Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:
C
Aan artikel 135, vierde lid, wordt toegevoegd «Genoemd beleggingsbeleid wordt door
het pensioenfonds ten minste eenmaal in vijf jaar en bij een ingrijpende wijziging
geëvalueerd en geactualiseerd. Indien een pensioenfonds afwijkt van het advies van
het verantwoordingsorgaan zoals bedoeld in artikel 115a, derde lid, derde lid, onderdeel
l, of van het advies van het belanghebbendenorgaan zoals bedoeld in artikel 115c,
tweede lid, onder k, wordt dit nader in het bestuursverslag gemotiveerd.»
B
Artikel II, onderdeel B, komt te luiden:
B
Aan artikel 130, vierde lid, wordt toegevoegd «Genoemd beleggingsbeleid wordt door
het beroepspensioenfonds ten minste eenmaal in vijf jaar en bij een ingrijpende wijziging
geëvalueerd en geactualiseerd. Indien een beroepspensioenfonds afwijkt van het advies
van het verantwoordingsorgaan zoals bedoeld in artikel 110e, derde lid, onderdeel
k, wordt dit nader in het bestuursverslag gemotiveerd.»
C
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIa. EVALUATIEBEPALING
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding
van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten
van deze wet in de praktijk.
Toelichting
Deze nota van wijziging strekt tot het opnemen van een tweetal voorzieningen ten aanzien
van evaluatie. Deze wijzigingen dragen bij aan het aansluiten van de Wet eigen strategie
pensioenfonds (Wesp) op het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen (Wtp). Door het beleggingsbeleid
gelijktijdig uit te vragen met de risicohouding zouden deze aspecten van pensioenen
in samenhang kunnen worden bezien. Om de effectiviteit van de Wesp inzichtelijk te
krijgen, wordt een evaluatiebepaling opgenomen in de wet.
Onderdelen A en B
De eerste voorziening is opgenomen in de onderdelen A (Pensioenwet) en B (Wet verplichte
beroepspensioenregeling), en betreft de opname van een termijn van ten minste elke
vijf jaren (en bij elke ingrijpende wijziging) voor een verplichte evaluatie en actualisatie
van het beleggingsbeleid ten aanzien van milieu en klimaat, mensenrechten en sociale
verhoudingen.
Onderdeel C
De tweede voorziening betreft een verplichte wetsevaluatie van de Wet eigen strategie
pensioenfonds na vijf jaar.
Van Beukering-Huijbregts