35 016 Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees parlement

Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 26 juli 2018 en het nader rapport d.d. 4 september 2018, aangeboden aan de Koning door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 18 juli 2018, no. 2018001360, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees parlement, met memorie van toelichting.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 18 juli 2018, no. 2018001360, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling) haar advies inzake het voorstel van wet houdende regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees parlement rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 26 juli 2018, nr. W04.18.0208/I, bied ik U hierbij aan.

Indien het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie treedt zal het aantal zetels dat Nederland heeft in het Europees parlement toenemen. Omdat nog niet zeker is dat de uittreding afgerond is voor de eerstvolgende verkiezing van het Europees parlement op 23 mei 2019, kan het gebeuren dat deze extra zetels aan Nederland worden toegekend nadat de uitslag van de verkiezing is vastgesteld. Het wetsvoorstel bevat een regeling voor de wijze waarop in dat geval wordt berekend welke lijsten in aanmerking komen voor een extra zetel.

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan de Tweede Kamer te zenden, maar acht een toelichting of aanpassing van het voorstel aangewezen met betrekking tot de terugbetaling van de waarborgsom.

Op grond van artikel H 12, eerste lid, juncto artikel Y 2, van de Kieswet moet voor het indienen van een kandidatenlijst voor de verkiezing van het Europees parlement een waarborgsom worden betaald. Op grond van artikel H 12, vijfde lid, juncto artikel Y 2, van de Kieswet vervalt deze waarborgsom aan de Staat indien het aantal uitgebrachte stemmen op de lijst minder dan 75% van de kiesdeler betreft.

De Afdeling merkt op dat het kan gebeuren dat een lijst minder dan 75% van de kiesdeler haalt zolang de kiesdeler gebaseerd is op het huidige aantal zetels in het Europees parlement, maar boven de 75% uitkomt indien de berekening gemaakt wordt aan de hand van het nieuwe aantal zetels.2 Een dergelijke lijst kan op grond van het voorstel zelfs in aanmerking komen voor toewijzing van één of meerdere van de extra zetels.3 Het voorstel noch de toelichting gaan in op de vraag of in dat geval de aan de Staat vervallen waarborgsom alsnog moet worden terugbetaald aan zo’n lijst. Om te voorkomen dat hierover onduidelijkheid ontstaat adviseert de Afdeling expliciet te bepalen welke kiesdeler gehanteerd zal worden bij de toepassing van artikel H 12, vijfde lid.

De Afdeling adviseert in de toelichting op het bovenstaande in te gaan en zo nodig het voorstel aan te passen.

Met betrekking tot de terugbetaling van de waarborgsom (artikel 12, vijfde lid, jo. artikel Y 2, van de Kieswet) merkt de Afdeling advisering van de Raad van State op dat het mogelijk is dat een lijst minder dan 75 procent van de kiesdeler haalt zolang de kiesdeler gebaseerd is op het huidige aantal zetels in het Europees parlement, maar boven de 75 procent uitkomt indien de berekening wordt gemaakt aan de hand van het nieuwe aantal zetels. Volgens de Afdeling gaan het voorstel noch de toelichting in op de vraag of in dat geval de aan de Staat vervallen waarborgsom alsnog moet worden terugbetaald aan de betrokken lijst.

De regering is van oordeel dat het uitgangspunt inzake de terugbetaling van de waarborgsom ook bij de toewijzing van de extra zetels gehandhaafd moet blijven. Om te voorkomen dat hierover onduidelijkheid ontstaat heeft de regering artikel 3 van het wetsvoorstel en de memorie van toelichting aangepast om te verzekeren dat bij de toewijzing van de extra zetels de waarborgsom wordt terugbetaald aan degene die de betaling heeft verricht tenzij het stemcijfer van de lijstengroep, het niet van een groep deel uitmakende stel gelijkluidende lijsten of de op zichzelf staande lijst lager is dan 75 procent van de nieuwe kiesdeler, bedoeld in artikel 3, derde lid, van het wetsvoorstel.

Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de memorie van toelichting te actualiseren naar aanleiding van de publicatie van het Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van 28 juni 2018 inzake de samenstelling van het Europees parlement in het Publicatieblad van de Europese Unie (PbEU L 165 I van 28-06-2018).

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,

J.P.H. Donner

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

De kiesdeler wordt berekend door het totaal aantal uitgebrachte stemmen te delen door de te verdelen zetels. Hoe hoger het aantal zetels, hoe lager de kiesdeler.

X Noot
3

Toelichting, paragraaf 2, derde alinea.

Naar boven