35 036 Wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur)

Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID NIJBOER

Ontvangen 27 maart 2019

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel IIA wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIB

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 247 wordt na «251» ingevoegd «, 251a».

B

Na artikel 251 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 251a

Een bepaling in een huurovereenkomst als bedoeld in artikel 247 die tot gevolg heeft dat de huurprijs wordt verhoogd, is nietig indien toepassing van dat beding heeft geleid tot verhoging van de huurprijs met dertig procent of meer in de vijf opeenvolgende tijdvakken van twaalf maanden na de dag van ingang van de huur en het laatste van de bedoelde tijdvakken minder dan 36 maanden geleden is geëindigd.

Toelichting

Iedereen moet zeker kunnen zijn van een goede en betaalbare woning. Maar dat grondrecht staat steeds verder onder druk. Huurders in de vrije sector zijn niet beschermd tegen excessieve huurstijgingen en verhuurders maken hier gretig gebruik van. Jaar na jaar worden huurders geconfronteerd met enorme huurstijgingen. Er zijn voorbeelden van mensen die een brief krijgen en ineens 300 euro per maand huurverhoging moeten slikken. En het jaar erop weer een huurverhoging voor de kiezen krijgen. Dit amendement zorgt ervoor dat huurders die jaar na jaar zijn geconfronteerd met enorme huurstijging een aantal jaren adem kunnen halen. Van huurders die over de afgelopen 5 jaar te maken hebben gehad met een stijging van 30 procent of meer, wordt de huur bevroren voor de duur van 3 jaar. Zo beoogt de indiener de huurders van huurwoningen in de private sector te beschermen tegen excessieve huurstijging.

Nijboer

Naar boven