Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot
het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
De leden van de fracties van PvdA en GroenLinks hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden hechten aan het behoud en de
verdere ontwikkeling van kwalitatief goede en onafhankelijke journalistiek bij de
regionale omroep zodat deze haar belangrijke rol in een goed functionerende democratie
kan blijven invullen. Daarbij hebben deze leden de volgende vragen. Wat is de verantwoordelijkheid
van het provinciaal bestuur bij het bevorderen van een kwalitatief hoogwaardige omroep?
Hoe is de onafhankelijkheid van de omroep geborgd?
Gegeven het budget kiest de regering ervoor het aantal regionale omroepen per provincie
te maximeren tot één per provincie. Deze leden vragen hoe met de aanwijzing van één
omroep de gewenste redactionele pluriformiteit en pluraliteit zijn geborgd.
De toezegging aan de Eerste Kamer voor minimaal één regionale omroep per provincie
krijgt met de vertaling naar maximaal één regionale omroep de beperktst mogelijke
invulling.2 Die gaat voorbij aan bijvoorbeeld de regionale diversiteit die grote provincies als
bijvoorbeeld maar niet uitsluitend Overijssel, Gelderland, Noord-Holland en Noord-Brabant
kenmerkt. Zwolle is niet hetzelfde als Twente, de Betuwe is de Veluwe niet, Texel
heeft een andere identiteit dan het Gooi en de Wouwse Plantage ligt ver af van Eindhoven.
Herkent de regering deze en andere verschillen en zou het niet logischer zijn de –
nog moeizame – bundeling van lokale omroepen richting streekomroepen te betrekken
bij een meer integrale visie naar wat het beste schaalniveau is waarop de kijker/luisteraar
vanuit zijn eigen regio bediend wordt zonder daarop op voorhand een wettelijke beperking
van één gefinancierde regionale omroep op te leggen?
De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet met belangstelling uit naar
de memorie van antwoord en ontvangt deze graag uiterlijk vier weken na vaststelling van dit voorlopig verslag.
De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Vries-Leggedoor
De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bergman