Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 december 2018
In het kader van het vlootvervangingsprogramma van de Rijksrederij is door Rijkswaterstaat
opdracht gegeven tot het bouwen van drie identieke multi-purpose vessels (MPV-30).
Dit zijn multifunctionele werkschepen die tot 30 zeemijl uit de Nederlandse kust mogen
varen. De MPV-30 is een schip dat voor een groot deel in opdracht van Rijkswaterstaat
zal worden ingezet voor de drijvende vaarwegmarkering in de Zeeuwse wateren, de Waddenzee
en het IJsselmeer.
Bij de aanbesteding is de markt uitgedaagd om sterk in te zetten op duurzaamheid en
innovatie ten aanzien van de multifunctionele inzetbaarheid van de schepen. Dit leidt
zowel in de aanbesteding als bij het ontwerp tot extra complexiteit.
Gedurende de bouw van deze schepen is aan het licht gekomen dat zonder aanpassing
aan de schepen niet meer volledig wordt voldaan aan de eisen die bij de aanbesteding
gesteld zijn. Dit komt mede door wijzigingen die aan het oorspronkelijke ontwerp zijn
toegevoegd, die vervolgens grotere consequenties hebben dan verwacht. Deze consequenties
hebben te maken met zichtlijnen en diepgang van het schip.
Op dit moment bevindt het project zich in de opleverfase, wat betekent dat deze schepen
nog niet geaccepteerd zijn door de Rijksrederij. De schepen zijn wel te water gelaten
als onderdeel van de opleverfase. Rijkswaterstaat is in overleg met de scheepswerf
om te bezien welke scenario’s c.q. oplossingen er zijn.
MPV-30
Het gaat om een tweetal issues;
-
– Zichtlijnen: Bij de nadere uitwerking van de benodigde kraan zijn er aanpassingen gedaan die een
negatief effect bleken te hebben op de zichtlijnen.
-
– Diepgang: Bij de nadere uitdetaillering van het ontwerp en toevoegingen aan het schip blijkt
het schip dieper te liggen dan geëist. Dit heeft consequenties voor onder andere de
inzetbaarheid van het schip, de hoeveelheid lading die kan worden meegenomen en de
locatie van de slaapvertrekken.
Zeker is dat de oplevering van de schepen is vertraagd. Parallel aan het onderzoek
naar mogelijke oplossingen voor de issues wordt ook de aansprakelijkheid uitgezocht.
Vlootvervangingsprogramma
Binnen het lopende vlootvervangingsprogramma wordt door de Rijksrederij opdracht gegeven
voor de bouw van diverse andere schepen.
Rijkswaterstaat heeft besloten om in het vlootvervangingsprogramma een pas op de plaats
te maken en zeker te stellen dat de schepen bij oplevering voldoen aan de gestelde eisen.
De vlootvervangingen die nog in voorbereiding zijn maar nog niet gegund, worden daarom
eerst kritisch tegen het licht gehouden, alvorens te starten met de aanbesteding.
Reden voor deze pas op de plaats zijn de eerdere ervaringen met de rigid hull inflatable
boats (RHIB’s), de recente ervaringen bij de bouw van drie MPV-30 schepen, alsmede
het feit dat het onderzoek van de ADR naar de problemen bij de RHIB’s nog op zich
laat wachten.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga