In artikel 73, derde lid, van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer wordt «twee
minuten» vervangen door «één minuut».
Toelichting
De commissie voor de Werkwijze stelt hierbij voor om de toegestane duur van stemverklaringen
terug te brengen van twee minuten naar één minuut.
Voorafgaand aan (een) stemming(en) kunnen Kamerleden een stemverklaring afleggen.
Een veel voorkomende reden voor een Kamerlid om gebruik te maken van een stemverklaring
is om uit te leggen waarom zijn of haar fractie anders stemt dan wellicht verwacht
zou mogen worden.
In artikel 73 van het Reglement van Orde is het volgende vastgelegd:
-
1. Na de stemming kunnen stemverklaringen worden afgelegd.
-
2. De Voorzitter kan toelaten dat stemverklaringen worden afgelegd na de sluiting der
beraadslaging, doch dan onmiddellijk voorafgaande aan de stemming. In dat geval kan
na een afgelegde stemverklaring de beraadslaging niet worden heropend.
-
3. Een stemverklaring mag niet langer duren dan twee minuten.
De Commissie voor de Werkwijze heeft bij de evaluatie van de invoering van het toentertijd
nieuwe Reglement van Orde in 1994 enkele opmerkingen gemaakt over de stemverklaring:
«Het Reglement van Orde bevat geen definitie van het begrip stemverklaring, maar uit
het feit dat de beraadslaging is gesloten volgt dat een stemverklaring niet polariserend
mag zijn of mag uitnodigen tot tegenspraak. Enkele typeringen van een stemverklaring
zijn naar het oordeel van de Commissie voor de Werkwijze: korte, zakelijk overwegingen,
sobere bewoordingen, verduidelijkend. Wellicht ten overvloede wijst de Commissie voor
de Werkwijze erop dat uiteraard geen stemverklaring wordt afgelegd over eigen moties,
amendementen e.d., tenzij één of meer leden van een fractie hun van de overige fractieleden
afwijkende stem wensen toe te lichten.»1
De opmerkingen die de Commissie voor de Werkwijze twintig jaar geleden maakte, hebben
niets ingeboet aan actualiteitswaarde. Dat wil zeggen dat een stemverklaring naar
zijn aard niet uitdagend zou moeten zijn, ziet op het eigen standpunt en stemgedrag
en verduidelijkend en kort dient te zijn. Om dit laatste aspect (nog) beter tot uitdrukking
te brengen, wordt voorgesteld de toegestane duur van een stemverklaring op één minuut
te bepalen middels aanpassing van artikel 73, lid drie van het Reglement van Orde.
Dit sluit tevens aan bij de huidige praktijk waarbij de gemiddelde duur van een stemverklaring
minder dan twee minuten bedraagt.
De Voorzitter van de Commissie voor de Werkwijze, Arib