35 106 (R2115) Wijziging van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid in verband met enkele aanpassingen

Nr. 17 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN DEN BOER EN SNELLER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 14

Ontvangen 3 maart 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste onderdeel komt te luiden:

1. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Bij de benoeming van de leden van de raad wordt gestreefd naar evenredige deelneming aan de raad van vrouwen en personen behorende tot etnische of culturele minderheidsgroepen.

2. Het tweede onderdeel vervalt.

3. Het derde onderdeel wordt als volgt gewijzigd:

a. «vierde lid (nieuw)» wordt vervangen door «vijfde lid».

b. Aan het slot wordt toegevoegd «en wordt aan het slot een zin toegevoegd, luidende: Met herbenoeming wordt terughoudend omgegaan.»

4. Het vierde onderdeel vervalt.

Toelichting

De indieners vinden dat herbenoemingen niet de norm horen te zijn. Doorstroming, vernieuwing en evenredige deelneming horen de kernbegrippen te zijn bij benoemingen van leden van de Onderzoeksraad voor veiligheid (raad). Bij de mogelijkheid tot herbenoeming dient naar een goede balans tussen deze aspecten en continuïteit te worden gezocht. Over de gehele breedte wordt te weinig vooruitgang geboekt als het gaat om de diversiteit van de publieke (advies)sector, terwijl uit onderzoek telkens weer blijkt dat divers samengestelde teams beter functioneren. Diversiteit is in dat opzicht kwaliteit. Daarom is een wettelijke plicht om te streven naar een evenredige deelname en terughoudendheid met herbenoeming essentieel om tot een kwalitatief beter bestuur te komen. Bij aanname van het ingediende amendement dat ziet op het informeren van de Kamer over de (her)benoemingsprocedure en benoemde kandidaat, wordt van de Minister een motivering op de bovenstaande punten verwacht.

Den Boer Sneller

Naar boven