Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 35034 nr. 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 35034 nr. 6 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 september 2019
Begin 2018 ben ik, samen met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gestart met de ontwikkeling van maatschappelijke diensttijd (MDT). Er is de afgelopen periode veel in werking gezet, waardoor de MDT-beweging echt op gang is gekomen. Zoals in het regeerakkoord beschreven (Kamerstuk 34 700, nr. 34), is de ambitie van MDT om jongeren beter in staat te stellen een bijdrage te leveren aan de samenleving.
Voor mij is maatschappelijke diensttijd een ontdekkingsreis voor jongeren naar de beste versie van henzelf. Een kans voor jongeren om hun talenten te ontdekken, van betekenis te zijn, nieuwe mensen te ontmoeten en keuzes te maken voor de toekomst. Hun persoonlijke ontwikkeling en vrijwillige inzet voor anderen maakt onze samenleving sterker.
In deze brief presenteer ik de uitkomsten van dit proces in de vorm van een ontwerp MDT dat als richtinggevend kader gaat gelden voor de verdere opschaling/verduurzaming.
Samenvatting
Aanpak: lerend evalueren in cocreatie met de samenleving
Maatschappelijke diensttijd is nieuw en deelname is vrijwillig. Daarom heb ik ervoor gekozen om deze maatregel gezamenlijk met jongeren en organisaties in proeftuinen in de praktijk te ontwerpen, een aanpak waarbij we leren door te doen Ik werk daarbij nauw samen met de betrokken partners: Nationale Jeugdraad (NJR) en zijn leden, Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) en haar leden, gemeenten, provincies, 75 proeftuinen met meer dan 200 betrokken organisaties waar jongeren MDT doen en bijna 10.000 jongeren1 die inmiddels MDT doen of gedaan hebben. Deze aanpak zorgt voor dusdanig veel enthousiasme en draagvlak, dat ik durf te spreken van een beweging.
Parallel aan deze beweging vindt lerende evaluatie plaats, met een voortdurende cyclus van observeren, ontwerpen en implementeren. Dit iteratieve proces heeft geleid tot het basisontwerp maatschappelijke diensttijd, waarin alle behoeften en randvoorwaarden van jongeren, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en medeoverheden zijn meegenomen. Hoewel we goed op weg zijn, is er altijd ruimte voor verbetering. Na de start in 2020 zal het lerend evalueren doorlopen, om daarmee het basisontwerp aan te verscherpen en uit te breiden.
Maatschappelijke diensttijd moet toegankelijk zijn voor alle jongeren. Uit het begeleidend onderzoek blijkt dat het aantal deelnemende jongeren aan MDT toeneemt, er een grote diversiteit onder deze jongeren is, MDT tot ontmoetingen buiten de eigen omgeving leidt en dat samenwerking van proeftuinen met andere (maatschappelijke) organisaties en gemeenten een belangrijke succesfactor is om jongeren een succesvol MDT-traject te bieden. Op 9 juli jl. stuurde ik uw Kamer de rapportage met de resultaten van het begeleidende onderzoek naar de werkzame elementen van MDT2.
Ontwerp: kaders en contouren
Het ontwerp geeft aan waar een MDT-traject aan moet voldoen en geeft tegelijkertijd ruimte voor maatwerk. Het biedt kaders, zodat elk MDT-traject bijdraagt aan de drie ambities: maatschappelijke impact door jongeren, talentontwikkeling van jongeren en ontmoetingen tussen jongeren en anderen. Ik kies er bewust voor om in het ontwerp kaders te stellen én de contouren van het MDT-traject te schetsen, omdat ik organisaties de ruimte wil geven om hun MDT-trajecten nader in te vullen, passend bij de behoeften van de organisatie en de jongere. Op basis van de ervaringen uit de proeftuinen en de werkzame elementen heb ik ervoor gekozen me bij MDT te richten op jongeren tussen de 14 en 27 jaar, omdat de ervaring leert dat dit de leeftijd is van jongeren die deelnemen aan een MDT-traject. Bij het aanbieden van MDT-trajecten vraag ik organisaties aan te sluiten bij de motivaties en levensfases van jongeren en hen te matchen op basis van hun interesses en kwaliteiten. Dit vergroot de kans op een succesvol MDT-traject. Omdat talentontwikkeling een belangrijke ambitie is, stel ik als voorwaarde dat ontwikkelingsgerichte begeleiding op maat wordt geleverd.
Officiële start maatschappelijke diensttijd
Dit ontwerp vormt de basis voor verdere ontwikkeling en opschaling en markeert het moment waarop we van experimentfase naar de officiële start van maatschappelijke diensttijd gaan.
Tevens bied ik in deze brief een doorkijk in de te nemen stappen naar een duurzame, financiële en organisatorische inrichting van MDT. Ook ga ik in op de verkenning naar een meer verplichtende variant van maatschappelijke diensttijd voor jongeren zonder startkwalificatie. Met deze brief geef ik uitvoering aan de toezegging3 in mijn brief d.d. 11 april 2018. Tijdens het eerstvolgende Algemeen Overleg bespreek ik deze brief graag met uw Kamer.
De aanpak maatschappelijke diensttijd: in cocreatie met de samenleving
MDT is vrijwillig voor zowel jongeren als organisaties. Het is daarom van groot belang dat de inrichting van MDT aansluit bij hun motivaties en randvoorwaarden.
Om dit zo goed mogelijk te doen, heb ik ervoor gekozen om MDT in proeftuinen in de praktijk te ontwerpen en in partnerschap met jongeren, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en medeoverheden. Door dit in de praktijk te doen, leren we met elkaar wat MDT is en waar het aan moet voldoen. De afgelopen 1,5 jaar heb ik onderzoek gedaan onder jongeren naar hun motivatie om deel te nemen aan MDT, focusgroepen georganiseerd met verschillende groepen jongeren, verkenningen gedaan bij gemeenten en provincies, het Rijk en bedrijven, expertmeetings georganiseerd met partners en toekomstige partners, bijeenkomsten georganiseerd voor het verkrijgen van input op het ontwerp van MDT en gesprekken gevoerd met onder andere jongeren- en maatschappelijke organisaties en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Dit heeft mij de benodigde inzichten gegeven waarmee ik MDT wil vormgeven. Ik vind deze interactieve aanpak belangrijk, want voor het slagen van MDT is een breed draagvlak in de samenleving essentieel.
MDT is een groeiend netwerk, dat zich in fasen uitbreidt. Inmiddels zijn er 75 proeftuinen actief in verschillende sectoren. In de eerste subsidieronde waren er een groot aantal proeftuinen in de sectoren zorg & welzijn en cultuur. In de tweede subsidieronde zien we een toename van proeftuinen die zich richten op duurzaamheid en techniek & ICT. Door de uitbreiding van proeftuinen is de landelijke dekking van MDT toegenomen. In oktober 2019 gaat er ook een aantal proeftuinen bij gemeenten van start.
Voor het aanhaken van gemeenten was de uitkomst van de gemeenteraadsverkiezing en de daaropvolgende collegevorming van belang. Aansluitend is (naar voorbeeld van de Belgische Samenlevingsdienst) samen met de betrokken gemeenten het gemeenteconcept voor jongeren met een «tussenjaar» ontwikkeld. Een diverse groep van ongeveer 15 jongeren gaat in groepsverband 6 maanden voor minimaal 20 uur in de week MDT doen.
Bij het uitvoeren van dit concept hebben gemeenten een regierol in een breed samenwerkingsverband met buurgemeenten, maatschappelijke organisaties, scholen en bedrijven.
Voor dit Belgische concept is gekozen omdat een diverse groep jongeren bijdraagt aan de ontmoetingen tussen jongeren en er goede resultaten zijn behaald op uitstroom naar werk of terugkeer naar school.
Bij de ontwikkeling van MDT hoort ook dat nieuwe partnerschappen worden gesmeed, die aansluiten bij de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende organisaties.
September jl. vond de officiële kick-off van MDT bij Defensie plaats. Tijdens deze dag hebben zo’n 20 jongeren onder begeleiding van mariniers van Defensie een maatschappelijk project uitgevoerd. Defensie4 en een bestaande MDT-proeftuin organiseren een «Impact Bivak», waarin jongeren vaardigheden ontwikkelen én zich maatschappelijk inzetten. De proeftuin zorgt voor de werving en begeleiding van de deelnemers en Defensie verzorgt uitdagende activiteiten gericht op samenwerking, leiderschap, sociale cohesie en doorzettingsvermogen. Door dit project gezamenlijk aan te pakken kunnen beide organisaties hun kwaliteiten inzetten en ontstaat er een rijk programma met een duidelijke directe maatschappelijke impact. Naar aanleiding van de ervaringen en evaluaties van deelnemers, stakeholders en andere betrokkenen wordt het programma doorontwikkeld. Het streven is dat Defensie vanaf januari 2020 een volwaardig MDT-programma kan bieden.
Voor MDT bij het Rijk bleek het praktisch om aan te sluiten bij 4 bestaande proeftuinen. Het doel van dit initiatief is dat jongeren uit de proeftuinen in gesprek gaan met beleidsmakers van verschillende departementen over beleidsvragen. Zo hebben jongeren meegedacht met de beleidsmedewerkers van het Ministerie van VWS over het vraagstuk Bewegen in de Openbare Ruimte. Op dit moment lopen er ook gesprekken tussen jongeren en beleidsmakers over vaccinaties van meningokokken en HPV. Op deze manier krijgen jongeren de mogelijkheid maatschappelijke impact te hebben tijdens hun MDT-traject en wordt tegelijkertijd het beleid van het Rijk getoetst bij de doelgroep.
De inbreng van jongeren blijft belangrijk. Om dit structureel te borgen gaf ik 29 maart jl. het startschot voor een jongerenpanel.
De jongeren van het panel dragen met hun inbreng en inzet bij aan het (door)ontwikkelen van het ontwerp van MDT, het verstevigen van (de uitvoering van) MDT en het verder brengen van de maatschappelijke beweging die MDT creëert. Dit doen ze door vanuit hun eigen ervaring en perspectief te spreken en gevraagd en ongevraagd advies te geven. De jongeren hebben door deelname aan het panel maatschappelijke impact en kunnen tegelijkertijd hun talenten ontwikkelen. Het jongerenpanel bestaat uit 22 jongeren tussen de 15 en 25 jaar met diverse achtergronden en opleidingen.
Begeleidend onderzoek
In proeftuinen wordt experimenterend geleerd. Om de proeftuinervaringen zo goed en zo snel mogelijk te kunnen benutten, heb ik een onderzoeksprogramma ingezet waarbij de proeftuinen niet alleen achteraf maar ook tijdens de uitvoering worden geëvalueerd. Het begeleidend onderzoek bevat zowel een kwantitatieve als kwalitatieve uitvraag. Voor het kwalitatief onderzoek zijn in de eerste fase 15 proeftuinen intensief gevolgd door actieonderzoekers. De actieonderzoekers waren veel aanwezig bij de proeftuinen om te observeren en gesprekken te voeren. Om de bevindingen uit de 15 proeftuinen te valideren en om de onderlinge samenwerking te stimuleren zijn projectleidersbijeenkomsten georganiseerd. Aanvullend op het actieonderzoek zijn in latere fases rondom specifieke thema’s praktijkbezoeken, dialoogtafels met projectleiders en visites met deelnemende jongeren gehouden.
Het accent van het begeleidend onderzoek heeft in de afgelopen periode gelegen op het ontdekken van werkzame elementen om het ontwerp vorm te geven. De komende periode gebruik ik het onderzoek om hier een verdiepings- en concretiseringsslag op te maken. Onderdeel hiervan is de ontwikkeling van een zes- tot achttal standaardconcepten. Hierin zitten richtlijnen verwerkt op het gebied van doorlooptijd, beloningsstructuur en begeleidingsvorm. De concepten nemen de situatie van de jongere als uitgangspunt, deze kan schoolgaand zijn, een tussenjaar hebben, uitgevallen zijn of in een vakantieperiode zitten. Deze concepten worden in nauwe samenwerking met de partners ontwikkeld en worden als kader meegenomen in subsidieronde 4c, waarvoor organisaties zich op 1 april 2020 kunnen inschrijven.
Ook gebruik ik het begeleidend onderzoek om de kennisdeling tussen organisaties zowel binnen als buiten de proeftuinen te stimuleren en organisaties met elkaar te verbinden. Om zo geïnteresseerde partijen te ondersteunen bij het vormen van nieuwe partnerschappen. Aanvullend zet ik in op de ondersteuning van organisaties bij het «MDT-proof» maken van hun organisatie. Met deze inspanning wil ik de kwaliteit van het MDT-aanbod waarborgen en de drempel voor organisaties om aan MDT deel te nemen verlagen.
Tot slot wordt in het kwantitatieve onderzoek onder andere gemeten welke impact MDT heeft op jongeren, organisaties en de samenleving als geheel. Verwacht wordt dat de eerste bevindingen hierover in de loop van 2020 beschikbaar komen. Tot slot is het programma MDT opgenomen in de pilot Lerend evalueren van het Ministerie van VWS, een pilot om het inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid te vergroten en om op basis daarvan het beleid te verbeteren.
Duurzame inrichting
Het overgrote deel van de proeftuinen geeft aan tevreden te zijn over het verloop van MDT, door te willen gaan en verder op te kunnen schalen. Bij een eventueel vervolg geven de proeftuinen aan afhankelijk te zullen blijven van een subsidie. In het kader van een duurzame inrichting van MDT vind ik het wenselijk dat MDT niet volledig afhankelijk is van overheidsfinanciering, sterker nog ik streef naar een minderheidsfinanciering door de (Rijks)overheid. Ter ondersteuning van de MDT aanbieders ben ik onder meer met private partners, zoals vermogensfondsen, de mogelijkheden voor samenwerking en andere en/of innovatieve vormen van financiering, zoals resultaatfinanciering aan het verkennen. Daarnaast heb ik – om het ondernemerschap van organisaties te prikkelen – in de subsidieoproep voor het traject vanaf 2020 als eerste stap een minimale cofinanciering van 10% als voorwaarde opgenomen. Ook stel ik in deze subsidie oproep expliciet aan MDT aanbieders de voorwaarde dat er sprake dient te zijn van partnerschappen. Hiermee beoog ik door onder meer kennisuitwisseling de vitaliteit van de MDT aanbieders te vergroten.
Financiële aspecten
Het totale budget voor de proeftuinen, inclusief de MDT-trajecten via gemeenten, bedraagt circa 35 miljoen euro. Voor de subsidieronde 2020, waarin met het nieuwe ontwerp van MDT wordt gestart, is een bedrag beschikbaar van 85 miljoen euro. In het regeerakkoord is vanaf 2021 een bedrag van 100 miljoen euro per jaar opgenomen (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34).
Het is niet mogelijk om goed te voorspellen hoeveel jongeren in de nieuwe fase aan maatschappelijke diensttijd gaan deelnemen. Dit is sterk afhankelijk van de mate waarin organisaties succesvol zijn in het werven van jongeren. Uitgaande van de ingezette middelen en het aantal deelnemers in de proeftuinen tot nu toe komt een globale raming van de kosten van een MDT-traject uit op: 1.200 tot 1.700 euro gemiddeld per jongere. De kosten van een MDT-traject zijn afhankelijk van de begeleiding die de jongere nodig heeft. We gaan ervan uit dat ongeveer 25% van de MDT’ers behoefte heeft aan intensievere begeleiding waarvoor het gemiddelde bedrag per jongere uitkomt op: 2.100 tot 3.000 euro. Dit is verdisconteerd in de globale raming van de kosten van een MDT-traject5. Naarmate er meer deelnemers zijn, zullen de gemiddelde kosten dalen. Over de werkelijke kosten van de MDT-trajecten zal uw Kamer na afloop van de trajecten worden geïnformeerd. Hierin neem ik ook de cofinanciering mee.
Ontwerp maatschappelijke diensttijd: kaders en contouren
Op basis van inzichten uit de proeftuinen, focusgroepen en andere sessies, aangevuld met literatuuronderzoek en internationale vergelijkingen, heb ik keuzes gemaakt voor de inrichting van MDT. Deze keuzes vormen samen het ontwerp MDT, dat als richtlijn dient voor de officiële start in 2020. Het ontwerp geeft aan waar een MDT-traject aan moet voldoen en geeft tegelijkertijd ruimte voor maatwerk. Het biedt kaders, zodat elk MDT-traject bijdraagt aan de drie ambities: maatschappelijke impact door jongeren, talentontwikkeling van jongeren en ontmoetingen tussen jongeren en anderen. Ik kies er bewust voor om in het ontwerp kaders te stellen én de contouren van het MDT-traject te schetsen, omdat ik organisaties de ruimte wil geven om hun MDT-trajecten nader in te vullen, passend bij de behoeften van de organisatie en de jongere. In de bijlage is een visualisatie opgenomen van het ontwerp.6
Het ontwerp MDT is inclusief vormgegeven: het is toegankelijk voor alle jongeren. Ik deel de mening van het lid Kerstens7 dat maatschappelijke diensttijd «geen speeltje voor de happy few» mag zijn. Ik ben verheugd dat onderzoek uitwijst dat er een grote diversiteit onder de deelnemende jongeren is, zowel in onderwijsniveaus, achtergronden, leeftijdscategorieën en arbeidssituaties. Ik heb ervoor gekozen MDT in te richten voor jongeren in de leeftijd van 14 tot 27 jaar. Deze keuze is gebaseerd op de leeftijd van jongeren die tot nu toe deelnamen aan MDT.
MDT is nu nog niet toegankelijk voor jongeren op de BES-eilanden. De komende periode verken ik of op Bonaire, Sint Eustatius en Saba behoefte bestaat om tot een vergelijkbare regeling voor jongeren in Caribisch Nederland te komen en of hiervoor maatwerk is vereist8.
Ambities: maatschappelijke impact, talentontwikkeling en ontmoeting
Ongeveer 50% van de jongeren doet nu al vrijwilligerswerk9. Met de inzet op talentontwikkeling van jongeren in MDT-trajecten geven we vrijwillige inzet een nieuwe dimensie. Hiermee willen we meer en ook andere jongeren interesseren zich een periode in te zetten voor de samenleving omdat MDT, naast het iets betekenen voor een ander, ook gaat over de eigen ontwikkeling van jongeren. Vanuit de opgave in het regeerakkoord, en rekening houdende met de behoeftes uit de samenleving, heb ik voor MDT drie ambities benoemd waaraan elk MDT-traject moet bijdragen. De ambities worden in de komende periode nader geconcretiseerd.
1. Maatschappelijke impact door jongeren
Via MDT heeft een jongere maatschappelijke impact door (op termijn) iets te doen voor een ander en/of de samenleving. Veelal zullen jongeren zich aansluiten bij maatschappelijke organisaties en bedrijven met een ideële doelstelling, omdat deze partijen al invulling geven aan de beoogde maatschappelijke impact.
2. Talentontwikkeling van jongeren
Voor jongeren biedt MDT kansen, om hun vaardigheden te ontwikkelen, het eigen netwerk uit te breiden en hun toekomstperspectief te vergroten.
Daarnaast zullen zij zich persoonlijk ontwikkelen: ze ervaren wat het is om een bijdrage te leveren, ze stappen uit hun comfortzone en ontwikkelen meer zelfvertrouwen.
3. Ontmoetingen tussen jongeren en anderen
Tijdens MDT vinden er ontmoetingen plaats buiten de eigen omgeving. Tussen jongeren met verschillende achtergronden, en ook met andere groepen in de samenleving. Ze leren elkaar kennen en elkaar begrijpen. Dit maakt de samenleving sterker.
Afbakening: unieke kenmerken MDT
Maatschappelijke diensttijd is geen werk op grond van een arbeidsovereenkomst, geen (maatschappelijke) stage en geen vrijwilligerswerk, maar bevat wel elementen hiervan. MDT onderscheidt zich door de combinatie van maatschappelijke impact en talentontwikkeling. Terwijl werk, stage en vrijwilligerswerk gericht zijn op één van deze twee, productieve arbeid of kennismaking met vrijwilligerswerk.
MDT onderscheidt zich van regulier werk in dienstverband op grond van een arbeidsovereenkomst. Omdat er geen sprake van een situatie waarbij de werknemer is verplicht het afgesproken werk persoonlijk en onder gezag van de werkgever gedurende een zekere tijd te verrichten, waarbij de werkgever verplicht is daarvoor loon te betalen. MDT is gericht op het ontwikkelen van vaardigheden en talenten, en is niet gericht op productieve en betaalde arbeid.
MDT onderscheidt zich van stage doordat een stage (vaak) onderdeel is van een opleiding. Bij stage worden op voorhand leerdoelen vastgesteld en de stagiair wordt begeleid door het stagebedrijf. De werkzaamheden die een stagiair verricht kenmerken zich doordat deze niet productief en additioneel zijn. Het belangrijkste onderscheid met de maatschappelijke stage (MaS) is dat de MaS gericht is op kennismaking met vrijwillige inzet. In tegenstelling tot MDT waarbij jongeren zich voor langere tijd daadwerkelijk inzetten voor de samenleving. De groep jongeren waar MDT zich op richt is breder dan bij de MaS.
Het belangrijkste verschil met vrijwilligerswerk is de nadruk die bij MDT ligt op talentontwikkeling en de daarbij behorende professionele begeleiding.
Ondanks dit onderscheid is de scheidslijn soms dun. Dit heeft als risico dat het kan leiden tot verdringing. Het voorkomen hiervan heeft, mede op verzoek van uw Kamer10, mijn aandacht. Om verdringing bij de uitvoering van maatschappelijke diensttijd te voorkomen heb ik in de subsidieoproepen van ZonMw opgenomen dat de uitwerking van MDT niet ten koste mag gaan van bestaande arbeidsplaatsen, stages of vrijwilligersfuncties. In het beoordelingsproces worden subsidieaanvragen getoetst op mogelijke verdringing. Ook de jongerenorganisaties en vakbonden zien het risico op verdringing bij de uitvoering van de maatschappelijke diensttijd. Ik heb CNV Jongeren en FNV Jong gevraagd met mij mee te denken over activiteiten om verdringing te voorkomen. In ieder geval richt ik me de komende periode op het onder de aandacht houden van verdringing bij uitvoerders van MDT en uitvoerders ondersteuning bieden bij het signaleren en voorkomen van verdringing. Hiermee geef ik onder meer invulling aan de motie van het lid Kerstens c.s.11 Het voorkomen van verdringing komt ook terug in het begeleidend onderzoek.
Werkzame elementen: werven & matchen, begeleiden en belonen
De afgelopen tijd kregen organisaties binnen de proeftuinen de vrijheid om, met de eerdergenoemde ambities als uitgangspunt, een MDT-traject voor jongeren vorm te geven. In het begeleidend onderzoek12 zijn de werkzame elementen opgehaald, die de basis vormen voor ieder toekomstig MDT-traject.
Werven & matchen van jongeren
Bij de werving van jongeren werken organisaties samen met vindplaatsen van jongeren, zoals scholen en het jongerenwerk. De werving via scholen bleek bovengemiddeld effectief, 38% van de deelnemende jongeren kwam met MDT in aanraking via een opleiding. Samenwerken met vindplaatsen van jongeren is essentieel bij het werven van jongeren. Dit is een van de redenen waarom ik in de volgende subsidieoproep de vorming van partnerschappen stimuleer die hieraan bijdragen.
Proeftuinen die vanaf het begin aansluiten bij de motivaties van jongeren, zijn succesvoller in werving. Zij maken een goede match op basis van de talenten, wensen en ontwikkeldoelen van de jongeren en de mogelijkheden en behoeften van de aanbieder van de MDT-plek. Ook bij de wijze van begeleiding en erkenning is het goed om aan te sluiten bij de motivaties van jongeren. Het is dus belangrijk dat organisaties maatwerk leveren gedurende het hele MDT-traject van de jongere.
Er is een proeftuin waar jongeren op school een workshop krijgen waarin ze hun toekomstplannen uitwerken op een grote poster. Dit helpt de jongeren bij de zoektocht naar een passende baan of studie. De jongere werkt de poster samen met een begeleider uit tot een persoonlijk ontwikkelplan. Op basis van dit plan gaat de proeftuin binnen haar netwerk op zoek naar een geschikte MDT-plek waar de jongere zijn of haar talenten kan inzetten.
Het representatieve motivatieonderzoek onder jongeren in Nederland13 heeft mij inzicht gegeven in de motivaties van jongeren om mee te doen aan MDT. Uit alle motivaties die daarin genoemd worden, wil ik mij voor de start van MDT richten op de volgende vier motivaties van jongeren: anderen helpen en daarvoor erkend worden, vaardigheden ontwikkelen en zinvol werk doen, het eigen leven weer op de rit krijgen en grip krijgen op baan of studiekeuze en de kans op succes daarin vergroten14.
In deze focus heb ik rekening gehouden met de ontvankelijkheid van de verschillende groepen jongeren voor deelname aan de maatschappelijke diensttijd, maar ook met de door uw Kamer gewenste diversiteit*. Als het organisaties lukt om bij deze vier motivaties aan te sluiten spreekt dit een potentieel van bijna 600.000 jongeren aan.
Naast dat MDT aansluit op de motivaties van jongeren, is het ook van belang dat organisaties, het bedrijfsleven en gemeenten gemotiveerd raken en blijven. Via onderzoek en werksessies kreeg ik ook daar een duidelijk beeld van. In de bijlage is een overzicht opgenomen van motivaties en randvoorwaarden van de verschillende organisaties om mee te doen met MDT.16
Naast motivatie, is de levensfase waarin de jongere zich bevindt van invloed. Zo zijn er verschillende momenten waarop een MDT gestart kan worden, passend bij de mogelijkheden en wensen van jongeren: tijdens of naast een bestaande verplichting (zoals school, studie of werk), in een tussenperiode of tijdens een vakantie. Goed aansluiten bij de situatie van de jongere kan prestatiedruk, een zorg geuit door jongerenorganisaties, voorkomen. Het heeft een positief effect op jongeren wanneer de verwachtingen duidelijk zijn: kadering rondom contactmomenten, tijdsinvestering en opbrengsten. De evaluatie van het Europese IVO4All programma17 onderschrijft deze bevinding. Het voorkomen van prestatiedruk bij jongeren is de komende fase in het begeleidend onderzoek een belangrijk thema.
Er is een proeftuin die MDT organiseert voor jongeren in de laatste twee jaar van het voortgezet onderwijs. De proeftuin biedt op basis van een uitgebreide intake a) lokale vrijwillige inzet die aansluit bij de talenten van jongeren en b) een meeloopplek ter loopbaanoriëntatie.
De flexibiliteit mag niet ten koste gaan van de zwaarte van MDT: een zekere intensiteit en duur van een MDT-traject is nodig om van echte waarde te zijn. Zo heeft een jongere de ruimte nodig om zijn of haar talenten te ontwikkelen en om zich binnen een organisatie «thuis» te voelen. Tegelijk zijn organisaties gebaat bij een substantiële inzet op hun doelstellingen. De indicatie voor de tijdsinvestering van een MDT is minimaal 80 uur in maximaal 6 maanden. Dit is een indicatie waar met goede redenen van kan worden afgeweken.
Begeleiden van jongeren
Begeleiding die gericht is op de talent- en carrièreontwikkeling van jongeren maakt MDT aantrekkelijk. Dit vraagt om specifieke vaardigheden van begeleiders en vraagt om professionele expertise. Ontwikkelingsgerichte begeleiding vraagt veel persoonlijk contact, dat vanaf de start van een MDT-traject moet worden opgebouwd. De wens is daarom om van match tot afronding dezelfde begeleider te behouden.
Er is een vorm van begeleiding die met name effectief blijkt, namelijk peer-to-peer begeleiding. De begeleiding in proeftuinen die jongerenbegeleiders inzetten die een paar jaar ouder zijn dan de deelnemer wordt zeer positief gewaardeerd door de jongeren. In de literatuur wordt ook bevestigd dat dit een effectieve manier van begeleiden is18. In de tweede subsidieoproep is het aantal proeftuinen dat gebruikmaakt van jongerenbegeleiders gestegen van 10% naar 42%. Professionele begeleiding is ook hier van belang. Deze jongerenbegeleiders moeten goed worden begeleid in hun rol. Ik zal deze vorm van begeleiding onder de aandacht brengen bij organisaties die nu en in de toekomst met MDT aan de slag gaan.
Er is een proeftuin die jongerencoaches inzet. De coaches zijn een paar jaar ouder dan de jongeren die ze begeleiden en staan in nauw contact met de deelnemers. Ze ontmoeten elkaar eenmaal in de 2 weken. Daarnaast hebben ze veel contact via WhatsApp. Jongeren vinden het vaak spannend om mee te doen. De coaches geven hen duidelijkheid en helpen grote dromen concreet te maken. Voor de jongerencoaches zelf blijkt zo’n traject ook betekenisvol, ze helpen anderen immers hun draai te vinden. Daarnaast leren ze zelf ook veel, doordat ze hun talenten in de praktijk brengen en daarbij ondersteund worden door een professionele coach.
Onderdeel van het goed begeleiden van jongeren is het aanbieden van een relevant trainingsaanbod voor jongeren. Direct toepasbare trainingen voor een effectievere inzet binnen de organisatie worden door jongeren goed gewaardeerd. Trainingen worden door zowel organisaties als jongeren ook gezien als een passende beloning voor de geleverde inzet en sluit aan bij de motivatie van jongeren om hun vaardigheden te ontwikkelen.
Belonen van jongeren
Jongeren doen om verschillende redenen mee aan MDT. Daar hoort een passende beloning bij. Voor jongeren die primair hun vaardigheden willen ontwikkelen, zijn trainingen heel geschikt. Terwijl er ook jongeren zijn die zich vooral graag willen identificeren met een organisatie, project of beweging. In dat geval kan bijvoorbeeld een T-shirt of trui met het merk van de organisatie enthousiast ontvangen worden. Om de definitie van een passende beloning scherper te krijgen, wordt hier in het begeleidend onderzoek expliciet aandacht aan besteed.
Er is een proeftuin die jongeren met een beperking helpt om op basis van hun ervaringen organisaties te adviseren over participatie van mensen met een beperking. Deze jongeren ontvangen tijdens hun MDT een uitgebreid trainingsaanbod dat aansluit bij hun ambities als ervaringsdeskundigen.
Een certificaat is een veel voorkomende beloning binnen de proeftuinen. Van de 26 proeftuinen die werken met een certificaat, geeft 82% een certificaat van de eigen organisatie. Ook zetten de proeftuinen de Europass (8%) in of een ander officieel erkend certificaat (16%). 40% van de jongeren geeft aan een certificaat een passende beloning te vinden19. Ondanks dat er veel gebruik wordt gemaakt van een certificaat, blijkt deze beloningsvorm volgens projectleiders van proeftuinen en jongeren momenteel niet effectief. Een landelijk certificaat dat erkend wordt door werkgevers zou volgens hen een betere vorm zijn. Op die manier kan het certificaat als een symbool voor erkenning komen te staan voor de ontwikkelde vaardigheden en kennis. Samen met een aantal gemeenten uit de derde subsidieronde start ik in oktober 2019 een verkenning vanuit de praktijk hoe een dergelijke waardering van kennis en vaardigheden opgedaan door jongeren tijdens hun MDT eruit kan gaan zien. Bij de verkenning worden alle relevante stakeholders betrokken: werkgevers, jongeren, maatschappelijke organisaties en scholen. Ik vind het belangrijk dat kennis en vaardigheden gewaardeerd worden op een manier die werkgevers herkennen en aansluit bij de bestaande structuur van het in de praktijk waarderen van kennis en vaardigheden.
De financiële beloning voor de jongere is maximaal € 170,– per maand, dit is gelijk aan de vrijwilligersvergoeding. Proeftuinen zien overigens een financiële beloning als de minst motiverende beloning. In sommige situaties is financiële ondersteuning geen beloning, maar een randvoorwaarde voor deelname, bijvoorbeeld voor jongeren die in hun eigen levensonderhoud moeten voorzien. Ik wil MDT inclusief inrichten en zal via het begeleidend onderzoek monitoren voor welke groepen een vergoeding een noodzakelijke randvoorwaarde is en hoe ik MDT ook voor deze groep jongeren toegankelijk kan maken.
Officiële start maatschappelijke diensttijd
Er is nog veel werk te verzetten om van MDT een landelijk succes te maken. Met het ontwerp leggen we een sterke basis voor de officiële start van MDT. Nu we uit de proeftuinen hebben geleerd wat de werkzame elementen van de diensttijd zijn, kunnen we het ontwerp doorontwikkelen.
Proeftuinen die in partnerschap samenwerken met bedrijven, gemeenten en scholen zijn beduidend succesvoller in de werving van jongeren en plekken, dan proeftuinen die dit niet doen. Daarom vraag ik organisaties in de volgende subsidieronde de handen ineen te slaan.
Subsidieoproep MDT groeit naar een landelijk dekkend netwerk
In de volgende fase van maatschappelijke diensttijd – de officiële start – schaal ik op, door middel van een subsidieoproep bij ZonMw, door te versterken wat werkt en hetgeen dat werkt met elkaar te verbinden. Hierdoor kunnen steeds meer jongeren en organisaties meedoen aan MDT, waardoor de uitrol ervan verder wordt gestimuleerd. Na instemming van uw Kamer op het voorliggende ontwerp van MDT zal de subsidieoproep in gang worden gezet. Op 15 februari 2020 starten de organisaties die binnen deze oproep zijn gehonoreerd. Dit is de officiële start van de maatschappelijke diensttijd.
De uitgangspunten van deze subsidieoproep zijn:
– Gedurende de hele looptijd (heel 2020) zijn er momenten waarop partnerschappen, die voldoen aan de randvoorwaarden van maatschappelijke diensttijd, aanvragen kunnen indienen.
– Partnerschappen buiten de proeftuinen, die voldoen aan deze randvoorwaarden, kunnen ook aanvragen indienen.
– Indienende partnerschappen moeten aantonen dat ze in verbinding staan met andere (al bestaande) partnerschappen.
– Nieuwe partners kunnen aanhaken bij bestaande partnerschappen.
– Om toe te werken naar duurzame MDT-partnerschappen is minimaal 10% cofinanciering het uitgangspunt.
Centrale ondersteuning
De officiële start van MDT vraagt om een centrale ondersteuning op een aantal terreinen. In de afgelopen periode heb ik hiermee een start gemaakt, zodat we op 15 februari 2020 officieel van start kunnen. Voor de volgende fase is het neerzetten van MDT als landelijk herkenbaar merk van belang. Daarnaast wordt er gewerkt aan een centrale (digitale) infrastructuur voor de match tussen jongere en «MDT-plek».
Landelijke communicatiecampagne: bekendheid en meedoen
Om MDT landelijk zichtbaar en herkenbaar te maken, start ik een campagne. MDT moet een merk worden waar alle betrokken bestaande en nieuwe initiatieven en partijen zich onder scharen en van waaruit MDT verder kan groeien. Een merk dat garant staat voor de kwaliteit van «het product» en waar jongeren zich mee kunnen en willen identificeren en bij willen aansluiten.
De campagne wordt samen met jongeren vormgegeven en met hen monitor ik of deze doelstellingen behaald worden. De campagne start in oktober 2019 in 2 fases. In de eerste fase zetten we MDT in de markt en maken we jongeren en andere voor MDT belangrijke partijen (ouders, professionals, organisaties en werkgevers) bekend met MDT. In de tweede fase, aanvullend op de eerste fase, activeren en enthousiasmeren we jongeren zich aan te melden voor MDT. In deze campagne zet ik bekende en onbekende personen als ambassadeurs in om jongeren en anderen te enthousiasmeren en te motiveren om mee te doen met MDT20.
Digitale infrastructuur: verzamelplaats voor vraag en aanbod
Op 20 augustus jl. was de livegang van de eerste versie van de website (Externe link: www.doemeemetmdt.nl). Op de website kan iedereen die informatie over MDT zoekt, terecht. Er is informatie voor jongeren en organisaties die geïnteresseerd zijn en/of willen meedoen met MDT, er zijn inspirerende verhalen te lezen over diverse proeftuinen en de website heeft een helpdeskfunctie. Zo is er een e-mailadres en een contactformulier. En er kunnen vragen worden gesteld via de diverse sociale kanalen (Facebook, Twitter, Instagram). Als jongeren willen meedoen met MDT, dan kunnen zij zich nu direct wenden tot de proeftuinen via de website van ZonMw. Organisaties melden zich aan via de website van ZonMw.
Bij de officiële start van MDT streef ik er naar jongeren en organisaties te ondersteunen bij het bij elkaar brengen van de vraag naar en het aanbod van MDT-plekken op een digitale verzamelplaats. Op dit moment zijn er veel verschillende vindplaatsen. Ik heb ICTU gevraagd hiertoe een verkenning uit te voeren. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
– De digitale verzamelplaats moet interessant zijn voor jongeren en moet voldoen aan de (minimale) eisen die jongeren aan een dergelijk instrument stellen.
– Het geheel van MDT-voorzieningen moet open en transparant zijn. Alle spelers in het MDT-veld, op landelijk, regionaal en lokaal niveau, moeten zich aan dezelfde regels houden («level playing field»).
– Bij het realiseren van een digitale verzamelplaats moet zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van bestaande initiatieven en infrastructuren, binnen de overheid en in de markt.
ICTU adviseert mij om in 2 stappen toe te werken naar een digitale verzamelplaats voor MDT-plekken. De eerste stap bestaat uit het ontsluiten van toegankelijke informatie over MDT en MDT-plekken. De tweede stap bestaat uit het toevoegen van een digitaal matchingsinstrument, inclusief een eenvoudige en aantrekkelijk vormgegeven zoekfunctie. Onlangs rondde ICTU het advies af. Dit najaar bepaal ik op basis van dit advies op welke manier ik toewerk naar een digitale verzamelplaats voor MDT-plekken. Ik streef ernaar dat bij de officiële start van MDT op 15 februari 2020 een eerste versie van de digitale verzamelplaats beschikbaar is.
Duurzame inrichting: financieel en organisatorisch
Met maatschappelijke diensttijd investeren we in de toekomst van jongeren en in de samenleving. Dat doen we niet voor de duur van een kabinet, maar hopelijk voor generaties. Na de officiële start van MDT begin 2020, gaat het ontwikkelproces daarom door. De volgende stap is een duurzame diensttijd. Dit vraagt om een houdbare financiering en een toekomstbestendige inrichting.
Om een zo goed mogelijk maatschappelijk rendement op de juiste investering te realiseren richt ik mij op het ondersteunen en ontwikkelen van ondernemerschap, het stimuleren van cofinanciering en het geven van de juiste (financiële) prikkels. Daar hoort een houdbare financieringsvorm bij. De organisaties die willen meedoen aan MDT moeten ondernemend zijn in het aangaan van duurzame partnerschappen en in het creëren van nieuwe investeringskansen. Daarom heb ik als eerste stap de verplichting tot cofinanciering opgenomen in de komende subsidieoproep. Ik wil weten hoe MDT aantrekkelijk kan worden gemaakt voor alternatieve financiers, zoals impact investeerders of sociale ondernemingen, en waarin het Rijk een minderheidsaandeel heeft. Hierbij hoort het ontwikkelen van een toolbox die organisaties hierin ondersteunt. Daarnaast laat ik prestatie-indicatoren ontwikkelen die zowel het maatschappelijk rendement van de diensttijd als het duurzame ondernemerschap van deelnemende organisaties helder in kaart brengen.
Voor een toekomstbestendige organisatorische inrichting kwam uit de verschillende onderzoeken en verkenningen een aantal randvoorwaarden naar voren. Ik vind het belangrijk dat de diverse perspectieven van de betrokken partijen (jongeren, bedrijven en sociaal ondernemers, maatschappelijke organisaties, overheden en private fondsen) samen invulling blijven geven aan MDT. Het moet voor elke partij van meerwaarde zijn om vrijwillig mee te doen. Daarnaast moet ook de organisatorische positionering van MDT bijdragen aan de hoofddoelstelling om álle jongeren de kans te bieden om zich persoonlijk te ontwikkelen en maatschappelijk impact te hebben.
Net als voor het ontwerp van maatschappelijke diensttijd geldt ook voor de duurzame inrichting ervan dat ik wil werken vanuit de praktijk. Om bovenstaande elementen van financiering, positionering en regie in de praktijk te toetsen, wil ik onderzoeken onder welke voorwaarden ik een samenwerking kan aangaan met landelijke private fondsen die een vergelijkbare maatschappelijke missie hebben. Hiervoor wil ik echter eerst de kaders voor het ontwerp met uw Kamer hebben besproken.
Meer verplichtende variant maatschappelijke diensttijd
Het regeerakkoord legt een duidelijke relatie tussen de maatschappelijke diensttijd en de kwalificatieplicht (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34). In mijn brief van 9 juli jl. heb ik aangegeven dat ik het belangrijk vind om jongeren die geen startkwalificatie hebben en die niet participeren via school of werk, maatschappelijk actief te houden (Kamerstuk 35 034, nr. 5). Deze jongeren hebben extra ondersteuning nodig om te voorkomen dat ze in een uitzichtloze situatie belanden. MDT kan hen die extra ondersteuning bieden door het ontwikkelen van vaardigheden, het opdoen van ritme en zelfvertrouwen en door het vergroten van het netwerk van de jongeren. MDT kan voor hen een belangrijke opstap zijn, waardoor ze gemakkelijker de weg terug vinden naar school of naar werk. Ik vind het bieden van een kans op een betere toekomst voor deze jongeren van dermate groot belang, dat ik ook de mogelijkheid verken om een meer verplichtende variant van MDT wettelijk te verankeren. Deze verkenning houdt rekening met de verschillende leeftijden en levensfasen waarin deze jongeren verkeren. Ik kijk hierbij, in overleg met de Ministeries van OCW en SZW, in elk geval naar:
1. De invulling die MDT kan krijgen bij pilots met een verlengde kwalificatieplicht. Bij deze pilots die in het regeerakkoord worden aangekondigd kunnen de uitkomsten van de hierboven genoemde verkenning ook worden benut en kan een soortgelijke aanpak worden gekozen. Ook voor de doelgroep voortijdig schoolverlaters tussen de 18 en 21 kan MDT bijvoorbeeld als activerende stap worden toegevoegd.
2. Het verbinden van MDT aan de bestaande kwalificatieplicht voor 16 en 17-jarigen, zoals in de Leerplichtwet is opgenomen. Hierbij staat voorop dat school altijd voor gaat. Jongeren van 16 en 17 jaar die onderdeel zijn van de thuiszitteraanpak worden besproken op de multidisciplinaire thuiszittertafels in de regio. Al deze inspanningen gaan vooraf aan het eventueel opleggen van een MDT. In aansluiting hierop wordt bij de verkenning gekeken of bijvoorbeeld het huidige boetesysteem bij voortijdig schoolverlaten kan worden uitgebreid met een stap die vooraf gaat aan het toekennen van de boete, namelijk het doen van een MDT. MDT zorgt voor het activeren van jongeren, in plaats van sanctioneren. Een stapeling van problemen bij deze groep jongeren moet voorkomen worden.
3. MDT in relatie tot de tegenprestatie. MDT kan nu al invulling krijgen binnen de bestaande kaders van de Participatiewet voor de tegenprestatie en op deze wijze verplichtend worden opgelegd. Iedere bijstandsgerechtigde moet, indien de gemeente hierom vraagt, een tegenprestatie leveren. Bij een tegenprestatie gaat het om een onbetaalde, maatschappelijk nuttige activiteit van doorgaans beperkte duur en omvang. Het mag geen werk zijn waar normaal gesproken voor wordt betaald en het mag re-integratie naar de arbeidsmarkt niet in de weg zitten. Werk gaat altijd voor MDT. Een verplichte MDT zou door gemeenten, indien wordt voldaan aan de criteria in de Participatiewet, kunnen worden gezien als een invulling van de tegenprestatie.
Hierbij zijn wel een aantal zaken van belang. Ten eerste moet de praktijkbasis onder een meer verplichte variant van MDT verder worden verbreed. Naast de twee proeftuinen die nu al verplichte trajecten aanbieden, wil ik ook de inzichten uit de gemeentelijke proeftuinen benutten die in oktober van start gaan. Daarnaast blijf ik ook volgend jaar initiatieven ondersteunen die werken met een meer verplichtende vorm van MDT. Ik wil bij al deze trajecten nagaan welke varianten het beste werken voor zowel jongeren als gemeenten, scholen en maatschappelijke organisaties. Ten tweede wil ik scherper in beeld hebben om welke jongeren het precies gaat en welke aanpak voor deze jongeren wenselijk is, omdat een deel van deze doelgroep via verschillende proeftuinen ook op vrijwillige basis succesvol wordt geworven. Tot slot moet er voor het opleggen van een verplichting sprake zijn van landelijke dekking. Voor elke jongere uit deze doelgroep moet MDT immers toegankelijk zijn. Ik streef ernaar de verkenning naar een meer verplichtende variant van MDT in het najaar 2020 af te ronden en in het voorjaar 2020 uw Kamer te informeren over de stand van zaken van de verkenning naar de drie varianten.
Tot slot
De MDT-beweging is op gang gekomen en nu is het moment daar om op te schalen. Het perspectief dat we jongeren kunnen bieden, de impuls voor hun actie-oriëntatie, de ontwikkeling van hun talent, de bijdrage aan hun zelfvertrouwen, het vergroten van hun netwerk en de inzet die ze aan de maatschappij gaan leveren, zijn maar een deel van de waarde die MDT kan creëren. MDT kan jongeren perspectief bieden bij schooluitval, bij arbeidstoeleiding door het waarderen van opgedane kennis en werknemersvaardigheden, en bij het vergroten van hun netwerk.
Ook kan het helpen bij oriëntatie op school- of studiekeuze en bij het creëren van sociale cohesie tussen verschillende groepen jongeren en andere groepen in de samenleving.
MDT kan ook perspectief bieden aan vergrijzende organisaties die een nieuwe generatie aan zich moeten zien te binden of anders misschien ten onder gaan, met verlies van waarde voor de maatschappij. Het kan bedrijven helpen om jongeren te interesseren voor hun sector.
En heel belangrijk: het kan gemeenten helpen bij hun opgave ten aanzien van de maatschappelijke integratie van jongeren en een daarop gerichte preventieve infrastructuur. MDT kan gezien worden als een investering vanuit het Rijk, maatschappelijke organisaties, bedrijven en gemeenten aan die belangrijke voorkant, waarmee een deel van de dure zorg, dure uitval, dure ontsporing, werkloosheid en vooral verspilling van talent kan worden voorkomen. De investering in MDT kunnen we met de juiste aanpak als maatschappij terugverdienen.
Anderhalf jaar geleden is het kabinet gestart met het vormgeven van maatschappelijke diensttijd in partnerschap met de samenleving. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om alle partners en betrokkenen bij MDT te bedanken voor de samenwerking en hun bijdrage aan dit ontwerp. En ik hoop dat we samen verder blijven bouwen aan de ontwikkeling van MDT, want de proeftuinen en partners blijven de komende tijd input leveren om het ontwerp verder te optimaliseren. Bij aanvang was er de nodige reserve, zowel ten aanzien van de interactieve aanpak, als nut en noodzaak van MDT. Nu blijkt uit focusgroepen, werkconferenties, proeftuinen en onderzoek, hoe geïnteresseerd jongeren zijn, juist ook de kwetsbare groepen, en hoeveel organisaties graag willen aanhaken.
Kortom, maatschappelijke diensttijd ontwikkelt zich, mits het de tijd en ruimte krijgt die het hiervoor nodig heeft, tot het waardevolle instrument dat we ermee voor ogen hebben voor onze samenleving.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis
De bandbreedten zijn ingegeven door prognoses over de omvang van de deelname aan de proeftuinen; respectievelijk minimaal circa 10.000 en maximaal circa 14.000.
Algemeen Overleg Maatschappelijke diensttijd d.d. 14 juni 2018 (Kamerstuk 34 775 XVI, nr. 144)
Bijlage van Kamerstuk 35 034, nr. 3; «achter de motivatie van jongeren voor vrijwillige inzet»
Motie van het lid Diertens (Kamerstuk 34 775 XVI, nr. 138) en motie van het lid Westerveld c.s. (Kamerstuk 34 775 XVI, nr. 136)
IVO4All consortium (May 2017). International Volunteering Opportunities for All experimentation – Final evaluation report
Gillard, A., & Witt, P. (2008). Recruitment and Retention in Youth Programs. Journal of Park & Recreation Administration, 26(2).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35034-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.