35 048 Migratievoorstellen n.a.v. Staat van de Europese Unie 2018 COM(2018)631, 633, 6341

C BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2021

Hierbij stuur ik u een afschrift van de brief aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal over het voorlopig politiek akkoord tussen de Raad en het Europees parlement over de verordening inzake het Asielagentschap van de EU.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2021

In mijn brief van 16 juni jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over het compromisvoorstel van de EU-lidstaten (de Raad) voor de Verordening inzake het Asielagentschap van de EU.2 In die brief heb ik het voorstel op de hoofdlijnen geschetst als ook de (stem)positie van het kabinet toegelicht. Daarbij heb ik toegezegd uw Kamer op de hoogte te houden van het verdere verloop van de besluitvormingsprocedure.

Op 24 en 29 juni jl. heeft het Portugese voorzitterschap van de Raad het compromisvoorstel van de Raad in de zogenoemde triloog besproken met de rapporteur van het Europees parlement (EP) en de Europese Commissie. De bespreking van 29 juni heeft vervolgens geleid tot een voorlopig politiek akkoord tussen deze instellingen. De meest noemenswaardige wijzigingen ten opzichte van het compromisvoorstel van de Raad zijn dat het Asielagentschap zijn monitorende taken gaat uitvoeren per 31 december 2023 in plaats van 1 juni 2024 en dat artikel 14 derde lid van de Verordening hier ook onder valt. Dit derde lid ziet op het delen van de bevindingen van de monitoring met de gemonitorde lidstaat. Het moment van inwerkingtreding van de bepalingen over de uit de monitoring volgende aanbevelingen en de vervolgstappen ten aanzien van een lidstaat die onvoldoende opvolging geeft aan deze aanbevelingen, blijven evenwel gelijk aan het moment dat was neergelegd in het voorstel van de Raad. Deze bepalingen, als ook het artikel dat ziet op het onder voorwaarden kunnen ingrijpen van het Asielagentschap wanneer een lidstaat onder grote asieldruk staat, worden pas van toepassing als de EU-Dublin Verordening (EU-604/2013) wordt ingetrokken en wordt vervangen door een nieuwe Verordening.

Op 30 juni jl. heeft een gekwalificeerde meerderheid van de permanente vertegenwoordigers van de lidstaten (Coreper) het politieke akkoord gesteund. De Nederlandse vertegenwoordiger heeft aangeven dat de EU een sterk asielagentschap nodig heeft, met een solide rechtsgrond en meer capaciteit om de lidstaten indien nodig te ondersteunen. Nederland verwelkomt dan ook het sterkere mandaat van het Agentschap, en de uitbreiding als het gaat om personeel. Tegelijk is Nederland teleurgesteld in de afzwakking van het monitoringsysteem ten opzichte van het oorspronkelijke Commissievoorstel en de Raadspositie van december 2016, temeer omdat de Unie juist behoefte heeft aan een robuust monitoringssysteem. Tegen deze achtergrond heeft Nederland zich dan ook in Coreper onthouden van stemming.

Het bereikte voorlopige akkoord wordt nu eerst besproken in de Commissie Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) van het EP, waarna plenaire stemming plaatsvindt en het EP het standpunt in eerste lezing vaststelt. Vervolgens wordt de handeling als A-punt (hamerstuk) op een Raad afgedaan. Na goedkeuring en ondertekening van de Verordening door de beide EU-wetgevers wordt deze gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU en treedt zij 20 dagen later in werking.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol


X Noot
1

Zie dossiers E180034, E180035 en E180036 op www.europapoort.nl

X Noot
2

Kamerstukken II, vergaderjaar 2020–2021, 22 112 nr. 3143

Naar boven