34 812 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet educatie en beroepsonderwijs en enige andere wetten te wijzigen om de regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten te verbeteren en uit te breiden met bepaalde doelgroepen en overlegpartijen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd.

A

Artikel 1.1.3 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt na «8.2.2a» ingevoegd: , 8.3.4, eerste en tweede lid, 8.3.5.

2. In het tweede lid wordt na «8.2.2a» ingevoegd: , 8.3.4, eerste en tweede lid, 8.3.5.

B

Aan artikel 8.1.1d wordt, onder aanduiding van de bestaande tekst als eerste lid, een lid toegevoegd, luidend:

  • 2. In afwijking van het eerste lid staat de toelating tot opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs tevens open voor degenen die niet meer zijn ingeschreven bij een school voor voortgezet onderwijs, in de loop van het studiejaar de leeftijd van 18 jaren bereiken en op grond van artikel 8.3.2 naar de desbetreffende opleiding zijn doorverwezen.

C

Het opschrift van hoofdstuk 8, titel 3, komt te luiden:

TITEL 3. BESTRIJDEN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN EN VOLGEN VAN JONGEREN IN EEN KWETSBARE POSITIE.

D

Artikel 8.3.2 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 8.3.2. Bestrijden voortijdig schoolverlaten en volgen van jongeren in een kwetsbare positie door gemeente.

2. In het eerste lid wordt de vierde volzin vervangen door: burgemeester en wethouders volgen de deelname aan onderwijs en arbeidsmarkt van de personen, bedoeld in artikel 8.3.1, tweede lid, die de leeftijd van 23 jaren nog niet hebben bereikt. Voor de uitvoering van de eerste, tweede en vierde volzin kunnen bij ministeriële regeling nadere voorschriften worden vastgesteld.

3. In het vijfde lid, eerste volzin, wordt na «Onze Minister» ingevoegd: onverminderd artikel 8.3.4, vierde lid,.

E

Na artikel 8.3.3 worden twee artikelen toegevoegd:

Artikel 8.3.4. Regionaal programma, regionaal bestuurlijk overleg en regionale maatregelen

  • 1. Burgemeester en wethouders in een regio als bedoeld in artikel 8.3.2, tweede lid, en de in dat lid bedoelde instellingen, scholen en organisaties stellen telkens voor een periode van vier jaren een regionaal programma op met maatregelen ter voorkoming en bestrijding van voortijdig schoolverlaten van jongeren tussen twaalf en drieëntwintig jaar. Het programma heeft mede betrekking op leer- en kwalificatieplichtigen en het volgen door burgemeester en wethouders van de deelname aan onderwijs en arbeidsmarkt van de personen, bedoeld in artikel 8.3.2, eerste lid, vierde volzin.

  • 2. Burgemeester en wethouders in een regio als bedoeld in artikel 8.3.2, tweede lid, en de in dat lid bedoelde instellingen, scholen en organisaties voeren regionaal bestuurlijk overleg over het regionaal programma en de uitvoering en financiering van de daarin opgenomen maatregelen. Bij het overleg worden tevens de domeinen arbeid en zorg betrokken.

  • 3. Burgemeester en wethouders van de contactgemeente coördineren het regionaal bestuurlijk overleg, de totstandkoming van het regionaal programma en de uitvoering en financiering van de daarin opgenomen regionale maatregelen.

  • 4. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 8.3.2, vijfde lid, is mede bestemd voor de uitvoering van het regionaal programma.

  • 5. Burgemeester en wethouders van de contactgemeente geven in de effectrapportage, bedoeld in artikel 8.3.2, zevende lid, aan hoe de domeinen arbeid en zorg bij het regionale bestuurlijk overleg zijn betrokken en welke resultaten hiermee zijn bereikt.

Artikel 8.3.5. Afstemmen ondersteuningsaanbod op overleg over ondersteuningsprogramma voortgezet onderwijs

Het bevoegd gezag neemt deel aan het overleg, bedoeld in artikel 17a, negende lid, tweede volzin, van de Wet op het voortgezet onderwijs, indien de instelling één of meer vestigingen heeft in het gebied van het desbetreffende samenwerkingsverband en stemt het ondersteuningsaanbod af op de afspraken die zijn gemaakt in dat overleg.

ARTIKEL II

De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd.

A

Het opschrift van titel IV, afdeling 10A, komt te luiden:

AFDELING 10A. BESTRIJDEN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN EN VOLGEN VAN JONGEREN IN EEN KWETSBARE POSITIE.

B

Artikel 162b wordt gewijzigd als volgt:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 162b. Bestrijden voortijdig schoolverlaten en volgen van jongeren in een kwetsbare positie door gemeente.

2. In het eerste lid wordt de vierde volzin vervangen door: burgemeester en wethouders volgen de deelname aan onderwijs en arbeidsmarkt van de personen, bedoeld in artikel 162a, tweede lid, die de leeftijd van 23 jaren nog niet hebben bereikt. Voor de uitvoering van de eerste, tweede en vierde volzin kunnen bij ministeriële regeling nadere voorschriften worden vastgesteld.

3. In het vijfde lid, eerste volzin, wordt na «Onze Minister» ingevoegd: onverminderd artikel 162c1, vierde lid,.

C

Na artikel 162c wordt een artikel toegevoegd:

Artikel 162c1. Regionaal programma, regionaal bestuurlijk overleg en regionale maatregelen

  • 1. Burgemeester en wethouders in een regio als bedoeld in artikel 162b, tweede lid, en de in dat lid bedoelde scholen, instellingen en organisaties stellen telkens voor een periode van vier jaren een regionaal programma op met maatregelen ter voorkoming en bestrijding van voortijdig schoolverlaten van jongeren tussen twaalf en drieëntwintig jaar. Het programma heeft mede betrekking op leer- en kwalificatieplichtigen en het volgen door burgemeester en wethouders van de deelname aan onderwijs en arbeidsmarkt van de personen, bedoeld in artikel 162b, eerste lid, vierde volzin.

  • 2. Burgemeester en wethouders in een regio als bedoeld in artikel 162b, tweede lid, en de in dat lid bedoelde scholen, instellingen en organisaties voeren regionaal bestuurlijk overleg over de totstandkoming van het regionaal programma en de uitvoering en financiering van de daarin opgenomen maatregelen. Bij het overleg worden tevens de domeinen arbeid en zorg betrokken.

  • 3. Burgemeester en wethouders van de contactgemeente coördineren het regionaal bestuurlijk overleg, de totstandkoming van het regionaal programma en de uitvoering en financiering van de daarin opgenomen regionale maatregelen.

  • 4. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 162b, vijfde lid, is mede bestemd voor de uitvoering van het regionaal programma.

  • 5. Burgemeester en wethouders van de contactgemeente geven in de effectrapportage, bedoeld in artikel 162b, zevende lid, aan hoe de domeinen arbeid en zorg bij het regionale bestuurlijk overleg zijn betrokken en welke resultaten hiermee zijn bereikt.

ARTIKEL III

De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd.

A

In artikel 17a, negende lid, wordt na de eerste volzin ingevoegd: Het samenwerkingsverband nodigt het bevoegd gezag van een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs met een of meer vestigingen in het gebied van het samenwerkingsverband uit voor het overleg met burgemeester en wethouders over het onderdeel van het ondersteuningsplan, bedoeld in artikel 17a, achtste lid, onder a.

B

Het opschrift van titel IVB komt te luiden:

TITEL IVB. BESTRIJDEN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN EN VOLGEN VAN JONGEREN IN EEN KWETSBARE POSITIE.

C

Artikel 118h wordt gewijzigd als volgt:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 118h. Bestrijden voortijdig schoolverlaten en volgen van jongeren in een kwetsbare positie door gemeente.

2. In het eerste lid wordt de vierde volzin vervangen door: burgemeester en wethouders volgen de deelname aan onderwijs en arbeidsmarkt van de personen, bedoeld in artikel 118g, tweede lid, die de leeftijd van 23 jaren nog niet hebben bereikt. Voor de uitvoering van de eerste, tweede en vierde volzin kunnen bij ministeriële regeling nadere voorschriften worden vastgesteld.

3. In het vijfde lid, eerste volzin, wordt na «Onze Minister» ingevoegd: onverminderd artikel 118i1, vierde lid,.

D

Na artikel 118i wordt een artikel toegevoegd:

Artikel 118i1. Regionaal programma, regionaal bestuurlijk overleg en regionale maatregelen

  • 1. Burgemeester en wethouders in een regio als bedoeld in artikel 118h, tweede lid, en de in dat lid bedoelde scholen, instellingen en organisaties stellen telkens voor een periode van vier jaren een regionaal programma op met maatregelen ter voorkoming en bestrijding van voortijdig schoolverlaten van jongeren tussen twaalf en drieëntwintig jaar. Het programma heeft mede betrekking op leer- en kwalificatieplichtigen en het volgen door burgemeester en wethouders van de deelname aan onderwijs en arbeidsmarkt van de personen, bedoeld in artikel 118h, eerste lid, vierde volzin.

  • 2. Burgemeester en wethouders in een regio als bedoeld in artikel 118h, tweede lid, en de in dat lid bedoelde scholen, instellingen en organisaties voeren regionaal bestuurlijk overleg over de totstandkoming van het regionaal programma en de uitvoering en financiering van de daarin opgenomen maatregelen. Bij het overleg worden tevens de domeinen arbeid en zorg betrokken.

  • 3. Burgemeester en wethouders van de contactgemeente coördineren het regionaal bestuurlijk overleg, de totstandkoming van het regionaal programma en de uitvoering en financiering van de daarin opgenomen regionale maatregelen.

  • 4. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 118h, vijfde lid, is mede bestemd voor de uitvoering van het regionaal programma.

  • 5. Burgemeester en wethouders van de contactgemeente geven in de effectrapportage, bedoeld in artikel 118h, zevende lid, aan hoe de domeinen arbeid en zorg bij het regionale bestuurlijk overleg zijn betrokken en welke resultaten hiermee zijn bereikt.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Naar boven