34 908 Voorstel van wet van het lid Thieme tot wijziging van de Wet dieren in verband met de invoering van een algehele plicht tot bedwelming van dieren voorafgaand aan de slacht

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in verband met het streven naar een beter dierenwelzijn een verplichte voorafgaande bedwelming bij het slachten in de wet op te nemen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet Dieren wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot en met zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Er wordt voorafgaande bedwelming toegepast in de gevallen waarin een dier wordt gedood voor de bedrijfsmatige productie van dierlijke producten.

2. Het vijfde en zesde lid (nieuw) vervallen.

B

In artikel 6.4, eerste lid, wordt « 2.10, derde lid,» vervangen door « 2.10, vierde lid,» .

C

In artikel 8.12, eerste lid, wordt « 2.10, eerste lid,» vervangen door « 2.10, eerste en tweede lid,» .

D

In artikel 9.1, eerste lid, onderdeel e, wordt « 2.10, derde lid,» vervangen door « 2.10, vierde lid,» .

E

In artikel 10.10 wordt « 2.10, eerste, derde en vierde lid,» vervangen door « 2.10, eerste en vierde lid,» .

ARTIKEL II

Artikel 2.10 van de Wet dieren zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, blijft gedurende vijf jaren na dat tijdstip van toepassing voor de inrichting die:

  • a. op het moment van inwerkingtreding van deze wet over een registratie beschikt om te slachten zonder voorafgaande bedwelming, en

  • b. voldoet aan de bij algemene maatregel van bestuur te stellen eisen van de best beschikbare technieken.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Naar boven