Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt,
omdat het zonder meer instemmend luidt / uitsluitend opmerkingen van redactionele
aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 12 december 2018, aangeboden aan de
Koning door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens
de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 27 juni 2018, nr. 2018001136,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 12 september 2018, nr. W04.18.0160/I, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van inhoudelijke opmerkingen.
De redactionele opmerking van de Afdeling advisering van de Raad van State met betrekking
tot artikel 68 van het wetsvoorstel is overgenomen. Het voorstel van wet en de memorie
van toelichting zijn hierop aangepast.
Naar aanleiding van de redactionele opmerking met betrekking tot de term «privéschip»
in artikel 2, eerste lid, is de begripsomschrijving aangepast, zodat deze inhoudelijk
overeenkomt met de begripsomschrijving zoals in de Wet openbare registers BES is opgenomen
voor «schip». De term «privéschip» is noodzakelijk om een onderscheid te maken tussen
privéschepen en commerciële schepen. Om deze reden is niet gekozen voor de term «pleziervaartuig».
Niet overgenomen zijn de redactionele opmerkingen met betrekking tot:
-
– het overbrengen van artikel 60 naar hoofdstuk 11 (Overgangsbepalingen): artikel 60
bevat maar ten dele overgangsrecht. Artikel 60 geeft aan de Dienst de bevoegdheid
om te bepalen of en in welke gevallen van beschikkingen inzake bijhouding een kennisgeving
wordt verstuurd aan belanghebbenden. Wel is de memorie van toelichting hierop aangepast;
-
– de verwijzing naar de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius: de Tijdelijke
wet taakverwaarlozing Sint Eustatius is niet van toepassing. Een verwijzing daarnaar
in de memorie van toelichting is daarom niet nodig.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om twee artikelen aan het wetsvoorstel toe te
voegen. In het voorgestelde artikel 80 wordt het recht om inzage uit artikel 27 van
de Wet bescherming persoonsgegevens BES uitgezonderd, aangezien voorliggend wetsvoorstel
een uitputtende specifieke uitwerking van dat recht bevat. Het voorgestelde artikel
81 bevat de grondslag om bij algemene maatregel van bestuur beperkingen te stellen
ten aanzien van het verstrekken van inlichtingen met betrekking tot een aangewezen
soort of aangewezen soorten persoonsgegevens. Deze bepalingen waren wel voorzien,
maar ontbraken per abuis in het wetsvoorstel.
Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in artikel 11, vierde lid, een redactionele
wijziging ter verduidelijking door te voeren en enkele redactionele verbeteringen.
Daarnaast is op enkele plekken de memorie van toelichting verduidelijkt.
Ik moge U verzoeken, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren