Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 35210-IX nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 35210-IX nr. 2 |
Wetsartikel 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);
2. de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de begroting 2019 van het Ministerie van Financiën (IXB) en begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA).
In hoofdstuk 2 zijn de overzichten opgenomen met de belangrijkste mutaties: in paragraaf 2.1 voor artikel 1 t/m 10 van IXB en in paragraaf 2.2 voor artikel 11 en 12 van IXA.
Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een toelichting op de cijfers uit de kolom «mutaties 1e suppletoire begroting» gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. Hierdoor kan de som van de toegelichte mutaties afwijken van de totale mutatie op het artikel.
Omvang verplichtingen/uitgaven/ontvangsten begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) |
Ondergrens beleidsmatige mutaties |
Ondergrens technische mutaties |
---|---|---|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
Beleidsmatige mutaties zijn het gevolg van nieuw beleid waar een beslissing aan ten grondslag ligt. Technische mutaties zijn het gevolg van bestaand beleid (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen).
De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Voorjaarsnota opgenomen.
De belangrijkste mutaties worden in onderstaande tabellen weergegeven en daarna toegelicht. De uitgebreide toelichting is, zoals boven opgemerkt, opgenomen in hoofdstuk 3.
In onderstaande tabel worden de belangrijkste uitgavenmutaties weergegeven.
Artikelnummer |
Uitgaven 2019 |
|
---|---|---|
Stand na ISB |
8.278.624 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||
1) Intensivering witwassen, fraudebestrijding en ondermijning |
10 |
900 |
2) Bijdrage Logius |
1 |
67.982 |
3) Belasting- en invorderingsrente |
1 |
37.210 |
4) Regeling Vervroegde Uittreding (RVU) |
10 |
– 30.500 |
5) Eigen personeel Belastingdienst |
1 |
47.000 |
6) Kasschuiven |
1, 10 |
– 106.264 |
7) Afdrachten Staatsloterij |
3 |
100.000 |
8) Teruggave gelden SMP/ANFA |
4 |
– 33.030 |
9) Wereldbank |
4 |
34.558 |
10) Schade-uitkering ekv |
5 |
121.800 |
11) Loon- en prijsbijstelling |
10 |
94.755 |
Overige mutaties |
39.870 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2019 |
|
8.652.905 |
Toelichting
1. Intensivering witwassen, fraudebestrijding en ondermijning: dit betreft een intensivering bij de Belastingdienst voor de aanpak van fraude, witwassen en ondermijning. Het kabinet stelt een bedrag van € 0,9 mln. in 2019 oplopend tot structureel € 29 mln. beschikbaar voor dit pakket.
2. Bijdrage Logius: het budget is in lijn gebracht met de raming van de uitgaven aan Logius voor de ICT-dienstverlening. Vanaf 2018 zijn de rijksbrede afspraken van kracht dat kosten voor generieke ICT-diensten worden doorbelast naar gebruik. De Belastingdienst is een grote gebruiker van diensten als bijvoorveeld DigiD, mijnoverheid en Digipoort. In 2018 zijn de kosten incidenteel ingepast. Bij 1e suppletoire begroting 2019 zijn de meerjarige kosten ingepast.
3. Belasting- en invorderingsrente: de uitgaven voor de belasting- en invorderingsrente zijn naar verwachting ca. € 37,2 mln. hoger in 2019 en structureel € 49,2 mln. hoger. Dit is het gevolg van hogere belastingaanslagen waarover rente moet worden betaald. Daarnaast wordt er een andere verdeelsleutel verwacht voor de verdeling van de rente tussen het Ministerie van Financiën en de Sociale Fondsen.
4. Regeling Vervoegde Uittreding (RVU): er doet zich een meevaller voor bij de RVU-heffing, omdat de uitspraak van de belastinginspecteur tot gevolg heeft dat de vertrekregeling bij de Belastingdienst niet als RVU wordt aangemerkt. Hierdoor vallen gereserveerde middelen in 2019 en 2020 vrij.
5. Eigen personeel Belastingdienst: het budget wordt meerjarig in lijn gebracht met de formatiekaders. De verwachte meevaller van € 47 mln. in 2019 bij de belasting- en invorderingsrente wordt als dekking ingezet. Deze meevaller wordt via een kasschuif (zie nr. 6 hieronder) naar toekomstige jaren geschoven voor het financieren van de benodigde capaciteit voor de taakuitvoering.
6. Kasschuiven: enkele kasschuiven worden doorgevoerd. Dit omvat onder meer de kasschuif van de meevaller bij de belasting- en invorderingsrente van 2019 naar 2020, 2021 en 2022. Verder worden middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte uitgaven voor o.a. de opstartkosten van Invest-NL en de faciliteit voor fiscale uitvoeringskosten.
7. Afdrachten Staatsloterij: om te voldoen aan de wettelijke bepalingen in de Wet op de Kansspelen (WOK) dat alle afdrachten van de Staatsloterij aan de Staat toekomen, wordt structureel zowel bij uitgaven als ontvangsten een reeks opgenomen voor afdrachten Staatsloterij.
8. Teruggave gelden SMP/ANFA: in de Eurogroep van juni 2018 is besloten om de teruggave van de inkomsten uit het Single Market Programme/Agreement on Net Financial Assets (SMP/ANFA) aan Griekenland te hervatten. Hiervoor is in december 2018 binnen de Eurozone een nieuw schema afgesproken, waaraan het in de begroting opgenomen verwachte ritme nu wordt aangepast. De teruggave van de SMP/ANFA-gelden is onder de voorwaarde dat Griekenland afgesproken hervormingen implementeert en geen hervormingen terugdraait.
9. Wereldbank: de uitgaven aan de International Development Association (IDA) van de Wereldbank stijgen in 2019 per saldo met € 34,6 mln. Dit komt door een verschuiving in het betaalritme aan de Wereldbank tussen 2018, 2019 en 2020 om beter aan te sluiten bij het kasritme van de Staat. De totale uitgaven aan IDA blijven intertemporeel gelijk.
10. Schade-uitkering ekv: in 2019 zal zich naar alle waarschijnlijkheid een grote schade voordoen op een ekv-polis in Mexico, die niet eerder was geraamd. Hierdoor wordt de raming voor uitgaven aan schade-uitkeringen naar boven bijgesteld. Vanaf 2019 zijn nog niet afgesloten schade-dossiers niet meer relevant voor het EMU-saldo, dus deze tegenvaller leidt niet meer direct tot een onttrekking aan de risicovoorziening. Pas zodra duidelijk is welk deel van de schade gerecupereerd kan worden, zal het netto-schadebedrag ten laste worden gebracht van de risicovoorziening.
11. Loon- en prijsbijstelling: de tranche 2019 van de loon- en prijsbijstelling is toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van Financiën.
In onderstaande tabel worden de belangrijkste ontvangstenmutaties weergegeven.
Artikelnummer |
Ontvangsten 2019 |
|
---|---|---|
Stand na ISB |
158.920.430 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||
1) Belastingontvangsten |
1 |
– 483.547 |
2) Belasting- en invorderingsrente |
1 |
84.210 |
3) Doorbelasting kosten vervolging |
1 |
15.000 |
4) RVU |
1 |
95.094 |
5) Afdracht Staatsloterij |
3 |
100.000 |
6) Dividenden en afdrachten staatdeelnemingen |
3 |
661.000 |
7) DNB winstafdracht |
3 |
46.000 |
8) Schaderestituties EKV |
5 |
– 30.469 |
Overige mutaties |
2.836 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2019 |
159.410.554 |
Toelichting
1. Belastingontvangsten: in de Voorjaarsnota 2019 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht.
2. Belasting- en invorderingsrente: de ontvangsten voor de belasting- en invorderingsrente zijn naar verwachting ca. € 84 mln. hoger in 2019 aflopend tot € 64 mln. in 2022 en verder. Dit is het gevolg van hogere belastingaanslagen waarover rente moet worden betaald. Daarnaast wordt er een andere verdeelsleutel verwacht voor de verdeling van de rente tussen het Ministerie van Financiën en de Sociale Fondsen.
3. Doorbelasting kosten vervolging: aan belastingschuldigen worden de kosten doorberekend van invorderingsresultaten (aanmaning, dwangbevel, beslaglegging, enz.). Op basis van de realisatiecijfers van de afgelopen jaren en de verwachtingen voor de komende jaren wordt de raming van de verwachte ontvangsten voor kosten vervolging opwaarts bijgesteld. Dit wordt deels ingezet ter dekking van de negatieve eindejaarsmarge 2018.
4. RVU: als gevolg van het besluit van de inspecteur om het bezwaarschrift van de Belastingdienst inzake de RVU te honoreren, worden naar verwachting in 2019 de in het verleden betaalde middelen terugontvangen op de begroting van het Ministerie van Financiën (ca. € 95 mln.).
5. Afdrachten Staatsloterij: om te voldoen aan de wettelijke bepalingen in de WOK dat alle afdrachten van de Staatsloterij aan de Staat toekomen, wordt structureel zowel bij uitgaven als ontvangsten een reeks opgenomen voor afdrachten Staatsloterij.
6. Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen: vanwege de goede resultaten van de staatsdeelnemingen (o.a. ABN Amro en de Volksbank) worden de dividendramingen structureel naar boven bijgesteld.
7. DNB winstafdracht: in 2018 maakte DNB meer winst dan verwacht, met name doordat rentepercentages gunstiger bleken dan vooraf ingeschat. De Staat heeft daarom in 2019 van DNB een hogere winstafdracht ontvangen.
8. Schaderestituties ekv: uit de meest recente recuperatie-prognoses blijkt dat er naar verwachting dit jaar minder recuperatie-inkomsten zullen worden gerealiseerd dan eerder geraamd.
In onderstaande tabel worden de belangrijkste uitgavenmutaties weergegeven.
Artikelnummer |
Uitgaven 2019 |
|
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2019 |
37.186.983 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||
1) Rentelasten vaste schuld |
11 |
– 179.000 |
2) Aflossing vaste schuld |
11 |
– 99.000 |
Overige mutaties |
– 908 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2019 |
36.908.075 |
Toelichting
1. Rentelasten vaste schuld: de rentelasten vallen in 2019 naar verwachting lager uit dan eerder geraamd. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu lager zijn dan eerder geraamd levert dit een meevaller op.
2. Aflossing vaste schuld: eind 2018 is een deel van de staatsobligaties met een aflosdatum in 2019 uit cashmanagement overwegingen vervroegd afgelost, waardoor de totale omvang van de aflossingen in 2019 is gedaald.
In onderstaande tabel worden de belangrijkste ontvangstenmutaties weergegeven.
Artikelnummer |
Ontvangsten 2019 |
|
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2019 |
33.671.966 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||
1) Uitgifte vaste schuld |
11 |
– 1.575.000 |
2) Mutatie vlottende schuld |
11 |
3.456.000 |
3) Mutaties in rekening-courant en deposito’s |
12 |
1.838.210 |
Overige mutaties |
– 73.020 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2019 |
37.318.156 |
Toelichting
1. Uitgifte vaste schuld: de raming voor de uitgifte van vaste schuld wijzigt als gevolg van het verwerken van het financieringsplan (zie Kamerstukken II 2018–2019, 35 000, nr. 12), voor 2019 (– € 1,31 mld.) en als gevolg van de vervroegde aflossingen van schuld (– € 264 mln.).
2. Mutatie vlottende schuld: de mutatie vlottende schuld wijzigt met name als gevolg van het verwerken van het financieringsplan voor 2019 waar een verschuiving heeft plaatsgevonden van lange naar korte financiering. Daarnaast is de mutatie vlottende schuld gewijzigd als gevolg van de bijstelling van het kassaldo Rijk van 2019.
3. Mutaties in rekening-courant en deposito’s: de mutatie in rekening-courant en deposito’s zal naar verwachting € 1.838 mln. hoger uitvallen dan eerder was geraamd. De mutaties in rekening-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren. Als een deelnemer een uitgave doet zal het aangehouden saldo op de rekening-courant dalen en dit betekent een uitgave op artikel 12. Een ontvangst van een deelnemer wordt gestort op de rekening-courant en dit zorgt voor een ontvangst op artikel 12. Het Agentschap is uitsluitend beheerder van de rekeningen-courant van het schatkistbankieren.
Dit hoofdstuk bevat de uitgebreide toelichting met een tabel «budgettaire gevolgen van beleid» per begrotingsartikel van begroting IX. Bij deze tabellen wordt een toelichting op de «mutaties 1e suppletoire begroting» gegeven. Hierbij worden tenminste de mutaties op instrumentniveau groter of gelijk aan eerder genoemde staffel toegelicht (zie Leeswijzer).
De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingbijstellingen) van aard zijn. De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Voorjaarsnota opgenomen.
Artikel 1 Belastingen
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting 2019 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) |
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
Mutaties 2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
2.716.883 |
0 |
2.716.883 |
126.035 |
2.842.918 |
163.031 |
156.629 |
112.546 |
86.402 |
|
|
|
|
|
|
||||
Uitgaven (1) + (2) |
2.776.428 |
0 |
2.776.428 |
126.404 |
2.902.832 |
163.031 |
156.629 |
112.546 |
86.402 |
|
|
|
|
||||||
(1) Programma-uitgaven |
407.952 |
0 |
407.952 |
78.914 |
486.866 |
81.556 |
76.563 |
66.211 |
56.183 |
Waarvan juridisch verplicht |
63,2% |
63,2% |
73% |
||||||
Bekostiging |
4.178 |
0 |
4.178 |
0 |
4.178 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige bekostiging |
4.161 |
0 |
4.161 |
0 |
4.161 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige programma-uitgaven |
17 |
0 |
17 |
0 |
17 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Garanties |
245 |
0 |
245 |
0 |
245 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Proces risico's |
245 |
0 |
245 |
0 |
245 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
6.514 |
0 |
6.514 |
6.714 |
13.228 |
6.714 |
6.714 |
6.714 |
6.714 |
Waarderingskamer |
1.925 |
0 |
1.925 |
0 |
1.925 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Kadaster |
1.971 |
0 |
1.971 |
0 |
1.971 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Kamer van Koophandel |
2.618 |
0 |
2.618 |
0 |
2.618 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige bijdrage ZBO's/RWT's |
0 |
0 |
0 |
6.714 |
6.714 |
6.714 |
6.714 |
6.714 |
6.714 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
175 |
0 |
175 |
0 |
175 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Internationale Douaneraad |
175 |
0 |
175 |
0 |
175 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
292.853 |
0 |
292.853 |
– 33.361 |
259.492 |
– 47.485 |
– 43.618 |
– 42.132 |
– 41.965 |
ICT opdrachten |
195.395 |
0 |
195.395 |
1.220 |
196.615 |
1.224 |
1.224 |
1.224 |
1.224 |
Overige opdrachten |
97.458 |
0 |
97.458 |
– 34.581 |
62.877 |
– 48.709 |
– 44.842 |
– 43.356 |
– 43.189 |
Bijdrage agentschappen |
31.197 |
0 |
31.197 |
68.351 |
99.548 |
73.117 |
64.257 |
52.419 |
42.224 |
Logius |
31.007 |
0 |
31.007 |
68.351 |
99.358 |
73.117 |
64.257 |
52.419 |
42.224 |
CIBG |
190 |
0 |
190 |
0 |
190 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Rente |
72.790 |
0 |
72.790 |
37.210 |
110.000 |
49.210 |
49.210 |
49.210 |
49.210 |
Belasting- en invorderingsrente |
72.790 |
0 |
72.790 |
37.210 |
110.000 |
49.210 |
49.210 |
49.210 |
49.210 |
(2) Apparaatsuitgaven |
2.368.476 |
0 |
2.368.476 |
47.490 |
2.415.966 |
81.475 |
80.066 |
46.335 |
30.219 |
waarvan: Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken Caribisch Nederland |
13.000 |
0 |
13.000 |
0 |
13.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Personele uitgaven |
2.051.262 |
0 |
2.051.262 |
26.101 |
2.077.363 |
41.861 |
40.722 |
9.052 |
– 1.446 |
waarvan: Eigen personeel |
1.828.176 |
0 |
1.828.176 |
13.307 |
1.841.483 |
18.867 |
34.322 |
9.052 |
– 1.446 |
waarvan: Inhuur externen |
215.370 |
0 |
215.370 |
12.794 |
228.164 |
22.994 |
6.400 |
0 |
0 |
waarvan: Overig Personeel |
7.716 |
0 |
7.716 |
0 |
7.716 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Materiële uitgaven |
317.214 |
0 |
317.214 |
21.389 |
338.603 |
39.614 |
39.344 |
37.283 |
31.665 |
waarvan: ICT |
23.083 |
0 |
23.083 |
– 8.256 |
14.827 |
– 2.890 |
1.610 |
1.109 |
– 1.891 |
waarvan: Bijdrage SSO's |
166.230 |
0 |
166.230 |
26.762 |
192.992 |
41.739 |
37.689 |
36.204 |
36.176 |
waarvan: Overige |
127.901 |
0 |
127.901 |
2.883 |
130.784 |
765 |
45 |
– 30 |
– 2.620 |
Ontvangsten (3) + (4) |
154.158.692 |
0 |
154.158.692 |
– 281.789 |
153.876.903 |
89.431 |
88.711 |
85.569 |
82.979 |
(3) Programma-ontvangsten |
154.127.662 |
0 |
154.127.662 |
– 384.337 |
153.743.325 |
82.277 |
82.277 |
79.210 |
79.210 |
waarvan: Belastingontvangsten |
153.306.358 |
0 |
153.306.358 |
– 483.547 |
152.822.811 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Rente |
418.900 |
0 |
418.900 |
84.210 |
503.110 |
67.277 |
67.277 |
64.210 |
64.210 |
Belasting- en invorderingsrente |
418.900 |
0 |
418.900 |
84.210 |
503.110 |
67.277 |
67.277 |
64.210 |
64.210 |
Boetes en schikkingen |
204.577 |
0 |
204.577 |
0 |
204.577 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten boetes en schikkingen |
204.577 |
0 |
204.577 |
0 |
204.577 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bekostiging |
197.827 |
0 |
197.827 |
15.000 |
212.827 |
15.000 |
15.000 |
15.000 |
15.000 |
Kosten vervolging |
197.827 |
0 |
197.827 |
15.000 |
212.827 |
15.000 |
15.000 |
15.000 |
15.000 |
(4) Apparaatsontvangsten |
31.030 |
0 |
31.030 |
102.548 |
133.578 |
7.154 |
6.434 |
6.359 |
3.769 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Opdrachten (– € 33,4 mln.)
Per saldo is het budget voor opdrachten met € 33,4 mln. verlaagd. De belangrijkste mutatie is het overhevelen van budget van opdrachten (– € 34,3 mln.) naar onder andere bijdrage SSO’s (€ 27,2 mln.) en naar bijdrage aan ZBO’s/RWT’s (€ 6,7 mln.). Dit betreft een technische mutatie. In de Ontwerpbegroting IX 2019 is de budgetstructuur bij de Belastingdienst gewijzigd, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften. Op basis van de verbeterde inzichten is de raming bijgesteld.
Bijdrage agentschappen (+ € 68,4 mln.)
Het budget is in lijn gebracht met de raming van de uitgaven aan Logius voor de ICT-dienstverlening. Vanaf 2018 zijn de rijksbrede afspraken van kracht dat kosten voor generieke ICT-diensten worden doorbelast naar gebruik. De Belastingdienst is een grote gebruiker van diensten als bijvoorveeld DigiD, mijnoverheid en Digipoort. In 2018 zijn de kosten incidenteel ingepast. Bij 1e suppletoire begroting 2019 zijn de meerjarige kosten ingepast. De hogere uitgaven worden intertemporeel gecompenseerd door de incidentele specifieke meevaller op de begroting van het Ministerie van Financiën uit hoofde van de terugontvangen RVU-middelen. Daarnaast worden de hogere uitgaven structureel gecompenseerd door per saldo hogere ontvangsten van de belasting- en invorderingsrente en hogere ontvangsten voor kosten vervolging.
Rente (+ € 37,2 mln.)
De uitgaven voor de belasting- en invorderingsrente zijn naar verwachting ca. € 37,2 mln. hoger in 2019 en structureel € 49,2 mln hoger. Dit is het gevolg van hogere belastingaanslagen waarover rente moet worden betaald. Daarnaast wordt er een andere verdeelsleutel verwacht voor de verdeling van de rente tussen het Ministerie van Financiën en de Sociale Fondsen.
Personele uitgaven (+ € 26,1 mln.)
Per saldo is het budget voor de personele uitgaven opgehoogd met € 26,1 mln. De voornaamste oorzaken van deze mutaties zijn:
– Het budget wordt meerjarig in lijn gebracht met de formatiekaders, cumulatief € 47 mln. (€ 7 mln. in 2020, € 31 mln. in 2021 en € 9 mln. in 2022). De verwachte meevaller van € 47 mln. in 2019 bij de belasting- en invorderingsrente wordt als dekking ingezet. Deze meevaller wordt, via een kasschuif, naar toekomstige jaren geschoven om aan te sluiten bij het juiste tempo. Per saldo heeft dit geen effect op de personele uitgaven in 2019, maar is dekking voor de benodigde capaciteit voor de taakuitvoering in 2020–2022;
– Er worden middelen van de Aanvullende Post naar de begroting van het Ministerie van Financiën overgeheveld voor de belastingtelefoon, bedrijfsvoering, managementinformatie en risicomanagement (€ 20,1 mln.);
– Er is een overboeking vanuit artikel 10 voor de uitvoeringskosten van fiscale wetgeving (€ 4,2 mln.). Het gaat onder andere om de uitvoeringskosten volgend uit het Regeerakkoord en het Belastingplan 2019;
– Daarnaast zijn er diverse kleine mutaties. Zo levert de Belastingdienst meer facilitaire diensten aan andere overheidspartijen die gebruik maken van de huisvesting van de Belastingdienst. Tegenover deze uitgaven staan ontvangsten van gelijke hoogte (€ 2,8 mln.).
Materiële uitgaven (+ € 21,4 mln.)
Per saldo is het budget voor de materiële uitgaven met € 21,4 mln. verhoogd. De belangrijkste mutatie is het overhevelen van budget van opdrachten naar bijdragen aan SSO’s (€ 27,2 mln.). Daarnaast zijn er diverse kleine mutaties waaronder de vertraging van het Europees project om douaneprocesen te digitaliseren via de harmoniatie van het Douane Wetboek van de Unie (– € 5,5 mln.). Naar verwachting wordt het bedrag in latere jaren uitgegeven.
Ontvangsten
Belastingontvangsten (– € 483,5 mln.)
In de Voorjaarsnota 2019 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:
Vastgestelde begroting 2019 (1) |
Mutatie 1e suppletoire begroting (2) |
Stand 1e suppletoire begroting 2019 (3) = (1+2) |
|
---|---|---|---|
Totaal belastingontvangsten |
189.125.265 |
546.613 |
189.671.878 |
–/– Afdracht Gemeentefonds |
30.147.959 |
1.011.733 |
31.159.692 |
–/– Afdracht Provinciefonds |
2.407.659 |
11.729 |
2.419.388 |
–/– Afdracht Btw-compensatiefonds |
3.225.010 |
2.172 |
3.227.182 |
–/– Afdracht BES-fonds |
38.279 |
4.526 |
42.805 |
Belastingontvangsten IX |
153.306.358 |
– 483.547 |
152.822.811 |
Rente (+ € 84,2 mln.)
De ontvangsten voor de belasting- en invorderingsrente zijn naar verwachting ca. € 84 mln. hoger in 2019 aflopend tot € 64 mln. in 2022 en verder. Dit is het gevolg van hogere belastingaanslagen waarover rente moet worden betaald. Daarnaast wordt er een andere verdeelsleutel verwacht voor de verdeling van de rente tussen het Ministerie van Financiën en de Sociale Fondsen.
Bekostiging (+ € 15,0 mln.)
Aan belastingschuldigen worden de kosten doorberekend van invorderingsresultaten (aanmaning, dwangbevel, beslaglegging, enz.). Op basis van de realisatiecijfers van de afgelopen jaren en de verwachtingen voor de komende jaren wordt de raming van de verwachte ontvangsten voor kosten vervolging opwaarts bijgesteld. Dit wordt deels ingezet ter dekking van de negatieve eindejaarsmarge 2018.
Apparaatsontvangsten (+ 102,6 mln.)
Als gevolg van het besluit van de inspecteur om het bezwaarschrift van de Belastingdienst inzake de RVU te honoreren, worden naar verwachting in 2019 de in het verleden betaalde middelen terugontvangen op de begroting van het Ministerie van Financiën (ca. € 95 mln.). Daarnaast zijn er diverse kleine mutaties waaronder de vergoedingen die de Belastingdienst ontvangt voor facilitaire diensten aan andere overheidspartijen die gebruik maken van de huisvesting van de Belastingdienst (€ 2,8 mln.).
Artikel 2 Financiële markten
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting 2019 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) |
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
Mutaties 2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
25.023 |
0 |
25.023 |
– 1.004 |
24.019 |
– 1.021 |
– 890 |
– 890 |
– 890 |
waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Garantie DGS BES |
0 |
0 |
0 |
– 4.000 |
– 4.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Garantie schatkistbankieren AFM |
0 |
0 |
0 |
3.000 |
3.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
25.023 |
0 |
25.023 |
– 4 |
25.019 |
– 1.021 |
– 890 |
– 890 |
– 890 |
Waarvan juridisch verplicht |
82,8% |
82,8% |
86,2% |
||||||
Subsidies |
436 |
0 |
436 |
– 436 |
0 |
– 436 |
– 436 |
– 436 |
– 436 |
Vakbekwaamheid |
436 |
0 |
436 |
– 436 |
0 |
– 436 |
– 436 |
– 436 |
– 436 |
Bekostiging |
10.602 |
0 |
10.602 |
– 543 |
10.059 |
– 200 |
– 150 |
– 150 |
– 150 |
Accountantskamer |
1.459 |
0 |
1.459 |
0 |
1.459 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Muntcirculatie |
8.893 |
0 |
8.893 |
– 593 |
8.300 |
– 150 |
– 150 |
– 150 |
– 150 |
Afname munten in circulatie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
IMVO Convenanten |
150 |
0 |
150 |
– 150 |
0 |
– 50 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
100 |
0 |
100 |
200 |
300 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Garanties |
1.875 |
0 |
1.875 |
0 |
1.875 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Dotatie begrotingsreserve DGS BES |
1.000 |
0 |
1.000 |
0 |
1.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Dotatie begrotingsreserve NHT |
875 |
0 |
875 |
0 |
875 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
6.293 |
0 |
6.293 |
– 55 |
6.238 |
– 450 |
– 344 |
– 344 |
– 344 |
Wijzer in geldzaken |
1.383 |
0 |
1.383 |
55 |
1.438 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Vakbekwaamheid |
4.910 |
0 |
4.910 |
– 410 |
4.500 |
– 450 |
– 344 |
– 344 |
– 344 |
Overig |
0 |
0 |
0 |
300 |
300 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s |
5.417 |
0 |
5.417 |
990 |
6.407 |
25 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage AFM BES-toezicht |
405 |
0 |
405 |
200 |
605 |
25 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage DNB toezicht & DGS BES |
1.300 |
0 |
1.300 |
800 |
2.100 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage FEC |
2.927 |
0 |
2.927 |
0 |
2.927 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage Toezicht en Handhaving MIF |
260 |
0 |
260 |
– 10 |
250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage PSD II |
525 |
0 |
525 |
0 |
525 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
400 |
0 |
400 |
40 |
440 |
40 |
40 |
40 |
40 |
Caribean Financial Action Taskforce |
20 |
0 |
20 |
0 |
20 |
0 |
0 |
0 |
0 |
IASB |
380 |
0 |
380 |
40 |
420 |
40 |
40 |
40 |
40 |
Ontvangsten |
7.441 |
0 |
7.441 |
2.170 |
9.611 |
– 1.741 |
– 641 |
– 941 |
– 1.741 |
Bekostiging |
2.600 |
0 |
2.600 |
– 600 |
2.000 |
– 600 |
– 600 |
– 600 |
– 600 |
Ontvangsten muntwezen |
2.600 |
0 |
2.600 |
– 600 |
2.000 |
– 600 |
– 600 |
– 600 |
– 600 |
Toename munten in circulatie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
0 |
0 |
0 |
1.111 |
1.111 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Wijzer in geldzaken |
0 |
0 |
0 |
1.111 |
1.111 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
4.841 |
0 |
4.841 |
1.659 |
6.500 |
– 1.141 |
– 41 |
– 341 |
– 1.141 |
Toelichting
Verplichtingen
Garantie DGS BES (– € 4 mln.)
De uitstaande garantieverplichtingen voor het Depositogarantiestelsel (DGS) van de BES-eilanden, worden aangepast aan de hand van de meest recente wisselkoersramingen van het Centraal Planbureau (CPB). Derhalve wordt de garantie met € 4 mln. verlaagd.
Garantie schatkistbankieren AFM (+ € 3 mln.)
Omdat langlopende leningen van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) aflopen, heeft de AFM behoefte aan een additionele leenfaciliteit. Het leenplafond van de AFM (en de bijbehorende interne garantie vanuit het ministerie), wordt derhalve netto met € 3 mln. opgehoogd.
Ontvangsten
Overig (+ € 1,7 mln.)
De overige ontvangsten nemen toe met € 1,7 mln. Dit komt met name doordat de lege-ontvangsten van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) in 2019 hoger uitvallen dan eerder geraamd.
Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting 2019 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) |
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
Mutaties 2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
15.708 |
744.396 |
760.104 |
199.391 |
959.495 |
101.470 |
99.970 |
99.970 |
99.970 |
Waarvan betalingsverplichtingen |
15.708 |
744.396 |
760.104 |
199.391 |
959.495 |
101.470 |
99.970 |
99.970 |
99.970 |
Schikking Alawwal Bank |
94.000 |
94.000 |
|||||||
Overige betalingsverplichtingen |
15.708 |
744.396 |
760.104 |
105.391 |
865.495 |
101.470 |
99.970 |
99.970 |
99.970 |
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Garantie DNB Winstafdracht |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
294.050 |
744.396 |
1.038.446 |
105.866 |
1.144.312 |
101.470 |
99.970 |
99.970 |
99.970 |
Waarvan juridisch verplicht |
97,2% |
99,2% |
99,4% |
||||||
Vermogensverschaffing |
280.000 |
744.396 |
1.024.396 |
0 |
1.024.396 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Kapitaalinjectie TenneT |
280.000 |
0 |
280.000 |
0 |
280.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verwerving vermogenstitels |
0 |
744.396 |
744.396 |
0 |
744.396 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Vermogensonttrekking |
0 |
0 |
0 |
100.000 |
100.000 |
100.000 |
100.000 |
100.000 |
100.000 |
Afdrachten Staatsloterij |
0 |
0 |
0 |
100.000 |
100.000 |
100.000 |
100.000 |
100.000 |
100.000 |
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s |
5.000 |
0 |
5.000 |
0 |
5.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
NLFI |
5.000 |
0 |
5.000 |
0 |
5.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Garanties |
4.850 |
0 |
4.850 |
– 30 |
4.820 |
– 30 |
– 30 |
– 30 |
– 30 |
Regeling BF |
50 |
0 |
50 |
– 30 |
20 |
– 30 |
– 30 |
– 30 |
– 30 |
Dotatie begrotingsreserve TenneT |
4.800 |
0 |
4.800 |
0 |
4.800 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
4.200 |
0 |
4.200 |
5.896 |
10.096 |
1.500 |
0 |
0 |
0 |
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen |
4.200 |
0 |
4.200 |
1.550 |
5.750 |
1.500 |
0 |
0 |
0 |
Opstart Invest-NL |
0 |
0 |
0 |
4.346 |
4.346 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
1.204.300 |
0 |
1.204.300 |
808.148 |
2.012.448 |
552.000 |
892.000 |
856.000 |
452.000 |
Vermogensonttrekking |
1.195.000 |
0 |
1.195.000 |
807.000 |
2.002.000 |
552.000 |
892.000 |
856.000 |
452.000 |
Opbrengst verkoop vermogenstitels |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen |
1.064.000 |
0 |
1.064.000 |
661.000 |
1.725.000 |
451.000 |
441.000 |
456.000 |
456.000 |
Afdrachten Staatsloterij |
0 |
0 |
0 |
100.000 |
100.000 |
100.000 |
100.000 |
100.000 |
100.000 |
Winstafdracht DNB |
131.000 |
0 |
131.000 |
46.000 |
177.000 |
1.000 |
351.000 |
300.000 |
– 104.000 |
waarvan: Griekse inkomsten ANFA |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan: Griekse inkomsten SMP |
14.250 |
0 |
14.250 |
20.000 |
34.250 |
– 6.500 |
– 4.500 |
– 3.600 |
– 3.600 |
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s |
4.500 |
0 |
4.500 |
0 |
4.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
NLFI |
4.500 |
0 |
4.500 |
0 |
4.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Garanties |
4.800 |
0 |
4.800 |
0 |
4.800 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Premieontvangsten garantie TenneT |
4.800 |
0 |
4.800 |
0 |
4.800 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Premieontvangsten garantie Propertize |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
0 |
0 |
0 |
1.148 |
1.148 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Terug te vorderen kosten staatsdeelnemingen |
0 |
0 |
0 |
1.148 |
1.148 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Schikking Alawwal Bank (+ € 94 mln.)
Door de fusie tussen Alawwal Bank en de Saudi British Bank en de als gevolg daarvan gewijzigde schikkingsovereenkomst (zie Kamerstukken II 2018–2019, 31 789, nr. 96) zal er een betalingsverplichting van € 94 mln. worden aangegaan.
Afdrachten Staatsloterij (+ € 100 mln.)
Om te voldoen aan de wettelijke bepalingen in de WOK dat alle afdrachten van de Staatsloterij aan de Staat toekomen, wordt structureel zowel bij uitgaven als ontvangsten een reeks opgenomen voor afdrachten Staatsloterij.
Ontvangsten
Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen (+ € 661 mln.)
Vanwege goede resultaten van de staatsdeelnemingen (o.a. ABN Amro en de Volksbank) worden de dividendramingen structureel naar boven bijgesteld.
Afdrachten Staatsloterij (+ € 100 mln.)
Om te voldoen aan de wettelijke bepalingen in de WOK dat alle afdrachten van de Staatsloterij aan de Staat toekomen, wordt structureel zowel bij uitgaven als ontvangsten een reeks opgenomen voor afdrachten Staatsloterij.
Winstafdracht DNB (+ € 46 mln.)
In 2018 maakte DNB meer winst dan verwacht, met name doordat rentepercentages gunstiger bleken dan vooraf ingeschat. De Staat heeft daarom in 2019 van DNB een hogere winstafdracht ontvangen.
Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting 2019 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) |
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
Mutaties 2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
2.274.076 |
0 |
2.274.076 |
1.011.957 |
3.286.033 |
– 697.711 |
23.759 |
21.379 |
– 6.641 |
Waarvan garantieverplichtingen: |
|||||||||
Wereldbank |
0 |
0 |
0 |
774.871 |
774.871 |
– 707.000 |
0 |
0 |
0 |
Garantie aan DNB inzake IMF |
0 |
0 |
0 |
264.493 |
264.493 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Kredieten EU-betalingsbalanssteun |
50.000 |
0 |
50.000 |
0 |
50.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
EFSM |
60.000 |
0 |
60.000 |
0 |
60.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
AIIB |
0 |
0 |
0 |
3.125 |
3.125 |
0 |
0 |
0 |
0 |
EIB |
1.900.425 |
0 |
1.900.425 |
0 |
1.900.425 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
359.220 |
0 |
359.220 |
3.899 |
363.119 |
– 170.630 |
23.759 |
21.379 |
– 6.641 |
Waarvan juridisch verplicht |
99,6% |
99,6% |
99,7% |
||||||
Bijdrage aan internationale organisatie |
324.509 |
0 |
324.509 |
36.910 |
361.419 |
– 179.919 |
0 |
0 |
0 |
Wereldbank |
290.722 |
0 |
290.722 |
34.558 |
325.280 |
– 179.919 |
0 |
0 |
0 |
AIIB |
33.787 |
0 |
33.787 |
2.352 |
36.139 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
33.030 |
0 |
33.030 |
– 33.030 |
0 |
9.270 |
23.740 |
21.360 |
– 6.560 |
Teruggave winsten SMP/ANFA |
33.030 |
0 |
33.030 |
– 33.030 |
0 |
9.270 |
23.740 |
21.360 |
– 6.560 |
Opdrachten |
1.681 |
0 |
1.681 |
19 |
1.700 |
19 |
19 |
19 |
– 81 |
Technische assistentie kiesgroeplanden |
1.681 |
0 |
1.681 |
19 |
1.700 |
19 |
19 |
19 |
– 81 |
Ontvangsten |
15.257 |
0 |
15.257 |
– 3.217 |
12.040 |
– 15.408 |
– 18.505 |
– 16.660 |
– 6.557 |
Deelname aan internationale organisaties |
4.655 |
0 |
4.655 |
0 |
4.655 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten IFI's |
4.655 |
0 |
4.655 |
0 |
4.655 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
10.602 |
0 |
10.602 |
– 5.217 |
5.385 |
– 15.408 |
– 18.505 |
– 16.660 |
– 6.557 |
Renteontvangsten lening Griekenland |
10.602 |
0 |
10.602 |
– 5.217 |
5.385 |
– 15.408 |
– 18.505 |
– 16.660 |
– 6.557 |
Terugbetaling lening Griekenland |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Garanties |
0 |
0 |
0 |
2.000 |
2.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
ESM |
0 |
0 |
0 |
2.000 |
2.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen
Wereldbank (+ € 774,9 mln.)
De uitstaande garantieverplichtingen aan de Wereldbank worden aangepast aan de hand van de meest recente wisselkoersramingen van het CPB. Daarnaast zal het garantieplafond voor de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD) niet in 2020, maar al in 2019 worden opgehoogd.
Garantie aan DNB inzake IMF (+ € 264,5 mln.)
De uitstaande garantieverplichtingen via DNB aan het Internationaal Monetair Fonds (IMF) worden aangepast aan de hand van de meest recente wisselkoersramingen van het CPB.
Uitgaven
Wereldbank (+ € 34,6 mln.)
De uitgaven aan de IDA van de Wereldbank stijgen in 2019 per saldo met € 34,6 mln. Dit komt door een verschuiving in het betaalritme aan de Wereldbank tussen 2018, 2019 en 2020 om beter aan te sluiten bij het kasritme van de Staat. De totale uitgaven aan IDA blijven intertemporeel gelijk.
Teruggave winsten SMP/ANFA (– € 33 mln.)
In de Eurogroep van juni 2018 is besloten om de teruggave van de inkomsten uit het Single Market Programme/Agreement on Net Financial Assets (SMP/ANFA) aan Griekenland te hervatten. Hiervoor is in december 2018 binnen de Eurozone een nieuw schema afgesproken, waaraan het in de begroting opgenomen verwachte ritme nu wordt aangepast. De teruggave van de SMP/ANFA-gelden is onder de voorwaarde dat Griekenland afgesproken hervormingen implementeert en geen hervormingen terugdraait.
Ontvangsten
Renteontvangsten lening Griekenland (– € 5,2 mln.)
Op basis van de meest recente renteramingen van het CPB worden de verwachte ontvangsten van de lening aan Griekenland bijgesteld.
ESM (+ € 2 mln.)
De Nederlandse Staat ontvangt in 2019 een eenmalig bedrag van het European Stability Mechanism (ESM) t.w.v. € 2 mln. Dit vloeit voort uit het feit dat Slovenië van het ESM voor een bepaalde periode «korting» had gekregen op haar inleg. Nu deze periode verstreken is, moet Slovenië haar aandelenkapitaal verhogen. Omdat het totale bedrag aan aandelenkapitaal voor het ESM vaststaat, betekent dit dat andere lidstaten een deel van het ingelegde kapitaal terugkrijgen. Gebaseerd op de verdeelsleutel van het ESM is dit voor Nederland € 2 mln.
Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting 2019 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) |
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
Mutaties 2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
10.015.244 |
0 |
10.015.244 |
0 |
10.015.244 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan garantieverplichtingen: |
|||||||||
Exportkredietverzekeringen |
10.000.000 |
0 |
10.000.000 |
0 |
10.000.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan: nieuwe verplichtingen |
10.000.000 |
0 |
10.000.000 |
0 |
10.000.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan: vervallen verplichtingen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
83.444 |
0 |
83.444 |
121.800 |
205.244 |
– 6.200 |
– 6.200 |
– 11.000 |
– 10.900 |
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
100% |
||||||
Garanties |
68.200 |
0 |
68.200 |
121.800 |
190.000 |
– 6.200 |
– 6.200 |
– 11.000 |
– 10.900 |
Schade-uitkering ekv |
68.200 |
0 |
68.200 |
121.800 |
190.000 |
– 6.200 |
– 6.200 |
– 11.000 |
– 10.900 |
Dotatie begrotingsreserve ekv |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Schade-uitkering Seno-Gom |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
15.187 |
0 |
15.187 |
0 |
15.187 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Kostenvergoeding Atradius DSB |
15.187 |
0 |
15.187 |
0 |
15.187 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige |
57 |
0 |
57 |
0 |
57 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige uitgaven |
57 |
0 |
57 |
0 |
57 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
256.172 |
0 |
256.172 |
– 37.875 |
218.297 |
332 |
3.726 |
– 3.025 |
– 2.926 |
Garanties |
256.172 |
0 |
256.172 |
– 37.875 |
218.297 |
332 |
3.726 |
– 3.025 |
– 2.926 |
Premies ekv |
77.650 |
0 |
77.650 |
– 7.406 |
70.244 |
– 9.006 |
8.567 |
8.567 |
8.567 |
Premies investeringsverzekeringen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Schaderestituties ekv |
178.522 |
0 |
178.522 |
– 30.469 |
148.053 |
9.338 |
– 4.841 |
– 11.592 |
– 11.493 |
Onttrekking begrotingsreserve Seno-Gom |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Schaderestituties Seno-Gom |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Schade-uitkering ekv (+ € 121,8 mln.)
In 2019 zal zich naar alle waarschijnlijkheid een grote schade voordoen op een ekv-polis in Mexico, die niet eerder was geraamd. Hierdoor wordt de raming voor uitgaven aan schade-uitkeringen naar boven bijgesteld. Vanaf 2019 zijn nog niet afgesloten schade-dossiers niet meer relevant voor het EMU-saldo, dus deze tegenvaller leidt niet meer direct tot een onttrekking aan de risicovoorziening. Pas zodra duidelijk is welk deel van de schade gerecupereerd kan worden, zal het netto-schadebedrag ten laste worden gebracht van de risicovoorziening.
Ontvangsten
Premies ekv (– € 7,4 mln.)
Uit de meest recente premie-prognoses blijkt dat er naar verwachting dit jaar minder premie-inkomsten zullen worden gerealiseerd dan geraamd.
Schaderestituties ekv (– € 30,5 mln.)
Uit de meest recente recuperatie-prognoses blijkt dat er naar verwachting dit jaar minder recuperatie-inkomsten zullen worden gerealiseerd dan eerder geraamd.
Artikel 6 Btw-compensatiefonds
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting 2019 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) |
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
Mutaties 2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
3.225.010 |
0 |
3.225.010 |
2.172 |
3.227.182 |
66 |
66 |
0 |
0 |
Uitgaven |
3.225.010 |
0 |
3.225.010 |
2.172 |
3.227.182 |
66 |
66 |
0 |
0 |
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
100% |
||||||
Bijdrage aan medeoverheden |
3.225.010 |
0 |
3.225.010 |
2.172 |
3.227.182 |
66 |
66 |
0 |
0 |
Waarvan bijdragen aan gemeenten en kaderwetgebieden |
2.821.355 |
0 |
2.821.355 |
735 |
2.822.090 |
66 |
66 |
0 |
0 |
Waarvan bijdragen aan provincies |
403.655 |
0 |
403.655 |
1.437 |
405.092 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
3.225.010 |
0 |
3.225.010 |
2.172 |
3.227.182 |
66 |
66 |
0 |
0 |
Artikel 9 Douane
Ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting 2019 (3) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) |
Stand 1e suppletoire begroting (5=3+4) |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
Mutaties 2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
416.151 |
0 |
416.151 |
0 |
416.151 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven (1) + (2) |
416.151 |
0 |
416.151 |
0 |
416.151 |
0 |
0 |
0 |
0 |
(1) Programma-uitgaven |
33.129 |
0 |
33.129 |
– 95 |
33.034 |
– 95 |
– 95 |
– 95 |
– 95 |
waarvan juridisch verplicht |
53,2% |
53,2% |
|
57% |
|
|
|
|
|
Opdrachten |
31.029 |
0 |
31.029 |
– 2.295 |
28.734 |
– 2.195 |
– 2.195 |
– 2.195 |
– 2.195 |
ICT opdrachten |
3.322 |
0 |
3.322 |
0 |
3.322 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige opdrachten |
27.707 |
0 |
27.707 |
– 2.295 |
25.412 |
– 2.195 |
– 2.195 |
– 2.195 |
– 2.195 |
Bijdrage aan agentschappen |
2.100 |
0 |
2.100 |
2.200 |
4.300 |
2.100 |
2.100 |
2.100 |
2.100 |
Bijdrage overige agentschappen |
2.100 |
0 |
2.100 |
2.200 |
4.300 |
2.100 |
2.100 |
2.100 |
2.100 |
(2) Apparaatsuitgaven |
383.022 |
0 |
383.022 |
95 |
383.117 |
95 |
95 |
95 |
95 |
Personele uitgaven |
374.212 |
0 |
374.212 |
95 |
374.307 |
95 |
95 |
95 |
95 |
Eigen personeel |
368.402 |
0 |
368.402 |
0 |
368.402 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Inhuur externen |
5.750 |
0 |
5.750 |
0 |
5.750 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig personeel |
60 |
0 |
60 |
95 |
155 |
95 |
95 |
95 |
95 |
Materiële uitgaven |
8.810 |
0 |
8.810 |
0 |
8.810 |
0 |
0 |
0 |
0 |
ICT |
7.581 |
0 |
7.581 |
0 |
7.581 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
1.229 |
0 |
1.229 |
0 |
1.229 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
605 |
0 |
605 |
0 |
605 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Apparaatsontvangsten |
605 |
0 |
605 |
0 |
605 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Artikel 8 Apparaat kerndepartement
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting 2019 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) |
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
Mutaties 2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
256.491 |
0 |
256.491 |
– 129 |
256.362 |
– 826 |
– 1.006 |
– 986 |
– 926 |
Uitgaven |
256.491 |
0 |
256.491 |
– 129 |
256.362 |
– 826 |
– 1.006 |
– 986 |
– 926 |
Personeel Kerndepartement |
174.632 |
0 |
174.632 |
2.016 |
176.648 |
– 300 |
– 300 |
– 280 |
– 202 |
Eigen personeel |
164.757 |
0 |
164.757 |
2.557 |
167.314 |
871 |
871 |
891 |
969 |
Inhuur externen |
9.402 |
0 |
9.402 |
– 559 |
8.843 |
– 1.189 |
– 1.189 |
– 1.189 |
– 1.189 |
Overig personeel |
473 |
0 |
473 |
18 |
491 |
18 |
18 |
18 |
18 |
Materieel Kerndepartement |
81.859 |
0 |
81.859 |
– 2.145 |
79.714 |
– 526 |
– 706 |
– 706 |
– 724 |
Waarvan ICT |
13.806 |
0 |
13.806 |
– 1.606 |
12.200 |
– 1.556 |
– 1.756 |
– 1.756 |
– 1.756 |
Waarvan bijdrage aan SSO's |
39.173 |
0 |
39.173 |
137 |
39.310 |
181 |
182 |
182 |
182 |
Waarvan overig materieel |
28.880 |
0 |
28.880 |
– 676 |
28.204 |
849 |
868 |
868 |
850 |
Ontvangsten |
52.953 |
0 |
52.953 |
515 |
53.468 |
– 1.002 |
– 1.002 |
– 1.002 |
– 1.002 |
Artikel 10 Nog onverdeeld
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting 2019 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) |
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
Mutaties 2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
77.956 |
0 |
77.956 |
44.773 |
122.729 |
131.665 |
128.293 |
125.038 |
129.221 |
Uitgaven |
98.411 |
0 |
98.411 |
14.273 |
112.684 |
88.665 |
128.293 |
125.038 |
129.221 |
Programma onvoorzien |
40.873 |
0 |
40.873 |
– 31.937 |
8.936 |
25.318 |
35.184 |
34.124 |
40.822 |
Apparaat onvoorzien |
42.659 |
0 |
42.659 |
– 42.659 |
0 |
– 37.155 |
4.146 |
1.136 |
1.032 |
Loonbijstelling |
4.466 |
0 |
4.466 |
83.462 |
87.928 |
83.005 |
72.150 |
72.976 |
70.679 |
Prijsbijstelling |
10.413 |
0 |
10.413 |
5.407 |
15.820 |
17.497 |
16.813 |
16.802 |
16.688 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen (+ € 44,8 mln.)
De verplichtingenmutaties zijn gelijk aan de uitgavenmutaties, behalve bij de vrijvallende middelen die gereserveerd waren voor de RVU-heffing (– € 30,5 mln. in 2019). De verplichtingen als gevolg van het aangaan van de vertrekregeling bij de Belastingdienst zijn namelijk direct bij het aangaan van de regelingen verwerkt in de begroting. Voor 2019 zijn derhalve geen verplichtingen begroot.
Uitgaven
Programma onvoorzien (– € 31,9 mln.)
Per saldo is het budget van programma onvoorzien verlaagd met € 31,9 mln. De voornaamste oorzaken van deze mutaties zijn:
– Het kabinet intensiveert bij de Belastingdienst voor aanpak van fraude, witwassen en ondermijning. Een bedrag van ca. € 1 mln. in 2019 oplopend tot structureel 29 mln. wordt beschikbaar gesteld voor dit pakket. Op dit moment worden deze intensiveringsmiddelen vooralsnog op artikel 10 Nog onverdeeld van de Financiënbegroting gereserveerd. Komende periode zal Financiën de precieze inzet van deze middelen bepalen, waarbij aandacht is voor aspecten van CW3.1. Op basis daarvan zullen deze intensiveringsmiddelen van artikel 10 Nog onverdeeld naar artikel 1 Belastingen worden overgeheveld;
– Het budget opstartkosten Invest-NL staat gereserveerd op artikel 10. Voor 2019 wordt in totaal € 4,5 mln. overgeheveld naar artikel 3 van deze begroting. Daarnaast wordt € 7 mln. doorgeschoven naar 2020 aangezien het traject rond Invest-NL-internationaal vertraagd is;
– De benodigde fiscale uitvoeringskosten (€ 4,2 mln. in 2019) voor de maatregelen uit het Regeerakkoord, het Belastingplan 2019 en overige fiscale maatregelen worden overgeheveld van artikel 10 naar artikel 1 van deze begroting;
– Tot slot worden, o.a. voor de fiscale uitvoeringskosten, middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.
Apparaat onvoorzien (– € 42,7 mln.)
Er doet zich een meevaller voor bij de RVU-heffing, omdat de uitspraak van de belastinginspecteur tot gevolg heeft dat de vertrekregeling bij de Belastingdienst niet als RVU wordt aangemerkt. Hierdoor vallen de gereserveerde middelen in 2019 (€ 30,5 mln.) en 2020 (€ 43,0 mln.) vrij. Verder worden middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.
Loon- en prijsbijstelling (+ € 88,9 mln.)
De loon- en prijsbijstelling tranche 2019 wordt toegevoegd aan de departementale begrotingen. Ook hier worden middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.
Artikel 11 Financiering staatsschuld
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting 2019 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) |
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
Mutaties 2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
35.655 |
0 |
35.655 |
– 279 |
35.376 |
– 468 |
– 530 |
– 657 |
1.197 |
Uitgaven |
35.655 |
0 |
35.655 |
– 279 |
35.376 |
– 468 |
– 530 |
– 657 |
1.197 |
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
|
100% |
|||||
Rente |
5.815 |
0 |
5.815 |
– 179 |
5.636 |
– 304 |
– 531 |
– 659 |
– 586 |
Rentelasten vaste schuld |
5.815 |
0 |
5.815 |
– 179 |
5.636 |
– 278 |
– 351 |
– 443 |
– 489 |
Rentelasten vlottende schuld |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 26 |
– 180 |
– 216 |
– 97 |
Voortijdige beeindiging schuld |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Rente derivaten kort |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
29.817 |
0 |
29.817 |
– 99 |
29.718 |
– 164 |
1 |
2 |
1.783 |
Aflossing vaste schuld |
29.817 |
0 |
29.817 |
– 99 |
29.718 |
– 164 |
1 |
2 |
1.783 |
Mutatie vlottende schuld |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
23 |
0 |
23 |
– 1 |
22 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige kosten |
23 |
0 |
23 |
– 1 |
22 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
24.178 |
0 |
24.178 |
1.579 |
25.757 |
386 |
1.245 |
1.453 |
3.162 |
Rente |
1.603 |
0 |
1.603 |
– 302 |
1.301 |
– 179 |
– 30 |
140 |
68 |
Rentebaten vaste schuld |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Rentebaten vlottende schuld |
249 |
0 |
249 |
– 23 |
226 |
123 |
34 |
– 12 |
– 12 |
Voortijdige beeindiging schuld |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Rentederivaten lang |
1.354 |
0 |
1.354 |
– 279 |
1.075 |
– 302 |
– 64 |
152 |
80 |
Voortijdige beeindiging derivaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
22.575 |
0 |
22.575 |
1.881 |
24.456 |
565 |
1.275 |
1.313 |
3.094 |
Uitgifte vaste schuld |
22.575 |
0 |
22.575 |
– 1.575 |
21.000 |
565 |
1.275 |
1.313 |
3.094 |
Mutatie vlottende schuld |
0 |
0 |
0 |
3.456 |
3.456 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige baten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Rentelasten vaste schuld (– € 179 mln.)
De rentelasten vallen in 2019 naar verwachting lager uit dan eerder geraamd. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu lager zijn dan eerder geraamd levert dit een meevaller op.
Aflossing vaste schuld (– € 99 mln.)
De aflossingen op de vaste schuld worden bepaald door de uitgifte van leningen in het verleden en zijn afhankelijk van de looptijd van de diverse uitgiftes. Eind 2018 is een deel van de staatsobligaties met een aflosdatum in 2019 uit cashmanagement overwegingen vervroegd afgelost, waardoor de totale omvang van de aflossingen in 2019 is gedaald.
Ontvangsten
Rentebaten vlottende schuld (– € 23 mln.)
De rentebaten op de vlottende schuld veranderen als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De lagere rentebaten zijn het saldo van meerdere mutaties die uit deze wijzigingen volgen. Het grootste effect in 2019 tot nu toe is dat minder rente is ontvangen doordat de omvang van de kortlopende schuld lager is uitgevallen als gevolg van het begrotingsoverschot.
Rente derivaten lang (– € 279 mln.)
Het Agentschap heeft in de laatste maanden van 2018 rentederivaten voortijdig beëindigd. Dit wordt gedaan om het renterisico op de schuldportefeuille bij te sturen. Bij de voortijdige beëindiging van renteswaps wordt de netto contante waarde van de toekomstige rentestromen in één keer ontvangen. Als gevolg hiervan dalen de rentebaten op derivaten in latere jaren.
Uitgifte vaste schuld (– € 1.575 mln.)
De raming voor de uitgifte van vaste schuld wijzigt als gevolg van het verwerken van het financieringsplan voor 2019 (– € 1,31 mld.) en als gevolg van de vervroegde aflossingen van schuld (– € 264 mln.).
Mutatie vlottende schuld (+ € 3.456 mln.)
De mutatie vlottende schuld wijzigt als gevolg van het verwerken van het financieringsplan voor 2019 waar een verschuiving heeft plaatsgevonden van lange naar korte financiering. Daarnaast is de mutatie vlottende schuld gewijzigd als gevolg van de bijstelling van het kassaldo Rijk van 2019. In het lopende begrotingsjaar worden schommelingen in het kassaldo grotendeels in de vlottende schuld opgenomen.
Artikel 12 Kasbeheer
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting 2019 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) |
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
Mutaties 2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.532 |
0 |
1.532 |
0 |
1.532 |
– 79 |
– 181 |
– 205 |
– 96 |
Uitgaven |
1.532 |
0 |
1.532 |
0 |
1.532 |
– 79 |
– 181 |
– 205 |
– 96 |
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
|
100% |
|||||
Rente |
32 |
0 |
32 |
0 |
32 |
– 79 |
– 181 |
– 205 |
– 96 |
Rentelasten |
32 |
0 |
32 |
0 |
32 |
– 79 |
– 181 |
– 205 |
– 96 |
Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
1.500 |
0 |
1.500 |
0 |
1.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verstrekte leningen |
1.500 |
0 |
1.500 |
0 |
1.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Agentschappen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
RWT’s en derden |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Sociale fondsen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Decentrale Overheden |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
9.494 |
0 |
9.494 |
2.067 |
11.561 |
1.445 |
874 |
1.755 |
2.030 |
Rente |
107 |
0 |
107 |
0 |
107 |
– 5 |
– 11 |
– 16 |
– 20 |
Rentebaten |
107 |
0 |
107 |
0 |
107 |
– 5 |
– 11 |
– 16 |
– 20 |
Ontvangsten bij voortijdige beëindiging |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
947 |
0 |
947 |
229 |
1.176 |
– 25 |
– 7 |
– 25 |
– 43 |
Ontvangen aflossingen |
947 |
0 |
947 |
229 |
1.176 |
– 25 |
– 7 |
– 25 |
– 43 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's |
8.440 |
0 |
8.440 |
1.838 |
10.278 |
1.475 |
892 |
1.796 |
2.093 |
Agentschappen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
RWT’s en derden |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Sociale fondsen |
7.340 |
0 |
7.340 |
1.838 |
9.178 |
1.475 |
892 |
1.796 |
2.093 |
Decentrale Overheden |
1.100 |
0 |
1.100 |
0 |
1.100 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Onvangsten
Ontvangen aflossingen (+ € 229 mln.)
Op basis van de actuele realisaties wordt verwacht dat de aflossingen op leningen, die door de Agentschappen en RWT’s zijn afgesloten, hoger zullen uitkomen dan eerder geraamd.
Mutaties in rekening-courant en deposito’s (+ € 1.838 mln.)
De mutatie in rekening-courant en deposito’s zal naar verwachting € 1.838 mln. hoger uitvallen dan eerder was geraamd. De mutaties in rekening-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren. Als een deelnemer een uitgave doet zal het aangehouden saldo op de rekening-courant dalen en dit betekent een uitgave op artikel 12. Een ontvangst van een deelnemer wordt gestort op de rekening-courant en dit zorgt voor een ontvangst op artikel 12. Het Agentschap is uitsluitend beheerder van de rekeningen-courant van het schatkistbankieren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35210-IX-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.