35 150 EU-voorstel: Discussienota naar een duurzamer Europa in 2030 (COM(2019)22)1

A BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT/LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Vicevoorzitter van de Europese Commissie, de heer dr. F.C.G.M. Timmermans

Den Haag, 4 maart 2019

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben met belangstelling kennisgenomen van de discussienota over een duurzamer Europa in 20302, die op 30 januari 2019 is gepresenteerd door de Europese Commissie. De leden van de fracties van SP en GroenLinks hebben in het kader van de politieke dialoog met de Europese Commissie de volgende opmerkingen en vragen ten aanzien van deze discussienota.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De discussienota meldt: «Vervoer is verantwoordelijk voor 27% van de broeikasgasemissies van de EU ...»3 De leden van de SP-fractie vragen de Europese Commissie welk deel hiervan het transport van de internationale handel binnen de EU betreft. Is het transport van de internationale handel (zowel de exporten als de importen) tussen EU-landen en niet-EU landen eveneens onder de genoemde 27% gevat? Zo ja, welk deel is dit?

Welk aandeel (in percentage) van de wereldwijde broeikasgasemissies betreft het transport van de wereldwijde internationale handel? Welk aandeel (in percentage) van de wereldwijde broeikasgasemissies betreft het transport van de wereldwijde internationale plus nationale handel?

Wat is, ongeacht welk land het transport onderneemt, het aandeel van de EU-landen in het wereldwijde transport van de internationale handel? Wat is, ongeacht welk land het transport onderneemt, het aandeel van de EU-landen in het wereldwijde transport van de internationale plus nationale handel?

De discussienota meldt eveneens: «De Commissie-Juncker is overgegaan tot de vaststelling of de tenuitvoerlegging van acht handelsakkoorden met 15 landen, waaronder Canada, Oekraïne, Singapore, Vietnam, Japan en verscheidene Afrikaanse landen en landen uit de Stille Oceaan. Er zijn momenteel 39 handelsovereenkomsten van kracht tussen de EU en 70 landen over de hele wereld. Bepalingen over handel en duurzame ontwikkeling vormen sinds 2010 een essentieel onderdeel van de vrijhandelsovereenkomsten van de EU.»4

De leden van de SP-fractie vragen de Europese Commissie of het zo zou kunnen zijn dat het effect van dergelijke handelsakkoorden op het internationaal transport (het transport van producten van het ene eind van de aarde naar het andere, dat gepaard gaat met broeikasgasemissies) het effect van de voorstellen van de Commissie tot het verminderen van broeikasgasemissies uit het eerste gedeelte van hoofdstuk 3 (tot en met sectie 3.2.3) ongedaan maakt – of mogelijk zelfs zal leiden tot méér broeikasgasemissies. Indien de Europese Commissie dit uitgesloten zou achten, kan zij dit dan empirisch aannemelijk maken? Kan zij ook empirische studies citeren die concluderen dat internationale handel de broeikasgasemissie verhevigt?

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Discussienota over een duurzamer Europa tegen 2030 en zij hebben hierover enkele vragen aan de Europese Commissie.

In overeenstemming met de VN-Agenda 2030 en de 17 sustainable development goals streeft de Europese Commissie naar een koolstofarme, klimaatneutrale, hulpbronnenefficiënte economie met een grote biodiversiteit. Hierbij geeft de nota aan dat deze overgang aan iedereen ten goede moet komen, zodat niemand aan zijn lot wordt overgelaten en gelijkheid en inclusiviteit zijn gewaarborgd. Wat ziet de Europese Commissie hierbij als de belangrijkste financiële en juridische instrumenten?

De kosten van de niet-uitvoering van de bestaande EU-milieuwetgeving worden geschat op ruwweg 50 miljard euro per jaar, in termen van kosten in verband met de gezondheidszorg en rechtstreekse kosten voor het milieu. Welke stappen onderneemt de Commissie om de uitvoering te bevorderen en, daar waar nodig, te handhaven en te sanctioneren?

In de nota worden aan het eind drie scenario’s geschetst, die allemaal invulling willen geven aan de voortrekkersrol van Europa in het behalen van de sustainable development goals. Er wordt aangegeven dat het uiteindelijke resultaat waarschijnlijk een combinatie zal zijn van bepaalde elementen uit elk scenario. Heeft de Europese Commissie een voorkeur voor een van de scenario’s of acht zij de kans bij een bepaald scenario het grootst dat Europa een voortrekkersrol kan spelen? Wat zijn, naast het kiezen voor een scenario, de belangrijkste stappen die moeten worden gezet tussen nu en 2030?

De Commissie benadrukt in haar toekomstschets het wezenlijke belang van het ondersteunen van ontwikkelingslanden op economisch en sociaal vlak om de duurzaamheidsdoelen te behalen. Hoe is de Commissie voornemens dit te doen en welke strategie ligt hier aan ten grondslag? In welke scenario zou deze doelstelling het best tot zijn recht komen, denkt de Commissie?

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kijken met belangstelling uit naar de antwoorden van de Europese Commissie en ontvangen deze graag zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit A.M.V. Gerkens


X Noot
1

Zie dossier E190003 op www.europapoort.nl

X Noot
2

COM(2019)22; E-dossier E190003, te raadplegen op https://www.eerstekamer.nl/eu/edossier/e190003_discussienota_naar_een.

X Noot
3

COM(2019) 22 final, blz. 11 [NL]. EN versie page 11. Zie ook: EC Reflection paper Towards a Sustainable Europe.

X Noot
4

COM(2019) 22 NL final, blz. 39, EN versie blz. 28.

Naar boven