Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34842 nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34842 nr. B |
Vastgesteld 16 juli 2018
Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
Inleiding
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars. Zij hebben naar aanleiding hiervan enkele vragen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij sluiten zich aan bij de vragen van D66 en maken graag gebruik van de gelegenheid de regering enkele aanvullende vragen te stellen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en sluiten zich aan bij de vragen van de D66-fractie.
Afwikkeling van verzekeraars
De leden van de D66-fractie vragen de regering, mede namens de leden van de PvdA-fractie en van de ChristenUnie-fractie, of het klopt dat in het geval van een faillerende of in afwikkeling geraakte verzekeraar, pensioengerechtigden hun pensioeninkomen en arbeidsongeschikten hun uitkering (deels) kunnen kwijtraken. Ook vragen de leden of het klopt dat mensen die pensioen opbouwen een deel van hun opgebouwde pensioenclaim kunnen kwijtraken. Is het juist dat in dat geval de curator moet vaststellen hoeveel eenieder moet inleveren? Wat zal er gebeuren in de tussentijd met het inkomen van pensioengerechtigden en ontvangers van een arbeidsongeschiktheidsverzekering, zo vragen deze leden.
Tevens vragen deze leden aan de regering of het inderdaad zo is dat in geval van afwikkeling van een verzekeraar saldering kan plaatsvinden van vorderingen en schulden van klanten van de verzekeraar. Zo ja, betekent dit dat bijvoorbeeld een klant met zowel een hypotheekkrediet als een pensioenspaarrekening bij de verzekeraar zijn hypotheek moet aflossen? Kunnen ontvangers van een pensioeninkomen of een arbeidsongeschiktheidsuitkering in het maandbedrag worden gekort om hun schuld af te lossen?
Nederland heeft anders dan een aantal West-Europese landen – waaronder Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk, en voor sommige soorten polissen ook Italië – geen garantiestelsel voor verzekeringspolishouders, behalve in de verplichte ziektekostenverzekering, zo brengen de leden van de D66-fractie, mede namens de leden van de PvdA-fractie en van de ChristenUnie-fractie, onder de aandacht. Deze leden vragen de regering waarom deze er niet voor heeft gekozen om met dit wetsvoorstel een garantiestelsel voor verzekerden in te voeren analoog aan de depositogarantie en de beleggerscompensatieregeling.
Financiering
De leden van de D66-fractie, de PvdA-fractie en de ChristenUnie-fractie leiden uit het voorliggende wetsvoorstel af dat eventuele kosten van afwikkeling worden voorgeschoten door de Nederlandsche Bank en ex post kunnen worden doorberekend, maar dat dit niet bij voorbaat vaststaat. Zij vragen de regering of deze constatering juist is. Zo ja, waarom is niet voor ex ante financiering gekozen? Klopt het dat er niet bij voorbaat is vastgelegd aan wie de kosten worden doorberekend? En als de kosten niet of niet geheel worden doorberekend, kan dit dan worden gekwalificeerd als staatssteun?
De leden van de D66-fractie, de PvdA-fractie en de ChristenUnie-fractie constateren dat volgens artikel 3A:38 de eventuele te heffen ex post bijdrage per verzekeraar zal afhangen van de omvang van de technische voorzieningen van de verzekeraar. Deze formulering laat volgens deze leden open hoe deze bijdrage afhangt van de omvang van de verplichtingen van de verzekeraar. Betekent dit dat de eventuele bijdragen een ongewogen percentage van de technische voorzieningen zullen vormen? Deelt de in afwikkeling zijnde verzekeraar ook mee in deze kosten? Zo nee, in hoeverre kan dit aanleiding geven tot moral hazard? Zo ja, in hoeverre kan dit ten koste gaan van de polishouders van de afgewikkelde verzekeraar, zo vragen deze leden aan de regering.
Crisisplan
De leden van de PvdA-fractie vragen graag aandacht voor de toegenomen kosten samenhangend met het preventief toezicht. Deze leden vragen de regering hoe deze meent te kunnen bewaken dat de eisen die gesteld worden aan een crisisplan in verhouding staan tot het doel. Een crisissituatie is immers nooit volledig te voorspellen, aldus de leden. Voorts vragen de leden van de PvdA-fractie hoe de regering de relatie ziet tussen resolutieafwegingen en het opstellen van een ex ante afwikkelplan enerzijds en een efficiënte bedrijfsvoering anderzijds? Voorts menen deze leden dat de solvabiliteitscriteria in lijn dienen te zijn met de Europese regels die gelden voor een «going concern» situatie. Is de regering dit met hen eens?
Reikwijdte instrumentarium DNB
Verzekeringsmaatschappijen zijn tegenwoordig veelal onderdeel van een concern, zo merken de leden van de PvdA-fractie op. Ten behoeve van een snel herstel of snelle afwikkeling van een verzekeraar is het derhalve wenselijk dat het instrumentarium van DNB zich uitstrekt tot alle onderdelen van de groep waar de verzekeraar onderdeel van uitmaakt. Is de regering dit met deze leden eens? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke rol ziet de regering hierin voor zichzelf weggelegd?
Opportuniteit van het verplicht openbaar maken van voorwetenschap
Graag brengen de leden van de PvdA-fractie de opportuniteit van het verplicht openbaar maken van voorwetenschap onder de aandacht van de regering. Daarmee doelen deze leden erop dat een verzekeraar zich geroepen kan voelen een mogelijke interventie door DNB openbaar te maken, terwijl dat op dat moment niet opportuun zou kunnen zijn. Wat is de mening van de regering over de wenselijkheid de DNB in dergelijke situaties een instelling geheimhouding op te laten leggen, ook als het gaat om een melding van voorwetenschap? Op die manier kan er geen twijfel zijn over de verplichtingen die op een verzekeraar rusten, zo menen de leden.
Competente rechter
De leden van de PvdA-fractie constateren dat het wetsvoorstel de rechtbank Rotterdam en het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) aanwijst als competente rechter voor toetsing van het handelen van DNB. Graag brengen deze leden de deskundigheid van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op het terrein van waarderingsgeschillen onder de aandacht. Welke rol ziet de regering hierin voor de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam weggelegd?
Tot slot
Tenslotte vragen de leden van de PvdA-fractie graag aandacht voor de wenselijkheid van een gelijk Europees speelveld. Welke inzet mogen zij van de regering verwachten bij het ontwikkelen van een gemeenschappelijk kader op Europees niveau?
De leden van de vaste commissie voor Financiën zien de reactie van de regering met belangstelling en bij voorkeur voor 7 september 2018 tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, De Grave
De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Van Dooren
Samenstelling: Nagel (50PLUS), Ten Hoeve (OSF), Knip (VVD), Backer (D66), Ester (CU), De Grave (VVD), (voorzitter), vacature (CDA), (vice-voorzitter), Postema (PvdA), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Vos (GL), Kok (PVV), Bruijn (VVD), Van Beek (PVV), Van Apeldoorn (SP), N.J.J. van Kesteren (CDA), Knapen (CDA), Köhler (SP), Prast (D66), Van Rij (CDA), (vice-voorzitter), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Teunissen (PvdD), Van de Ven (VVD), vacature (PvdA) en Reuten (SP).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34842-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.