35 095 XV Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 4 AMENDEMENT VAN DE LEDEN ASSCHER EN NIJBOER

Ontvangen 19 december 2018

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

Er wordt een beleidsartikel toegevoegd, luidende:

   

(1)

(2)

(3)

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) 1e suppletoire begroting

Mutaties (+ of –) 2e suppletoire begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

14

Koopkrachteffecten energietransitie

500.000

500.000

0

Toelichting

Dit amendement beoogt een nieuw begrotingsartikel toe te voegen om rekening te houden met de koopkrachtgevolgen van de energietransitie. Een schone en leefbare aarde doorgeven aan de generaties na ons lukt alleen als iedereen kan meedoen en de rekening eerlijk wordt verdeeld.

Het begrotingsartikel zal in eerste instantie gevuld worden met een begrotingsreserve van € 500 miljoen. Met het belastingplan is de belastingvermindering energiebelasting voor € 51 euro per huishouden verminderd door deze coalitie. De komende tijd zullen er mogelijk additionele maatregelen genomen worden in de klimaattransitie. Het kabinet heeft in de najaarsnota € 500 miljoen gereserveerd op artikel 4 van de begroting Economische Zaken Klimaat, hetgeen waarschijnlijk ten goede zal komen aan bedrijven.1 Dit amendement beoogt tevens een dergelijke reservering in te stellen die ten goede dient te komen aan huishoudens.

De reserve loopt tot en met 2020 en wordt gekoppeld aan een nieuw begrotingsartikel 14: koopkrachteffecten energietransitie op de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De reserve wordt eenmalig gevuld met € 500 miljoen. Als de uitgaven hoger uitvallen dan de beschikbare middelen uit de begrotingsreserve, dan gelden de reguliere begrotingsregels. Bij de besteding van de middelen wordt getoetst of deze worden aangewend om de lasten van de energietransitie behapbaar te houden voor huishoudens. Daarbij kan worden gedacht aan maatregelen die de energierekening direct verlagen door de lastenverhoging van het kabinet te compenseren, maatregelen tijdens de koopkrachtbesluitvorming of eenmalige uitkeringen waarbij gemeenten in kaart kunnen brengen wie daarvoor in aanmerking dienen te komen.

Asscher Nijboer


X Noot
1

Kamerstukken II, 35 095 XIII, nr. 1.

Naar boven