35 120 Verslag van een werkbezoek aan Parijs door een delegatie van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Nr. 1 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK VAN EEN DELEGATIE UIT DE ALGEMENE COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING AAN PARIJS OP 13 DECEMBER 2018

Vastgesteld 15 januari 2019

Een delegatie uit de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft op donderdag 13 december 2018 deelgenomen aan de interparlementaire top van de G5 Sahel in Parijs. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door het Franse parlement, de Assemblée Nationale. De delegatie bestond uit de leden Van Haga (VVD) en Van den Hul (PvdA), alsmede adjunct-griffier Meijers.

De interparlementaire groep van de G5 Sahel bestaat uit vertegenwoordigers van de parlementen van de landen van de G5 (Burkina Faso, Mali, Mauritanië, Niger en Tsjaad). Deze groep werd in juli 2017 opgericht om het belang van parlementaire controle ten aanzien van de G5 onder de aandacht te brengen. Voor deze bijeenkomst werden ook (parlementaire) vertegenwoordigers van de donorlanden die lid zijn van de Alliance Sahel, waaronder Nederland, uitgenodigd. Ook aanwezig waren vertegenwoordigers van de parlementen van Duitsland, Frankrijk, Finland, Italië en het Europees Parlement. Ook het G5-secretariaat, de G5 Force commander, de Franse defensiestaf, de Europese Unie, de Wereldbank, de Afrikaanse Ontwikkelingsbank en de Verenigde Naties werden vertegenwoordigd. De bijeenkomst stond in het teken van de rol die nationale parlementen kunnen spelen in het uitoefenen van controle over de G5 Sahel, in het bijzonder de G5-troepenmacht en de ontwikkelingssamenwerking tussen de landen van de Alliance Sahel en van de G5.

De delegatieleden namen deel aan panels waar is gesproken over de rol van vrouwen voor ontwikkeling en veiligheid in de Sahel (Van den Hul) en over de parlementaire verwachtingen ten aanzien van ontwikkeling in de Sahel (Van Haga). In de interventies benadrukte de delegatie het belang van een inclusieve benadering en in het bijzonder de rol van vrouwen in besluitvormingsprocessen voor veiligheid en ontwikkeling. Ook werd het belang van parlementair toezicht op nationale, maar ook Europese instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking in de Sahel benadrukt door de delegatie, alsmede het belang van de rol van de private sector en het versterken van buitenlandse handel voor ontwikkeling.

De G5-landen zijn tijdens de bijeenkomst overeengekomen dat het land dat voorzitter is tevens de voorzitter van de parlementaire groep levert. Momenteel is dat Niger en volgend jaar Burkina Faso. De voorzitter heeft zich uitgesproken voor de mogelijkheid voor parlementen van lidstaten van de Alliance Sahel om eveneens lid te worden van de parlementaire groep en in het vervolg deel te nemen aan deze bijeenkomsten. De G5 hebben verder conclusies aangenomen in een verklaring, deze is als bijlage bij dit verslag gevoegd.

De delegatie, Van Haga Van den Hul

De griffier van de delegatie, Meijers

Interparlementaire top G5 Sahel – 13 december 2018, Parijs

Panelsessie 1: Defensie en veiligheid

In de eerste panelsessie werd gesproken over de rol van internationale veiligheidsmissies in de Sahel en de parlementaire verwachtingen ten aanzien van deze missies. In de Sahel zijn momenteel diverse veiligheidsmissies actief, namelijk van de VN (MINUSMA in Mali), Frankrijk (Barkhane, contraterreur) en de EU (EUCAP Sahel Mali en Niger en EUTM Mali). Hierbij komt nu de regionale troepenmacht van de G5 Sahel die bestaat uit de nationale legers van de vijf Sahel-landen.

De Force commander van de G5 Sahel troepenmacht en de Franse legerleiding presenteerden hun veiligheidsinzet voor de Sahel-regio en benadrukten het belang van een eigen lokaal gedragen troepenmacht. Parlementaire controle is van groot belang, maar wordt ook door de verslechterende veiligheidssituatie belemmerd omdat parlementariërs vaak zelf geen toegang meer hebben tot de fragiele grensregio’s in de Sahel. Dit zijn tegelijkertijd ook de operatiegebieden van de G5 troepenmacht. Daarom blijven eigenaarschap en duurzaamheid een belangrijk aandachtspunt voor de parlementen van de G5 om de verslechterende veiligheidssituatie in de regio tegen te gaan.

Frankrijk en de G5-landen onderstreepten van hun kant dat ze graag structurele financiering voor de troepenmacht willen, namelijk via een VN-hoofdstuk 7 mandaat waarmee de troepenmacht gefinancierd wordt met zogenaamde assessed contributions zoals dat nu ook bij MINUSMA als VN-missie het geval is.

Panelsessie 2 – Rol van vrouwen voor ontwikkeling en veiligheid

In deze sessie is gesproken over de rol van vrouwen in het realiseren van ontwikkeling en veiligheid in de Sahel. Panelleden onderstreepten dat vrouwen en in het bijzonder jonge meisjes door de verslechterende veiligheidssituatie in de Sahel harder worden getroffen. Vrouwen worden vaak weduwen, economisch afhankelijker en vaker slachtoffer van seksueel geweld. Meisjes kunnen vaak niet meer naar school en kindhuwelijken nemen toe. Met de toenemende bevolkingsgroei in de regio is de vrees dat dit leidt tot een opkomende generatie met weinig sociaaleconomische perspectieven.

Het lid Van den Hul onderstreepte daarom het belang van «»het vlindereffect»» van vrouwenparticipatie in het adresseren van de verschillende uitdagingen in de regio. Zo kan er bijvoorbeeld met een relatief kleine interventie op meisjesonderwijs ook meer bijgedragen worden aan het behalen van ontwikkelingsresultaten op andere terreinen. Doordat vrouwen te maken hebben met andere uitdagingen kunnen zij met hun ervaringen en achtergrond andere perspectieven inbrengen die bijdragen aan duurzame veiligheid en ontwikkeling, zoals beoogd in onder meer VNVR resolutie 1325.

Panelsessie 3 – Ontwikkeling

In deze sessie stond het thema ontwikkelingssamenwerking centraal. Op dit vlak hebben bilaterale en multilaterale donoren, waaronder Nederland, zich verenigd in de Alliance Sahel. Constatering van aanwezige parlementariërs uit zowel de Sahel als uit de donorlanden is dat veilligheid en ontwikkeling in de Sahel onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Daarbij wordt coördinatie als belangrijk aandachtspunt gezien om versnippering en duplicatie te voorkomen. De aanwezigen parlementariërs uit de Sahel zien een belangrijke rol voor zichzelf weggelegd om de noden en behoeften van de lokale bevolkingen in kaart te brengen. Tegelijkertijd wordt er ook een belangrijke rol gezien voor parlementariërs uit donorlanden om toe te zien op de besteding van middelen voor ontwikkelingssamenwerking. Het meten van resultaten en impact werd opgebracht als belangrijk instrument om de efficiëntie van ontwikkelingssamenwerking in de Sahel vast te kunnen stellen. Het lid Van Haga wees er in zijn inbreng eveneens op dat ontwikkelingssamenwerking een betere efficiëntie een scherpere prioriteitstelling en regionale focus vereist. Dit bleek onder andere ook uit het rapport van de Europese rekenkamer over de inzet van het European Union Emergency Trust Fund for stability and addressing root causes of irregular migration and displaced persons in Africa (EU noodfonds voor Afrika). Het lid Van Haga stelde hierbij ook de gebrekkige financiële controle op de bestedingen van het EU noodfonds aan de orde. De vertegenwoordigers van het Europees Parlement onderstreepten dit en gaven aan dat er in het kader van het nieuwe Neighbourhood, Development and International Cooperation Instrument (NDICI) dit beter geadresseerd wordt met een meer evenwichte verdeling van middelen voor de oostelijke en zuidlijke buurlanden van de EU. Daarnaast benoemde Van Haga ook de rol van de private sector die een belangrijke bijdrage kan leveren aan een efficiëntere en meer impactvolle ontwikkelingssamenwerking in de Sahel.

Panelsessie 4 – Parlementaire relaties

Bij de laatste sessie is gesproken over de rol van parlementaire relaties met het G5-secretariaat, de G5 troepenmacht en de financiële instellingen. Hierbij hebben de aanwezige parlementsvoorzitters uit de G5-landen de mogelijke structuur van de nieuw opgerichte interparlementaire comité van de G5 Sahel gepresenteerd. Voornemen is om nationale delegaties van tien leden, met eventuele quota voor vrouwen en jongeren, samen te stellen. Naast een plenair orgaan dat eenmaal per jaar bijeenkomt wordt eveneens ingezet op de oprichting van vier thematische subcomités op het gebied van veiligheid, sociale zaken en migratie, ontwikkeling en infrastructuur en budgettaire zaken. Parlementen van de lidstaten van de Alliance Sahel worden uitgenodigd om desgewenst lid te worden van de interparlementaire comité om de uitwisselingen tussen de verschillende parlementen verder te bevorderen. Deze opzet is echter nog niet definitief en wordt nog nader ontwikkeld door het Nigerijnse voorzitterschap.

In afwachting van de ontwikkeling van de structuur van het interparlementaire comité concludeerden aanwezigen nogmaals dat parlementaire samenwerking een unieke manier is om op basis van gelijkwaardigheid, maar ook verantwoording, invulling te geven aan de relaties tussen donorlanden en de Sahellanden. Vertegenwoordigers van de G5 omschreven de relatie, vooral civiel-militaire, tussen autoriteiten en de bevolking als grote uitdaging voor het succes van bijvoorbeeld de G5 troepenmacht. Volksvertegenwoordigers kunnen met hun nabijheid tot de bevolking bijdragen aan een versterkt wederzijds begrip tussen autoreiten en bevolking en daarmee ook aan het realiseren van duurzame ontwikkeling en veiligheid in de Sahel.

Naar boven