35 012 Wijziging van de Kieswet en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming ter vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland en verlenging van de mogelijkheid tot experimenteren

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Kieswet en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming te wijzigingen in verband met enkele maatregelen om het stemmen voor kiezers in het buitenland te vereenvoudigen en tot verlenging van de periode om te kunnen experimenteren met stembiljetten;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel M 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid vervalt «zo spoedig mogelijk».

2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De stukken, bedoeld in het eerste lid, worden aan de personen, bedoeld in artikel M 1, eerste lid, uiterlijk twaalf weken voor de dag van de stemming en aan de personen, bedoeld in artikel M 1, tweede lid, zo spoedig mogelijk toegezonden, behoudens het stembiljet, dat aan alle personen, bedoeld in artikel M 1, zo spoedig mogelijk wordt toegezonden».

B

Artikel M 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de eerste volzin wordt «de bijbehorende retourenveloppe» vervangen door: «de toegestuurde retourenveloppe, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, onderdeel b, of een andere retourenveloppe;

b. In de tweede volzin wordt «de retourenveloppe» vervangen door «de retourenveloppe, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, onderdeel b, of een andere retourenveloppe» en wordt «voldoende is gefrankeerd» vervangen door: , indien deze per post wordt geretourneerd, is gefrankeerd.

c. Er wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien de retourenveloppe, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, onderdeel b, of een andere retourenveloppe persoonlijk wordt afgegeven, houdt degene die ten behoeve van het briefstembureau de enveloppe in ontvangst neemt, daarvan aantekening op de enveloppe door daarop de datum en het tijdstip van ontvangst en een handtekening te plaatsen.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Indien de retourenveloppe, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, onderdeel b, of een andere retourenveloppe is geadresseerd aan de burgemeester van ’s-Gravenhage, kan de kiezer de enveloppe doen toekomen aan het hoofd van een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van Nederland in het buitenland. Het hoofd van de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging draagt er zorg voor dat de enveloppe na ontvangst terstond wordt doorgezonden naar de burgemeester van ’s-Gravenhage.

C

Artikel M 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «voldoende zijn gefrankeerd» vervangen door «, als die per post is geretourneerd, zijn gefrankeerd».

2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de tweede volzin wordt «niet voldoende zijn gefrankeerd» vervangen door «, als die per post is geretourneerd , niet zijn gefrankeerd».

b. De derde volzin vervalt.

D

Artikel M 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, wordt «veertien dagen voor de dag van de stemming» vervangen door «zeven dagen voor de dag van de stemming» en «de binnengekomen retourenveloppen die voldoende zijn gefrankeerd» vervangen door «de binnengekomen retourenveloppen die, als die per post is geretourneerd, zijn gefrankeerd».

2. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Artikel J 17, eerste lid, is niet van toepassing.

E

Onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid vervalt artikel M 10, tweede lid.

F

Het opschrift van § 3. van hoofdstuk M van Afdeling II komt te luiden:

§ 3. Overige briefstembureaus

G

Artikel M 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het vijfde lid tot zesde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 5. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan, in overeenstemming met burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente, een gemeente aanwijzen waar een briefstembureau wordt ingesteld. De burgemeester van de aangewezen gemeente draagt zorg voor de inrichting van het briefstembureau en wijst zo nodig personen aan die het briefstembureau ten dienste worden gesteld.

2. In het zesde lid (nieuw) wordt «eerste, derde en vierde lid» vervangen door «eerste, derde, vierde en vijfde lid» en wordt na «Onze Minister van Defensie» ingevoegd», onderscheidenlijk de burgemeester van de aangewezen gemeente».

H

Artikel M 14 vervalt.

I

Artikel M 16 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste en tweede lid wordt «briefstembureaus in het buitenland» telkens vervangen door «briefstembureaus als bedoeld in artikel M 13».

2. In het eerste lid, onderdeel a, wordt na «Sint Maarten» ingevoegd «dan wel door de burgemeester van de aangewezen gemeente».

3. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «respectievelijk Onze Minister van Defensie» vervangen door «Onze Minister van Defensie, respectievelijk burgemeester en wethouders van de aangewezen gemeente».

4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de werkwijze van briefstembureaus in het buitenland.

J

Artikel M 17 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» Geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel J 35, zijn de kiezers bevoegd in het briefstembureau te vertoeven, tenzij dit als gevolg van bepaalde omstandigheden in het betreffende land naar het oordeel van Onze Minister van Buitenlandse Zaken dan wel Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties danwel Onze Minister van Defensie onmogelijk is. Van deze onmogelijkheid en de omstandigheden die daartoe hebben geleid, wordt melding gemaakt in het proces-verbaal.

K

Artikel N 16, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Bij het briefstembureau wordt, nadat aan artikel N 1, tweede lid, toepassing is gegeven, de retourenveloppen, bedoeld in artikel M 11, alsmede de ingeleverde briefstembewijzen, in een pak gedaan, dat wordt verzegeld.

L

Artikel N 18 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst.

2. Er wordt voor het tweede lid (nieuw) een lid ingevoegd, luidende:

  • 1. De leden van een briefstembureau als bedoeld in artikel M 9 of M 13, vijfde lid, kunnen zich, voor wat betreft de briefstembureaus als bedoeld in artikel M 9 in afwijking van artikel N 5, doen bijstaan door plaatsvervangende leden en door personen, daartoe aangewezen door de burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage respectievelijk de burgemeester en wethouders van de aangewezen gemeente.

M

In de artikelen N 19 en N 21 wordt «briefstembureaus buiten Nederland» telkens vervangen door «briefstembureaus als bedoeld in artikel M 13».

N

Artikel N 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «briefstembureau buiten Nederland» vervangen door «briefstembureau als bedoeld in artikel M 13» en wordt na «de militaire missie» toegevoegd «danwel de burgemeester van de aangewezen gemeente».

2. In het derde lid vervalt «per diplomatieke post».

ARTIKEL II

De Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 5, eerste lid, wordt «1 januari 2018» vervangen door «1 januari 2020».

2. In artikel 8 wordt «1 januari 2021» telkens vervangen door «1 januari 2022».

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven