34 871 Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met het aanbrengen van enkele moderniseringen

Nr. 6 AMENDEMENT VAN HET LID VAN TOORENBURG C.S.

Ontvangen 21 februari 2018

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel S, wordt artikel 16 als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De Tweede Kamer kan besluiten de termijn, bedoeld in het eerste lid, te verlengen met ten hoogste drie maanden.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de Kamer kan besluiten om de termijn van drie maanden waarbinnen de gehele procedure in de Kamer dient plaats te vinden, te verlengen met ten hoogste drie maanden. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat de termijn van drie maanden te kort kan zijn om op zorgvuldige wijze het onderzoek naar een mogelijk ambtsmisdrijf te verrichten, terwijl de procureur-generaal bij de Hoge Raad verplicht is aan de te ontvangen opdracht gehoor te geven of, indien de termijn niet wordt gehaald, de aanklacht geacht wordt te zijn verworpen. Volledigheidshalve wijzen de indieners erop dat de gehele procedure die binnen de huidige drie maanden moet worden afgerond bestaat uit de volgende stappen:

  • 1. Ontvangst aanklacht (registratie en rondzending)

  • 2. Toezenden aanklacht aan betrokkene en vragen zienswijze

  • 3. Besluitvorming over aanklacht na ontvangst zienswijze (al dan niet in overweging nemen)

  • 4. Instellen van een commissie van onderzoek

  • 5. Het doen van onderzoek door de commissie van onderzoek

  • 6. Het schrijven van het verslag door de commissie van onderzoek

  • 7. Het uitbrengen van het verslag (inclusief vaststelling behandeling door Kamer)

  • 8. Schriftelijke behandeling van het verslag (lijst van vragen en antwoorden)

  • 9. Mondelinge behandeling van het verslag (plenair debat in twee termijnen)

  • 10. Stemmingen naar aanleiding van het verslag.

Indieners realiseren zich terdege dat degene tegen wie de aanklacht zich richt er belang bij heeft zo spoedig mogelijk hierover duidelijkheid te krijgen. Daarom is er ook voor gekozen de termijn in beginsel op drie maanden te laten staan en slechts, als uitzondering op die hoofdregel, een eenmalige verlengingsmogelijkheid van drie maanden te introduceren voor die gevallen waarin het onderzoek niet binnen die drie maanden kan worden afgerond. Het is evident dat alvorens wordt besloten tot een verlenging de Kamer alle belangen zorgvuldig afweegt.

Van Toorenburg Van Nispen Van der Staaij Kuiken Buitenweg

Naar boven