De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel F, komt artikel 11c, vierde lid, te luiden:
-
4. Het Zorginstituut vraagt, na een inhoudelijke afweging te hebben gedaan of de in
voorgedragen kwaliteitsstandaard opgenomen normen leiden tot doelmatige zorg en het
opstellen van een advies over die kwaliteitsstandaard, onder gelijktijdige toezending
van de voorgedragen kwaliteitsstandaard, de analyse van de zorgautoriteit en het advies,
toestemming aan Onze Minister voor het nemen van een besluit tot opname van de voorgedragen
kwaliteitsstandaard in het openbaar register in het geval uit de analyse blijkt dat
de voorgedragen kwaliteitsstandaard naar verwachting leidt tot een toename van de
collectieve zorguitgaven.
Toelichting
Momenteel sluit de wet een inhoudelijke beoordeling door het Zorginstituut van de
voorgedragen kwaliteitsstandaarden uit. Daardoor kan het Zorginstituut de kosten en
opbrengsten van de beschreven zorg niet toetsen en afwegen en de Minister daarover
adviseren.
In het onderhavige wetsvoorstel is in artikel 11b, derde lid, opgenomen dat een voorgedragen
kwaliteitsstandaard die mogelijke substantiële financiële gevolgen voor de collectieve
zorguitgaven heeft ook een kwalitatieve beschrijving bevat van de directe gevolgen
van die standaard voor de collectieve zorguitgaven en maakt een beoordeling van die
gevolgen mogelijk. De indieners zijn van mening dat het benoemen van de kwaliteitsstandaard
zelf vervolgens een beoordeling door het Zorginstituut mogelijk maakt.
Met dit amendement kan het Zorginstituut, met behulp van de budgetimpactanalyse van
de NZa, een inhoudelijke afweging maken of de in voorgedragen kwaliteitsstandaard
opgenomen normen leiden tot doelmatige zorg en hierover de Minister adviseren. Het
amendement beoogt om de Minister beter in staat te stellen een betere politieke afweging
te maken met betrekking tot het al dan niet opnemen van de voorgedragen kwaliteitsstandaard.
Men zou dit kunnen vergelijken met de voorbereiding van pakketbesluiten en de wettelijke
taak die het Zorginstituut daarbij vervult. De Minister van Volksgezondheid Welzijn
en Sport dan wel de Minister voor Medische Zorg hebben vervolgens de mogelijkheid
bij een voorgedragen kwaliteitsstandaard te besluiten dat deze niet in het register
mag worden opgenomen vanwege een (te) grote uitgavenstijging. Op deze manier wordt
de Minister goed in staat gesteld een brede politieke afweging te maken tussen de
meerwaarde voor de kwaliteit van de zorg en de uit kwaliteitsstandaard de voortvloeiende
financiële gevolgen. en al dan niet zijn goedkeuring te verlenen aan de opname van
een voorgedragen standaard in het register.
De indieners willen dat het Zorginstituut alleen adviseert aan de Minister als een
budgetimpactanalyse door de NZa noodzakelijk is, omdat de kwaliteitsstandaard aan
de risicocriteria voldoet. Kwaliteitsstandaarden zonder financiële consequenties kunnen
zonder inhoudelijke weging en advies van het Zorginstituut worden opgenomen in het
register.
Dit amendement is in lijn met het advies van de Algemene Rekenkamer bij het verantwoordingsonderzoek
2017 om het Zorginstituut een sterkere inhoudelijke rol te geven bij de toetsing van
kwaliteitsstandaarden.
Slootweg Van der Staaij