34 844 Witboek over de toekomst van Europa

D BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIEN

Aan de Minister van Financiën

Den Haag, 13 juni 2018

De leden van de vaste commissie voor Financiën hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad van 24 en 25 mei 20181 en het op 29 mei jl. aan de Eerste Kamer aangeboden verslag2 van deze vergaderingen. De geannoteerde agenda en het verslag geven voor de leden van de fractie van D66 aanleiding tot het stellen van enkele vragen over de toekomst van de bankenunie.

De leden van de fractie van D66 constateren dat de geannoteerde agenda en het verslag weliswaar geen uitgewerkte voorstellen bevatten, maar wel de mogelijke contouren van de toekomst van de bankenunie en uw appreciatie daarvan weergeven. Zij hebben hierover de volgende vragen.

In het verslag van de Ecofinraad stelt u dat banken naar verwachting zullen streven naar een leverage ratio boven de te introduceren minimumeis om een te lage buffer bij tegenvallers te vermijden. U schrijft tevens dat bij het niet voldoen aan de opslag er dividendrestricties gelden. De leden van de fractie van D66 vragen op welke opslag u hier doelt. Houden de dividendrestricties in dat er geen dividend mag worden uitgekeerd totdat banken hieraan voldoen? En wat bedoelt u met «uiteindelijk»3 als het gaat om het in faillissement of afwikkeling plaatsen?

Deze leden vragen of zij het goed begrijpen dat de minimale wettelijk aan te houden buffer voor grote banken losstaat van de risicograad. Zo ja, deelt u de mening van deze leden dat een dergelijke buffer de betreffende banken prikkelt tot het nemen van meer risico? Hoe verhoudt zich dit tot de door u gewenste risicoreductie?

De instelling van een Europees depositogarantiestelsel (EDIS) heeft onder meer tot doel effectiever op te kunnen treden in het geval van een financiële crisis en hierbij minder een beroep op publieke middelen te hoeven doen. In de geannoteerde agenda benadrukt u het belang van reductie van de bekende risico’s voorafgaand aan voltooiing van de bankenunie. De leden van de fractie van D66 brengen onder uw aandacht dat de vorige crisis echter werd veroorzaakt door risico’s die niet in kaart waren gebracht door toezichthouders, banken en financiële markten. In hoeverre kleeft aan uitstel van het voltooien van de bankenunie het nadeel dat in geval van een financiële crisis als gevolg van niet-onderkende risico’s het instrumentarium tekortschiet?

Een goed vormgegeven depositogarantiestelsel heft volgens de leden van de D66-fractie premies die optimaal gekoppeld zijn aan de risicograad van de bank. Wat is de grondslag voor uw pleidooi voor het reduceren van risico’s alvorens over te gaan tot een Europees depositogarantiestelsel?

De leden van de vaste commissie voor Financiën zien de beantwoording van bovenstaande vragen met belangstelling en bij voorkeur binnen vier weken na dagtekening van deze brief tegemoet.

Voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, F.H.G. de Grave


X Noot
1

Kamerstukken I, 2017–2018, 21 501-07, H.

X Noot
2

Kamerstukken I, 2017–2018, 21 501-07, I.

X Noot
3

Kamerstukken I, 2017–2018, 21 501-07, I, p.6.

Naar boven