35 125 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering tot strafbaarstelling van verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied (strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied)

Nr. 11 AMENDEMENT VAN DE LEDEN LAAN-GESELSCHAP EN VAN TOORENBURG

Ontvangen 5 september 2019

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 134b, eerste lid, «een jaar» vervangen door «twee jaren» en wordt «derde categorie» vervangen door «vierde categorie».

Toelichting

Aangezien voorgestelde strafbaarstelling zich richt op de situatie waarin de verdachte daadwerkelijk in het gebied is geweest dat door een terroristische organisatie wordt gecontroleerd, en daarvan een min of meer concreet gevaar uitgaat van het plegen van terroristische misdrijven, is een hogere strafbedreiging gerechtvaardigd dan de straf die is gesteld op overtreding van een opgelegd reisverbod op grond van artikel 3 van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding (Twbmt). Immers, de ervaring met de strijd in Syrië en Irak leert dat het nagenoeg onmogelijk is om in het strijdgebied te zijn zonder een rol te vervullen binnen de terroristische groepering. Dit terwijl bij de Twbmt het verbod wordt opgelegd aan een bepaalde persoon, omdat het risico aanwezig wordt geacht dat die persoon zich in het buitenland wil aansluiten bij een terroristische organisatie.

Bovendien vormt de voorgestelde strafbaarstelling een aanvulling op het bestaande strafrechtelijke instrumentarium, omdat het fungeert als vangnet in die gevallen waarin de terroristische intentie van de betrokken terugkeerder uiteindelijk bij de rechter niet kan worden bewezen. Immers, niet valt uit te sluiten dat in de komende jaren elders in de wereld centra van terrorisme ontstaan, die opnieuw een aanzuigende kracht hebben op Nederlanders of personen met hun vaste woon- of verblijfplaats in Nederland – die ter plaatse gaan deelnemen aan daden van terrorisme. Ook in die gevallen kan het dan eerst enige tijd duren voordat een voldoende scherp beeld ontstaat van de situatie ter plaatse en van de rol die uitgereisde Nederlandse ingezetenen vervullen in de strijd van de bewuste terroristische organisatie, op grond waarvan het openbaar ministerie in staat is deze personen succesvol te vervolgen wegens betrokkenheid bij terroristische misdrijven. Dat het verzamelen van bewijs in het bewuste gebied vaak moeilijk is en een terroristische intentie daarmee niet of moeilijk aan te tonen is, betekent niet dat die terroristische intentie er niet was. Daarom is hard nodig dat van de strafeis het signaal uitgaat dat verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied strafbaar is en ook tot serieuze straffen leidt.

Laan-Geselschap Van Toorenburg

Naar boven