De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand
wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende
zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel
van wet voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Van Zuilen
INLEIDING
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel
Wet implementatie artikel 1 richtlijn elektronische handel. Deze leden benadrukken
het belang van begrijpelijke wetgeving en ruimte voor ondernemers. Zij hopen dat dit
wetsvoorstel daaraan bij kan dragen. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de Wet implementatie artikel
1 richtlijn elektronische handel. Deze leden begrijpen de voorgestelde wijziging van
het land van de consument naar het land van de ondernemer, omdat het leidt tot minder
bureaucratie en administratieve lasten voor kleine ondernemers. Ook voor de Belastingdienst
leidt de wijziging tot een beperkte complexiteitsreductie.
De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel.
Zij steunen deze vereenvoudiging voor ondernemers die leidt tot een afname van de
administratieve lasten.
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel
en maken van de gelegenheid gebruik om enkele vragen te stellen.
I. ALGEMEEN
1. Inleiding
–
2. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel
De leden van de VVD-fractie vragen waarom is gekozen voor een drempel van 10.000 euro.
Waarom niet hoger of lager?
De leden van de CDA-fractie achten het een enigszins wonderlijke verandering dat de
btw wordt afgedragen in een ander land dan waar de consument woont. Niet voor niets
is dit ook een uitzondering binnen het systeem van de omzetbelasting. Het wonderlijke
voor de genoemde leden is dat voor digitale diensten in de Europese Unie juist de
andere kant op wordt gedacht voor de vennootschapsbelasting, namelijk belastingheffing
in het land van de consument in plaats van het land waar de ondernemer gevestigd is.
Kan de regering daarom ingaan op de rechtvaardigheid van de uit de richtlijn volgende
schuif van het land van de consument naar het land van de ondernemer?
Met betrekking tot het aantal bewijsstukken vragen de leden van de CDA-fractie de
regering of dit alleen wordt teruggebracht tot één bewijsstuk voor ondernemers die
ervoor kiezen om de btw in de lidstaat van de consument te blijven voldoen of ook
voor de ondernemers die de btw, op grond van onderhavige wet, in de eigen lidstaat
verschuldigd zijn.
De leden van de fractie van GroenLinks lezen dat ondernemers met een grensoverschrijdende
omzet van minder dan € 10.000 er ook voor kunnen kiezen om toch de btw in de lidstaat
van de consument te blijven voldoen. Dit zou bijvoorbeeld aantrekkelijk kunnen zijn
voor de ondernemer wanneer het tarief in de lidstaat van de consumenten aanzienlijk
lager is dan het tarief in de eigen lidstaat. De leden van de fractie van GroenLinks
vragen hoe groot de verschillen zijn tussen lidstaten en hoeveel belastinginkomsten
Nederland jaarlijks misloopt doordat ondernemers btw betalen in een lidstaat met een
lager tarief.
De leden van de SGP-fractie vragen waarom gekozen is voor een grens van € 10.000.
Het bedrag kan omgerekend worden naar een equivalent in nationale munteenheden. Deze
wordt vastgepind op de wisselkoers van 5 december 2017. Wat is de reden om hiervoor
te kiezen? Immers kan een eventuele devaluatie van de euro door de Brexit flinke gevolgen
hebben.
3. Budgettaire aspecten
–
4. EU-aspecten
5. Gevolgen voor bedrijfsleven en burger
De leden van de VVD-fractie vragen naar de wijze waarop de 0,25 miljoen euro regeldrukreductie
is vastgesteld. Hoe wordt gemonitord en geborgd dat het voorstel daadwerkelijk tot
regeldrukreductie en minder administratieve lasten leidt? Welke flexibiliteit zit
er in het voorstel om wijzigingen aan te brengen wanneer dit niet zo blijkt te zijn?
6. Uitvoeringskosten Belastingdienst
De leden van de SGP-fractie vragen of er geen verwachte kosten zijn voor de Belastingdienst
na het jaar 2018.
7. Advies en consultatie
De nadelen van de huidige regeling zijn helder. Niet voor niets reageert het bedrijfsleven
positief. De leden van de SGP-fractie zijn zeer benieuwd naar welke negatieve punten
zij hebben ingebracht.
8. Transponeringstabel
–