34 951 Oprichting Intravacc B.V.

Nr. 2 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 26 juni 2018

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister voor Medische Zorg over de brief van 1 mei 2018 over het Besluit privatisering Intravacc (Kamerstuk 34 951, nr. 1).

De vragen en opmerkingen zijn op 8 juni 2018 aan de Minister voor Medische Zorg voorgelegd. Bij brief van 25 juni 2018 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Lodders

De adjunct-griffier van de commissie, Bakker

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de Minister

Algemene inleiding

Intravacc is een onderdeel van het Ministerie van VWS en is actief op het gebied van vaccinonderzoek en -ontwikkeling. Bij Intravacc is alle relevante expertise en infrastructuur aanwezig om een vaccinconcept naar het klinisch onderzoek te brengen (translationeel onderzoek). Intravacc produceert zelf geen vaccins.

De taken die Intravacc uitvoert waren in het verleden onderdeel van de R&D-functie van het Nederlands Vaccin Instituut (NVI). Het beleid van Nederland heeft er in 2009 al toe geleid dat het toenmalige kabinet besloot de productietaken van het NVI af te stoten. De productiefaciliteiten van het NVI zijn in 2012 verkocht aan Bilthoven Biologicals. De publieke taken met betrekking tot inkoop, opslag en distributie van vaccins voor het Rijksvaccinatieprogramma en het Nationaal Griepprogramma, evenals de Research & Development functie van het NVI zijn toen bij het RIVM ondergebracht. Per 1 januari 2013 zijn de vaccintaken verder opgesplitst en zijn de publieke adviserende taken ondergebracht bij het RIVM. De activiteiten op het gebied van nieuwe en verbeterde vaccins en alternatieve toedieningsvormen (de Research & Development functie) zijn ondergebracht bij het Ministerie van VWS (Intravacc). Omdat VWS geen specifiek beleid voert op het gebied van vaccinontwikkeling en omdat Intravacc geen wettelijke taak uitvoert was het meteen na verkoop van de productieactiviteiten van het NVI in 2012 al de bedoeling om ook Intravacc op termijn te privatiseren.

In het kader van de voorgenomen privatisering zijn regelmatig vragen gesteld over het publieke belang dat wordt gediend door Intravacc als onderdeel van de Staat te houden. Zoals hierboven geschetst, voert Intravacc geen wettelijke taak uit. Wel draagt Intravacc met haar onderzoek bij aan de ontwikkeling van nieuwe en verbeterde vaccins en alternatieve toedieningsvormen. De activiteiten dienen wel degelijk een publiek belang, maar hoeven niet uitgevoerd te worden door een eigen onderdeel van het departement. Hier is een parallel te trekken met geneesmiddelenonderzoek. Dat type onderzoek laat de overheid ook volledig over aan de markt.

Het Ministerie van VWS heeft een verantwoordelijkheid in het bestrijden en voorkomen van infectieziekten en vult deze verantwoordelijkheid in door middel van de werkzaamheden van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het RIVM. Daarnaast financiert de Staat onderzoek naar verbeterde en betaalbare vaccins. Het in eigen beheer houden van Intravacc is voor het invullen van deze verantwoordelijkheid niet noodzakelijk.

Het is voor de uitvoering van de taken en strategische doelstellingen van Intravacc ook niet nodig om onderdeel te zijn van de overheid. Integendeel, de ruimte die een private positionering biedt om samenwerkingsrelaties aan te gaan met private organisaties, zoals onderzoeksinstituten of vaccinproducenten, zullen ertoe leiden dat Intravacc op de vrije markt juist meer ruimte krijgt om onderzoeksactiviteiten en strategische samenwerkingen te kunnen ontplooien.

Tot slot levert Intravacc een bijdrage aan de wereldwijde toegankelijkheid van effectieve en veilige vaccins voor de bevolking in ontwikkelingslanden. Intravacc voert hiertoe onder andere opdrachten uit voor de WHO en voor de Bill & Melinda Gates Foundation. Na de privatisering kunnen deze samenwerkingen gewoon doorgaan. De koper zal in dit verband moeten voldoen aan de eisen die de WHO stelt aan samenwerking met «non-state actors» («FENSArichtlijnen») en er zullen contractuele afspraken met de koper worden gemaakt over de uitvoering van lopende opdrachten.

Hieronder ga ik in op de vragen die u mij heeft gesteld.

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

Bij de verkoop zullen de overnamepartijen getoetst worden aan de hand van een aantal criteria. De leden van de VVD-fractie willen bevestigd krijgen dat als het gaat om het criterium «reputatie en betrouwbaarheid van de overnamepartij», hieronder ook wordt verstaan hoe de overnamepartij omgaat met prijzen van hun producten, onder andere ook in ontwikkelingslanden. En dat de overnamepartij dus een goede reputatie moet hebben dat ze een eerlijke prijs voor hun producten vragen.

Geïnteresseerde partijen dienen, naast een koopprijs, een gedetailleerde beschrijving te delen ten aanzien van de toekomstplannen met Intravacc en het vermogen om huidige projecten, waaronder de projecten in opdracht van de WHO en BMGF voort te kunnen zetten. De koper zal moeten voldoen aan de FENSA-criteria die de WHO hanteert ten aanzien van samenwerking met non-state actors. Verder zal de reputatie en betrouwbaarheid van een mogelijke koper worden getoetst op basis van onderzoek naar financiële capaciteit en continuïteit, gerechtelijke procedures als ongeoorloofde transacties in het verleden en duidelijkheid over de Ultimate Beneficial Owner van de mogelijke koper. Op deze manier vertrouw ik erop dat de reputatie en betrouwbaarheid van de koper voldoende geborgd is.

Genoemde leden vinden net als de Minister dat straks de ontwikkeling van het nieuwe poliovaccin Sabin moet worden voortgezet, zolang er kans is op een succesvol product. Welke afspraken zijn er met de World Health Organization? Hoe groot is de kans op een uiteindelijk succesvol product? Welke risico’s zitten er nog in de «productontwikkeling»? Hoe wordt de Kamer over de afspraken op dit punt geïnformeerd?

Intravacc heeft in 2008 met de WHO een contract afgesloten voor de ontwikkeling en technologie transfer van het Sabin IPV proces naar vaccin fabrikanten in vooral laag- en middeninkomen (LMI) landen. Doel is om het geïnactiveerde poliovaccin lokaal geproduceerd tegen lage kosten in voldoende hoeveelheden internationaal beschikbaar te hebben.Tot op heden heeft Intravacc, in opdracht van de WHO, dit proces naar 5 lokale vaccinproducenten overgedragen: twee in China, een in Zuid-Korea, en twee in India.In de overeenkomst met de WHO is afgesproken dat Intravacc verantwoordelijk is voor een goede overdracht van haar kennis en materialen. Dat is in alle gevallen gebeurd en naar tevredenheid afgerond.Twee van deze partijen zitten inmiddels heel dicht bij goedkeuring van het poliovaccin voor marktintroductie en routine gebruik. Een toekomstige koper is gebonden aan de contractuele afspraken met de vaccinproducenten en de WHO. Intravacc levert ook adviesdiensten op verzoek van de producenten en wordt voor deze diensten betaald. Intravacc heeft op verzoek van de WHO en gefinancierd door de WHO nog enkele procesverbeteringen onderzocht. Op korte termijn worden de bevindingen met de partners gedeeld.Recent is de overeenkomst met de WHO vernieuwd, zodat de succesvolle samenwerking kan worden voortgezet. Het contract met de WHO zal worden overgedragen bij de verkoop, zodat Intravacc aan haar verplichtingen zal blijven voldoen.

Het is volgens de leden van de VVD-fractie logisch dat ook de intellectual property (IP)-rechten met het bedrijf meegaan, want uiteindelijk is dat een groot deel van het uiteindelijke bedrijf. Deze leden vinden het echter ook logisch dat er voor de vaccins die tot stand zijn gekomen of nog gaan komen met financiële middelen van de Nederlandse Staat, straks niet de hoofdprijs betaald hoeft te worden indien Nederland het product wil (in-)kopen, en er dus afspraken over de totstandkoming van de prijs bij aankoop van die vaccins door Nederland worden gemaakt. Welke afspraken worden hierover vooraf gemaakt met de koper van Intravacc? Hoe wordt de Kamer ook op dit punt geïnformeerd?

Bij de verkoop van Intravacc zal contractueel worden vastgelegd dat zodra Intravacc een vaccin, dat (mede) tot stand is gekomen door inzet van publieke middelen, overdraagt aan een producent, Intravacc met de producent afspraken zal maken over de prijs die de producent aan de Staat zal rekenen. Bij de bepaling van deze prijs zal worden gewaarborgd dat de Staat niet tweemaal voor hetzelfde product betaalt. Ditzelfde principe geldt voor het in de toekomst door VWS te financieren onderzoek. De Kamer zal worden geïnformeerd over de contractuele afspraken met Intravacc en met de koper van Intravacc.

Wat is de inschatting van de waarde van Intravacc? Hoe (en door wie) gaat de begeleiding van de verkoop plaats vinden?

De begeleiding van de verkoop vindt plaats door Collegium Advisors en het kantoor Pels Rijcken Drooglever Fortuijn van de Landsadvocaat. Beide partijen beschikken over veel ervaring met privatisering van overheidsorganisaties. De verkoop is gestructureerd middels een transparant en non-discriminatoir proces en volgens de kaders en richtlijnen zoals voorgeschreven en toegepast bij recente privatiseringen van de overheid. Ten aanzien van de begeleiding en besluitvorming is binnen het Ministerie van VWS een verkoopteam en stuurgroep ingericht.

Zoals gebruikelijk bij voorgenomen privatiseringen worden, om het proces niet te schaden, in dit stadium geen mededelingen gedaan over een mogelijke waarde van Intravacc.

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie vragen welke landen binnen Europa nog een dergelijk instituut in eigen beheer hebben. Wordt in die landen ook overwogen om deze instituten te privatiseren?

Nagenoeg alle EU-landen hebben, voor zover ze zelf aan vaccinontwikkeling- en productie deden, deze activiteiten verzelfstandigd. Er is wereldwijd nog een handvol instituten dat vergelijkbare werkzaamheden verricht als Intravacc. Voor het overgrote deel zijn deze instituten publiek-privaat gefinancierd. Vergelijkbaar met Intravacc is het (voormalige) Statens Serum Institute in Denemarken. Ook daar is in navolging van ons land de productie inmiddels geprivatiseerd. De ontwikkelactiviteiten zijn nog in publieke handen.

De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister kan aangeven voor welk deel Intravacc in de afgelopen jaren en dit jaar voor de omzet afhankelijk is van opdrachten vanuit de Nederlandse overheid en voor welk deel van commerciële opdrachten. Kan de Minister daarnaast aangeven wat voor opdrachten de Nederlandse overheid de afgelopen jaren aan Intravacc heeft gegeven? Deze leden vragen daarnaast wat voor opdrachten de komende vijf jaar vanuit de overheid aan Intravacc gegeven zullen worden en of hierbij de staatssteuntoets correct is uitgevoerd.

Intravacc is in haar huidige vorm in 2013 ontstaan en de organisatie heeft tot en met 2017 ca 60%-70% van de omzet gerealiseerd in opdracht van en gefinancierd door de Nederlandse overheid. Aangezien de organisatie steeds meer raakvlak met de industrie zoekt is er echter een daling in de bijdrage van de Staat aan de organisatie. De verwachting is dat projecten voor de Nederlandse overheid in 2018 voor ca. 50% van de omzet zullen bijdragen en dit aandeel zal in de komende jaren geleidelijk verder dalen naar ca. 30%.

Intravacc zal de komende vijf jaar voor het Ministerie van VWS werken aan (verbeterde) vaccins tegen Enterovirussen, dat zijn virussen die naast symptomen die lijken op verkoudheid ook ernstiger ziektebeelden kunnen veroorzaken, zoals kinkhoest. Daarbij gaat het om vaccins met langere en betere bescherming. Daarnaast zal Intravacc werken aan (verbeterde) vaccins tegen de ziekte van Lyme en Gonorroe, omdat deze ziekteverwekker steeds vaker resistent is tegen antibiotica.

Daarnaast zal Intravacc in opdracht van de overheid werken aan andere toedieningsvormen zoals de «bioneedle» waarmee vaccins pijnloos onder de huid toegediend kunnen worden. Tenslotte werkt Intravacc aan basiskennis omtrent het ontwerpen van nieuwe vaccins, die breder toepasbaar is. Zo werkt Intravacc aan het zogenaamde Click-OMV technologie, een soort algemeen vaccin (of platform technologie) om zo snel mogelijk een vaccin te kunnen ontwikkelen tegen een nieuw virus.

Voor wat betreft de staatssteuntoets wijs ik erop dat in het aanbestedings- en staatssteunrecht wordt uitgegaan van (beperkte) mogelijkheden tot het toezeggen van overheidsopdrachten aan bedrijven die tot het moment van privatisering deel uitmaakten van de publieke sector. Dit om de overgang naar de markt mogelijk te maken. In het algemeen wordt aangenomen dat een looptijd van vijf jaar voor dergelijke opdrachten aanvaardbaar is.

Genoemde leden vragen de Minister nader te onderbouwen waarom hij het advies van de Algemene Rekenkamer niet overneemt om zeggenschap over toekomstige statutenwijzigingen te behouden.

Het is niet nodig om na verkoop vanuit de Staat nog invloed uit te kunnen oefenen op statuten-wijzigingen van Intravacc aangezien de publieke belangen rond infectieziektebestrijding bij het CIb van het RIVM zijn geborgd. Daarnaast heeft de Staat na de privatisering geen financiële betrokkenheid meer bij Intravacc, behalve de opdrachten die Intravacc in opdracht van de Staat uitvoert. Ook daarvoor is het niet nodig om de Staat invloed te laten hebben middels de statuten van Intravacc BV.

De leden van de CDA-fractie vragen waarom volgens de Minister een duur van vijf jaar voor de hand ligt voor de waarborg tegen verandering van eigenaarschap.

Zoals hiervoor gezegd is niet ongebruikelijk om bij een privatisering de geprivatiseerde organisatie in de eerste jaren overheidsopdrachten mee te geven, als steun in de rug om een positie te verwerven op de markt. VWS doet dit door middel van een pakket aan opdrachten, met een looptijd van vijf jaar. Hierbij past een periode van vijf jaar voor de waarborg tegen (een onwenselijke) verandering van eigenaarschap. Het is niet nodig om een waarborg voor verandering van eigenaar in te bouwen na die eerste vijf jaar. De waarborg van het publieke belang dient los gezien te worden van de organisatie Intravacc. Het Ministerie van VWS heeft de betreffende publieke belangen in het bestrijden en voorkomen van infectieziekten geborgd door middel van de werkzaamheden van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het RIVM. Indien het na vijf jaar vanuit beleidsmatig oogpunt nog steeds wenselijk of noodzakelijk is om vaccinonderzoek te laten uitvoeren, dan zal dit type opdrachten op reguliere wijze door de Staat worden aanbesteed. Intravacc is dan één van de mogelijke kandidaten.

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de dalende vaccinatiegraad en hebben onlangs ook vragen gesteld over de beschikbaarheid van vaccins (specifiek over Meningokokken). Hoewel de Minister in zijn brief een aantal waarborgen noemt, hechten deze leden eraan de Minister te vragen hoe hij garandeert dat er te allen tijde voldoende vaccins beschikbaar zijn -ook als Intravacc niet meer in publieke handen is.

Intravacc heeft nooit een rol gespeeld bij de productie van antibiotica en andere geneesmiddelen en speelt ook al enkele jaren geen rol meer bij de productie van vaccins. De productiefaciliteiten zijn immers al veel eerder verkocht. Wereldwijd worden vaccins door de farmaceutische industrie geproduceerd. Door scherpe kwaliteitseisen zijn de ontwikkelings- en productiekosten zeer hoog. Als gevolg hiervan is er slechts een beperkt aantal producenten van vaccins. Schaarste als gevolg van productieproblemen in de private industrie blijft een reëel risico. Het hebben van een eigen productiefaciliteit, die Intravacc zoals eerder al is geschetst niet heeft, is echter niet de oplossing om dat risico weg te nemen. Ten eerste bleek ook ten tijde van het NVI de productie in eigen beheer geenszins gegarandeerd. Ten tweede kan in geval van calamiteiten niet elk willekeurig vaccin geproduceerd worden in een eigen productiefaciliteit

De Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s (DVP) van het RIVM koopt de benodigde vaccins in, beheert de voorraden en distribueert deze naar de uitvoerders van het rijksvaccinatieprogramma en het nationaal programma grieppreventie. Om leveringsrisico’s te minimaliseren worden veiligheidsvoorraden aangelegd.

De afnemende vaccinatiegraad baart het Ministerie van VWS ook zorgen maar ik zie daarin geen samenhang met de plannen rond Intravacc. VWS heeft onderzoek laten doen naar de mogelijke oorzaken van de dalende vaccinatiegraad. We zullen de komende maanden de uitkomsten van dit onderzoek bestuderen, met betrokkenen spreken en u in het najaar een plan van aanpak sturen met daarin de maatregelen om de vaccinatiegraad te verbeteren.

In het advies van de Algemene Rekenkamer worden waarborgen gevraagd bij toekomstige verandering van eigenaarschap. De Minister stelt dat hiervoor een termijn van vijf jaar voor de hand ligt. Kan de Minister dat nader onderbouwen?

VWS geeft bij de privatisering een pakket aan opdrachten mee, met een looptijd van vijf jaar. Hierbij past een periode van vijf jaar voor de waarborg tegen (een onwenselijke) verandering van eigenaarschap. Het is niet nodig om een waarborg voor verandering van eigenaar in te bouwen na de eerste vijf jaar. Indien het na vijf jaar vanuit beleidsmatig oogpunt nog steeds noodzakelijk is om vaccinonderzoek te laten uitvoeren, dan zal dit type opdrachten op reguliere wijze door de Staat worden aanbesteed. Intravacc is dan één van de mogelijke kandidaten.

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

Waarom acht de Minister het dan toch veilig(er) om de vaccinontwikkeling aan de markt over te laten dan deze in eigen handen te houden? Genoemde leden krijgen graag uitgebreid alle argumenten opgesomd om over te gaan tot deze privatisering. Ziet de Minister ook eventuele gevaren, zo vragen deze leden.

Zoals ik in de inleiding al schetste kan de privatisering van Intravacc gezien worden als de laatste fase van de verkoop van het NVI. Intravacc voert geen wettelijke taak uit en daarom is het beleidsmatig niet (meer) nodig om Intravacc als onderdeel van de Staat te handhaven. Daarnaast wordt veel vaccinonderzoek en ontwikkeling vandaag de dag uitgevoerd door private partijen. Privatiseren biedt daarnaast voordelen voor Intravacc. Het belangrijkste voordeel is dat een private positionering meer ruimte biedt om samenwerking aan te gaan met private partners dan wat nu onder de vleugels van de overheid mogelijk is. Samenwerking met publieke én private partijen is nodig vanwege de continue ontwikkeling van de techniek, steeds veranderende en nieuwe infectieziekten en een in toenemende mate internationale aanpak. Ik zie geen mogelijke gevaren als gevolg van de privatisering van Intravacc.

Is de Minister het met de leden van de SP-fractie eens dat het in ieder geval geen goed argument is dat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ook geen onderzoeksinstituut heeft voor antibiotica, dan wel kankermedicijnen? Dat b en c er niet zijn wil natuurlijk niet zeggen dat a niet van groot belang kan zijn. Dat er geen Nederlands Ouderen Instituut is, is toch ook geen argument om geen Nederlands Jeugd Instituut te hebben? En aan de andere kant sluit het bestaan van de Nederlandse Sportraad het bestaan van het Mulier Instituut of het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen toch ook niet uit?

Wereldwijd wordt op enkele uitzonderingen na zowel medicijn- als vaccinontwikkeling en -productie overgelaten aan de markt. Hier valt in het geval van vaccinontwikkeling wel degelijk een parallel te trekken met onderzoek naar antibiotica of kankermedicijnen. Zoals ik hierboven al schetste is samenwerking met publieke én private partijen nodig vanwege de continue ontwikkeling van de techniek, steeds veranderende en nieuwe infectieziekten en een in toenemende mate internationale aanpak. Een private positionering van Intravacc past daar beter bij.

Deelt deze Minister de mening van zijn voorganger dat privatisering de slagvaardigheid van Intravacc zal vergroten? Zo ja, kan de Minister toelichten waarom hij deze mening is toegedaan? En waarom worden de «beperkte mogelijkheden om extra of nieuwe investeringen te doen als gevolg van een terugtredende overheid» als goed argument gezien? Zou het niet een betere oplossing zijn als de overheid zich niet zover terugtrekt van wat van essentieel belang is maar zich hier juist sterk op inzet, zo vragen de leden van de SP-fractie.

Ja, ik deel de mening van mijn voorganger dat privatisering de slagvaardigheid van Intravacc zal vergroten. De argumentatie hiervoor kunt u vinden in de voorgaande vragen en de eerdere brieven aan de Kamer.

In de brief van 22 december 2016 staat «Intravacc verricht daarvoor met name translationeel onderzoek en ondersteunt technologie transfer. Dit betreft een risicovolle fase die door de farmaceutische industrie om strategische redenen niet altijd wordt opgepakt (marktfalen)(Kamerstuk 33 567, nr. 8)». Kan de Minister hier nog eens op in gaan? Waarom nam de farmaceutische industrie eerder haar rol niet? En waarom zou zij die nu wel gaan nemen? Wat zijn volgens de Minister die strategische redenen? Betreft dat wellicht dat zij er nu (veel) geld mee kan verdienen? Staat dan nog wel het publieke belang centraal in de ontwikkeling en verbetering van vaccins, zo vragen de leden van de SP-fractie.

Intravacc verricht momenteel translationeel vaccinonderzoek gevolgd door technologie transfer en blijft dit na privatisering ook doen. De resultaten van dit translationeel onderzoek maken het voor marktpartijen aantrekkelijk om te investeren in verdere productontwikkeling, opschaling en op de markt brengen van nieuwe of verbeterde vaccins. Daar waar de financiering van het translationeel vaccinonderzoek voorheen vooral door nationale overheden werd gedaan is er de laatste jaren de ontwikkeling dat deze financiering meer en meer wordt gedaan door internationale organisaties als de WHO en de BMGF, GAVI en CEPI. In veel gevallen dragen nationale overheden financieel bij aan deze initiatieven. Het translationeel vaccinonderzoek is al geruime tijd niet alleen meer een nationaal maar vooral ook een internationaal belang. De herpositionering van Intravacc is daarbij een logisch gevolg. Intravacc blijft ook in de toekomst actief op het gebied van translationeel vaccinonderzoek gevolgd door technologie transfer.

Waarom ziet de Minister af van een wettelijke borging van het publieke belang van de Intravacc-taken, acht hij deze publieke belangen niet van het allergrootste belang?

In het kader van de voorgenomen privatisering zijn regelmatig vragen gesteld over het publieke belang dat wordt gediend door Intravacc als onderdeel van de Staat. Intravacc voert geen wettelijke taak uit. Wel draagt Intravacc met haar onderzoek bij aan de ontwikkeling van nieuwe en verbeterde vaccins en alternatieve toedieningsvormen. De activiteiten dienen daarmee wel degelijk een publiek belang, maar hoeven niet uitgevoerd te worden door een eigen onderdeel van het departement. Als er vanuit beleidsmatig oogpunt vaccinonderzoek nodig is dan kan de Staat via reguliere aanbestedingsprocedures hiertoe opdrachten uitzetten in de markt.

Kan de Minister daarnaast toelichten hoe hij het besluit tot privatiseren ziet in het kader en het tijdspunt van de afnemende vaccinatiegraad en de steeds meer naar voren komende berichten van tekorten aan antibiotica en de onvoldoende beschikbaarheid van geneesmiddelen?

Vragen met een soortgelijke strekking werden ook gesteld door leden van de D66-fractie. Ik verwijs u voor mijn reactie naar de eerdere passage hierover in deze brief.

Is de Minister het met de leden van de SP-fractie eens dat het besluit tot privatisering op dit moment niet verstandig maar juist zeer onverstandig is? Het zou toch zonde zijn als die, wereldwijd unieke, beschikbare kennis verloren of niet meer beschikbaar zou zijn, zo vragen deze leden. Acht de Minister de kans reëel dat de zorgvuldig opgebouwde kennisinfrastructuur verloren gaat?

Intravacc blijft als instituut bestaan. Intravacc kent voor de toekomst een levensvatbare propositie, o.a. door de opgebouwde kennis. De verwachting is daarom dat de kennis niet verloren zal gaan, maar juist toegepast kan worden in toekomstige opdrachten met andere partijen en daarmee ook op peil kan worden gehouden.

De leden van de SP-fractie vragen de Minister in te gaan op aanbevelingen uit het rapport en de conclusies over de nationale publieke belangen bij vaccinonderzoek (uitgevoerd door de heer De Goeij), en dan met name over de standpunten van de WHO en de Bill & Melinda Gates Foundation.

Op basis van een tussen Intravacc en de WHO gesloten MOU moet de WHO instemmen met de koper. Daarom moet de koper in elk geval aan de FENSA-criteria voldoen. Indien dit niet het geval is, vormt dat een uitsluitingscriterium bij de keuze van de koper. Geïnteresseerde partijen dienen, naast een koopprijs, een gedetailleerde beschrijving te delen ten aanzien van de toekomstplannen met Intravacc en het vermogen om huidige projecten (zoals met de WHO en BMGF) voort te kunnen zetten. De uiteindelijke overnamepartij dient te kunnen aantonen dat zij deze projecten met dezelfde hoge kwaliteit kan en zal voortzetten. Dit alles wordt contractueel vastgelegd.

Indien er daadwerkelijk overgegaan wordt op privatisering van Intravacc, zal de Minister de privatisering voor een periode van vier jaar evalueren. Aangezien Intravacc voor de eerste vijf jaren opdrachten meekrijgt, lijkt het de leden van de SP-fractie dat een evaluatie over de eerste vijf jaar geen goed beeld gaat geven van de toekomst van Intravacc en daarmee de beschikbaarheid en ontwikkeling van vaccins. Daarom vragen genoemde leden om naast de evaluatie na vier jaar ook een evaluatie na bijvoorbeeld zeven of acht jaar te organiseren. Is de Minister het met deze leden eens dat dit een veel realistischer beeld zal geven?

Zal de Minister daarnaast/daarbij monitoren op kostenontwikkeling en beschikbaarheid van vaccins en hierover de Kamer regelmatig informeren?

Zoals ik eerder in deze brief heb aangegeven, speelt Intravacc geen rol bij de productie van vaccins of bij de beschikbaarheid van vaccins. Een evaluatie na vier jaar over de privatisering van intravac lijkt mij dan ook afdoende. Op kostenontwikkeling wordt door VWS gemonitord, maar aangezien de prijzen van vaccins geheim zijn, wordt de Tweede Kamer daar niet over geïnformeerd. Ik zal de Kamer informeren als er een probleem is met de vaccinbeschikbaarheid van vaccins die in het Rijksvaccinatieprogramma en het nationaal programma grieppreventie worden gebruikt. VWS monitort de beschikbaarheid op de vrije markt niet, dat gebeurt ook niet voor andere medicijnen.

Wat gaat de Minister doen mochten de kosten zich negatief ontwikkelen, oftewel mocht er een flinke prijsstijging plaatsvinden?

Zodra Intravacc een vaccin dat tot stand is gekomen met publieke middelen overdraagt aan een producent zal de nieuwe eigenaar van Intravac met de producent afspraken maken over de prijs die de producent aan de Staat zal rekenen. Ook deze afspraak zal contractueel worden vastgelegd.

Wat gaat de Minister doen mocht de beschikbaarheid van vaccins zich negatief ontwikkelen, oftewel mocht er een flinke afname plaatsvinden?

Zoals ik eerder ook al in een reactie op de vraag van leden van de D66-fractie aangaf speelt Intravacc geen rol in vaccinproductie.

In het najaar zal ik met de WHO tot overeenstemming komen over de partijen waarmee ik de onderhandelingen start. Zodra het onderhandelingsproces is afgerond zal ik u – zoals gezegd – over de definitieve uitkomsten van de verkoop informeren.

Naar boven