35 106 (R2115) Wijziging van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid in verband met enkele aanpassingen

Nr. 14 AMENDEMENT VAN DE LEDEN DEN BOER EN SNELLER

Ontvangen 20 februari 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste onderdeel komt te luiden:

1. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Bij de benoeming van de leden van de raad wordt gestreefd naar evenredige deelneming aan de raad van vrouwen en personen behorende tot etnische of culturele minderheidsgroepen.

2. Het tweede onderdeel komt te luiden:

2. In het vijfde lid wordt aan het slot een zin toegevoegd, luidende: Herbenoeming vindt alleen plaats in uitzonderlijke gevallen.

3. In het derde onderdeel wordt «vierde lid (nieuw)» vervangen door «vijfde lid».

4. Het vierde onderdeel vervalt.

Toelichting

De indieners vinden dat herbenoemingen niet de norm horen te zijn. Doorstroming, vernieuwing en evenredige deelneming horen de kernbegrippen te zijn bij benoemingen van leden van de Onderzoeksraad voor veiligheid (raad). Over de gehele breedte wordt te weinig vooruitgang geboekt als het gaat om de diversiteit van de publieke (advies)sector, terwijl uit onderzoek telkens weer blijkt dat divers samengestelde teams beter functioneren. Diversiteit is in dat opzicht kwaliteit. Daarom is een wettelijke plicht om te streven naar een evenredige deelname en terughoudend te zijn met herbenoeming essentieel om tot een kwalitatief beter bestuur te komen. Wanneer diversiteit en evenredige deelneming in het geding komen is herbenoeming van leden op zijn plaats, in een dergelijk geval kan men spreken van een uitzonderlijk geval.

Den Boer Sneller

Naar boven