34 933 Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten (PbEU 2014, L 128)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 16 mei 2018

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de PVV-fractie zijn principieel tegen het aanpassen van Nederlandse pensioenwetten om daarmee onnodige Europese richtlijnen te implementeren, zoals dit wetsvoorstel beoogt. Als er grensoverschrijdende problematiek op het gebied van pensioenrechten bestaan dan is het aan de soevereine natiestaten zelf om daar in onderling overleg eventuele oplossingen voor te vinden. Dat kunnen landen prima onderling regelen en daar is EU-bemoeienis niet bij nodig.

Verder stoort het de leden van de PVV-fractie dat dit kabinet zich laat leiden door een EU-tijdspad waardoor het zich genoodzaakt voelt met het instrument «wetsvoorstel» te komen. Nederlandse wetsvoorstellen behoren geen middel te zijn om onnodige Europese regelgeving in te voeren. Zij verzoeken de regering dan ook dit wetsvoorstel in te trekken en niet tot implementatie over te gaan.

De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van de wet ter implementatie van Richtlijn 2014/50/EU. Zij begrijpen dat de impact van deze richtlijn voor Nederland beperkt is. Zij hebben echter nog wel een andere vraag in het kader van het onderwerp van deze richtlijn, de mobiliteit van werknemers tussen lidstaten in verband met pensioenrechten. Voor veel werknemers die in het buitenland gewerkt hebben, is het ontzettend lastig om een wettelijk pensioen uit een ander EU-land ontvangen. Zo hebben de leden van de CDA-fractie al eerder gewezen op het probleem van Nederlanders die in Griekenland gewerkt hebben, daar een pensioenrecht hebben opgebouwd en er maar niet in slagen dat uitbetaald te krijgen. Kan de regering aangeven hoe er samen met de Sociale Verzekeringsbank vorderingen gemaakt worden om die pensioenen alsnog uitbetaald te krijgen?

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij vragen nogmaals te bevestigen dat de implementatie van deze richtlijn materieel geen effect heeft in Nederland. Klopt het dat er geen bedrijven of sectoren zijn die drempeltijden hanteren, maar dat dit wettelijk in Nederland wel mogelijk is? Zo ja, hoe wenselijk vindt de regering dat?

De voorzitter van de commissie, Rog

De griffier van de commissie, Esmeijer

Naar boven