.900

– 365

43.535

6.400

     

Overige subsidies

2.442

 

2.442

 

2.442

       
                   

Opdrachten

19.578

 

19.578

– 1.735

17.843

– 2.524

– 2.019

– 1.004

– 1.609

Onderzoek en opdrachten

3.898

 

3.898

– 45

3.853

– 20

– 15

   

Caribisch Nederland

1.237

 

1.237

– 47

1.190

– 32

– 32

– 32

– 32

ICT beleid

5.871

 

5.871

– 954

4.917

– 2.472

– 2.472

– 2.472

– 2.472

Regeldruk

2.206

 

2.206

– 167

2.039

       

Mainport Rotterdam

                 

Regiekosten regionale functie

650

 

650

 

650

       

Invest-NL i.o.

     

543

543

       

Cybersecurity

3.216

 

3.216

 

3.216

       

Small Business Innovation Research

2.500

 

2.500

– 1.065

1.435

 

500

1.500

895

                   

Bijdragen aan agentschappen

94.099

 

94.099

15.150

109.249

1.775

1.315

775

775

Bijdrage RVO.nl

78.499

 

78.499

13.537

92.036

1.775

1.315

775

775

Bijdrage Agentschap Telecom

1.949

 

1.949

– 1.444

505

       

Bijdrage Logius

887

 

887

 

887

       

Invest-NL i.o.

12.764

 

12.764

3.057

15.821

       
                   

Bijdragen aan ZBO's/RWT’s

296.809

 

296.809

7.512

304.321

4.409

4.409

259

259

Bijdrage aan TNO

152.551

 

152.551

7.036

159.587

4.150

4.150

   

Kamer van Koophandel

120.821

 

120.821

476

121.297

259

259

259

259

Bijdrage aan NWO-TTW

23.437

 

23.437

 

23.437

       
                   

Bijdragen aan medeoverheden

                 

Sterke Regio's en Nota Ruimte

                 
                   

Bijdragen aan (inter-) nationale organisaties

319.971

4.000

323.971

18.375

342.346

20.770

24.000

24.000

24.000

Internationaal Innoveren

41.336

5.000

46.336

– 2.126

44.210

– 735

     

PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag)

142.950

 

142.950

740

143.690

65

     

TO2 (Deltares, MARIN en NLR)

45.355

 

45.355

1.000

46.355

       

Topsectoren overig

7.285

– 1.000

6.285

18.305

24.590

21.440

24.000

24.000

24.000

Ruimtevaart (ESA)

68.610

 

68.610

300

68.910

       

Bijdrage NBTC

8.860

 

8.860

 

8.860

       

Bijdragen organisaties

5.575

 

5.575

156

5.731

       
                   

ONTVANGSTEN

113.157

 

113.157

11.333

124.490

       

BMKB

33.000

 

33.000

 

33.000

       

Groeifaciliteit

8.000

 

8.000

 

8.000

       

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

13.000

 

13.000

 

13.000

       

Luchtvaartkredietregeling

9.906

 

9.906

 

9.906

       

Rijksoctrooiwet

36.312

 

36.312

4.000

40.312

       

Eurostars

5.094

 

5.094

 

5.094

       

Joint Strike Fighter

5.000

 

5.000

 

5.000

       

Diverse ontvangsten

2.845

 

2.845

7.333

10.178

       

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging van het verplichtingbudget met € 62,6 mln wordt met name veroorzaakt door:

  • Bijdrage RVO € 13,5 mln. Deze mutatie betreft onder meer de uitvoeringskosten voor: CETAM, Green Deals, Maatschappelijk verantwoord Inkopen (MVI), Eureka, Programma verduurzaming industrie, MKB!dee, Nationaal Landingspunt, Startup Delta, Ideas from Europe, Fast Lane, Hannover Messe, Holland Lounge en Ruimte in regels.

  • PPS toeslag € 12,0 mln. In 2018 kon een project niet meer tijdig verleend worden terwijl er budget voor gereserveerd stond. Deze niet benutte verplichtingenruimte uit 2018 wordt nu aan de begroting voor 2019 toegevoegd.

  • Bijdrage TNO € 7,0 mln. Deze mutatie betreft een bijdrage van het Ministerie van SZW (€ 4,2 mln) voor kennisontwikkeling van de Inspectie SZW door TNO en het Maatschappelijk Programma Arbeidsomstandigheden, een bijdrage van het Ministerie van J&V (€ 1,8 mln) voor werkzaamheden op beleidsterrein J&V en € 1,0 mln voor de uitvoering van het amendement Amhaouch/Wörsdörfer.

  • MIT – € 6,3 mln. Deze mutatie betreft het overboeken van budget naar het Provinciefonds ten behoeve van de uitvoering van het decentrale deel van de MIT.

  • Bevorderen Ondernemerschap € 5,1 mln. Ten behoeve van de regeling beleidsexperiment Menselijk kapitaal is € 5,1 mln overgeheveld vanuit beleidsartikel 3 in het kader van de middelen voor het MKB-actieplan.

  • Verduurzaming industrie € 11,8 mln. Er is een bijdrage van € 5,1 mln ontvangen van het Ministerie van I&W voor de demoregeling CO2 reductie industrie. Daarnaast is € 16,7 mln van de niet benutte middelen in 2018 toegevoegd aan het budget voor 2019. Er is € 10 mln overgeheveld naar artikel 4 voor een bijdrage aan de programmatische aanpak waterstof.

  • Topsectoren overig € 19 mln. Voor de compensatie van de TO2-instituten wordt € 14 mln structureel aan de EZK-begroting toegevoegd. Daarnaast wordt in 2019 € 5 mln aan de EZK-begroting toegevoegd oplopend naar € 10 mln structureel vanaf 2021 om een impuls te geven aan investeringen in sleuteltechnologieën en ruimtevaart. Met deze middelen worden meerjarenprogramma’s op sleuteltechnologieën ontwikkeld waarin overheden, bedrijven en kennisinstellingen samenwerken. Dat is nodig om in de verdere ontwikkeling, diffusie en opschalingsfasen concurrerend te zijn en te blijven ten opzichte van andere landen.

Toelichting op de uitgaven

De verhoging van het kasbudget met € 37,3 mln wordt met name veroorzaakt door:

  • Bevorderen Ondernemerschap (€ 4,8 mln). Deze mutatie betreft onder meer de desaldering een bijdrage van het Ministerie van Defensie en de provincie Noord-Brabant (samen € 3,3 mln) in het kader van een lening voor het realiseren van een logistieke oplossing voor de Europese distributie van reserve-onderdelen voor de F-35 in Woensdrecht (zie ook ontvangsten). Daarnaast is een kasschuif doorgevoerd van € 1,3 mln ten gunste van 2019.

  • Verduurzaming industrie – € 0,4 mln. Deze mutatie betreft onder meer de uitvoeringskosten (– € 3,8 mln), een bijdrage van het Ministerie van I&W voor de demoregeling CO2 reductie industrie (€ 5,1 mln), een overboeking naar artikel 4 voor een bijdrage aan de programmatische aanpak waterstof (– € 10,0 mln) en een verhoging van € 1 mln als gevolg van het uitvoeringsbudget Verduurzaming industrie dat in 2018 niet is benut en in 2019 opnieuw beschikbaar wordt gesteld. Daarnaast is € 6,9 mln van de niet benutte middelen in 2018 toegevoegd aan het budget voor 2019.

  • MIT – € 5,6 mln. Dit betreft onder meer een overboeking van € 6,3 mln naar het Provinciefonds ten behoeve van de uitvoering van het decentrale deel van de MIT en voor € 1 mln een tijdelijke toevoeging vanuit het SBIR-budget.

  • Bijdrage RVO € 13,5 mln. Deze mutatie betreft onder meer de uitvoeringskosten voor: CETAM, Green Deals, Maatschappelijk verantwoord Inkopen (MVI), Eureka, Programma verduurzaming industrie, MKB!dee, Nationaal Landingspunt, Startup Delta, Ideas from Europe, Fast Lane, Hannover Messe, Holland Lounge en Ruimte in regels.

  • Bijdrage TNO € 7,0 mln. Zie toelichting onder verplichtingen.

  • Topsectoren overig € 18,3 mln: zie toelichting onder verplichtingen.

Toelichting op de ontvangsten

De verhoging van het ontvangstbudget met € 11,3 mln is het gevolg van een verhoging van de raming van de octrooiontvangsten met € 4 mln, een terugontvangst van € 3,0 mln op het opdrachtpakket 2017 van RVO, een bijdrage van het Ministerie van Defensie en de provincie Noord-Brabant (samen € 3,3 mln) in het kader van een lening voor het realiseren van een logistieke oplossing voor de Europese distributie van reserve-onderdelen voor de F-35 in Woensdrecht en een verhoging van de ontvangsten met € 1 mln als gevolg van een terugbetaling van een lening door LIOF.

Toelichting op de begrotingsreserves

Voor de begrotingsreserves worden nu nog geen stortingen en onttrekkingen voorzien.

Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2019

91.456

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2019

91.456

Begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2019

67.112

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2019

67.112

Begrotingsreserve Groeifaciliteit

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2019

22.779

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2019

22.779

Begrotingsreserve Garantie MKB-faciliteiten

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2019

9.261

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2019

9.261

Budgettaire gevolgen van beleid,

3. Toekomstfonds

(Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp

begroting 2019

(1)

Mutaties via NvW, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2019 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(4+5)

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

VERPLICHTINGEN

149.275

– 4.000

145.275

89.133

234.408

– 4.800

– 4.600

– 800

1.300

Waarvan garantieverplichtingen

                 

Waarvan overige verplichtingen

149.275

– 4.000

145.275

89.133

234.408

– 4.800

– 4.600

– 800

1.300

                   

UITGAVEN

181.977

– 4.000

177.977

85.521

263.498

– 4.820

– 4.780

 

1.300

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

65%

 

67%

 

66%

       
                   

Leningen

174.284

– 4.000

170.284

81.351

251.635

– 6.335

– 6.295

– 1.515

– 215

I Startups/MKB-FINANCIERING

                 

Volledig revolverend

                 

Dutch Venture Initiative/Fund of Funds

25.851

 

25.851

3.192

29.043

       

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

                 

Co-investment venture capital instrument/EIF

10.154

 

10.154

10.154

20.308

       
                   

Gedeeltelijk revolverend

                 

Innovatiekrediet

52.997

 

52.997

4.632

57.629

       

Risicokapitaal (Seed Capital)

34.971

– 2.000

32.971

25.397

58.368

1.551

1.051

1.020

320

Vroege fasefinanciering

15.335

 

15.335

4.582

19.917

– 535

– 535

– 535

– 535

Start ups/MKB

10.928

 

10.928

– 4.642

6.286

– 4.820

– 4.780

   

NL-Californië Duurzaam E-mobility fund

2.539

 

2.539

– 2.539

 

– 2.531

– 2.031

– 2.000

 
                   

II INVESTERINGEN IN FUNDAMENTEEL EN TOEGEPAST ONDERZOEK

Met vermogensbehoud

                 

Fundamenteel en toegepast onderzoek

18.500

– 2.000

16.500

38.668

55.168

       

Oncode Institute

2.500

 

2.500

1.885

4.385

       

Smart Industry

509

 

509

22

531

       
                   

III Staatsobligaties Toekomstfonds

                 
                   

Subsidies

1.081

 

1.081

1.412

2.493

       

IV Reëel rendement voor onderzoek

                 

V Overige subsidies

                 

Smart Industry

281

 

281

1.404

1.685

       

Haalbaarheidsstudies TO2 innovatieve starters

800

 

800

8

808

       
                   

Bijdragen aan agentschappen

6.612

 

6.612

2.758

9.370

1.515

1.515

1.515

1.515

Bijdrage Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

6.612

 

6.612

2.758

9.370

1.515

1.515

1.515

1.515

                   

ONTVANGSTEN

28.500

 

28.500

 

28.500

       

MKB-FINANCIERING BESTAAND INSTRUMENTARIUM

                 

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

                 

Fund of Funds (DVI I/Business Angels)

2.900

 

2.900

 

2.900

       

Innovatiekredieten

17.000

 

17.000

 

17.000

       

Seed Capital

8.600

 

8.600

 

8.600

       

Vroege fasefinanciering

                 
                   

MKB-FINANCIERING INCIDENTELE MIDDELEN

                 

Ontvangsten DVI II

                 
                   

Ontvangsten fundamenteel en toegepast onderzoek

                 

Fundamenteel en toegepast onderzoek

                 
                   

Renteontvangsten Toekomstfonds

                 

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging van het verplichtingbudget met € 89,1 mln bestaat voor € 99,3 mln aan budget dat niet in 2018 tot besteding is gekomen en in 2019 weer aan de begroting wordt toegevoegd. Conform de systematiek van het fonds worden niet benutte middelen in enig jaar weer toegevoegd aan de begroting van het daarop volgende jaar. Deze toevoeging betreft het budget voor onder meer het Innovatiekrediet, de Seed Capital regeling, Vroegefasefinanciering, Fundamenteel en toegepast onderzoek en Oncode Institute. Hiernaast wordt er onder meer een bijdrage verleend aan het Ministerie van OCW voor de onderzoeksinfrastructuur (– € 2,0 mln), is er een overboeking naar artikel 2 voor MKB!dee (– € 5,1 mln) in het kader van het MKB-actieplan en zijn de verplichtingen voor Vroegefasefinanciering met € 2,6 mln verlaagd omdat de verplichting aan NWO-TTW voor de uitvoering van de regeling voor het eerste halfjaar 2019 al in 2018 is aangegaan.

Toelichting op de uitgaven

De verhoging van het kasbudget met € 85,5 mln bestaat voor € 93,6 mln aan budget dat niet in 2018 tot besteding is gekomen en in 2019 weer aan de begroting wordt toegevoegd. Conform de systematiek van het Toekomstfonds worden niet benutte middelen in enig jaar toegevoegd aan de begroting van het daarop volgende jaar. Deze toevoeging betreft het budget voor onder meer het Co-investeringsvehicle met het EIF, het Innovatiekrediet, de Seed Capital regeling, Vroegefasefinanciering en Fundamenteel en toegepast onderzoek. Hiernaast wordt er onder meer een bijdrage verleend aan het Ministerie van OCW voor de onderzoeksinfrastructuur (– € 2,0 mln) en is er een overboeking naar artikel 2 voor MKB!dee (– € 4,7 mln) in het kader van het MKB-actieplan.

Vanuit het budget voor de Seed Capital regeling, Vroegefasefinanciering en Fundamenteel en toegepast onderzoek is in totaal € 2 mln toegevoegd aan de bijdrage RVO voor het uitvoeren van deze regelingen. Het budget voor NL-Californië Duurzaam E-mobility fund is toegevoegd aan de Seed Capital regeling.

Toelichting ijklijn gasbaten

Het Toekomstfonds wordt mede gevoed met eventuele meevallers uit de aardgasbaten. Er is sprake van meevallers wanneer de gerealiseerde aardgasbaten in een bepaald jaar hoger zijn dan de aardgasbaten zoals die voor dat betreffende jaar geraamd zijn in de Miljoenennota 2015. Deze raming wordt herijkt als er beleidsmatige aanpassingen van de gasproductie plaatsvinden (Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 5).

De relevante ijklijn die van invloed is voor de bepaling van de voeding van het Toekomstfonds is vastgelegd en toegelicht in de EZK-begroting 2019 (p. 78 en 79).

Het kabinet heeft in februari 2019 besloten tot versnelde afbouw van de gaswinning in Groningen. De versnelling van het basispad wordt met name veroorzaakt door de geplande extra inkoop van stikstof door GTS en de versnelde afbouw van de export naar Duitsland.

Naar aanleiding van de bovengenoemde wijziging bij Voorjaarsnota 2019 is er sprake van meevallers voor het Toekomstfonds wanneer de gerealiseerde gasbaten in een bepaald jaar hoger zijn dan de gasbaten zoals in onderstaande tabel is opgenomen (stand actuele ijklijn aardgasbaten Voorjaarsnota 2019).

Bedragen x € 1 mln
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Ijklijn aardgasbasten Miljoenennota 2019

5.650

5.650

4.500

850

1.050

150

Bijstelling n.a.v. beleidsmatige aanpassingen (volume-effect) bij Voorjaarsnota 2019

 

– 30

– 120

– 180

– 130

– 130

Actuele ijklijn aardgasbaten Voorjaarsnota 2019

 

5.620

4.380

670

920

20

Deze actuele ijklijn wijkt af van de raming van de aardgasbaten op beleidsartikel 5 omdat voor het Toekomstfonds alleen de beleidsmatige aanpassingen van de gasproductie van toepassing zijn. Bij het vaststellen van de gasbatenraming op beleidsartikel 5 spelen onder andere de beursprijs van TTF-gas, de euro/dollar koers en de olieprijs een rol. Deze blijven bij de berekening van de ijklijn voor het Toekomstfonds buiten beschouwing.

Budgettaire gevolgen van beleid,

4. Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

(Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp

begroting 2019

(1)

Mutaties via NvW, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2019

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting

(4)

Stand 1e suppletoire begroting

(5)=(3+4)

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

VERPLICHTINGEN

10.605.329

81.400

10.686.729

4.618

10.691.347

4.553

17.957

3.557

4.373

Waarvan garantieverplichtingen

71.300

 

71.300

– 3.420

67.880

       

Waarvan overige verplichtingen

10.534.029

81.400

10.615.429

8.038

10.623.467

4.553

17.957

3.557

4.373

                   

UITGAVEN

2.799.175

79.100

2.878.275

10.275

2.888.550

4.553

17.957

3.557

4.373

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

95%

 

92%

 

95%

       
                   

Subsidies

2.558.099

79.100

2.637.199

– 3.450

2.633.749

– 7.260

10.094

– 4.306

– 4.706

Topsectoren Energie

86.490

35.000

121.490

– 15.188

106.302

– 6.256

– 2.800

– 2.800

– 2.800

– Tenderregeling Energie-innovatie (TSE)

36.490

35.000

71.490

– 13.228

58.262

– 4.296

– 840

– 840

– 840

– SDE+projecten (Hernieuwbare Energie Regeling)

50.000

 

50.000

– 1.960

48.040

– 1.960

– 1.960

– 1.960

– 1.960

Energie-efficiency

2.368

 

2.368

– 135

2.233

       

Green Deals

500

 

500

 

500

       

Klimaat en Energieakkoord

44.100

6.600

50.700

30.365

81.065

4.156

700

   

– Demonstratie-regeling Energie Innovatie (DEI)

41.200

– 200

41.000

32.165

73.165

3.456

     

– Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS)

2.900

400

3.300

– 1.800

1.500

700

700

   

– Projecten Klimaat- en Energieakkoord

0

6.400

6.400

 

6.400

       

MEP

47.025

 

47.025

 

47.025

       

SDE

652.451

 

652.451

– 300

652.151

– 300

– 300

– 300

– 300

SDE+

1.550.434

 

1.550.434

– 4.555

1.545.879

– 4.860

– 1.606

– 1.606

– 1.606

Storting in begrotingsreserve duurzame energie

                 

Storting in begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie

                 

Aardwarmte

0

15.000

15.000

 

15.000

       

ISDE-regeling

100.000

 

100.000

 

100.000

       

Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)

61.000

 

61.000

– 10.995

50.005

 

14.100

   

CCS

3.080

 

3.080

– 715

2.365

   

400

 

Subsidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EDS)

                 

Hoge Flux Reactor

7.651

 

7.651

– 401

7.250

       

Elektrisch rijden

                 

Caribisch Nederland

3.000

 

3.000

 

3.000

       

Overige subsidies

0

22.500

22.500

– 1.526

20.974

       
                   

Leningen

                 

Pallas

                 
                   

Garanties

4.700

 

4.700

80

4.780

       

Verliesdeclaraties Aardwarmte

0

 

0

3.500

3.500

       

Storting in begrotingsreserve Aardwarmte

4.700

 

4.700

– 3.420

1.280

       
                   

Opdrachten

12.357

 

12.357

– 2.810

9.547

– 600

– 600

– 600

– 600

Onderzoek mijnbouw-bodembeweging

1.816

 

1.816

– 300

1.516

– 200

– 200

– 200

– 200

SodM onderzoek

2.500

 

2.500

 

2.500

       

Joint implementation

                 

Uitvoeringsagenda Klimaat

823

 

823

 

823

       

Klimaat mondiaal

359

 

359

 

359

       

Onderzoek en opdrachten

6.859

 

6.859

– 2.510

4.349

– 400

– 400

– 400

– 400

                   

Bijdragen aan agentschappen

53.069

 

53.069

18.638

71.707

8.963

9.963

9.963

9.779

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

40.621

 

40.621

20.311

60.932

9.700

9.700

9.700

9.700

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

720

 

720

100

820

       

KNMI

1.193

 

1.193

924

2.117

184

184

184

0

NEa

7.875

 

7.875

– 1.580

6.295

– 921

79

79

79

RIVM

1.467

 

1.467

– 1.467

0

       

Rijkswaterstaat

1.193

 

1.193

350

1.543

       
                   

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

130.010

 

130.010

1.950

131.960

– 5.620

     

Doorsluis COVA heffing

111.000

 

111.000

 

111.000

       

TNO Kerndepartement

17.269

 

17.269

1.950

19.219

– 5.620

     

TNO SodM

1.741

 

1.741

 

1.741

       
                   

Bijdragen aan mede-overheden

24.356

 

24.356

– 416

23.940

       

Uitkoopregeling

24.356

 

24.356

– 416

23.940

       
                   

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

16.584

 

16.584

– 3.717

12.867

9.070

– 1.500

– 1.500

– 100

ECN/NRG

15.135

 

15.135

– 3.717

11.418

9.070

– 1.500

– 1.500

– 100

Internationale contributies

1.449

 

1.449

 

1.449

       
                   

ONTVANGSTEN

2.232.211

 

2.232.211

87.874

2.320.085

154.500

84.500

64.500

144.500

COVA

111.000

 

111.000

 

111.000

       

Opbrengst heffing ODE (SDE+)

1.730.000

 

1.730.000

 

1.730.000

       

ETS-ontvangsten

300.000

 

300.000

80.000

380.000

150.000

80.000

60.000

140.000

Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie

78.000

 

78.000

 

78.000

       

Ontvangsten zoutwinning

2.511

 

2.511

 

2.511

       

Diverse ontvangsten

10.700

 

10.700

7.874

18.574

4.500

4.500

4.500

4.500

Toelichting op de verplichtingen

Voor een toelichting op de verplichtingen wordt verwezen naar de toelichting op de uitgaven. De verlaging van de garantieverplichtingen heeft vooral betrekking op lagere verwachte storting van provisies die in 2019 worden ontvangen op basis van de garantieregeling geothermie.

Toelichting op de uitgaven

Tenderregeling energie-innovatie

Vanuit het budget voor de Tenderregeling Energie-Innovatie (TSE), waar de Klimaatenveloppemiddelen aan zijn toegevoegd, wordt per saldo € 12,1 mln overgeheveld naar het budget voor de Demonstratieregeling Energie-Innovatie (DEI). Daarnaast wordt uit de klimaatenveloppemiddelen € 1 mln overgeheveld naar artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen voor de pilot en demoregeling CO2-reductie Industrie.

Demonstratieregeling Energie-Innovatie (DEI)

Zie de toelichting bij de Tenderregeling Energie-Innovatie. Naast de daar genoemde € 12,1 mln die naar de DEI is overgeheveld wordt voor een aantal aparte tenders binnen de DEI budget overgeheveld vanuit artikel 2 (€ 9,6 mln) en vanuit de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (€ 10,5 mln).

SDE+

Ten behoeve van de hogere kosten die met de uitvoering van de SDE+ gepaard gaan door de toename in het aantal verstrekte subsidies is € 2,6 mln budget overgeheveld naar het RVO-uitvoeringsbudget. Daarnaast is € 1,8 mln overgeheveld naar de begroting van Infrastructuur en Waterstaat als bijdrage in de kosten die Rijkswaterstaat moet maken voor de aanleg van een extra radartoren bij Wemeldinge (Zeeland) die noodzakelijk is omdat de aanleg van windmolenparken in Zeeland leidt tot een verminderde radardekking.

ETS

Het in 2018 niet-gebruikte budget (€ 3,1 mln) is toegevoegd aan het budget 2019. Vanwege de voorziene benutting van de ETS-middelen is tevens een kasschuif doorgevoerd. Het budget 2019 wordt daartoe verlaagd met € 14,1 mln door een kasschuif naar het jaar 2021, omdat in dat jaar hogere ETS-uitgaven worden verwacht.

RVO

Om het tekort op de uitvoeringskosten van RVO te dekken is in totaal € 20,3 mln budget toegevoegd aan het budget hiervoor. Naast het tekort op de uitvoering van de lopende regelingen gaat het dan om uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de besteding van de Klimaatenveloppemiddelen (ook van de middelen die overgekomen zijn van respectievelijk het Ministerie van BZK, artikel 2 en het nieuwe Expertisecentrum Warmte), uitvoeringskosten van de Tenderregeling Energie-Innovatie (TSE), de Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS), de Hernieuwbare Energie Regeling (HER), de Renewable Energy Directive (RED) en het Extractive Industries Transparency Initiative (EITI), alsmede om additionele uitvoeringskosten voor de SDE+-regeling en de ondersteuning RCR-projecten.

Toelichting op de ontvangsten

ETS-ontvangsten

Ten opzichte van eerdere ramingen is de verwachte gemiddelde prijs van ETS-rechten in 2019 sterk gestegen (van € 16,32 naar € 20,41 per ETS-recht). Hierdoor is ten opzichte van de eerdere ramingen een meevaller voorzien.

Diverse ontvangsten

De verhoging van de ontvangstentaakstelling voor «diverse ontvangsten» (€ 7,9 mln) hangt samen met een verhoging van de verwachte onttrekking aan de reserve aardwarmte (€ 3,5 mln), een terugontvangst van RVO van te veel betaalde uitvoeringskosten 2018 (€ 1,8 mln) en een extra verwachte terugbetaling van in het verleden verstrekte subsidievoorschotten (€ 6,7 mln). Hiertegenover staan lagere ontvangsten van provisies op basis van de garantieregeling aardwarmte (€ 3,4 mln) en lagere ontvangsten van aan initiatiefnemers van energieprojecten doorberekende planschade-uitkeringen (€ 0,7 mln).

Toelichting op de begrotingsreserves

Begrotingsreserve Duurzame energie

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2019

2.239.406

+ Geraamde storting

180.000

– Geraamde onttrekking

– 78.000

Stand (raming) per 31/12/2019

2.341.406

De begrotingsreserve voor duurzame energie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de HER of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie. In 2019 zal naar verwachting zo’n € 180 mln onbenutte (kas)middelen in de begrotingsreserve gestort worden. De verwachte onttrekking van € 78 mln betreft de tranche 2019 van de tijdelijke onttrekking aan de begrotingsreserve die bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2015 aan de orde is geweest (zie hiervoor onder meer het antwoord op vraag 5 en 6 in Kamerstuk 34 210 XIII, nr. 4, blz. 5 – 7).

Begrotingsreserve Aardwarmte

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2019

21.554

+ Geraamde storting

1.280

– Geraamde onttrekking

– 3.500

Stand (raming) per 31/12/2019

18.182

De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. De uit te betalen verliesdeclaraties worden onttrokken aan de reserve.

Begrotingsreserve ECN verstrekte leningen

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2019

6.600

+ Geraamde storting

0

– Geraamde onttrekking

0

Stand (raming) per 31/12/2019

6.600

De middelen in de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als ECN – al dan niet tijdelijk – (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.

Begrotingsreserve Maatregelen voor CO2-reductie

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2019

500.000

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2019

500.000

Het kabinet zal additionele maatregelen nemen om aanvullende CO2-reductie te realiseren. Omdat de aard en timing van de eventuele aanvullende maatregelen nog onzeker is, heeft het kabinet besloten deze eventuele maatregelen via een tijdelijke begrotingsreserve mogelijk te maken. De reserve loopt tot en met 2020. De reserve is in 2018 eenmalig gevuld met € 500 mln. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat coördineert de set aan maatregelen om CO2 te reduceren. Andere departementen zoals LNV, IenW en BZK kunnen ook een beroep doen op deze middelen voor CO2-reducerende maatregelen.

De Tweede Kamer zal met een Incidentele Suppletoire Begroting (ISB) over de voorgestelde maatregelen en budgettaire gevolgen worden geïnformeerd.

Budgettaire gevolgen van beleid,

5. Een veilig Groningen met perspectief

(Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp

begroting 2019

(1)

Mutaties via NvW, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2019 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting

(4)

Stand 1e suppletoire begroting

(5)=(3+4)

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

VERPLICHTINGEN

140.111

 

140.111

106.922

247.033

4.067

4.067

4.066

 

Waarvan garantieverplichtingen

                 

Waarvan overige verplichtingen

140.111

 

140.111

106.922

247.033

4.067

4.067

4.066

 
                   

UITGAVEN

140.471

 

140.471

106.922

247.393

4.067

4.067

4.066

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

77%

 

77%

 

77%

       
                   

Subsidies

25.790

 

25.790

58.615

84.405

4.067

4.067

4.066

 

Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten

10.273

 

10.273

4.067

14.340

4.067

4.067

4.066

 

Verduurzamingsopgave overig (plafond relevante uitgaven)

10.517

 

10.517

6.364

16.881

       

Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen

0

 

0

44.400

44.400

       

Instrumentarium woningmarkt

5.000

 

5.000

3.784

8.784

       
                   

Inkomensoverdrachten

57.500

 

57.500

0

57.500

       

Schadevergoedingen

57.500

 

57.500

0

57.500

       
                   

Opdrachten

13.105

 

13.105

8.146

21.251

       

Onderzoek en compensatie gemeenten en provincie

7.111

 

7.111

4.883

11.994

       

Werkbudget

5.994

 

5.994

3.263

9.257

       
                   

Bijdragen aan agentschappen

44.076

 

44.076

40.161

84.237

       

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

41.991

 

41.991

40.161

82.152

       

Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen

2.085

 

2.085

0

2.085

       
                   

Totaal ontvangsten

1.749.491

 

1.749.491

– 28.694

1.720.797

20.000

– 40.000

– 50.000

– 90.000

Schadevergoedingen

57.500

 

57.500

5.300

62.800

       

Uitvoeringskosten Schade

41.991

 

41.991

66.006

107.997

       

Aardgasbaten

1.650.000

 

1.650.000

– 100.000

1.550.000

20.000

– 40.000

– 50.000

– 90.000

Toelichting op de verplichtingen

Voor een toelichting op de verplichtingen wordt verwezen naar de toelichting op de uitgaven.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

De niet benutte middelen in 2018 voor verduurzamingsopgave uit aardgasbaten (€ 16,3 mln) en instrumentarium woningmarkt (€ 3,8 mln) zijn aan het budget van 2019 toegevoegd. Daarnaast is € 12,2 mln budget voor verduurzamingsopgave uit aardgasbaten van 2019 doorgeschoven naar de jaren 2020, 2021 en 2022. Dit zijn de uitgaven voor de waardevermeerderingsregeling (maximaal € 4.000 subsidie bij € 1.000 schade). De nieuwe reeks geeft de inschatting weer van het gebruik van dit subsidie instrument in relatie tot het aantal verwachte schademeldingen.

Voor het Nationaal Programma Groningen wordt € 44,4 mln opgevraagd van de middelen die hiervoor op de Aanvullende Post staan gereserveerd. Deze middelen zijn bestemd voor projecten voor het Nationaal Programma Groningen.

Op het artikel verduurzamingsopgave overig staan de middelen die bedoeld zijn voor het verduurzamen van woningen tot maximaal € 7.000 wanneer deze worden versterkt. Voorzien is dat de versterking in 2019 wordt versneld. De in 2018 niet benutte € 6,4 mln is daarom toegevoegd aan het budget.

Opdrachten

De niet benutte middelen in 2018 voor onderzoek (€ 4,9 mln) en het werkbudget NCG (€ 3 mln) zijn aan het budget van 2019 toegevoegd.

Bijdrage Baten-Lastendiensten

De hogere bijdrage aan RVO.nl wordt veroorzaakt door hogere uitvoeringskosten van de schadeafhandeling (€ 53 mln), als gevolg van het grote aantal schadeafhandelingen dat voor 2019 gepland staat. Deze uitvoeringskosten worden gedeclareerd bij de NAM. Aan de andere kant wordt het teveel betaalde voorschot voor de afhandeling van het schadeproces Groningen in 2018 in mindering gebracht op de opdracht van 2019.

Toelichting op de ontvangsten

De bijdrage van de NAM voor uitvoeringskosten van de schadeafhandeling neemt in 2019 met € 66 mln toe. RVO.nl voert de schadeafhandeling uit. EZK is opdrachtgever voor RVO.nl en declareert de hogere uitvoeringskosten van € 53 mln bij de NAM. Daarnaast betaalt de NAM in 2019 nog € 13 mln voor de uitvoeringskosten over het 4e kwartaal 2018.

In 2019 wordt nog € 5,3 mln van de NAM ontvangen voor de schadebetalingen over het 4e kwartaal 2018.

Aardgasbaten

De aardgasbaten worden bijgesteld op basis van de huidige (meerjarige) prijsverwachting. Daarnaast heeft de MR 8 februari 2019 besloten tot versnelde afbouw van de gaswinning in Groningen. De versnelling van het basispad wordt met name veroorzaakt door de geplande extra inkoop van stikstof door GTS en de versnelde afbouw van de export naar Duitsland. Vanaf 2022 komt de gaswinning onder het door Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) geadviseerde niveau van 12 mld Nm3, door de ingebruikname van de stikstofinstallatie in Zuidbroek. Dit versnelde volumebesluit wordt nu ook verwerkt in de raming van de aardgasbaten. Tot en met 2018 werden de gasbaten afgerond op € 50 mln. Omdat de gasbaten echter steeds verder afnemen, worden deze voortaan op € 10 mln afgerond.

4. DE NIET-BELEIDSARTIKELEN

40. Apparaat

(Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2019

(1)

Mutaties via NvW, moties en amendementen

(2)

Vastgestelde begroting 2019

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting

(4)

Stand 1e suppletoire begroting

(5)=(3+4)

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

VERPLICHTINGEN

278.382

 

278.382

9.589

287.971

– 307

– 3.449

– 13.848

– 17.435

UITGAVEN

278.382

 

278.382

9.589

287.971

– 307

– 3.449

– 13.848

– 17.435

                   

Personele uitgaven

190.251

 

190.251

3.198

193.449

– 3.280

– 4.481

– 14.880

– 18.371

– waarvan eigen personeel

165.146

 

165.146

3.236

168.382

808

– 533

– 583

– 678

– waarvan externe inhuur

7.607

 

7.607

– 254

7.353

14

14

14

14

– waarvan overige personele uitgaven

17.498

 

17.498

216

17.714

– 4.102

– 3.962

– 14.311

– 17.707

Materiële uitgaven

88.131

 

88.131

6.391

94.522

2.973

1.032

1.032

936

– waarvan ICT1

20.278

 

20.278

0

20.278

0

     

– waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU)

15.738

 

15.738

32

15.770

68

     

– waarvan SSO DICTU

26.285

 

26.285

2.726

29.011

171

     

– waarvan overige materiële uitgaven

25.830

 

25.830

3.633

29.463

2.734

1.032

1.032

936

                   

ONTVANGSTEN

25.426

 

25.426

 

25.426

       

– waarvan ACM

18.134

 

18.134

 

18.134

       

– waarvan SoDM

3.150

 

3.150

 

3.150

       

– waarvan CPB

1.643

 

1.643

 

1.643

       

– waarvan kerndepartement

2.499

 

2.499

 

2.499

       
X Noot
1

Het totaal van de ICT-uitgaven van het kerndepartement en de buitendiensten bestaat uit de ICT-uitgaven geraamd onder de post materiële uitgaven en de bijdrage aan de SSO DICTU.

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

Er is € 3,2 mln toegevoegd aan de budgetten voor het eigen personeel van het Ministerie van EZK. Dit is met name voor de versterking van de directie Top en de directie Ondernemerschap (€ 0,9 mln), de voorlichting over de Brexit (€ 1,1 mln), extra capaciteit voor de invoering van AVG (€ 0,3 mln), en personeelsgerelateerde uitgaven.

Materiële uitgaven

Aan de materiële budgetten van het kerndepartement is € 6,4 mln toegevoegd. Hiervan is € 3,9 mln een bijdrage voor informatiebeveiliging. Het op orde brengen en houden van informatiebeveiliging is rijksbreed een belangrijk aandachtspunt. In haar verantwoordingsonderzoek over 2017 kwalificeerde de Algemene Rekenkamer het onderwerp informatiebeveiliging nog als een onvolkomenheid voor EZ (nu EZK en LNV).

Vanwege de extra gezamenlijke inspanningen van EZK en LNV op dit terrein is deze onvolkomenheid over 2018 komen te vervallen.

Inspanningen op dit gebied blijven echter noodzakelijk. Er is daarom een gezamenlijk departementsbreed traject van EZK en LNV om de informatiebeveiliging op orde te houden. Deze mutatie bevat de bijdrage hieraan.

Ook is er een extra bijdrage aan DICTU voor de ontwikkeling van het project Rijkszaak fase 3 (€ 2 mln). Daarnaast zijn er extra kosten voor rijksbrede trajecten zoals Duurzame Digitale Informatiehuishouding (€ 0,1 mln) en de rijksbrede kunstvoorziening (€ 0,1 mln).

41. Nog onverdeeld

(Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2019

(1)

Mutaties via NvW, moties en amendementen

(2)

Vastgestelde begroting 2019

(3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting

(4)

Stand 1e suppletoire begroting

(5)=(3+4)

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

VERPLICHTINGEN

0

 

0

46.951

46.951

56.664

54.679

52.885

51.743

UITGAVEN

0

 

0

46.951

46.951

56.664

54.679

52.885

51.743

                   

Prijsbijstelling

0

 

0

20.398

20.398

21.109

19.913

18.177

17.857

Loonbijstelling

0

 

0

25.210

25.210

24.295

23.611

23.708

23.886

Onvoorzien

0

 

0

1.343

1.343

260

155

   

Nog te verdelen

0

 

0

   

11.000

11.000

11.000

10.000

Toelichting

Loon- en prijsbijstelling

Bij Voorjaarsnota 2019 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2019 uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. De loon- en prijsbijstellingstranche 2019 zal bij de eerst volgende begrotingsronde uitgedeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen.

Nog te verdelen

Als uitkomst van de voorjaarsbesluitvorming 2018 stond er nog een taakstellende reeks van € 11 mln in de jaren 2020 t/m 2022, € 10 mln in 2023, € 5 mln in 2024 en daarna € 10 mln per jaar. In de Voorjaarsnota 2019 wordt deze taakstelling ingevuld.

5. DE AGENTSCHAPPEN

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Exploitatieoverzicht baten-lastenagentschap RVO.nl

Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1)

Vastgestelde begroting

(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)=(1)+(2)

Totaal geraamd

Baten

     

Omzet moederdepartement

197.997

97.546

295.543

Omzet overige departementen

288.298

75.350

363.648

Omzet derden

27.710

7.843

35.553

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

514.005

180.739

694.744

       

Lasten

     

Apparaatskosten

502.601

176.729

679.330

– Personele kosten

296.800

64.363

361.163

Waarvan eigen personeel

243.456

45.606

289.062

Waarvan externe inhuur

41.012

14.421

55.433

Waarvan overige personele kosten

12.332

4.336

16.668

– Materiële kosten

205.801

112.365

318.166

Waarvan apparaat ICT

0

0

0

Waarvan bijdrage aan SSO's

112.500

39.558

152.058

Waarvan overige materiële kosten

93.301

72.807

166.108

Rentelasten

25

9

34

Afschrijvingskosten

11.379

4.001

15.380

– Materieel

2.121

746

2.867

Waarvan apparaat ICT

0

0

0

Waarvan overige materiële afschrijvingskosten

2121

746

2867

– Immaterieel

9.258

3.255

12.513

Overige lasten

0

0

0

– Dotaties voorzieningen

0

0

0

– Bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

514.005

180.739

694.744

       

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting op de baten

Omzet moederdepartement

De totale mutatie in de omzet vanuit het moederdepartement bedraagt € 97,5 mln. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

  • De omzet DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) stijgt met € 15,3 mln in het kader van de uitvoering van diverse programma's. Ten eerste is een bijdrage van € 3,8 mln voor het programma Verduurzaming Industrie (Klimaatopgave) toegevoegd. Daarnaast is de reguliere RVO-opdracht 2019 van verhoogd met € 5,0 mln. De overige mutaties betreffen onder andere extra bijdragen voor CETAM, Green Deals, Ruimte In Regels, MKB!dee en andere regelingen (totaal € 6,5 mln).

  • De omzet DG Klimaat en Energie (K&E), voormalig DG Energie, Telecom & Mededinging (ETM), neemt toe met € 29,2 mln. Dit betreft een aanpassing aan de definitieve opdracht 2019 voor een bedrag van € 19,6 mln. Ook is sprake van overheveling van budgetten voor Hernieuwbare Energie (HER) en Topsectoren Energie (TSE) naar de SDE+-regeling (€ 7,2 mln) en extra bijdragen aan de Demonstratieregeling Energie-Innovatie (DEI), Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma (MMIP) en diverse andere regelingen (totaal € 2,4 mln).

  • De opdracht aan de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) van DG Groningen Bovengronds neemt toe met € 53,0 mln. Ten tijde van het opzetten van de organisatie is uitgegaan van een in zeer hoge mate standaard ingericht productieproces, waardoor de begroting initieel op € 41,9 mln was geraamd. Voortschrijdend inzicht leert dat er meer gerichte deskundigheid noodzakelijk was voor het vinden van een balans tussen snelheid en zorgvuldigheid in het oplossen van vraagstukken. Hiertoe bleken meer schade-experts benodigd, welk aantal begin 2019 ook nog eens verhoogd is om de voorraad aanvragen weg te werken. Verder zijn de investeringen in ICT hoger doordat een eigen applicatie is ontwikkeld voor het efficiënter kunnen laten plaatsvinden van schadebeoordelingen.

Omzet overige departementen

De totale mutatie in de omzet van overige departementen bedraagt € 75,4 mln. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

  • De omzet vanuit het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) stijgt met € 47,1 mln door meerwerk op o.a. het Meststoffen 6e Actieprogramma en het Fosfaatstelsel, bijstelling aan de definitieve opdracht 2019 en extra bijdragen aan Bureau Beheer Landbouwgronden, Ondersteunend Bureau Dierproeven en diverse andere regelingen.

  • De omzet vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken stijgt met € 12,3 mln omdat de definitieve opdracht 2019 hoger is uitgevallen dan oorspronkelijk geraamd. Ten tijde van het opstellen van de begroting was de omvang van de opdracht nog niet volledig bekend.

  • De opdracht vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) stijgt met € 7,3 mln doordat de definitieve opdracht hoger is dan geraamd en door de aanvullende opdrachten voor o.a. Aardgasvrij, Maatschappelijk Vastgoed, RVV Verduurzaming en E-factureren KAI.

  • De omzet van de andere departementen stijgt met € 8,6 mln door bijstelling van de definitieve opdrachten. De grootste mutaties vinden plaats bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW; € 3,6 mln) en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS; € 2,2 mln). De overige departementen zorgen voor een stijging van de omzet van € 2,8 mln.

Omzet derden

De totale mutatie in omzet derden bedraagt € 7,8 mln. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

  • De omzet vanuit de provincies stijgt met € 8,8 mln doordat deze in lijn is gebracht met de definitieve opdrachtverlening 2019.

  • De leges mest en overige regelingen agro worden vanaf 2019 niet langer door RVO.nl geïnd (daling van € 2,3 mln). Deze taak is overgegaan naar het Ministerie van LNV.

  • De opdracht vanuit de Europese Unie (EU) en overige derden opdrachtgevers is in lijn gebracht met de definitieve opdrachtverlening 2019 (stijging van € 1,3 mln).

Bijzondere baten

Zoals ook het geval ten tijde van de ontwerpbegroting 2019 verwacht RVO.nl geen ontvangsten in het kader van bijzondere baten.

Toelichting op de lasten

De baten en lasten stijgen per saldo met € 180,7 mln. De toename van het opdrachtvolume zoals hierboven toegelicht leidt tot hogere uitvoeringskosten. Dit vertaalt zich in een stijging van de personele kosten (€ 64,4 mln), met name hogere kosten voor ambtelijk personeel (€ 45,6 mln), en materiële kosten (€ 112,4 mln). De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte kosten, waarbij de directe materiële kosten verband houden met de uitvoering van opdrachten. De toename van het opdrachtenpakket leidt daardoor tot een stijging van € 72,8 mln aan overige materiële kosten. Dit geldt ook voor de toename in de bijdrage aan SSO’s (€ 39,6 mln).

Kasstroomoverzicht RVO.nl

Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

(1)

Vastgestelde begroting

(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)=(1)+(2)

Stand 1e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2019

60.086

65.820

125.906

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

511.005

183.739

694.744

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

– 502.626

– 176.737

– 679.363

2.

Totaal operationele kasstroom

8.379

7.001

15.380

 

Totaal investeringen (-/-)

– 12.500

1.500

– 11.000

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 12.500

1.500

– 11.000

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 7.999

323

– 7.676

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

12.500

– 1.500

11.000

4.

Totaal financieringskasstroom

4.501

– 1.177

3.324

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2019 (=1+2+3+4)

60.466

73.144

133.610

Toelichting op het kasstroomoverzicht

In het kasstroomoverzicht vinden, naast de hogere operationele ontvangsten door een groter opdrachtenpakket, op basis van de mutaties in baten en lasten geen substantiële wijzigingen plaats ten opzichte van ontwerpbegroting 2019.

Naar boven